In 1254 wordt melding gedaan van de ‘curtis Grevinkhof sita in parochia Alethe‘ (het hof Grevinkhof, gelegen in de parochie Aalten).
Gotscalco de Reme ontfangt van Otto van Loon in burgleen de curtis Grevinkhof te Aalten, met den molen en wat er verder toebehoort, met uitzondering van het holtgericht. Hierby present Gerardus Canoninicus „frater domini G. de Reme”. (bron)
Destijds hoorde er al een watermolen bij de Grevinkhof, dat toen een Lohnse bezitting was. Vermoedelijk is rond 1500 het molenrecht van de Grevinkhof naar de Ahof overgegaan. Bij de verbreding van de Slinge in 1969 werden eiken funderingspalen van de molen gevonden, die een breedte van ca. 12 m besloegen.
In 1200 werd melding gemaakt van het landgoed „Kortebeke”, als bezitting van de bisschop van Utrecht. Ook wordt melding gemaakt van de „Grevinkhof”, als bezitting van Graaf Otto van Loon, die deze bezitting in 1370 aan enige zijner bloedverwanten overdroeg. De Grevinkhof en het daarbij gelegen „Nonhof” zijn dus historische plekjes bij Aalten. Ook van het scholtengoed „Hondorpe” wordt al in die jaren melding gemaakt.
De getoonde locatie op de kaart is een schatting.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Foto bij artikel De Graafschapbode, 26 oktober 1936
Beschrijving
Ongeveer op de locatie waar tegenwoordig buurtschapshuis ’t Romienendal is, aan de huidige Aladnaweg, stond vroeger zondagsschool Dale West (Elshoek). De zondagschoolvereniging Dale werd opgericht op 2 maart 1928. Het doel van de vereniging was ‘oprichting en instandhouding van een christelijke zondagschool’. Er was ook een zondagsschool Dale Oost, aan de Walfortlaan.
Het zondagsschoolgebouwtje werd op 23 oktober 1936 in gebruik genomen en verving een ouder ‘zondagsschoolhuusken’, ongeveer 500 meter zuidelijker aan de Slatdijk. Dat oudere gebouwtje bevond zich op het terrein van boerderij ‘Nooitgedacht‘, eigendom van Derk Willem Neerhof. Daar had men 60 jaar mogen vergaderen.
Nieuwe eigenaar
In 1986 werd de zondagsschool aan de Aladnaweg te klein en voldeed niet meer aan de eisen van die tijd. Voorheen maakten de zondagsschool en de jeugdclubs gebruik van het gebouw en gaf men af en toe een verjaardagspartijtje. De zondagsschoolvereniging had tot dan toe het gebouw beheerd en onderhouden, wat financieel steeds moeilijker werd. Bovendien wilde men meer mogelijkheden om andere verenigingen op te richten en te huisvesten. Daarom werd in december 1986 een nieuwe vereniging voor een Gebouw voor algemeen Christelijke Belangen te Dale opgericht.
Deze vereniging nam het oude zondagsschoolgebouw over van de zondagsschoolvereniging. Zij hebben allerlei mogelijkheden onderzocht, maar uitbreiding van het gebouwtje bleek een onmogelijke zaak. Het roer werd omgegooid en het naastgelegen perceel werd aangekocht.
’t Romienendal
Het bestemmingsplan moest gewijzigd worden. Om de financiële kant van de zaak rond te krijgen begon men acties te houden, zoals een rommelmarkt, een oldtimershow en een rondgang onder de leden. Ook verstrekte de gemeente Aalten een lening. Met dit alles en heel veel hulp van klussende leden kwam nieuwe gebouw tot stand. Op 3 april 1991 werd ‘t Romienendal officieel geopend.
Adresgeschiedenis
Adresboek 1934
Dale 34 > 17 (oude locatie)
Zondagsschoollokaal
Adresboek 1967
Dale 27/1 > Slatdijk 7 (nieuwe locatie)
Zondagsschoollokaal
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Locaties zondagsschool Dale West, tot 1936 (1) en na 1936 (2)Fragment kadastrale kaart, 1881, perceel C-3164 is het oude zondagsschooltjeZondagsschool Dale WestDe Graafschapper, 20 oktober 1936
De zondagsschoolvereniging “Walfort” te Dale werd volgens de statuten opgericht in november 1934. Dit is de datering van de eerste bestuursvergadering. De vroegst genotuleerde ledenvergadering dateert echter van 28 november 1930.
Blijkens een krantenbericht uit 1937 werd er voor de oprichting van dit gebouwtje zondagsschoolonderwijs gegeven in Havezathe ’t Walfort.
Wegens gebrek aan belangstelling zijn de zondagsschoolactiviteiten in 2000 stopgezet. Het schoolgebouw is in 2007 verkocht. Het archief van de vereniging is in 2013 geschonken aan het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers.
De Openbare Lagere School (OLS) Barlo-Dale is een voormalige school op de hoek van de Barloseweg en Het Villeken. Bovenstaande tekening door J. Straaijer toont de openbare school Barlo-Dale, waarschijnlijk in de beginperiode.
Voor kinderen uit de buurtschappen was het volgen van onderwijs niet eenvoudig, door de bereikbaarheid van de scholen. De weg van en naar school was lang en – zeker in de winter – slecht begaanbaar, waardoor de kinderen vaak thuisbleven. Daarom stichtte men in de buurtschappen wel kamerschooltjes. In 1667 wordt al melding gemaakt van een kamerschool in Barlo op boerderij Bullens. Een hele tijd later meldt men in de gemeenteraadsnotulen van 31 maart 1860 dat er een openbare school is in Barlo. Deze openbare school was gevestigd aan de Barloseweg 5.
Na de opening van de Christelijk Nationale School in Barlo in 1906 vermeldt een gemeenteverslag in 1907 het aantal leerlingen van beide scholen in Barlo:
“Zo heeft de openbare school 36 jongens en 20 meisjes en de Christelijk Nationale school onder leiding van meester Bos 37 jongens en 41 meisjes.”
Vanwege een sterk teruglopend leerlingenaantal werd de openbare school op 1 april 1922 opgeheven.
Het gebouw werd datzelfde jaar nog verkocht aan de hoogste bieder, Willem Piek, die er een smederij vestigde. In het gebouw waar zoveel jaren aan kinderen de beginselen van rekenen, schrijven en lezen zijn bijgebracht, klinken vanaf die dag niet langer de heldere kinderstemmetjes, maar hoort men de nijvere klop van de smidshamer.
Deze grote vrijstaande villa is gelegen in het buitengebied van Aalten (Dale) aan de noordoostzijde van de Romienendiek. Voor het gebouw bevindt zich een groot grasveld en erachter een stuk bos. De villa dateert uit 1924 en is gebouwd naar ontwerp van de architect J. Brill uit Aalten in een stijl met zowel neo-renaissancistische- als eigentijdse invloeden. Het gebouw valt op door de vormgeving als ‘herenhuis’ in een gebied met hoofdzakelijk hallehuisboerderijen.
Opdrachtgever was de heer G.J. te Giffel. De villa werd gebouwd als woonhuis maar in de loop der jaren werden toch diverse keren bouwaanvragen ingediend voor bedrijfsgebouwen. De eerste aanvraag vond plaats in 1939 voor het bouwen van een landbouwschuur. Daarna volgden aanvragen voor nog twee schuren, een veestal en een kippenhok. Anno 1997 zijn op het – buiten gebruik zijnde en niet beschermingswaardige – kippenhok na alle bijgebouwen weer verdwenen. De villa wordt nu weer enkel gebruikt voor bewoning. De achter het huis gelegen garage is nieuw en valt niet onder de bescherming.
Daarna worden (in ieder geval in deze periode) geen nieuwe bewoners meer vermeld. Wellicht is het huis afgebroken, afgebrand of anderszins onbewoonbaar geworden?
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
In ‘Boerderij- en Veldnamen in Aalten’ worden de adressen ’t Villeken 10 en 12 beide ‘Smoege’ genoemd. Volgens de kadasterkaart van 1832 was nummer 10 destijds nog bouwland, dus de boerderij op dat perceel is een ‘nieuwere’ Smoege. De ‘oude’ Smoege werd in die periode dubbel bewoond.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
C-604 C-605
Jan te Slaa, landbouwer Jan Teube Rensink, landbouwer
500 m² huis en erf 250 m² huis en erf
Bewoners
Eerst bekende bewoner:
Gerrit ter Smoege
Volgende bewoners:
Hendrick te Smoege (? –Dale, 1683/1684) Hendersken
Hendrick betaalt in 1683 nog kerckenpacht voor ‘Smuegersteeken’, in 1684 betaalt Tuebe Doorninck namens zijn weduwe.
Volgende bewoners:
T(o/ue)be Doorninck alias te Smoege (Lintelo – Dale < 1697), trouwt (2) op 24-04-1670 in Aalten met Aeltjen ter Neet (Barlo)
T(o/ue)be en Aeltjen pachten het ‘Smuijgenstedeken’ van de kerk in Aalten voor zes jaar ingaande Martini 1684 voor ‘eenen gulden, 6 ende een halven stuijver’ per jaar.
Volgende bewoners, zoon van T(o/ue)be en Aeltjen en schoondochter:
Derck Doornin(c)k alias te Smoege (Aalten, 26-01-1679 – Dale < 1739), trouwt (1) op 21-11-1697 in Aalten met Dersken Pa(c/k)kebier (Aalten, 02-09-1677 – Dale, 1698/1700) (2) op 07-11-1700 in Aalten met Aeltjen te Kolstee (Dale – Dale < 1722) (3) op 15-02-1722 in Aalten met Grietje Winckelhorst alias Leland (Aalten, 14-12-1684 – Dale < 1739)
Volgende bewoners, zuster van vrouw en zwager:
Jan Cl(u/o)mps (Aalten, 04-01-1691 – Dale < 1748), trouwt op 25-10-1716 in Aalten met Hendersken / Hinderse Le(e)lant (Aalten, 01-07-1694 – Dale, 05-04-1763)
Hendersken / Hinderse heeft in 1748 ‘De Smoege’ in pacht van haar neef (oomzegger) Hendrick ter Smoege (ged. 10-05-1725, zoon van Derck en Grietje) die ‘thans op sijn ambagt te Ede op de Veluwe sig ophoudende’.
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
B(e/a)rent Klomps alias te Smoege (Aalten, 11-04-1717 – Dale, 03-01-1800), trouwt op 02-05-1750 in Aalten met Henderske Vervelde (Aalten, 11-08-1715 – Dale, 13-12-1789)
De helft van ‘De Smoege’ werd door ‘de Armen van Aalten’, ter voldoening van de schulden van B(e/a)rent en Henderske, in 1789 verkocht aan Berend Loman (op Lammers) en Hendrika Lammers.
Volgende bewoners:
Derk te Smoege (? – Dale, 06-10-1791) Dersken te Smoege (? – Dale, 28-01-1789)
Volgende bewoners:
Jan Berend Sturris (Aalten, 31-10-1762 – Dale 02-04-1810), trouwt op 16-06-1787 in Aalten met G(e/a)rritjen (aan de) Papiermole (Aalten 23-03-1760 – Dale 23-06-1831)
Jan Berend en G(e/a)rritjen kochten in 1787 de helft van ‘De Smoege’ van Derk en Dersken te Smoege. De door Berend Loman (op Lammers) en Hendrika Lammers gekochte helft werd door hen in 1793 doorverkocht aan Gerrit Jan Sturris en Geertje Papiermolen (broer/zwager en zuster/schoonzuster van Jan Berend en Gerritjen), die het doorverkochten aan Frederick Buekers en Johanna Geertruid Wubbels, die het in 1798 weer doorverkochten aan Jan te Slaa en Beerndeken Pampiermeulen.
Volgende bewoners, zwager en (half)zuster van G(e/a)rritjen:
Jan te Slaa (Aalten, 12-11-1769 – Dale, 02-11-1845), trouwt op 27-11-1797 in Aalten met Beerndeken / Beerendje Pampierm(eu/o)len (Aalten, 26-10-1766 – Dale, 18-11-1835)
In 1823 werd de Smoege dubbel bewoond. Waarschijnlijk daarvoor ook al, maar de bewonersgeschiedenis is nog niet compleet.
Bevolkingsregister 1823-1850
Dale 45
Jan te Slaa (Aalten, 12-11-1769 – Dale, 02-11-1845) Beerndeken Pampiermeule (Aalten, 26-10-1766 – Dale, 18-11-1835)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Hendrik Jan te Slaa (Aalten, 20-09-1803) Antonia Wissing (Bocholt, 05-01-1804)
Dale 44 – “Smoege”
Gerrit Jan Hinkamp (Bredevoort, 09-02-1777) Aaltjen Scholten (Aalten, 09-02-1791)
Volgende bewoners:
Jan Teube Rensink (Aalten, 23-10-1799) Johanna Huinink (Dinxperlo, 07-08-1799)
Bevolkingsregister 1850-1860
Dale 53
Jan Teube Rensink (Aalten, 20-10-1799) Johanna Huinink (Dinxperlo, 07-08-1799)
Bevolkingsregister 1860-1870
Dale 53
Jan Teube Rensink (Aalten, 20-10-1799) Johanna Huinink (Dinxperlo, 07-08-1799)
Bevolkingsregister 1870-1880
Dale 62
Jan Teube Rensink (Aalten, 20-10-1799) Johanna Huinink (Dinxperlo, 07-08-1799)
Volgende bewoners:
Arend Jan Rensink (Aalten, 20-03-1837) Berendina Hendrika ter Horst (Aalten, 22-01-1834)
Bevolkingsregister 1880-1890
Dale 62
Arend Jan Rensink (Aalten, 20-03-1837) Berendina Hendrika ter Horst (Aalten, 22-01-1834)
Bevolkingsregister 1890-1900
Dale 61
Arend Jan Rensink (Aalten, 20-03-1837) Berendina Hendrika ter Horst (Aalten, 22-01-1834)
Net buiten Aalten staat aan de Bijnenweg 2 en 4 in het Bredevoortse Broek een boerderij met de naam ‘Kleinpenning’. De boerderij is waarschijnlijk gebouwd in opdracht van de Aaltense medicus en grondbezitter Dr. Jacobus Johannes Kleinpenning (1794-1870).
De boerderij dateert uit het midden van de 19e eeuw, en bestaat uit een dubbele boerderij (wat destijds heel bijzonder was), twee wagenschuren en twee schuren. Het is inmiddels fraai gerestaureerd.
Hoewel Jacobus Johannes Kleinpenning (Klijnpennink) in Nijmegen geboren is en meerdere familieleden in die stad functies bekleedden als jurist of medicus, heeft hij zich uiteindelijk in Aalten gevestigd als medicus. Hij wordt daar vermeld als ‘medicinair docter en vroedmeester’. Net als zijn vader kwam ook Johannes Jacobus regelmatig in aanmerking voor onderscheidingen. In 1823 was dat vanwege het feit dat hij een groot aantal personen heeft gevaccineerd zonder daarvoor een vergoeding te vragen.
Behalve arts was Dr. Jacobus Johannes Kleinpenning in Aalten ook grondeigenaar. Hij had onder andere een stuk land bij Bredevoort in bezit en in 1849 verwierf hij ook een deel van het Bredevoortse Broek bij Aalten. Blijkbaar leverde hem dat ook inkomsten door de verkoop van hout.
Schilderij van de boerderij (ca 1944). Origineel is in bezit van Dirk-Jan Lankhof, wiens moeder daar geboren is (Schilder P. Hagemann).Kadastrale kaart uit 1985 met huisnummers uit 1967 (fouten voorbehouden)Arnhemsche Courant, 12 juli 1825Algemeen Handelsblad, 14 oktober 1854Gelders Dagblad, 8 maart 2001
Bereikbaarheid in vakantietijd
Van medio juli t/m medio augustus zijn wij wegens vakantie minder goed bereikbaar. We beantwoorden uw bericht zo snel mogelijk, maar de reactietijd kan langer zijn dan gebruikelijk.