Bastion Stoltenborg was een van de zes bastions van Bredevoort. Het was gelegen ten oosten van Bredevoort, tegenwoordig het begin van de Pater Jan de Vriesstraat en maakte deel uit van de Vestingwerken van Bredevoort.
Achter de huizen aan de Ambthuiswal lag het acht meter hoge holle bastion, voorzien van drie katten in iedere hoek. Het terreplein was toegankelijk vanaf de Hozenstraat en Ambthuiswal. De Keel (ingang) van het bastion lag iets voorbij het kruispunt met de Gasthuisstraat meteen voor de stadsboerderij die naast de Ambtshof ligt.
De naam Stoltenborg zou wellicht verband houden met het Duitse woord ‘stolz’ (trots), oftewel verwijzend naar de trotse ‘borg’ (vesting) Bredevoort.
Reconstructie
Op de afbeelding een weergave van een reconstructie van bastion Stoltenborg. Zichtbaar gemaakt de ligging ten opzichte van de huizen die er tegenwoordig staan, het naastgelegen huis is de stadsboerderij naast de Ambtshof, met daarvoor de Gasthuisstraat. Ook zichtbaar op de reconstructie de onderwal die voor het bastion ligt. De gracht is gedempt, op die plaats staat tegenwoordig de school ’t Bastion en de omringende nieuwbouwwoningen.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Bastion Ossenkop was een van de zes bastions van Bredevoort. Het was gelegen ten zuidwesten van Bredevoort, tegenwoordig het begin van de Kerkstraat vanaf de Koppelstraat en maakte deel uit van de Vestingwerken van Bredevoort.
Op het terrein achter de Sint Georgiuskerk lag het acht meter hoge volle bastion, voorzien van drie katten in iedere hoek. Het terreplein was toegankelijk middels oprillen mogelijk vanaf de Koppelstraat en de Kerkstraat.
Reconstructie
Op de afbeelding een weergave van een reconstructie van het bastion Ossenkop. Zichtbaar gemaakt is de ligging ten opzichte van de huizen die er tegenwoordig staan, op de courtine staat tegenwoordig de Sint Georgiuskerk. De keel van het bastion is tegenwoordig tuin, de plek van het bastion zelf is tegenwoordig de speeltuin Ossenkop.
Ook zichtbaar op de reconstructie de onderwal die voor het bastion ligt. De gracht is gedempt, op die plaats staan tegenwoordig de school en de omringende nieuwbouwwoningen aan de Schoolstraat en de Tramstraat. Er is niets bewaard gebleven dat aan het voormalige bastion herinnert.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Bastion Vreesniet was een van de zes bastions van Bredevoort. Het was gelegen ten westen van Bredevoort, tegenwoordig achter de Prinsenstraat en maakte deel uit van de Vestingwerken van Bredevoort. De restanten genieten bescherming als rijksmonument.
Ter hoogte van deze locatie is tegenwoordig nog vaag de omtrek van het bastion zichtbaar op de plattegrond van Bredevoort. Daar lag een acht meter hoog hol bastion, voorzien van drie katten in iedere hoek. De Keel (ingang) van het bastion lag iets voorbij het kruispunt Landstraat/Kerkstraat, het steegje achter deze huizen ligt er nog altijd. De stadsweide van nu was destijds het terreplein van dit bastion.
In 1782 werd het bolwerk in erfpacht gegeven aan Bernard Andries Roelvink. De vestingwerken werden in de 19e eeuw aan ontmanteling onderworpen ten behoeve van de aanleg van de tuinen die er nog altijd liggen. Een klein stukje van de onderwal is bewaard gebleven, daar is het theekoepeltje van de familie Roelvink op gebouwd.
Reconstructie
Op de afbeelding een weergave van een reconstructie van bastion Vreesniet. Zichtbaar gemaakt de ligging ten opzichte van de huizen die er tegenwoordig staan, met rechts in beeld het Sint Bernardus. Ook zichtbaar de onderwal die voor het bastion ligt. Het terreplein is tegenwoordig het stukje weide tussen de tuinen en de Kerkstraat.
De gracht ervoor kennen we tegenwoordig als Grote Gracht. Het stukje gracht links voor het ravelijn kennen we tegenwoordig als Kleine Gracht. Het gedempte grachtdeel daarvoor en de glacis die hier lag staan tegenwoordig bekend als de moestuinen De Halve Maan.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Bastion Treurniet of Kruittoren (in de volksmond) is een rijksmonument en was een van de zes bastions van Bredevoort. Het is gelegen ten noorden van Bredevoort, tegenwoordig de Kruittorenstraat tegenover het gemeenschapshuis Ons Huis en maakte deel uit van de Vestingwerken van Bredevoort.
Ter hoogte van deze locatie is tegenwoordig nog altijd een verhoging te zien, dit was de onderwal van dit bastion. Daarachter lag een acht meter hoog hol bastion, voorzien van drie katten in iedere hoek. Op het terreplein stond een kruithuis ten behoeve van het garnizoen. De Keel (ingang) van het bastion lag iets voorbij het kruispunt Kruittorenstraat/’t Zand.
Op die plaats moet ook de kruittoren van het Kasteel Bredevoort gestaan hebben. De courtine van de hoofdwal liep achter de huizen langs in de richting van het Sint Bernardus. In 2010 werd op de restanten van de onderwal een kunstwerk geplaatst, in de vorm van stalen ribben die het profiel van de onderwal weergeven.
Reconstructie
Op de afbeelding een weergave van een reconstructie van bastion Treurniet. Zichtbaar gemaakt de ligging ten opzichte van de huizen die er tegenwoordig staan. Ook zichtbaar de onderwal die voor het bastion ligt. Het deel aan de rechterkant is tevens het deel dat er tegenwoordig vormloos ligt.
Het terreplein is tegenwoordig het stukje weide aan de Kruittorenstraat. Op de plek waar het gebouwtje van Bredevoort Schittert staat, moet ooit het kruithuis hebben gestaan. Het stukje gracht op de reconstructie afbeelding bestaat nog altijd.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Bastion Welgemoed is een voormalig bastion, zuidelijk gelegen tegen het stadje Bredevoort. Het was onderdeel van de Vestingwerken van Bredevoort. Doordat molen De Prins van Oranje op dit bastion werd gebouwd bleef deze gespaard van ontmanteling en is dit dan ook Bredevoorts enige overgebleven bastion.
Het bastion is niet echt herkenbaar meer. Ooit was het bastion acht meter hoog en voorzien van drie katten plus borstwering. Door het afgraven van de borstwering is het bastion nu zes meter hoog. Ook de onderwal is afgegraven, en de omringende grachten gedempt.
Reconstructie
Op de afbeelding een weergave van een reconstructie van het bastion Welgemoed. Zichtbaar gemaakt is de ligging ten opzichte van de huizen die er tegenwoordig staan. Ook zichtbaar de onderwal die voor het bastion ligt. Het deel aan de rechterkant is tevens het deel dat er tegenwoordig vormloos ligt. De courtine aan de linkerkant op de afbeelding is grotendeels verdwenen, alleen een verhoging ter hoogte van de Sint Georgiuskerk is een laatste restant van de hoofdwal die hier naar Bastion Ossenkop liep.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Bastion Onversaegt (Izerman in de volksmond) was een van de zes bastions van Bredevoort. Het lag ten noordoosten van Bredevoort, ter hoogte van school ’t Kleuterbastion aan de Izermanstraat en maakte deel uit van de Vestingwerken van Bredevoort. Het bastion werd in de jaren dertig van de vorige eeuw afgegraven.
Op het terrein van ’t Kleuterbastion en het naastgelegen voetbalveld lag het acht meter hoge volle bastion, voorzien van drie katten in iedere hoek. Het terreplein was toegankelijk middels oprillen vanaf de Hozenstraat, en mogelijk via ’t Zand.
Reconstructie
Op de afbeelding een weergave van een reconstructie van bastion Onversaegt. Zichtbaar is gemaakt de ligging ten opzichte van de huizen die er tegenwoordig staan, links het Breede Huus, rechts een hoek van het Meestershuus. Op een sommige kaarten lijkt het alsof dit bastion was voorzien van een waterreservoir. Zeker is dit niet, omdat veel Bredevoortse huizen eigen waterputten hadden.
De punt van dit bastion lag ongeveer op de middenstip van het voetbalveld. De flankerende straten naast het Kleuterbastion liggen parallel met de vorm van het bastion. De ligging van de courtine tussen de school en het Breede Huus is tegenwoordig nog goed zichtbaar aan de heg. Deze courtine verbond dit bastion met het naastgelegen Bastion Treurniet. De omtrekken van de gedempte gracht zijn op luchtfoto’s nog altijd goed zichtbaar, restanten van deze singel zijn nog altijd aanwezig.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Bernard Huinink was jarenlang wethouder van de PvdA in Aalten. Zijn bijnaam luidde daarom ‘Rooien Huunink’. Legendarisch waren de roerige raadsvergaderingen met Willem te Gussinklo (alias ‘Piepkes Willem’) van de AR.
Bernard Huinink werd op 11 februari 1886 geboren in Aalten (Hogestraat 64), zoon van Herman Huinink en Janna Geertruid Obrink. Op 8 februari 1912 trouwde hij in Aalten met Grada Wilhelmina Schepers. Zij gingen wonen in de Ormelstraat.
Bernard Huinink nam in 1919, op 33-jarige leeftijd, plaats in de gemeenteraad van Aalten. Hij zou die zetel bijna 45 jaar behouden, eerst voor de SDAP en later voor de PvdA. In september 1959 vierde hij zijn 40-jarig jubileum als zodanig en ontving hij een koninklijke onderscheiding. In 1964 nam Huinink, de ‘nestor van de gemeenteraad’, afscheid als raadslid ‘in verband met zijn vergevorderde leeftijd’ (77). Hij werd opgevolgd door zijn 37-jarige zoon, Jan Huinink, Admiraal de Ruyterstraat 21, chef van het plaatselijk PTT-bedrijf.
Bernard Huinink krijgt koninklijke onderscheiding opgespeld door burgemeester E.S. van Veen
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Tijdens de tachtigjarige oorlog werd de Oostgelderse bevolking regelmatig geteisterd door rondtrekkende legers. Plundering, brandschatting en verkrachting dreef de boeren en dorpsbewoners tot wanhoop. Jan Holstein was destijds Voogd van Aalten en al stond hij vrij machteloos, hij sprong wel in de bres voor de Aaltense bevolking en deed zijn best om de plunderingen te laten stoppen.
In 1588 waren er vredesonderhandelingen gaande tussen de hertog van Parma en koningin Elisabeth van Engeland, welke laatste ook de Staten daarin tracht te betrekken. Daarop doelend schreef Holstein aan Gotfried Gerardi, raadsman van de pandvrouwe van Anholt: “Ik hoop maar, dat de vurig gewenschte vrede tot stand kome; dan zouden deze arme schapen weer moed kunnen vatten. Ze ploegen meerendeels met koeien, die ze nog overhielden, het land en arbeiden als muilezels. Wij steken diep in de schulden en kunnen geen geld meer krijgen; ook mijn crediet is ten einde. Moge God ons nog voor den oogst uitkomst geven, opdat het koren veilig binnengehaald kan worden. Anders zou ik geen raad weten.“
G.H. Rots schreef in 1938 hoe Jan Holstein om het leven kwam:
Havezathe ’t Walfort, Jan de Beijer, 1743
“De Voogd van Aalten, Jan of Johan Holstein, die voor de Aaltensche bevolking herhaaldelijk in de bres sprong, is op een eigenaardige manier omgekomen. Wij lezen daarvan in “Het Oude Kerspel Winterswijk” dat op den 11en Juni 1589 ten huize van een zekeren Grevink op ’t Walfort bij Aalten een doopfeest werd gehouden, waar ook de Voogd van Aalten aanwezig was, nog wel als peetoom der kleine. Ook waren aanwezig de Heeren van ’t Walfort en Lintelo, (de heeren van Lintelo waren ook eigenaar van ’t Walfort).
De Voogd van Aalten had promotie gemaakt, hij was na het overlijden van ‘Hendrik van den Bungard’ Landschrijver geworden van de Heerlijkheid Bredevoort. Dit nu schijnt een doorn in het oog der heeren van Lintelo te zijn geweest, althans men begon daarover een twistgesprek, waarbij Holstein wel merkte dat de gebroeders van Lintelo geen gemakkelijke heeren waren.
Holstein probeerde ongemerkt den feestdisch te verlaten en liet zich ongemerkt onder de tafel glijden. Hij kroop op handen en voeten naar de deur en maakte zich snel uit de voeten. Maar Diederik van Lintelo had dat in de gaten, liep Holstein na en wierp hem allerlei hatelijkheden naar het hoofd. De twist werd erger. Holstein beweerde dat de Pandvrouw het recht had Landschrijvers te benoemen en Diederik van Lintelo kende dat recht toe aan de Edelen in de Heerlijkheid. Het gevolg was dat er handtastelijkheden ontstonden, waarbij Diederik van Lintelo een korte degen trok en Holstein hiermede verwondde. De verwonding was zoo erg, dat de Voogd drie dagen later overleed.
Deze zaak kwam voor het Bredevoortsch gerecht op 5 Augustus van dat jaar. De beklaagde was niet aanwezig. Hij was naar Bocholt gevlucht en hield zich daar schuil. Bij verstek werd hij ter dood veroordeeld en betaling van 1000 gulden boete aan de Pandvrouwe. En om nu dat geld te krijgen werd aan de pachters van Diederik van Lintelo medegedeeld, dat zij de pacht aan den rentmeester der Pandvrouwe moesten betalen zoolang tot de som der boete bijeen was.
Die pachters waren ‘Ruwenhoeven’, Hendrik Penmenger, ‘Winkelhorstinck’, ‘Swijtinck’, ‘Lanckhof’, ‘den Herinck’ en ‘den Poll’. Door bemiddeling van eenige invloedrijke personen o.a. den Prior van Klooster Schaer, Johanna van Dort, Hendrik en Clara van Lintelo, werden pogingen aangewend voor gratie. Die gratie is verleend, maar de boete moest hij betalen.
Als voogd van Aalten werd benoemd de voogd van Dinxperlo Herman Poelhuis. Het schijnt dat deze tijdelijk benoemd is geweest want in 1605 wordt als voogd van Aalten genoemd Lubbert Spaltman.”
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Bronnen
Het oude kerspel Winterswijk, door B. Stegeman, 1927 (Delpher)
‘Uit Aalten’s verleden’, door G.H. Rots, Aaltensche Courant, 4 maart 1938 (Delpher)
De laat-middeleeuwse kelder van Merfelt behoorde tot een borgmanhuis waar in vroeger tijden Adolf van Merfelt woonde, borgman te Bredevoort. De kelder van het borgmanhuis is zeldzaam en oud. De manier waarop deze kelder is overwelfd, is voor een woning zeer zeldzaam: vier kruisgewelven met in het midden een dragende zuil.
De kelder van Merfelt is in 2014 genomineerd voor de Erfgoedprijs van de gemeente Aalten. Reden voor de nominatie was de zorgvuldigheid en het respect voor de historische uitstraling en gebruik van materiaal waarmee de restauratie heeft plaatsgevonden.
De werkzaamheden van de kelder hebben verspreid over meerdere jaren plaats gevonden. Het hoogtepunt van de restauratie was het herstellen van de gewelven. Daarbij werd de stabilisatie van de kruisgewelven voor een lange tijd gewaarborgd.
Bewoners
Adresboek 1967
Prinsenstraat 3a
B. te Winkel
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Het oorspronkelijke Ambthuis dateerde blijkens muurankers uit 1699. Het was vervolgens een eeuw lang het machtscentrum van de Heerlijkheid Bredevoort. Het Ambthuis werd ook wel Mauritshuis genoemd. Blijkbaar had Prins Maurits onder de inwoners een onvergetelijke indruk achtergelaten.
Hoofdgerecht
Na de kruittorenramp van 1646 was stad en heerlijkheid Bredevoort zonder ambtshuis (combinatie van een rechtbank en stadhuis) geraakt. Het zou toch nog ruim vijftig jaar duren voordat er weer een nieuw ambthuis werd gebouwd. Waarschijnlijk was het gebouw verbonden met de Misterpoort, de stadspoort tegenover het huis. Het gebouw was tevens het hoofdgerecht van de heerlijkheid. In Aalten en Winterswijk waren ook rechtbanken, maar de zware vergrijpen werden altijd in Bredevoort behandeld. De drost fungeerde als rechter.
In de kelders bevonden zich een aantal cachots, cellen, en een gruwelkamer met de nodige werktuigen. De terdoodveroordeelden hadden een cel zonder daglicht en frisse lucht. Wilde je niet bekennen, dan was dreigen met de martelkamer vaak voldoende om schuld te bekennen. Het vonnis werd traditioneel uitgesproken op ’t Zand. Bij een doodstraf werd de veroordeelde meteen naar de Galgenbulte op de Hollenberg gebracht voor uitvoering van het vonnis. Meestal betekende dit ophanging aan de galg die daar al eeuwenlang op slachtoffers stond te wachten. Het schijnt dat je de galg vanaf de Aalterpoort kon zien staan. Voor de plaatselijke bevolking was zo’n executie sensationeel. Heel Bredevoort en Aalten liep dan ook uit om dit mee te maken.
Andere functies
Na de Franse tijd verloor het gebouw haar functie en was het onder andere in gebruik als winkelpand van de katholieke coöperatie. In 1920 werd deze opgericht door de arbeidersvereniging. Vroeger gingen de katholieken naar deze winkel en wie een andere geloofsovertuiging had, ging naar de andere coöperatie iets verderop in de Landstraat.
Het Ambthuis werd omstreeks 1963 gesloopt. De kelders van het Ambthuis bevonden zich nog onder de winkel, met daarin twee gevangeniscellen. In 1964 werd de eerste steen gelegd voor de bouw van meubelzaak Betting op deze locatie. In 2009 werd dit pand weer gesloopt, na de verhuizing van Betting naar een nieuw winkelpand aan de Prins Mauritsstraat.
Nieuwbouw
Nu staat er op de plek van het oude Ambthuis een zorgappartementencomplex met twintig appartementen en een restaurant. De nieuwbouw kreeg wederom de naam ‘Ambthuis’. Uiterlijk vertoont het nieuwe pand veel overeenkomsten met zijn illustere voorganger. Aan het gebouw werd een replica van de historische zonnewijzer bevestigd en voor het gebouw een replica van de muziekkoepel. In de voorgevel werd een originele gevelsteen van het oude Ambtshuis ingemetseld met daarop de tekst “Die kan lide haet en nijt, die overwint in korten tijd.”
Eigenaren
Kadaster 1832
Bredevoort B104 Jan Barend Top bleeker te Bredevoort 390 m² huis en erf
In april 1939 wordt in Aalten een grenswachtdetachement gelegerd van 36 man, ondergebracht in boerderijen. Met zand gevulde buizen worden her en der als obstakels geplaatst. Rond 1 september, aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, vertrekken enige honderden Aaltenaren per trein naar de diverse garnizoensplaatsen. Op 9 mei 1940 is de gemeentearchitect opgedragen op meerdere wegen versperringen aan te brengen.
10 mei denderden Duitse legereenheden Aalten binnen. De rond boerderijen opgestelde soldaten bieden geen weerstand. Enkele dagen later ziet men Nederlandse krijgsgevangenen in open vrachtwagens naar Duitsland afgevoerd worden. Vier Aaltenaren sneuvelen bij de Grebbeberg. Een groep van vijfhonderd teruggekeerde krijgsgevangenen wordt enthousiast in het feestgebouw onthaald en reist dan weer verder met de trein.
Tweehonderdvijftig Rotterdamse kinderen hebben hier in de zomermaanden gelogeerd. Zo ook in 1941. Heel wat (jonge) mensen gaan in Duitsland werken want dat verdient goed. Er is al heel wat op de bon. De voedselproductie komt onder controle, waarvoor Aalten in drie districten wordt ingedeeld, elk onder een plaatselijke bureauhouder.
Onderduikers
In de zomer van 1942 komen in Aalten de eerste onderduikers om zich te onttrekken aan de Arbeidseinsatz. Nog kort tevoren laat de eerste groep werknemers van Dutch Button Works te Bredevoort zich keurig in het pak fotograferen met het oog op de tewerkstelling in Duitsland. Van textielfabriek Driessen wordt ook een groep ingezet.
Omstreeks vijfhonderd Scheveningse evacués vinden hier in januari 1943 onderdak. Zij behoren bijna allemaal tot de gereformeerde kerk. In Winterswijk zijn dat er achthonderd, allemaal hervormden. Eens in de drie weken vertoeft hier een Scheveningse predikant die dan ook voorgaat in een kerkdienst.
Gijzelaars
De Duitsers voeren de druk steeds meer op om mannen aan het graven te zetten. Het meest intimiderende was op 18 oktober het vastzetten van 12 gijzelaars. De volgende dag vertrekken 550 mannen naar Zevenaar. Tien dagen later worden nog eens zeven mannen gegijzeld en melden zich 250 personen. De predikanten en R.K geestelijken hadden een oproep gedaan ‘barmhartigheid en naastenliefde te betonen ten aanzien van hen die in direct levensgevaar verkeren’.
Per circulaire dringt een representatieve groep gemeentenaren aan op een regeling van aflossing. Die komt er. Voortdurend zal een predikant in Zevenaar erbij zijn tot steun en geestelijke verzorging. Maar er gaat ook een clandestien stencil rond met de oproep zich af te vragen ‘of het verantwoord is mede te werken aan verdedigingswerken van de vijand, waardoor straks veel meer dan elf mensenlevens (….) zullen sneuvelen.’
De laatste maanden
Enkele momenten uit de laatste drie donkere maanden: Individuele etenhalers blijven komen maar ook weet een comité ‘Hulp aan het Westen’ een paar karrevrachten vooral graan bijeen te brengen. Het lukt dokter Der Weduwen zieke mensen uit kamp Rees naar het noodziekenhuis in Avondvrede aan de Hogestraat over te brengen. Zware gevallen gaan naar het in het jongensinternaat in Harreveld ingerichte ziekenhuis. Der Weduwen komt om als zijn auto vanuit de lucht beschoten wordt.
Er speelt zich een drama af rond een verzetsgroep dat zich schuilhoudt in de verlaten boerderij ‘De Bark‘. Dicht daarbij in ‘Somsenhuus‘ worden Duitsers ingekwartierd terwijl daar zeven geallieerde piloten zijn ondergedoken. Het totale aantal militairen in deze tijd in Aalten schat men op ca. vierduizend.
Bevrijding
In de laatste dagen van maart is duidelijk dat de ontknoping nabij is. Hoe hard zal er worden gevochten? Velen verlaten het dorp, anderen zoeken bescherming in hun schuilkelder. Er zwerven nog Duitse soldaten rond. Dan rollen op Goede Vrijdag 30 maart ’s morgens vroeg nota bene vanuit Duitsland de Engelse tanks Aalten binnen. Hier en daar bieden Duitsers nog hevige tegenstand. Tien Britten sneuvelen op die dag, in Barlo komen zeven personen om bij een granaatinslag in een schuilkelder. Droefenis en blijdschap, Aalten is bevrijd.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Bronnen
‘Aalten in Oorlogstijd’, J.G. ter Horst – Messink & Prinsen, 1985, ISBN: 9090008802
Gunter Demnig plaatst de eerste Stolpersteine in Aalten
In Aalten liggen 34 Stolpersteine voor twaalf adressen. Een Stolperstein (struikelsteen) is een gedenksteen die geplaatst wordt in het trottoir voor het huis van waaruit in de Tweede Wereldoorlog mensen door de nazi’s zijn weggevoerd naar een vernietigingskamp. Als je, meestal onverwacht, voor je voeten zo’n steen ziet met de naam van een slachtoffer, word je er weer even aan herinnerd hoe tijdens die oorlog vele miljoenen het slachtoffer zijn geworden van systematische moord.
De stenen hebben een oppervlakte van 10 bij 10 cm. Op de bovenkant is een messing plaatje aangebracht. Daarin zijn de naam, het geboortejaar, de datum van wegvoering en de plaats en datum van overlijden gestanst. Zo herinnert elk van die stenen aan één van die slachtoffers. Een mens die op déze plek heeft gewoond en hiervandaan is gedeporteerd, om nooit meer terug te keren.
Bedenker
Het Stolpersteineproject is bedacht door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Hij maakte het formaat van deze ‘stenen des aanstoots’ bewust niet te groot, zodat men een buiging moet maken om de opschriften te kunnen lezen.
Demnig begon in 1997 met het leggen van de eerste Stolperstein in de Berlijnse wijk Kreuzberg. Inmiddels liggen er in vele landen al Stolpersteine. Gunter Demnig geeft ieder slachtoffer zo een eigen monument. Zijn motto luidt: “Een mens is pas vergeten als zijn of haar naam vergeten is“.
Aanvankelijk maakte hij alle stenen één voor één zelf, want massaproductie vindt hij in strijd met de gedachte achter het project. Maar gedwongen door de stormachtige ontwikkeling van het project, laat hij zich tegenwoordig ondersteunen door een bevriende kunstenaar. Hij staat erop om de eerste stenen in een bepaalde plaats persoonlijk te leggen. De overige stenen worden tegenwoordig meestal door gemeentelijke stratenmakers geplaatst.
Stolpersteine in Aalten
In Aalten zijn er 34 Stolpersteine gelegd voor de volgende adressen:
’t Dal 1: Levi Salomon Schaap, Ella Schaap-Philips, Eliazar Hars Schaap, Frits Landau, Amalia Landau-Lorch
Dijkstraat 10a: Levie van Gelder, Jula van Gelder-Landau, Arnold van Gelder
Eerste Broekdijk 51: Roberth Fuldauer, Rozetta Fuldauer-van Gelder, Lina Sara Fuldauer, Sara Fuldauer, Meijer David Fuldauer, Cato Konijn
Grevinkweg 5: Sally Fuldauer, Regina Fuldauer-de Jong
In één geval kon de steen niet voor de woning van het slachtoffer worden gelegd omdat deze woning (Industriestraat 4) niet meer bestaat. Ook is er geen trottoir om de steen in te leggen. Daarom is deze steen voor de synagoge gelegd: