Voordat de Beeklaan werd aangelegd was het adres Willemstraat 1.
Begin deze eeuw stond dit oude woonhuis leeg en raakte steeds verder in verval. Uiteindelijk is het gesloopt en vervangen door een moderne woning, waarvan het ontwerp echter duidelijk verwijst naar het oude huis dat er eerst stond. De voorgevel van het nieuwe huis staat iets verder terug ten opzichte van de oorspronkelijke voorgevel. Een klein deel van de oude gevel is als herinnering bewaard gebleven.
Generaties lang werd het oude huis bewoond door de familie Lurvink van de borstelfabriek, op bovenstaande foto deels zichtbaar, linksachter het huis.
Woonhuis gebouwd in 1912 voor P.J. Helders ter vervanging van zijn oude woning op dit perceel, naar een ontwerp van J. Brill. Deze was in de periode 1906 -1924 werkzaam als gemeentelijk opzichter en architect bij de gemeente Aalten. Het pand is gesitueerd aan de noordelijke zijde van de Hogestraat, direct ten oosten van de Westerkerk. Hoewel de invulling van de vensters in de loop der tijd op punten is vernieuwd en er in het linker dakvlak twee dakramen zijn aangebracht, is het oorspronkelijke karakter van het pand met de opvallende ingangspartij en uitgemetselde hoekpilasters niet verloren gegaan. De statige uitstraling van de woning wordt versterkt door de verhoogde ligging ten opzicht van de straat. Hierdoor vormt het pand een beeldbepalend element binnen dit gedeelte van de Hogestraat.
Het kadaster vermeldt als bouwjaar 1920. Uit kadastergegevens blijkt dat er daarvoor ook al een pastorie stond op het perceel, halverwege de 19e eeuw al “De Oude Pastorij” genoemd.
Er is een sage verbonden aan de oude pastorie over een hellehond. Volgens de overlevering verscheen er ’s nachts om twaalf uur een grote zwarte hond bij de oude pastorie. Het dier liep daar rond, rammelend met een ketting, sprong vervolgens in de beek en verdween. Oude mensen verzekerden dat het ging om de geest van de pastoor, die tijdens de Reformatie protestant was geworden.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-240
de oude Hervormde Pastorie Aalten
370 m² huis en erf
Bewoners
1813
Aalten 35
Domini van Eerten (Friesland, 24-12-1747), predikant Bartholomeus Stephanus Westerbeek
Cornelis Barneveld (Amsterdam, 02-10-1861), predikant Catharina Vodegel (Amsterdam, 21-10-1860), op 13-04-1896 vertrekt zij naar een “krankzinnigengesticht” in Deventer
De Kikvorsch is een verdwenen boerderij in Aalten, ongeveer op de tegenwoordige hoek Plein Zuid / Parallelweg. Plein Zuid heette in 1934 nog Dijkstraat, en in 1850 werd het nog Landstraat genoemd.
Tegenwoordig buigt de Slingebeek voorbij Beekhuize in zijn geheel af naar het westen. Vroeger stroomde veel water echter door een sloot rechtdoor richting Aalten-Zuid. Daar was het land laag, er waren veel poelen en sloten. Een van de poelen heette “Het kikvorschengat” en een boerderij daar dichtbij, waar nu ongeveer de fietsenzaak van Wisselink, Plein Zuid 1 staat, heette “De Kikvorsch“. Een deel van het water van de Slinge stroomde daarlangs om zo, via de “Aa-beken” zoals ze wel werden genoemd, te worden afgevoerd in de richting van Breedenbroek en Gendringen.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-249
Willem Neerhof
490 m² bouwland
1845
I-1715
Willem Neerhof, landbouwer
490 m² huis en erf
1885
I-3948
Hendrika Neerhof, vrouw van Hendrik te Slaa, timmerman
670 m² huis, schuur als werkplaats en erf
1886
I-4015 I-4016
Hendrika Neerhof, vrouw van Hendrik te Slaa, timmerman
115 m² huis en erf 625 m² huis, schuur en erf
1893
I-4015 I-4016
Evert en Jan te Slaa, (beiden) timmerman en landbouwer
In 1978 werd het huis dat hier destijds stond door brand verwoest. Eén van de bewoners, de 71-jarige heer H.W. Eskes had een gasfles willen controleren en er een lucifer bij gehouden. De gasfles explodeerde en zette de woning in lichterlaaie. De heer Eskes en de familie Van der Donk werden dakloos. Enkele weken later veroorzaakten spelende kinderen opnieuw brand in de restanten van het huis.
Vernoemd naar Willem te Gussinklo, één van de hoofdrolspelers in de geschiedenis van de hoornindustrie in Aalten. Vóór 1934 werd dit de ‘Lage weg’ genoemd.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Zwembad ’t Walfort ligt halverwege Aalten en Bredevoort en beschikt over een binnenbad en een buitenbad met zandbodem (natuurbad). Het buitenbad is in de crisisjaren van de vorige eeuw aangelegd als werkverschaffingsproject. Op 10 juni 1933 besloot de Aaltense gemeenteraad“tot het maken van een groot modern Zwem- en Zonnebad, met een lang breed strand op het terrein Dennenoord“. Aan dat terrein werd nog ongeveer een bunder weiland toegevoegd, zodat het in totaal ongeveer 4,5 ha besloeg.
Aanleg
Op 17 juli 1933 ging de eerste spade de grond in. Ongeveer honderd werklozen hebben meegewerkt aan de totstandkoming van het natuurbad. In totaal hebben zij maar liefst 45.000 m³ zand uitsluitend met kruiwagens verplaatst. Met het zand uit het zwembad werd de wal opgeworpen die het bad omringt.
Het zwembad werd gevoed door welwater en voortdurend ververst uit een drietal bronnen, die tot een diepte van 15 meter waren geboord. Het overtollige water werd in een slootje afgeleid, dat tenslotte uitliep in de Slingebeek.
Er was een paviljoen dat tot eenvoudige restauratiegelegenheid diende en waarin tevens de benodigde ‘machineriëen’ waren ondergebracht. Dit houten gebouw had tot 1928 elders in de gemeente dienst gedaan als huisvesting van de Millitaire Politie. Nadat deze politietroepen waren teruggenomen had de gemeente dit ‘kazernement’ overgebracht naar Dennenoord, “waar het door rustbehoevenden kon worden gebruikt om van de dennenlucht te genieten.”
“Zoo is dan nu de opening van ’t Zwembad „’t Walfort” te Aalten, gelegen aan den weg tusschen Aalten en Bredevoort, omzoomd door zwaar geboomte, te midden van een stuk oud Achterhoeksche historie, een feit geworden. Er was reeds lang op gewacht en de afwerking vergde meer tijd dan men oorspronkelijk verwachtte. Nu ligt het er in zijn volle pracht, gereed om duizenden bezoekers te ontvangen. Wij mogen er bij deze opening onze blijdschap over uitspreken, dat dit stuk werk nu eens zoo in gebruik genomen is, dat wij er onze volle medewerking en sympathie aan geven kunnen.”
Tot de vele genodigden behoorden “het college van B en W, de uitvoerders en aannemers (J. de Nooij te Bennekom, die de grondboringen verrichtte; De Vries, Harlingen sanitaire werken; Kroese, Enschedé: maken der pulsputten; Van Lochem, Ten Have, en de verdere Aaltensche aannemers en uitvoerders), Ir. Ratelband, de heeren Tilbusscher en Rollman, B. en W. van Winterswijk, Wisch, Lichtenvoorde, Dinxperlo, Gendringen en Bocholt, de nummers 2 der dubbeltallen voor het bestuur, de leden van den Raad, de hoofden van scholen, Mej. Ten Heuvel der Chr. Huishoudschool en Mej. Vreeman, Hoofd der Bewaarschool, de Predikanten, Pastoor, Voorganger der Isr. Gemeente, Voorz. der Chr. Geref. Kerk, de heeren Doktoren, Veeartsen, Postdirecteur, Rijksontvanger, Notaris, Stationschef, de besturen van Aaltens Belang, Bredevoorts Belang en der Buurtbelangen, het bestuur van Floralia, de Hoofdopz. en de Opzichters der Ned. Heide Mij., Dr. L.A. Veeger, inspecteur Volksgezondheid te Nijmegen, Dr. Bloemendaal, Pharmaceutisch inspecteur te Velp, die het wateronderzoek hebben verricht ook in verband met de ziekte van Weil, de Rijksinspecteur der Werkverschaffing, het bestuur der Winterswijksche Watersportvereen., de pers, de Directeuren der Gemeentebedrijven (Gasfabr., Slachthuis), de Oud-Secretaris, de Oud-Wethouders ten Dam en Obbink, de gemeentepolitie en de marechaussée, het bestuur van den Nederl. Zwembond en de besturen der gymnastiekvereenigingen te Aalten en Bredevoort.”
Rede van burgemeester Monnik
De officiële opening werd verricht door burgemeester A.J.W. Monnik. In zijn openingsrede sprak hij onder andere:
“Dank zij het illustere voorbeeld van onze zustergemeente Winterswijk rees ook hier de gedachte: „zou het niet mogelijk zijn op eigen gemeenteterrein een bad- en zweminrichting op te richten?” De wereldcrisis, die zich ook in onze gemeente in de bedrijven in zoo ernstige mate laat gevoelen, eischte van ons gemeentebestuur om telken male om te zien naar flinke, liefst nuttige werkobjecten, om aldus arbeid te kunnen verschaffen aan de vele werkloozen, die door de crisis zoo gevoelig getroffen worden.”
“De plaatselijke Overheid heeft ook zorg te dragen voor een behoorlijken gang van het badleven, zoodat geen misbruiken kunnen insluipen. Onder den dekmantel van de hygiëne neemt de immoraliteit helaas in ons land toe en leidt tot zedenverwildering. Laat ons er voor waken, dat de gezonde, reine, frissche levenslucht, door God ons gegeven om hem te dienen en zóó gelukkig te zijn, niet wordt verpest tot een atmosfeer, waarin gezond leven een volslagen onmogelijkheid wordt.”
Vervolgens hield de voorzitter van de ‘stichting Bad- en Zweminrichting ‘Walfort’, de heer M. Ackerman, ook nog een rede waarin hij zich onder andere tot het personeel van het nieuwe zwembad richtte:
“Mijnheer Happel, wij zijn blij U als onzen badmeester te mogen begroeten. Ook de andere heeren en Mej. Top wenschen wij toe, dat zij onder hun chef, den heer Happel, aangenaam werkzaam mogen zijn, tot bloei van onze schoone inrichting.”
“Terwijl de burgemeester het lint doorknipte, speelde muziekvereeniging De Eendracht twee coupletten van het Wilhelmus. Toen schreed men door den hoofdingang en daar lag de mooie stichting in al haar schoonheid voor de oogen van de genoodigden. Hierna werd onder leiding van de heeren Tilbusscher en Rollman, gem. Architect en gem. Opzichter, een rondgang over het terrein gemaakt. Daarna vereenigde men zich in het Paviljoen, waar ververschingen werden aangeboden en waar Ir. Ratelband een verklaring gaf van het Technisch gedeelte.
Om 7 uur hedenavond zijn alle werkloozen, die hun krachten aan de totstandkoming in werkverschaffing gegeven hebben, met hun vrouwen uitgenoodigd. De burgemeester zal daarbij een toespraak houden, hun zullen eveneens ververschingen worden aangeboden en daarna zal ook met hen een rondgang over het terrein worden gemaakt.”
Gemengd zwemmen
Gemengd baden was aanvankelijk verboden, oftewel heren en dames hadden ieder hun ‘eigen’ kant. In 1946 werd in de gemeenteraad een verzoek van ‘R.K. Jeugd- en Standsorganisaties’ behandeld. De raad besloot om, bij wijze van proef en na overleg met het zwembadbestuur “dat het gemengd zwemmen en op het strand verblijven in badcostuum wordt toegestaan, mits een streng toezicht wordt gehouden en tegen eventueele excessen onvoorwaardelijk wordt opgetreden”.
Openstelling op zondag
Tot 1958 was zwembad ’t Walfort zondags gesloten. Een jaar eerder was een voorstel om het bad op warme zondagen open te stellen nog weggestemd. Enkele weken daarna, op een snikhete zondagmiddag, bestormden honderden Aaltenaren het bad om er – tegen de geldende regels in – massaal te zwemmen. In april 1958 besloot de gemeenteraad dat het bad op zomerse zondagen van 2 tot 4 uur opengesteld mocht worden.
Binnenbad
In 1995 werd zwembad ’t Walfort uitgebreid met een binnenbad, bestaande uit een wedstrijdbad, recreatiebad, instructiebad en een peuterbad. Het wedstrijdbad heeft een afmeting van 25×12,5 meter en beschikt over vijf banen.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Deze woning in neorenaissancestijl is vermoedelijk rond 1902 gebouwd (tijdens de verbouwing van 2000 stuitte men op raamgewichten in de schuiframen met een verzendsticker naar NS-station Aalten met daarop dit jaartal). Het eerste deel van de serre is waarschijnlijk in de jaren 20 gerealiseerd.
Eén van de eerste bewoners (vanaf 1909) was gemeenteopzichter Jan Brill en zijn gezin. Daarna is het bewoond geweest door de familie Te Sligte. Meneer Te Sligte was directeur van ‘de Landbouw‘.
Na zijn pensionering/emeritaat kwam vervolgens ds. Schouten in het huis wonen. Hij gaf het huis de naam ‘Beth San’, wat in het Hebreeuws Huis van Rust, Huis van Vrede betekent. Omdat hij zich heeft ingezet voor de ouderenzorg in Aalten, werd later het verzorgingshuis aan de Ludgerstraat ook Beth San genoemd. Sindsdien heet het huis aan de Ormelstraat ‘Klein Beth San’.
Omstreeks 1955 begon mevrouw (toen mejuffrouw) Te Paske een pension in het huis. Halverwege de jaren 60 vond een grote verbouwing plaats. Diverse aanpassingen werden gedaan, waaronder de uitbreiding van de serre, de badkamer boven (nu berghok) en de aanleg van centrale verwarming. Het toilet aan het einde van de hal werd onder de trap geplaatst.
Mevrouw Te Paske had vooral langdurige kostgangers in haar pension, onder wie veel docenten en leraren van het voortgezet onderwijs in Aalten. Maar in de zomer verbleven er ook vakantiegasten. Haar langste pensiongast was Nico Berkelaar. De kleurrijke leraar Frans bewoonde de twee kamers aan de voorkant, samen met zijn papegaai Lorre, die perfect in het Frans kon tellen. Hij woonde er meer dan 25 jaar.
In 1995 verkocht mevrouw Te Paske de woning aan de Hervormde Kerk en werd het door de stichting STOOG in gebruik genomen als woning voor crisisopvang. In 1999 vertrok de stichting STOOG naar Doetinchem en in januari 2000 werd de woning bij openbare inschrijving verkocht. Het huis wordt tegenwoordig weer particulier bewoond.
Hoe komt een huis aan zijn naam? Houthandelaar Jan Berend te Paske woonde eerst in een statig huis op de hoek Plein Zuid / Industriestraat (waar nu het kantoor van de OWM Achterhoek staat). Hij liet deze nieuwe woning bouwen… aan de overkant van de toenmalige Dijkstraat. De oorspronkelijke woning werd kantoor.
Wiegerinck lederwaren, schoenreparatie en sleutelserviceAaltensche Courant, 29 juli 1914Aaltensche Courant, 31 mei 1929Aaltensche Courant, 18 oktober 1929Aaltensche Courant, 5 april 1949