Categorie: Religie

  • Pater Jan de Vries

    Pater Jan de Vries

    RK missionaris in Belgisch Congo

    Jan de Vries (Bredevoort, 21 maart 1911 – Bafwasende, 19 december 1964) was een kind van Johan de Vries, stationschef van het tramstation te Bredevoort en diens vrouw Aleida Wensink. Hij was vele jaren werkzaam als rooms-katholiek missionaris in Belgisch Congo (het tegenwoordige Zaïre), waar hij in 1964 werd vermoord.

    Toen hij 12 jaar oud was vertrok hij naar Bergen op Zoom naar het Juvenaat van de Priesters van het Heilige Hart van Jezus, na deze opleiding werd hij geprofest op 8 september 1930. Hij volgde daarna studies filosofie in Liesbosch en theologie in Hees (Nijmegen). Op 14 juli 1935 werd Jan tot priester gewijd.

    Op 27 augustus 1937 vertrok hij naar Belgisch Congo waar hij rondreizend missionaris was geworden in het aartsbisdom Stanleyville. Daar trok hij door het oerwoud van dorp naar dorp, een periode die hij beschreef in het kinderboekje Waar het oerwoud ruist (1938). Later werd hij directeur van enkele scholen in Avakubi, waar hij een zangkoor begeleidde, en Bafwasende als novicemeester, waar hij broeders opleidde uit Belgisch Congo. De laatste jaren was hij missieoverste en pastoor van Lubutu en Batama. In 1960 was De Vries nog in Bredevoort voor de viering van zijn zilveren priesterjubileum.

    Waarschijnlijk zijn toen deze filmopnamen gemaakt:

    Moordpartij Bafwasende 1964

    In datzelfde jaar werd Congo onafhankelijk, en toen de Simba’s zich tegen de nieuwe regering verzetten, ontstond een burgeroorlog. De Vries was op retraite in Stanleyville, maar keerde daarop meteen terug naar zijn missie in Batama. Daar werd hij op 31 oktober 1964 samen met vier broeders en twee zusters door de rebellen gevangengenomen en mishandeld. Zij waren onder de zevenentwintig personen die met een vrachtauto naar Bafwesende werden vervoerd.

    Op 25 november werden de paters door een soort krijgsraad ter dood veroordeeld. Op 27 november werden zij naar de oevers van de rivier de Lindi bij het dorp Bafwasende gebracht. De achtergebleven vrouwen hoorden mitrailleurvuur. De vrouwen werden op 19 december bevrijd door huurlingen.

    De dood van Jan de Vries maakte diepe indruk in Bredevoort. Nog hetzelfde jaar werd een gedenksteen geplaatst in de plaatselijke RK kerk. Toen enkele jaren later zijn huis gesloopt werd om een doorgang te maken naar een nieuw aan te leggen straat, heeft de gemeente Aalten besloten (vermoedelijk in 1969) deze straat Pater Jan de Vriesstraat te noemen.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Bronnen

    • Nazareth, Bredevoort en zijn katholieken – Jos Wessels, Uitgeverij Fagus, 1997 (ISBN 90-70017 16-4)
    • Pater Jan de Vries, een man met een missie – Hans de Graaf 2014, Uitgeverij Lammers Dtp
    • Wikipedia
  • Zondagsschool Heurne

    Zondagsschool Heurne

    Brethouwerweg 9, Heurne

    Beschrijving

    Aan de Brethouwerweg 9 in de Aaltense buurtschap Heurne stond tot 1989 een zondagsschooltje waar eens per week zondagsschool werd gehouden voor jeugd tot 12 jaar. Na die leeftijd konden ze terecht bij de jeugdclub, wat tevens eenmaal per week plaatsvond. Af en toe werd het gebouwtje ook gebruikt voor kleine feestjes en partijen.

    Over het oude zondagsschooltje lezen we in De Graafschapper van 22 oktober 1937 onder andere:

    Ingebruikneming nieuwe Zondagsschoollokaal te Heurne

    Woensdag j.l. was het voor veel bewoners van de buurtschap Heurne bij Aalten een blijde dag. Op dezen dag werd feestelijk en officiëel het algeheele vernieuwde Zondagsschoollokaal in gebruik genomen. Hiermede is ook deze buurtschap, wat een goede lokaliteit om te vergaderen betreft, uit haar z.g.n. isolement verlost.

    Het was meer dan noodig. Het kleine oude gebouw, destijds met zeer primitieve middelen verrezen, verkeerde ondanks de verschillende herstellingen in den loop der jaren in zulk een desolaten toestand, dat nieuwbouw of eventueele algeheele verbouwing meer dan noodzakelijk bleek. Dit laatste is nu door de welwillende medewerking van velen in en buiten deze buurtschap tot stand gekomen. Het gebouw zelf heeft o.m. twee behoorlijk ruime lokalen, die onderling zoo verbonden zijn, dat eventueel bij groote vergaderingen enz. één groot lokaal kan worden verkregen.

    Woensdagavond had de officieele opening plaats voor de ouderen en belangstellenden. De voorzitter der Bouwcommissie, de heer H.G. ter Maat, opende dit feestelijk samenzijn door te laten zingen Psalm 89 : 1 en ging voor in gebed. Hij leest vervolgens Psalm 147. In zijn openingswoord brengt hij dank aan allen, die hebben meegewerkt om tot den bouw en de voltooing hiervan te geraken.

    Na gehouden pauze volgde een mooi verslag van den heer J.W. Colenbrander, secr. van de Bouwcommissie, alsmede van den heer H. Navis, penningmeester. De afgevaardigde van de Knapenvergadering bracht de gelukwenschen over en overhandigde den voorzitter een mooi cadeau voor wandversiering. Een voordracht van den heer J. Legters sloot voor een nieuwe pauze dit tweede gedeelte.

    Vervolgens voerde de heer S. Wevers namens de Vereeniging van Zondagsschoolonderwijzers het woord. Enkele voordrachten van den heer H. Hoftijzer (Veenhuis) en Colenbrander, gaven alsnu de noodige afwisseling. Ook de samenspraak van de heeren H. en G. Wesselink en Klein Poelhuis was in één woord af. De heer H. Nijman sprak, na enkele interessante dingen uit den ouden tijd te hebben verteld aangaande de opkomst en verdere ontplooiing van den jeugdarbeid in de Heurne, een ernstig en bezielend woord.

    Vervolgens bracht de voorzitter allen dank, die hadden medegewerkt aan het welslagen van dezen avond; hij droeg hierna het gebouw over aan den heer J.H. Jentink, als voorzitter van de Vereeniging die het gebouw zal beheeren. Deze sprak ten slotte nog een slotwoord, waarna deze feestvergadering werd beëindigd.

    D’n Heurnsen Tref

    Heurne is een buurtschap zonder kern. Er is geen school of café en geen duidelijk middelpunt. Daarom bedacht de vereniging Heurns Belang een plan om het zondagsschooltje te veranderen in een wat groter buurthuis dat voor meerdere activiteiten kon worden gebruikt. Een rondgang langs de inwoners van de Heurne om te horen of daarvoor belangstelling was en of men eventueel bereid was om hier financieel aan bij te dragen had een positief resultaat.

    Heurns Belang nam een architect in de arm en vroeg een bouwvergunning aan voor een nieuw buurthuis. Om de kosten laag te houden hielpen vele vrijwilligers bij de bouw. Op 6 april 1990 werd het gebouw feestelijk geopend en werd tevens de treffende naam onthuld, bedacht door een inwoner van de Heurne: ‘D’n Heurnsen Tref‘.

    Adresgeschiedenis

    Adresboek 1934

    Heurne 57 > 49

    Zondagschoollokaal

    Adresboek 1967

    Heurne 49 > Kappersweg 2

    Zondagschoollokaal

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.R-854
    FunctieZondagsschool
    Bouwjaaronbekend
    Sloop1989
  • Aron Jedwab (Willem Herfstink)

    Aron Jedwab (Willem Herfstink)

    Joodse ‘vondeling’, geboren in de onderduik

    In de vroege ochtend van 21 september 1943 legt Piet Hoogenkamp, de assistent van de Aaltense huisarts tevens verzetsman Joop der Weduwen, voor het huis met adres Patrimoniumstraat 12 in Aalten een pakket neer. Op dat adres woont verzetsleider Hendrik Jan Wikkerink alias Ome Jan met zijn gezin. Er wordt aangebeld.

    Het pakket blijkt een pasgeboren baby te zijn. Het is de zoon van Lena Jedwab-Kropveld en Yitzack Jedwab, rabbi (voorganger) van de Joodse gemeente in Aalten. Het echtpaar zat vanaf medio 1942 ondergedoken op de boerderij van de familie Veldboom in Lintelo. Verzetsleider Ome Jan en dokter Der Weduwen hebben het te vondeling leggen van tevoren zo afgesproken.

    Vondeling

    Dochter Jo Wikkerink vertelde daar later over:

    “We wisten dat de bevalling op komst was en het baby’tje zou bij ons gebracht worden. Vader en moeder hebben het alleen aan de oudste drie verteld. De jongsten wisten niets. Ze konden dan ook niet hun mond voorbij praten. Vader en moeder hebben ‘s avonds in de donkere kamer gewacht. Het leek voor de buurt dan net of ze naar bed waren. Toen er werd aangebeld wisten ze dat het kindje er was. Ze hebben de jongsten uit bed gehaald en verbaasd geroepen: “Kom ‘ns kieken wat d’r now is!”

    Het joodse kindje was dus in de onderduik geboren en werd drie dagen later door mevrouw Dela Wikkerink-Eppink met de naam ‘Willem Herfstink’ aangegeven en als zodanig in het geboorteregister van de gemeente Aalten ingeschreven. De naam was symbolisch gekozen. Willem verwijst naar Koningin Wilhelmina, Herfstink naar de eerste dag van de herfst (21 september) en het Saksische achtervoegsel ‘ink‘ betekent ‘behorend tot het erf of de familie van’.

    Omdat zich om één uur ’s nachts slechts enkele personen – zoals artsen – op straat mochten bevinden, werd vier uur ’s ochtends opgegeven als tijdstip waarop de baby gevonden was. Hierdoor werd het onderzoek naar de herkomst van het kind aanzienlijk bemoeilijkt. ”Ik kwam wel eens ’s avonds laat met een dikke buik thuis met de trein. Dan had ik ‘contrabande’ bij me alsof ik hoogzwanger was. Toen Wimke op de stoep gelegd werd, zeiden ze dan ook: “Dat zeggen ze nou wel, maar het zal d’r wel ene van één van de meisjes zijn.”

    Arisch verklaard

    De volgende dag moest de dienstdoende gemeente-arts, dokter Knol, de vondeling onderzoeken. De baby was niet besneden en daarom gaf hij de verklaring af dat het kind 100% Arisch was. “De volgende dag is vader meteen naar Schepers gegaan, die schuin tegenover ons woonde (hij werkte bij te Paske). Vader wist: als ik het daar vertel, dan weet meteen iedereen in Aalten het. Achter ons, naast Vossers, woonde een NSB-vrouw. Die lag op haar knieën voor het wiegje van Wimke te kijken of hij wel Arische trekken had.”

    Lennie en Yitzchak waren inmiddels verhuisd naar een andere schuilplaats in Lintelo. In juni 1944 verplaatste het verzet hen in een met hooi bedekte wagen naar het huis van Bernard en Gesina Wevers in de buurtschap Dale, achter de Ringweg, net buiten het dorp Aalten.

    Aanvankelijk wilden zij het echtpaar Jedwab niet in huis opnemen omdat zij al onderdak boden aan evacués. Een dominee van de gereformeerde kerk bracht de vrome calvinisten op andere gedachten: hij predikte dat de vervolgden geholpen moesten worden.

    Bernard, een timmerman, bouwde voor hen een kamer achter de kast waar ze al hun tijd doorbrachten. Mevrouw Wevers kookte voor haar Joodse gasten zoveel mogelijk volgens koosjere regels.

    Willem was ondertussen liefdevol in het gezin van de familie Wikkerink opgenomen. Vooral moeder Dela en oudste dochter Lien Wikkerink zorgden voor ‘Wimke’ zoals zij hem noemden. Dela Wikkerink liep met de baby in de kinderwagen regelmatig naar het onderduikadres van de Joodse ouders in Dale. Ze nam vaak wat fruit uit de moestuin mee in haar tas. Er waren mensen in Aalten die zeiden: “Wat vrouw Wikker toch altied bi-j Wevers mot?”

    Tegen het einde van de oorlog werden twee Duitse soldaten ingekwartierd in huize Wevers. Terwijl de soldaten in het huis waren, zaten Lena en Yitzack in stoelen in hun verborgen kamer en mochten ze niet bewegen of geluid maken, soms dagenlang.

    Na de oorlog

    Na de bevrijding in maart 1945 werd het gezin herenigd en kreeg de kleine zijn echte naam: Aron Jan Willem Jedwab. De naam Willem bleef bestaan en de tweede voornaam Jan verwijst naar zijn redder Jan Wikkerink. Koningin Wilhelmina kwam vrij snel na de oorlog naar Aalten en bezocht de familie Wikkerink om deze te eren voor hun daden in het verzet. Jo Bulsink-Wikkerink: “Ik zie Wilhelmina nog staan. Ze sloeg mijn opa op zijn schouder en zei: Wikkerink, u heeft een dappere zoon”.

    Het jonge kind Willem kende zijn eigen ouders niet of nauwelijks. Jo Wikkerink – de tweede dochter in het gezin – trok toen een jaar lang in bij de familie Jedwab, zodat Willem iets makkelijker kon wennen aan zijn eigen ouders en nieuwe omgeving. Het gezin Jedwab emigreerde in 1947 naar de VS en daar veranderden zij hun achternaam in Jade.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Patrimoniumstraat 12, Aalten
    Patrimoniumstraat 12, Aalten
    Koningsweg 2, Dale
    Koningsweg 2, Dale (bron)
    Aron Jedwab met Dick, Jannie en Ina Wikkerink (1943)
    Aron Jedwab met Dick, Jannie en Ina Wikkerink, 1943 (bron)
  • Zondagsschool Lintelo

    Zondagsschool Lintelo

    Schooldijk 1, Lintelo

    Beschrijving

    In de negentiende eeuw had dominee Breukelaar er voor gezorgd dat er zondagsscholen kwamen in Aalten. Voor kinderen in de omliggende buurtschappen werd de zondagsschool bij iemand thuis op een boerderij gehouden, zodat de kinderen niet helemaal naar het dorp hoefden te gaan. Allengs ontstond in de buurtschappen de behoefte om hiervoor een lokaal of zondagsschoolhuuske te bouwen. Er verschenen in totaal negen zondagsschooltjes, waarvan er slechts enkele bewaard zijn gebleven.

    Lintelo telde vroeger twee zondagscholen. In de kern van Lintelo stond aan de Schooldijk een zondagsschooltje op een terrein van de familie Helmink. Het werd in 1950 afgebroken. Het gebouwtje had in 1934 als adres Lintelo 150. In 1953 werd op dit adres een woonhuis gebouwd en in 1967 werd dit Schooldijk 1.

    Daarnaast was er in Lintelo ook nog een zondagsschool aan de Sondernweg. Dat gebouwtje staat er nog en doet tegenwoordig dienst als vakantiehuisje.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.L-66
    FunctieZondagsschool,
    Vakantiewoning
    Bouwjaaronbekend
    Sloop1950
  • Vismarkt 9

    Vismarkt 9

    Bredevoort

    Beschrijving

    Voormalige synagoge, oorspronkelijk gebouwd omstreeks 1830. Het gebouw was in 1858 reeds bouwvallig, maar kwam toen niet in aanmerking voor een ministeriële subsidie. Eind 19e eeuw bleek de Joodse gemeente in Bredevoort onvoldoende leden te tellen om regelmatig diensten te houden. In 1900 werd de gemeente van Bredevoort opgeheven en bij die van Aalten gevoegd.

    Het gebouw aan de Vismarkt heeft nog tot aan het begin van de Eerste Wereldoorlog als synagoge gediend. Omstreeks 1920 is de synagoge tot woonhuis verbouwd. Tegenwoordig is het gebouw een gemeentelijk monument en heeft een registratie bij de provincie Gelderland als historisch bouwkundig monument.

    Eigenaren

    Kadaster 1832

    Bredevoort B116
    de Israelische Gemeente van Bredevoord
    220 m² kerk

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Bredevoort 2

    Sophia Soesman (Trier-Merl, 10-1766), wed. Godschalk Wolf

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Bredevoort 149

    Sophia Soesman (Trier-Merl, 10-1766)

    Volgende bewoners:

    Johanna Jacoba Pommer (Kruiskapel, 08-07-1790), wed. Joannes Babtista Antonius Blömer

    Volgende (hoofd)bewoner, zoon:

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Bredevoort 149

    Johannes Hendrikus Bloemers (Bredevoort, 07-05-1822), wever

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Bredevoort 149

    Johannes Theodorus Albers (Bredevoort, 01-11-1810), wever
    Anna Geertruida Scholtenlo (Bredevoort, 07-10-1806)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Bredevoort 163

    De kerk der Israëlieten

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Bredevoort 191

    “Isr. kerk”

    Matheus Antonie Gieskes (Enschede, 09-10-1865), koopman
    Elisabeth Rooze Meijer (Losser, 30-07-1867)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Bredevoort 172

    Johannes Chrisostomeus Albertus van Embden (Doetinchem, 23-03-1860), parapluiemaker
    Aleida Kall (Losser, 30-07-1862)

    Volgende bewoners:

    Martinus Veldhuizen (Rheden, 18-02-1874), arbeider
    Everdina Garritsen (Steenderen, 03-05-1876)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Bredevoort 161 > 171

    Jan Matthijs Prins (Aalten, 17-07-1836), doozenplakker
    Johanna Geertruid Schotman (Aalten, 31-03-1840)

    Volgende bewoners:

    Marinus Lambertus Bruininks (Barendrecht, 27-11-1881)
    Maria Lefeber (Uithoorn, 06-12-1886)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Bredevoort 171

    Marinus Lambertus Bruininks (Barendrecht, 27-11-1881)
    Maria Lefeber (Uithoorn, 06-12-1886)

    Volgende bewoners:

    Bredevoort 171 > 157

    Gradus Johannes Veldkamp (Bredevoort, 18-09-1882), fabr.arb.
    Berendina Johanna Engelen (Ulft, 17-07-1884)

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Bredevoort 157

    Gradus Johannes Veldkamp (Bredevoort, 18-09-1882)
    Berendina Johanna Engelen (Ulft, 17-07-1884)

    Volgende bewoners:

    Bernard Willem Kempink (Bredevoort, 11-10-1906), klompenmaker
    Aleida Mengerink (Aalten, 11-08-1908)

    Adresboek 1934

    Bredevoort 157 > Vischmarkt 9

    B.W. Kempink

    Adresboek 1967

    Vismarkt 9

    B.W. Kempink

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.B-1043
    FunctieSynagoge,
    Woonhuis
    Bouwjaarca. 1830
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • Gebouw Elim

    Gebouw Elim

    Landstraat 20, Aalten

    Beschrijving

    Gebouw Elim is in gebruik als multifunctioneel verenigingsgebouw van de Protestantse Gemeente Aalten. Het huidige gebouw Elim werd in 1959 gebouwd ter vervanging van het Cathechiseerhuis ‘Elim’ op dezelfde plek. Oudere kinderen van de Nederlandse Hervormde Kerk kregen hier godsdienstles. In dit catechiseerhuis werd rond 1880 ook zondagsschool gehouden.

    In 1907 waren er plannen voor het vernieuwen van het toenmalige Cathechiseerlokaal. De kosten waren begroot op ruim 2000 gulden. Een flinke verbouwing was hoognodig want, zo lazen we in de Aaltensche Courant:

    Welk gebouw in Aalten wordt meer gebruikt voor vergaderingen dan het Cathechiseerhuis. Dikwijls moeten twee of drie vergaderingen gelijktijdig gehouden worden, wat natuurlijk in het tegenwoordige niet kan. En ook is de ruimte veel te klein. We denken aan openbare vergaderingen, anti-kermis-samenkomsten, kerstfeestvieringen enz. Zelfs voor gewone vergaderingen van Jongelings- en knapenvereeniging is het gebouw niet doelmatig. Bovendien is het bestaande gebouw slecht en zal, indien de verbouwing onverhoopt niet mocht doorgaan, spoedig eene goede restauratie noodig zijn.

    Wat er van deze plannen terechtkwam hebben we (nog) niet gevonden.

    Nieuwbouw

    Op 20 oktober 1959 schreef Dagblad Tubantia:

    Ds. Stegeman zal maandag het nieuwe Elim openen

    Ds. J.D. Stegeman, emeritus predikant van de Ned. Herv. Gemeente van Aalten, zal maandagmiddag het nieuwe kerkcentrum Elim officieel openen. Daarmee zal op feestelijke wijze een periode van twee jaar worden afgesloten, tijdens welke het oude Elim tot op de bodem werd afgebroken om plaats te maken voor een ruim en modern gebouw dat een ontmoetingscentrum wil zijn voor alle Aaltense hervormden.

    Gemeente bracht er offers voor

    Elim is in Aalten een begrip sinds tientallen jaren. Er werd vergaderd op hoog en laag niveau, zang- en toneelverenigingen repeteerden er, catechisaties werden er gehouden en Elim deed dienst bij trouw- en rouwdiensten. Maar Elim groeide geleidelijk uit zijn jasje en het begon ook tekenen van slijtage en uitwoning te vertonen. Zo rijpten een jaar of drie geleden de plannen voor algehele nieuwbouw; plannen waarvan de uitvoering veel geld zou vergen.

    Maar de Aaltense hervormden brachten dat geld eendrachtig bijeen. Een inzameling onder de gemeenteleden verschafte een hechte basis van ruim ƒ 80.000, welk bedrag in vijf jaar tijds geïnd zou kunnen worden. Daarbij kon gevoegd worden een fonds dat oorspronkelijk bedoeld was voor de bouw van een hervormd jeugdcentrum op de Wehme, welk plan evenwel niet is uitgevoerd. Al met al bleek er een bouwkapitaal van ruim een ton beschikbaar.

    Toch heeft de praktijk uitgewezen dat ook dat bedrag nog niet voldoende zal blijken. De bouw van het nieuwe Elim zal namelijk naar schatting anderhalve ton eisen en daarbij is de inrichting niet gerekend.

    Goede investering

    Het is een flinke investering voor een kerkelijke gemeente. Maar het is een goede investering geweest. Want het nieuwe Elim is een prachtig gebouw geworden, misschien niet zozeer wat uiterlijk betreft doordat de mogelijkheden beperkt waren, maar vooral qua interieur. Het werk is onder architectuur van de heren J.B. Blekkink te Aalten en Huistra te Almelo uitgevoerd door het Aaltense aannemersbedrijf Vreeman.

    In de hal trekt het oog terstond een gebeeldhouwd kruis met wijnranken, een fraaie schepping van de kunstenaar Baljet uit Beek bij Nijmegen. De grote zaal, die straks ook dienst zal gaan doen voor jeugd- en rouwdiensten, biedt (zonder tafeltjes) plaats aan 254 personen. Er is een bescheiden toneelruimte in gebouwd. Gelijkvloers bevinden zich verder de bibliotheekzaal, de keuken en toiletten. Op de eerste etage liggen nog drie vergaderlokalen, waarvan het grootste bestemd zal zijn voor zgn. brede kerkeraadsvergaderingen, koorrepetities e d. Een der kleinere zalen valt op door de massieve oude balken, die het geheel een antiek aanzien verlenen. Uit de hal leidt een aparte trap naar de garderobe. Boven de trap naar de verdieping valt het oog op een door Piet te Lintum vervaardigde muurschildering, gebaseerd op de Bijbeltekst uit Exodus: „Daarna kwamen zij in Elim, daar waren twaalf waterbronnen en zeventig palmbomen en zij legerden zich daar aan het water.”

    Met het oude Elim is tot spijt van vele Aaltenaren een markant plekje verdwenen uit het dorpsbeeld, namelijk de verhoogde doorgang met aan de zijde van de Kerkstraat vooral een alleraardigste trapopgangetje. Nu loopt tussen de kerk en Elim een enkele meters brede weg, zij het ook dat die straks niet voor het openbaar verkeer open zal zijn.

    Renovatie

    In de periode 2009-2010 is gebouw Elim geheel gerenoveerd en daarbij is een bijzondere muurschildering van Piet te Lintum bewaard gebleven. Het gebouw beschikt over een grote zaal met circa 150 zitplaatsen en een podium. Verder een kleedkamer c.q. vergaderruimte, drie vergaderzalen, twee keukens, een ruime hal en goede sanitaire voorzieningen zowel beneden als boven. Voor de bovenetage is een lift aanwezig. Het gebouw wordt gebruikt voor allerlei kerkelijke activiteiten en wordt daarnaast verhuurd voor activiteiten als vergaderingen, toneelavonden of presentaties.

    Archieven

    Kadaster 1832

    Aalten I1498
    de Hervormde Kerk van Aalten
    3060 m² kerk en erf

    Adresboek 1934

    Aalten D582 > Landstraat 20

    „Elim”

    Adresboek 1967

    Landstraat 20

    Gebouw „Elim”

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-11437
    FunctieVerenigings-
    gebouw
    Bouwjaar1959
    Monumentnee

    Bronnen

  • Zondagsschool IJzerlo

    Zondagsschool IJzerlo

    Dinxperlosestraatweg 157a, IJzerlo

    Beschrijving

    In de negentiende eeuw had dominee Breukelaar er voor gezorgd dat er zondagsscholen kwamen in Aalten. Voor kinderen in de omliggende buurtschappen werd de zondagsschool bij iemand thuis op een boerderij gehouden, zodat de kinderen niet helemaal naar het dorp hoefden te gaan. Allengs ontstond in de buurtschappen de behoefte om hiervoor een lokaal of zondagsschoolhuuske te bouwen. Er verschenen in totaal negen zondagsschooltjes, waarvan er nog slechts enkele bewaard zijn gebleven.

    Ook in IJzerlo heeft een zondagsschooltje gestaan. Dit zou bij boerderij Smitshuus / De Timpert moeten zijn, volgens ‘Boerderij- en Veldnamen in Aalten’. Bestaat dit gebouwtje nog?

    Vermeldingen

    Adresboek 1934

    IJzerlo 29 > 102

    Zondagschoollokaaltje

    Adresboek 1967

    Hierin staan nummer 102 noch zondagsschool vermeld.

    Bestaat dit gebouwtje nog? Als u meer informatie en/of foto’s heeft van het zondagsschoolgebouw in IJzerlo, reageer dan onderaan deze pagina of stuur ons een bericht!

    Kenmerken


    Kadastraal nr.S-659
    FunctieZondagsschool
    Bouwjaaronbekend
    Monumentnee
  • Lourdesgrot Bredevoort

    Lourdesgrot Bredevoort

    Vestingpark

    Beschrijving

    In het Vestingpark in Bredevoort bevindt zich een Lourdesgrot, daterend uit 1912. Het is een (kleine) kopie van de bekende grot nabij de Franse stad Lourdes. De Bredevoortse Lourdesgrot is gemaakt van lavasteen en staat op de restanten van een onderwal van het bastion Vreesniet, naast het Theehuisje aan de Grote Gracht. Het is een gemeentelijk monument.

    Nadat Maria in 1858 in Lourdes aan het meisje Bernadette zou zijn verschenen, werden overal in de wereld ‘Lourdesgrotten’ gemaakt met beelden ter ere van Maria en het meisje. Zo ook in Bredevoort, in de toenmalige tuin van het klooster Sint Bernardus.

    De Bredevoortse Lourdesgrot werd gebouwd in opdracht van de zusters Franciscanessen van Thuine. De bouwdatum van de Lourdesgrot was lange tijd onbekend. In 2010 werd tijdens renovatiewerkzaamheden echter een opschrift ontdekt: ‘B. Elschot 1 mei 1912’.

    Processiepark

    In de tuin achter Sint Bernardus, waar de Lourdesgrot staat, werd begin vorige eeuw een processiepark aangelegd. Hier konden de lokale rooms-katholieken ongestoord in de buitenlucht religieuze rituele handelingen verrichten. Op de openbare wegen in Aalten waren processies niet toegestaan.

    Op de tweede zondag na Pinksteren was hier de sacramentsprocessie. Men liep vanaf het klooster naar de Lourdesgrot. Paden die niet werden gebruikt, werden door meisjes met bloemen in motieven versierd. Na 1967 hielden die processies op, als gevolg van de kerkelijke omwentelingen. De Lourdesgrot raakte in onbruik en brokkelde af. Vandalisme deed de rest.

    In 1985 verlieten de laatste nonnen het klooster Sint Bernardus. Daarna kocht vereniging Bredevoorts Belang het kloosterpark om het als stadspark te behouden. In 2015/2016 is het park ingrijpend gerenoveerd. Het park is van zonsopgang tot zonsondergang opengesteld voor het publiek.

    Restauratie

    Begin deze eeuw was de grot weinig meer dan een overwoekerde steenhoop. In 2010 werd de Bredevoortse Lourdesgrot echter in oude luister hersteld. Het herstel van de grot kostte 12.000 euro. Ramen beschermen de beelden en kaarsen voortaan tegen vandalen en guur weer en er zijn nisjes voor kaarsen. Met een plechtige inwijdingsceremonie werd de Lourdesgrot weer in gebruik genomen: als religieus erfgoed, maar ook als devotieplek.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1912
    MonumentRijksmonument
  • Ds. Jan Derk Stegeman

    Ds. Jan Derk Stegeman

    NH predikant

    Jan Derk Stegeman werd op 26 juli 1875 geboren in Dedemsvaart, zoon van godsdienstonderwijzer Frederik Stegeman en Janna Harmina te Winkel. Hij bezocht het gemeentelijk gymnasium te Doetinchem en studeerde vervolgens eerst een jaar aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam en daarna nog enkele jaren aan de Rijksuniversiteit te Utrecht.

    Nadat Stegeman in mei 1899 door het provinciaal kerkbestuur van Friesland was toegelaten tot de evangeliebediening in de Nederlandse Hervormde Kerk werd hij op 3 september van datzelfde jaar door ds. J.C. van Hoeve, predikant te Schoonebeek, bevestigd als predikant van de hervormde gemeente van Nieuw Amsterdam.

    Aalten

    Op 24 augustus 1899 trouwde Jan Derk Stegeman in Den Haag met Hendrika van Dorp (Zoetermeer, 24-10-1873). Samen kregen zij zes kinderen. In 1913 kwam hij als predikant van de hervormde gemeente naar Aalten. Vanaf 1920 zette hij zich in voor de hervormde school, van 1920 tot 1946 als voorzitter van het bestuur. Hij woonde in de hervormde pastorie aan de Whemerstraat.

    Dominee Stegeman stond bekend als een zeer geestige en markante persoonlijkheid. De verstandhouding met zijn collega’s, die hem ‘de bisschop’ noemden, was zeer goed. In september 1929 vierde hij zijn 30-jarig, en in 1964 zijn 65-jarig ambtsjubileum, een jaar voordat hij 90 werd! In 1955 werd de hervormde school aan de Varsseveldsestraatweg naar hem vernoemd, de ‘Ds. Stegemanschool‘.

    Emeritaat

    Na zijn emeritaat bleef Stegeman op vele terreinen actief, bijvoorbeeld in de vorm van huisbezoek bij oudere mensen, drankbestrijding en ziekenverpleging. Ook vervulde hij tal van preekbeurten. Hij was vele jaren penningmeester van de classicale zendingsvereniging in de classis Zutphen, secretaris van het bestuur van de Julianaschool, bestuurslid van de Breukelaarschool en ook bestuurslid van de Aaltense afdeling van het Nederlands Bijbelgenootschap.

    Stegeman was bovendien een zeer actief lid van de redactie van weekblad ‘De Wachter’ en van zijn hand verschenen de boeken ‘Aan mijne gemeente’ (uitgeverij Gebr. De Boer, 1938) en ‘Van rijke dingen’ (uitgeverij De Graafschap, 1941).

    In 1958 erkende de regering de verdiensten van ds. Stegeman door hem te benoemen tot ridder in de orde van Oranje Nassau.

    Dominee Stegeman overleed op 21 februari 1970 op 94-jarige leeftijd en ligt begraven op begraafplaats Berkenhove.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

  • Joden in Aalten en Bredevoort

    Joden in Aalten en Bredevoort

    Na de Unie van Utrecht heerste in Nederland vrijheid van godsdienst. Daardoor kwamen in het begin van de 17e eeuw veel Joden naar Nederland. De eerste Joden in Aalten werden gedocumenteerd omstreeks 1630. Aalten was toen een kleine, geïsoleerde en gesloten agrarisch-ambachtelijke dorpsgemeenschap met een arme en nog in hoge mate bijgelovige bevolking.

    Men keek vreemd aan tegen de Joden met hun afwijkende godsdienst, gebruiken en kleding. De bevolking plaatselijke bevolking beschouwde hen nog lang als vreemdelingen. Tot aan de Napoleonitische tijd bleef het aantal joden beperkt tot vier gezinnen, die in de afgelegen straten van het dorp Aalten woonden. Als beroep werd meestal ‘koopman’ vermeld.

    Bredevoort

    Al in 1631 had Bredevoort Joodse inwoners. Deze woonden destijds met name rondom de Hozenstraat, waar zij ook een eigen begraafplaats hadden, in de volksmond ‘De Timp’ geheten. Omstreeks 1700 richtte een Joodse handelaar in manufacturen in Bredevoort een huissynagoge in. In 1714 verhuisde deze huissynagoge naar een ruimere locatie, een grote stenen schuur op de Ganzenmarkt tussen de Hozenstraat en Gasthuisstraat. Deze schuur staat er nog altijd. Ook Joden uit Aalten en Lichtenvoorde bezochten deze synagoge.

    Tot 1821 viel de gemeenschap nog onder Winterswijk, maar in 1830 werd het een zelfstandige gemeente. Omstreeks 1830 werd dan ook een echte synagoge gebouwd aan de Vismarkt.

    Rond 1800 telde de Joodse gemeente in Bredevoort bijna evenveel leden als de Aaltense gemeente, maar ging in de loop van de 19e eeuw gestaag in omvang achteruit. In 1900 waren er onvoldoende leden om regelmatig diensten te houden en werd de Bredevoortse gemeente bij die van Aalten gevoegd.

    Het gebouw aan de Vismarkt diende nog tot aan het begin van de Eerste Wereldoorlog als synagoge. Omstreeks 1920 werd de synagoge verbouwd tot woonhuis. Tegenwoordig is het gebouw een gemeentelijk monument.

    Aalten

    Pas in 1776 wordt voor het eerst melding gemaakt van een ‘Jodenkerk’ in Aalten. Dat moet ook een huissynagoge zijn geweest. Tussen 1800 en 1850 groeide de Joodse gemeenschap in Aalten in aantal van 39 tot 70, voornamelijk door gezinsuitbreiding in de bestaande Joodse families: het aantal huishoudens nam nauwelijks toe.

    In 1857 nam men de synagoge aan de Stationsstraat in gebruik. De Joodse gemeente verkreeg in 1852 de begraafplaats aan de Haartsestraat in eigendom, maar werd al eerder (we weten niet hoe lang) gebruikt om er de doden te begraven.

    In de periode 1870-1900 nam het aantal Joodse inwoners in Aalten af van 80 naar 50. Dit moet uit plaatselijke omstandigheden verklaard worden: het aantal Joden dat met een kleine nering in zijn levensonderhoud moest voorzien, was door de sterke groei in de daaraan voorafgaande jaren te groot geworden voor de nauwelijks gegroeide (door emigratie zelfs enigszins teruggelopen) Aaltense bevolking. Een deel van de Aaltense Joden trok daarom ook weg, vooral naar de wat grotere steden in Oost-Nederland (Arnhem, Zutphen, Deventer).

    Pas toen de totale bevolking van Aalten weer begon toe te nemen, kon ook het aantal mensen dat in de kleine handel werkte weer groeien. En dat gebeurde ook, niet alleen door geboorteoverschot, maar voor het eerst sinds lange tijd ook door vestiging van nieuwe families.

    Omstreeks 1900

    Begin 1900 telde het kerkbestuur drie leden. Er was een godsdienstschool met één onderwijzer en een ritueel bad. Naast een begrafenisvereniging voor mannen kende Aalten een vrouwengenootschap dat hulp bood bij ziekte en overlijden.

    De Joodse gemeente in Aalten was gelovig, al deed de één er misschien wat meer aan dan de ander. De sociale controle speelde daarbij wel een rol. De sabbatsregels werden echter, om economische redenen, niet altijd even strikt nageleefd.

    De Joodse gemeente in Aalten bestond overwegend uit veehandelaars en slagers. Het feit dat binnen de kleine gemeente velen tot dezelfde beroepsgroep behoorden leidde veelvuldig tot ruzies, die nogal eens in of bij de synagoge werden uitgevochten. Deze spanningen en twisten, tussen rituele slachters die moesten bepalen of een koe koosjer was, en tussen slagers die wilden verkopen, waren evenzeer onderdeel van de Joodse cultuur in Aalten als de onderlinge hulp in geval van ziekte en armoede.

    Integratie

    Werden de Joden in de 17e en 18e eeuw nog als vreemdelingen gedoogd, in de 19e eeuw vond geleidelijk een proces van integratie plaats. Dit leidde ertoe dat de Joden in het begin van de 20e eeuw een geaccepteerde minderheid vormden. Ze vervulden bijvoorbeeld bestuursfuncties in verenigingen als Aaltens Belang, de Oudheidkamer en het Feestgebouw.

    Marcus Gans was medeoprichter van pijpenfabriek Peters en Gans aan de toenmalige Gasthuisstraat. Bij de oprichting van de zuivelfabriek waren Joodse veehandelaren als aandeelhouders betrokken. De openbare school kende Joodse onderwijzeressen, de Aaltense Orkestvereniging, toneelvereniging Thalia en Symphonia telden Joodse leden. Joodse leden maakten deel uit van de Aaltense afdeling van het Nationaal Crisis Comité en de vrijwillige brandweer.

    De meeste Joodse kinderen hadden ook niet-Joodse vrienden en vriendinnen en ook de ouderen gingen doorgaans vriendschappelijk met niet-Joden om. Bij officiële gebeurtenissen in Joodse kring was het gemeentebestuur officieel vertegenwoordigd.

    Vluchtelingen uit Duitsland

    In de jaren na 1933 kwam een vluchtelingenstroom op gang vanuit Duitsland. Na de Reichskristallnacht in 1938 nam die stroom nog sterk in omvang toe. Een klein deel van hen die men toeliet tot Nederland mocht zich in Aalten vestigen. De meesten werden doorgestuurd naar speciale vluchtelingenkampen die op verschillende plaatsen in het land waren ingericht.

    Op 1 januari 1942 telde Aalten 17 inwoners met de Duitse nationaliteit (die ze overigens op 25 november 1941 officieel verloren hadden: de Duitse vluchtelingen waren feitelijk staatloze burgers geworden). In de eerste weken en maanden van de Duitse bezetting bleef in Aalten alles nog rustig. Maatregelen die men tegen de Joden nam, raakten de Joodse gemeenschap in Aalten in het eerste jaar nog niet direct. Wat op den duur wel gevolgen zou hebben was de registratie van alle Joodse inwoners in het najaar van 1940. 63 kaarten werden naar Arnhem gestuurd.

    Keuzes

    In 1941 begon de verdrijving van Joden uit het openbare leven. Eerst verschenen er steeds minder advertenties van Joodse middenstanders in de kranten, daarna kwamen de verordeningen die hen de deelname aan openbare bijeenkomsten en de toegang tot de publieke ruimten verboden. Joodse leerlingen werden uit het onderwijs geweerd. In datzelfde jaar 1941 viel het eerste Joodse slachtoffer uit de Aaltense Joodse gemeente als gevolg van een razzia.

    De lijst van speciaal voor Joden geldende verboden en verplichtingen bleef groeien en in de zomer van 1942 begonnen de deportaties. Men moest besluiten om al of niet onder te duiken. Wie niet koos voor het laatste werd ingezet voor wat heette ‘de werkverruiming in het oosten’ en – zo weten we achteraf – in de gaskamers vermoord.

    Onderduik

    Op 13 juli 1942 werd in vijfvoud het overzicht van de Aaltense Joden opgestuurd naar de Zentralstelle für jüdische Auswanderung in Amsterdam. Dat was het begin van het einde.

    Met uitzondering van de NSB-ers gedroeg de niet-Joodse bevolking van Aalten zich over het algemeen behulpzaam. Wel kan men achteraf zeggen, dat zowel Joden als niet-Joden het gevaar hebben onderschat en de zwaarte van de maatregelen niet hebben ingezien.

    Op 4 oktober 1942 werden 10 Aaltense Joden, familieleden van Joden die uit enkele gesloten werkkampen naar Westerbork waren overgebracht, op transport gezet naar het doorgangskamp en vandaar naar Polen. Kort daarna werden zij ‘wegens vertrek naar het buitenland’ uit het bevolkingsregister afgevoerd.

    Binnen een maand daarna waren 37 Aaltense Joden ondergedoken. Zij werden ook uit het bevolkingsregister geschrapt met de toevoeging v.o.w. (vertrokken, onbekend waarheen). Begin 1943 doken nog eens 15 Aaltense Joden onder. De overige 25 zijn via Vught of Westerbork gedeporteerd. Daarmee was Aalten op 10 april 1943 officieel Judenrein.

    Slachtoffers

    De huizen van de weggevoerde families werden leeggehaald (ten behoeve van Duitse Bombengeschädigte) en opnieuw verhuurd. Openstaande rekeningen en vervoerskosten werden betaald door Lippmann en Rosenthal, de bank in Amsterdam waar alle Joodse vermogens waren ondergebracht.

    Dook men in 1941 nog tijdelijk onder, vanaf oktober 1942 kreeg de onderduik een permanent karakter. Lang niet iedereen keerde terug uit de onderduik.

    Van de 52 ondergedoken Joden zijn er uiteindelijk drie tijdens hun onderduikperiode overleden en zes na verraad opgepakt, weggevoerd en vermoord. Er zijn ook Joden geweest die in Aalten geboren werden, er al of niet een groot deel van hun leven doorbrachten, maar die tijdens de bezetting door verhuizing elders in Nederland woonden. Over hun lot zijn de gegevens niet volledig. Tellen we hen mee, dan is het aantal slachtoffers uit Aalten veel groter dan de 34 van wie we het zeker weten.

    Tip:

    Het Nationaal Onderduikmuseum in Aalten vertelt met ‘kleine’ verhalen de grote geschiedenis van verzet, onderduiken en vrijheid voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Het museum gaat in op de keuzes en dilemma’s van gewone burgers aan de Nederlands-Duitse grens en gebruikt de verhalen van toen om het gesprek over nu te voeren.

    nationaalonderduikmuseum.nl

    Na de oorlog

    De 46 leden van de Joodse gemeente in Aalten die de oorlog overleefd hadden waren ontredderd. Velen hadden een groot deel van hun familie verloren en bezaten ook niets meer. Hun pogingen om iets van hun vroegere bezittingen terug te krijgen ontmoetten niet altijd medewerking en stuitten vaak ook op onwil.

    Het aantal Joden in Aalten liep na de oorlog gestaag terug. Jongeren vertrokken naar Israël of naar het westen van het land, de ouderen stierven. In 1965 bedroeg het aantal nog 28, in 1981 21, en nu is er nog maar een enkeling.

    Bronnen

  • Zondagsschool Dale West

    Zondagsschool Dale West

    Aladnaweg 3, Dale

    Beschrijving

    Ongeveer op de locatie waar tegenwoordig buurtschapshuis ’t Romienendal is, aan de huidige Aladnaweg, stond vroeger zondagsschool Dale West (Elshoek). De zondagschoolvereniging Dale werd opgericht op 2 maart 1928. Het doel van de vereniging was ‘oprichting en instandhouding van een christelijke zondagschool’. Er was ook een zondagsschool Dale Oost, aan de Walfortlaan.

    Het zondagsschoolgebouwtje werd op 23 oktober 1936 in gebruik genomen en verving een ouder ‘zondagsschoolhuusken’, ongeveer 500 meter zuidelijker aan de Slatdijk. Dat oudere gebouwtje bevond zich op het terrein van boerderij ‘Nooitgedacht‘, eigendom van Derk Willem Neerhof. Daar had men 60 jaar mogen vergaderen.

    Nieuwe eigenaar

    In 1986 werd de zondagsschool aan de Aladnaweg te klein en voldeed niet meer aan de eisen van die tijd. Voorheen maakten de zondagsschool en de jeugdclubs gebruik van het gebouw en gaf men af en toe een verjaardagspartijtje. De zondagsschoolvereniging had tot dan toe het gebouw beheerd en onderhouden, wat financieel steeds moeilijker werd. Bovendien wilde men meer mogelijkheden om andere verenigingen op te richten en te huisvesten. Daarom werd in december 1986 een nieuwe vereniging voor een Gebouw voor algemeen Christelijke Belangen te Dale opgericht.

    Deze vereniging nam het oude zondagsschoolgebouw over van de zondagsschoolvereniging. Zij hebben allerlei mogelijkheden onderzocht, maar uitbreiding van het gebouwtje bleek een onmogelijke zaak. Het roer werd omgegooid en het naastgelegen perceel werd aangekocht.

    ’t Romienendal

    Het bestemmingsplan moest gewijzigd worden. Om de financiële kant van de zaak rond te krijgen begon men acties te houden, zoals een rommelmarkt, een oldtimershow en een rondgang onder de leden. Ook verstrekte de gemeente Aalten een lening. Met dit alles en heel veel hulp van klussende leden kwam nieuwe gebouw tot stand. Op 3 april 1991 werd ‘t Romienendal officieel geopend.

    Adresgeschiedenis

    Adresboek 1934

    Dale 34 > 17 (oude locatie)

    Zondagsschoollokaal

    Adresboek 1967

    Dale 27/1 > Slatdijk 7 (nieuwe locatie)

    Zondagsschoollokaal

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.O-1090
    FunctieZondagsschool
    Bouwjaar1936
    Sloopca. 1990
  • Zondagsschool Dale Oost

    Zondagsschool Dale Oost

    Walfortlaan 2a, Dale

    Beschrijving

    De zondagsschoolvereniging “Walfort” te Dale werd volgens de statuten opgericht in november 1934. Dit is de datering van de eerste bestuursvergadering. De vroegst genotuleerde ledenvergadering dateert echter van 28 november 1930.

    Blijkens een krantenbericht uit 1937 werd er voor de oprichting van dit gebouwtje zondagsschoolonderwijs gegeven in Havezathe ’t Walfort.

    Wegens gebrek aan belangstelling zijn de zondagsschoolactiviteiten in 2000 stopgezet. Het schoolgebouw is in 2007 verkocht. Het archief van de vereniging is in 2013 geschonken aan het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers.

    Er was ook een zondagsschool Dale West, bij het huidige Romienendal aan de Aladnaweg.

    Adresboek 1967

    Dale 151/1 > Walfortlaan 2

    Zondagsschoollokaal

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.P-161
    FunctieZondagsschool
    Bouwjaar1935
    Monumentnee