Categorie: Aalten

  • Café Stegers

    Café Stegers

    Markt 2, Aalten

    Beschrijving

    Café-Restaurant Stegers, gelegen op de hoek van de Markt en de Peperstraat in Aalten, heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de 18e eeuw. Het pand begon als herberg en jeneverstokerij en is in de loop der tijd een slijterij en uiteindelijk een bekend café-restaurant geworden. Stegers is niet alleen een populaire ontmoetingsplek, maar ook een belangrijk onderdeel van het lokale erfgoed.

    De familie Becking

    In 1717 bevond zich op deze locatie een brouwerij met voortuin van Lemmert te Kavestede. Bekend is dat op deze plek eertijds de herberg van Schaars was gevestigd. Rond 1800 krijgen we meer zekerheid over de bewoners. Omstreeks die tijd woonde de in Varsseveld geboren Lourens Becking in Aalten. Het pand werd in 1799, blijkens een inscriptie op een gevelsteen, door Lourens Becking en Willemina Geertruid Schaars verbouwd tot woonhuis, branderij en landbouwschuur.

    In 1804 liet Becking, jeneverstoker van beroep, een nieuw huis bouwen aan de Markt. Boven in zijn nieuwe huis liet hij een gevelsteen inmetselen met een cryptische rebus die als volgt vertaald kan worden: “Het naaihuis van Tabitha”. Volgens pater Reinders heeft de rebus echter een andere betekenis: “Tabitha begeert verkwikt te worden door de verdiensten, die Christus op Kalvarië heeft verworven”.

    Rond 1828 nam zoon Hendrik Jan de jeneverstokerij over. In 1864 stopte hij met het stoken en ging verder als slijter. Waarschijnlijk combineerde hij deze activiteit met een tapperij. Er had een verbouwing plaats en het gedeelte van het pand in de Peperstraat werd verhuurd aan bakker Lourens Prins.

    Na het overlijden van Hendrik Jan in 1889, zonder mannelijke opvolgers, nam zijn dochter Johanna Geertruida Klazina de slijterij over. Met haar overlijden in 1894 kwam er een einde aan 90 jaar stokerij en slijterij van de familie Becking in Aalten. De erfgenamen verkochten het pand in de Peperstraat aan koopman Salomon Goedhart. Het pand aan de Markt werd verhuurd aan timmerman H.B. Lelieveld.

    Tante Mina

    Rond 1910 werd het pand aan de Markt eigendom van Tante Mina Heersink-Geerdes, geboren in de Brinkheurne bij Winterswijk. Zij opende hier een café en breidde haar activiteiten later uit met een pension en restaurant. Later werd ze bijgestaan door haar dochter Leis, die getrouwd was met Gert Prins. Hij drijft later een rookwarenwinkel opzij van het pand, en in de jaren twintig was er in de achterkeuken zelfs een fietsenmakerij gevestigd. Het café van tante Mina stond bekend om de grote potkachel in het midden van het lokaal. In 1952 raakte de voorgevel van het monumentale pand zwaar beschadigd toen de eeuwenoude lindeboom voor het etablissement omwaaide tijdens een hevige storm.

    De familie Stegers

    Begin jaren zestig van de vorige eeuw waren Riek en Jan Stegers uit Groenlo op zoek naar een horecagelegenheid. Riek had al ervaring in de horeca. Jan was verzekeringsagent, maar werkte in zijn vrije tijd ook in de horeca. Het pand aan de Markt in Aalten stond te koop en in april 1961 nam de familie Stegers de grote stap. Omdat ze niet de benodigde papieren hadden voor een rookwarenwinkel, sloten ze deze en openden in oktober van dat jaar een snackbar in de voormalige winkel. Sinds 1990 wordt Café-Restaurant Stegers geleid door Bertus en Jolanda Lammers, samen met Raymund en Sophia Stegers.

    Nieuw hoofdstuk

    Begin 2025 werd aangekondigd dat Café-Restaurant Stegers en De Geste worden overgenomen door Zila en Kayra Ertunç, van het naastgelegen Krul Bar & Restaurant. Zij verklaarden trouw te blijven aan de oorspronkelijke naam en het concept. Met respect voor het levenswerk van de families Stegers en Lammers willen zij de sfeer en traditie van deze historische horecagelegenheid in Aalten voortzetten.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1153Lourens Becking580 m² huis, schuur en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1850

    Aalten 257

    Laurens Becking (Varsseveld, 28-04-1773), geneverbrander
    Willemina Gertruid Schaars (Aalten, 07-08-1773)

    Volgende bewoners, zoon en echtgenote:

    Hendrick Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), geneverbrander
    Gesina Sophia Gussinklo (Aalten, 16-04-1806)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 279

    Hendrick Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), geneverbrander
    Gesina Sophia Gussinklo (Aalten, 16-04-1806)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 279

    Hendrik Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), geneverbrander
    Gesina Sophia Gussinklo (Aalten, 16-04-1806)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 356

    Hendrik Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), slijter
    Gesina Sophia Gussinklo (Aalten, 16-04-1806)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 399

    Hendrik Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), slijter

    Volgende bewoners, dochter:

    Johanna Geertruida Klazina Becking (Aalten, 21-01-1837), slijter

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 393

    Johanna Geertruida Klazina Becking (Aalten, 21-01-1837), slijtster

    Volgende bewoners:

    Hendrikus Bernadus Lelivelt (Aalten, 18-02-1866), timmerman
    Johanna Berendina Reijers (Gendringen, 13-12-1872)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 465 > 519

    Hendrikus Bernadus Lelivelt (Aalten, 18-02-1866), tapper
    Johanna Berendina Reijers (Gendringen, 13-12-1872)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten C519

    Hendrikus Bernadus Lelivelt (Aalten, 18-02-1866), tapper
    Johanna Berendina Reijers (Gendringen, 13-12-1872)

    Volgende bewoner:

    Aalten D572

    Mina Aleida Heersink-Geerdes (Brinkheurne, 02-10-1878), caféhoudster

    Adresboek 1934

    Aalten D572 > Markt 2

    Wed. J.W.A. Heersink

    Adresboek 1967

    Markt 2

    J.F.J. Stegers

    Hotel Stegers

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-6928
    FunctieCafé-Restaurant,
    Snackbar
    Bouwjaar1804
    MonumentRijksmonument
  • Oerkroeg Schiller

    Oerkroeg Schiller

    Prinsenstraat 4, Aalten

    In het hart van Aalten bevindt zich Oerkroeg Schiller, een begrip in de regio. Bezoekers komen er voor de originele sfeer, een goed glas speciaalbier, een maaltijd met groenten uit eigen tuin of het filmtheater, maar vooral voor de muziek: Schiller heeft een stevige reputatie als poppodium opgebouwd.

    Een geschiedenis die teruggaat tot de 17e eeuw

    De oorsprong van het café ligt in de 17e eeuw, toen Hendrik Westerveld, brouwer van beroep, een herberg met brouwerij begon onder de naam ‘Café Brouwerij De Halve Maan’. Daarmee behoort het pand tot de oudste horecagelegenheden van Aalten en omgeving.

    Halverwege de 19e eeuw kwam het café in handen van Gerrit Jan Prins. Hij leerde het horecavak in het beroemde Hotel Café Schiller in Amsterdam. Na zijn leertijd kreeg hij toestemming van de eigenaar om de naam ‘Schiller’ ook in Aalten te voeren. Terug in zijn geboortedorp richtte Prins in Aalten een herensociëteit op. De originele ledenlijst hangt nog altijd zichtbaar in het eetlokaal van het café.

    Monumentale waarde

    Het pand van Oerkroeg Schiller kent meerdere bouwfasen. De oudste delen dateren vermoedelijk uit het einde van de 16e eeuw, mogelijk met een oudere kern. In de loop van de 20e eeuw volgden verschillende uitbreidingen. Vanwege de karakteristieke uitstraling en de prominente ligging is het gebouw door de gemeente Aalten aangewezen als gemeentelijk monument.

    Ontwikkeling tot muziekcafé

    Vanaf 1977 heeft Theo de Gier het café omgevormd tot muziekcafé. Daarmee kreeg Oerkroeg Schiller haar huidige karakter: een warm, bruin café met poppodium. Bekende artiesten en bands als Herman Brood, De Staat, Donnerwetter en Go Back To The Zoo stonden hier op het podium.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1110Jan Prins, brouwer270 m² huis en erf
    1859I-2014Gerhard Prins, bierbrouwer270 m² huis en erf
    1897I-4778Hermina Johanna Prins1236 m² huis en erf
    1900I-4912Hermina Johanna Prins1606 m² huis, schuur en erf
    1934I-5302Gerrit Jan Prins,
    koffiehuishouder en bierbottelaar
    1600 m² huis, garage en erf
    (dj. 1944: verkoop)
    1944I-5302Berendina Gesina Grevink, caféhoudster1600 m² huis, garage en erf
    1965I-9177vof “G.J. Prins” te Aalten1400 m² slijterij, bottelarij,
    huis, café, erf, magazijn

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 228

    Hendrik Westerveld (03-03-1755), brouwer
    ⚭ (1) Keppel, 25-04-1790 Berendjen Smeitink (Keppel, 07-09-1760)
    ⚭ (2) Aalten, 13-08-1803 Willemina Geertruid Evers (Aalten, 19-01-1766), wed. Jan Hendrik Hiebink

    Volgende bewoners, dochter uit Hendriks 1e huwelijk en schoonzoon:

    Jan Prins (Aalten, 06-07-1786), landbouwer
    Harmina Westerveld (Aalten, 05-02-1791)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 209

    Jan Prins (Aalten, 06-07-1786), bierbrouwer
    Harmina Westerveld (Aalten, 05-02-1791)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 209

    Jan Prins (Aalten, 06-07-1786), bierbrouwer

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Gerhard Prins (Aalten, 05-11-1827), bierbrouwer
    Harmina Johanna Westerveld (Aalten, 12-02-1838)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 209

    Gerhard Prins (Aalten, 05-11-1827), bierbrouwer
    Harmina Johanna Westerveld (Aalten, 12-02-1838)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 281

    Gerhard Prins (Aalten, 05-11-1827), bierbrouwer
    Harmina Johanna Westerveld (Aalten, 12-02-1838)

    Volgende (hoofd)bewoner, zuster:

    Anna Geertruid Prins (Aalten, 02-10-1819)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 321

    Anna Geertruid Prins (Aalten, 02-10-1819)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 313

    Anna Geertruid Prins (Aalten, 02-10-1819)

    Volgende bewoners:

    Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868), tapper, z.v. Louwrens Prins en Everdina Johanna Voltman
    Harmina Johanna Prins (Aalten, 15-10-1861), d.v. Gerhard Prins en Harmina Johanna Westerveld

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 362 > 455

    Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868), caféhouder
    Harmina Johanna Prins (Aalten, 15-10-1861)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten B455 > C510

    Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868), caféhouder

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Aalten C510

    Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868)

    Volgende (hoofd)bewoner, zoon:

    Louwrens Prins (Aalten, 22-07-1895), caféhouder

    Adresboek 1934

    Aalten C510 > Prinsenstraat 4

    L. Prins

    Adresboek 1967

    Prinsenstraat 4

    Café Prins

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-10726
    FunctieCafé,
    Bierbrouwerij
    Bouwjaar16e eeuw
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • Nijverheidsschool

    Nijverheidsschool

    Haartsestraat 8, Aalten (verdwenen)

    Beschrijving

    In 1928 werd in Aalten de eerste Nederlandse landbouwhuishoudschool met ‘christelijk’ voor de naam geopend. Deze eerste christelijke landbouwhuishoudschool werd geopend aan de Haartsestraat, op de plaats waar nu de Hema staat. Er werd begonnen met twee leerjaren. De school heeft zich snel en goed ontwikkeld.

    Vooral na de Tweede Wereldoorlog is door de school veel gedaan aan het geven van cursussen aan plattelands- en andere vrouwen. Ook het dagonderwijs heeft zich steeds verder uitgebreid. De laatste jaren werden middelbare beroepsopleidingen toegevoegd. In 1956 verrees de nieuwbouw aan de Oranjelaan.

    Daarna heeft het gebouw nog enige tijd dienst gedaan als (dépendance van de?) Technische School.

    Archieven

    Adresboek 1934

    Aalten D604 > Haartschestraat 8

    Nijverheidsschool

    Adresboek 1967

    Haartsestraat 8

    Chr. Techn. School

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-11205
    FunctieMiddelbare school
    Bouwjaar1928
    Sloopca. 1970
  • Nationaal Onderduikmuseum

    Nationaal Onderduikmuseum

    Markt 12, Aalten

    Beschrijving

    Op de locatie van de huidige adressen Markt 12-16 in Aalten stonden waarschijnlijk al in de zeventiende eeuw twee dorpsboerderijen, vakwerkhuizen met een sterk agrarisch karakter. De twee panden waren van elkaar gescheiden door een smalle osendrop. Een bredere steeg aan de linkerzijde leidde naar een achtererf waaraan een vakwerkschuur stond. Aan de achterzijde strekten twee diepe, onbebouwde landbouwpercelen of tuinen zich uit tot aan de Prinsenstraat. In de achttiende en negentiende eeuw werden de oorspronkelijke vakwerkhuizen aan de Markt vervangen door bakstenen huizen. Het huidige pand Markt 12 is ontstaan na nieuwbouw omstreeks 1843.

    Tweede Wereldoorlog

    Het pand Markt 12 in Aalten is een huis met een bijzonder verhaal. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het huis bewoond door de familie Kempink, een gezin met twee jonge kinderen. Aan het begin van de oorlog werd de voorkamer gebruikt door het Rode Kruis en later gevorderd door de nazi’s als Ortskommandantur. Tegelijkertijd waren er op de zolder acht onderduikers verstopt. Deze onderduikplek is nog steeds aanwezig. De gewelfde kelder diende tijdens bombardementen als schuilplek voor de buurtbewoners. Soms kwamen er wel 20 mensen schuilen.

    Aan het einde van de oorlog moest het gezin halsoverkop van de aanwezige Duitsers vertrekken. Sauerland was namelijk flink gebombardeerd en huizen waren daar vernield. Duitse moeders en kinderen werden op verschillende plekken ondergebracht; waaronder ook in Markt 12 in Aalten. Na de oorlog keerde het gezin terug en heeft er jarenlang gewoond.

    Museum

    Na 1970 onderging het complex enkele belangrijke stedenbouwkundige veranderingen. Het werd in fasen gerestaureerd en onderdeel van museum ’t Frerikshuus, later het Nationaal Onderduikmuseum. In 2004 werd achter Markt 12 nieuwbouw van het museum gerealiseerd. Het terrein achter het pand werd ingericht als parkeerplaats. De nieuwbouw en de drie historische panden Markt 12-16 werden met elkaar verbonden door een glazen overkapping waarin de hoofdentree en een entreehal werden opgenomen.

    In 2024 maakte het Nationaal Onderduikmuseum bekend dat het opnieuw uitbreidingsplannen heeft en dat daarvoor het naastgelegen pand Markt 18 is aangekocht.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1080Wolter Huinink430 m² huis, schuur en erf
    1881I-1694Johan Gerhard Becking, winkelier290 m² huis en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 265

    Wolter Hunink (Aalten, 13-12-1779), landbouwer
    Johanna Willemina Vreede (Aalten, 11-06-1799)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 244

    Wolter Hunink (Aalten, 13-12-1779), landbouwer
    Johanna Willemina Vreede (Aalten, 11-06-1799)

    Volgende bewoners:

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier
    trouwt op 01-09-1843 in Aalten met
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 244

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 244

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier en tapper
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 321

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 364

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Johannes Catharinus Becking (Aalten, 17-07-1848), winkelier
    trouwt op 19-05-1881 in Aalten met
    Anna Wilhelmina Theodora Becking (Varsseveld, 08-09-1855)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 360

    Johannes Catharinus Becking (Aalten, 17-07-1848), winkelier
    Anna Wilhelmina Theodora Becking (Varsseveld, 08-09-1855)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 428 > 499

    Johannes Catharinus Becking (Aalten, 17-07-1848), winkelier
    Anna Wilhelmina Theodora Becking (Varsseveld, 08-09-1855)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten B499

    Johannes Catharinus Becking (Aalten, 17-07-1848), winkelier
    Anna Wilhelmina Theodora Becking (Varsseveld, 08-09-1855)

    Volgende (hoofd)bewoner:

    Aalten B499 > C553

    Hendrica Wilhelmina Vultink (Silvolde, 06-09-1861), wed. Bernard Bölte

    Adresboek 1934

    Aalten C553 > Markt 12

    Wed. B. Bölte

    Adresboek 1967

    Markt 12

    G.C. Kempink
    Mevr. G.C. Keizer-Winterink
    J.B. Vaags

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-12360
    FunctieDorpsboerderij,
    Woonhuis,
    Museum
    Bouwjaar1750
    MonumentRijksmonument
  • Kalverslachterij Aalten

    Kalverslachterij Aalten

    Industriestraat 5, Aalten (verdwenen)

    Beschrijving

    In het jaar 1902 begon de gemeente Aalten met het verhuren van ruimtes voor de slacht. Na 1903 is een begin gemaakt met industriematig slachten. In 1964 namen Bram Kropveld en André van Schipstal de slachterij van de gemeente over en sprak men van KSA (Kropveld Schipstal Aalten). Vroeger slachtte men er ook varkens. Door aangescherpte wetgeving werden er na de overname echter alleen nog kalveren geslacht. Het was namelijk vrijwel onmogelijk geworden om meer soorten dieren in één locatie te slachten. Later heette het bedrijf dan ook Kalver Slachterij Aalten.

    In 1976 nam KSA een nieuwe kantoorruimte in gebruik op de plaats waar daarvoor een woning stond. De eerste steen is gelegd door het personeel van KSA. In de loop der jaren werd de productie aanzienlijk vergroot. Er kwamen koelruimtes bij voor de opslag. Rond 1990 is de expeditie geheel vernieuwd. Vanaf dat moment konden er twee vrachtwagens tegelijk geladen worden. Vanaf het perron bij het station was niets meer te zien van de werkzaamheden.

    Overnames

    In 1988 kwam de slachterij in handen van de Coöperatieve Centrale Veevoederfabriek. In het jaar 1992 werd het bedrijf verkocht aan de Van Drie Group en specialiseerde men zich in het slachten van Friander of rosé-kalveren. KSA groeide uit tot een bloeiend en modern bedrijf waar zo’n 65 mensen hun boterham verdienden. Op het hoogtepunt, eind jaren ’90, had de slachterij meer dan honderd werknemers.

    In april 1996 kwam de slachterij in Aalten in het wereldnieuws. Er werden 64.000 Britse kalveren gedood in opdracht van de Nederlandse regering vanwege BSE, ook wel ‘gekke koeienziekte’ genoemd.

    In 2001 lagen er concrete plannen op tafel om een eerste etage te realiseren bovenop de slachterij om het uitbenen en verder verwerken van kalfsvlees ook in Aalten mogelijk te maken. Het bleek echter problematisch om de benodigde vergunningen van de provincie Gelderland en de gemeente Aalten te verkrijgen. Juist in dat jaar brak de besmettelijke ziekte mond- en klauwzeer uit. Door het ingestelde vervoersverbod lag KSA vier weken stil. Om deze twee redenen besloot KSA om af te zien van een nieuwe poging voor een grote verbouwing.

    Sluiting

    Om kosten te besparen besloot de Van Drie Group haar activiteiten te concentreren op een kleiner aantal locaties. Dit pakte nadelig uit voor Kalverslachterij Aalten, want hier kon men alleen kalveren slachten. Voor de verwerking moesten ze naar zusterbedrijven worden vervoerd en dat was kostbaar. Het gevolg was dat KSA op 31 december 2012 haar deuren sloot.

    Na een aantal jaren werden de gebouwen gesloopt en het terrein werd, samen met dat van de voormalige houthandel Te Paske, verkocht aan de gemeente. Deze verkocht het op haar beurt weer aan de firma Beele Engineering, die hier nu is gevestigd.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1925I-6098Gemeente Aalten4070 m² slachtshuisplts., loods, barak en erf
    1963I-8955Gemeente Aalten3954 m² abattoir, huis, schuur,
    loods, barak, erf, werkplaats
    1977K-710Gemeente Aalten4300 m² huis, schuur, slachthuizen, erf
    1978K-1043Kropveld-Schipveld Aalten B.V.3320 m² slachthuis, schuur, erf
    1987K-1683Kropveld-Schipveld Aalten B.V.4441 m² slachthuis, erf

    Archieven

    Adresboek 1934

    Aalten A36 > Industriestraat 5

    Slachthuis

    Adresboek 1967

    Industriestraat 5

    Gemeente Slachthuis

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.onbekend
    FunctieSlachthuis
    Bouwjaaronbekend
    Slooponbekend

    Bronnen

  • Fa. Gebroeders Muller

    Fa. Gebroeders Muller

    Haartsestraat 142-144, Aalten (verdwenen)

    Burchard Diederik Gerhard Muller was eigenaar van twee manufacturen-, ijzer- en galanteriewinkels. Ook dreef hij een graanhandel en had hij een kruidenierszaak. Hij was getrouwd met Elisabeth Manschot en zij woonden aan de Lichtenvoordsestraatweg in Aalten.

    In 1870 startte hij een stoomblekerij op het Geurken aan de Haartseweg. Twee jaar later werd het bedrijf uitgebreid met een ververij en een drukkerij. Enkele jaren daarna breidde de firma Muller verder uit met een stoomweverij.

    Het benodigde water onttrok men aan de nabijgelegen beek. Drie broers van deze familie hebben nog geprobeerd de watermolen op de Pol te kopen, nadat deze op 1 mei 1853 was afgebrand. De watermolen met stuw werd echter door de gemeente aangekocht en rond de eeuwwisseling gesloopt.

    Na het overlijden van Burchard Diederik Gerhard Muller in 1873 zetten zijn kinderen het familiebedrijf voort.

    Brand

    Op 6 mei 1902 brandde de fabriek van Muller af en werd niet meer herbouwd of voortgezet.

    Aalten, 6 Mei – Hedenmiddag omstreeks 4 uur ontstond er brand in de fabriek van de hh. Gebrs. Muller op ongeveer 10 minuten buiten de kom van ’t dorp gelegen. Van de verschillende gebouwen zijn geheel in de asch gelegd: de drukkerij, stoomdrogerij en het magazijn met vele goederen. De oorzaak is onbekend. Het oude gedeelte is afgebrand. De gebouwen voor de weverij zijn behouden gebleven.

    Zutphensche Courant, 8 mei 1902

    Dinsdagmiddag tegen 4 uur werden we plotseling opgeschrikt door het luiden der brandklok. Het was spoedig een buitengewone drukte op de straat en de brandspuiten trokken achter elkaar in de richting van den Haartschen grintweg, want al spoedig wist men dat de brand woedde in de fabriek van de heer Muller, aan dien grintweg gelegen.

    Het hooge gebouw, waar de weverij, drukkerij en drogerij was, is geheel door het vuur vernield en de machines zijn natuurlijk onbruikbaar geworden, terwijl ook het magazijn met vele goederen een prooi der vlammen werd. De weverij heeft niet geleden, terwijl de machinekamer, door het flink optreden der brandweer, die daar ook voldoende water had, eveneens kon behouden blijven. Dat er overigens veel waterschade is aangericht, spreekt van zelf.

    Nieuwe Winterswijksche Courant, 10 mei 1902

    Tegenwoordig staat er een dubbele woning met bouwjaar 1938.

    Bewoners

    Adresboek 1934

    Haart 1 > Haartschestraat 82

    J.B. Roters

    Haart 1a > Haartschestraat 82a

    J.H.Th. te Beest

    Haart 2 > Haartschestraat 84

    H.J. Testerink

    Adresboek 1967

    Haartsestraat 82

    A.A. Lammers

    Haartsestraat 84

    H.J.G. Lensink

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.D-4560/4561
    FunctieTextielbedrijf
    Bouwjaarca. 1870
    Slooponbekend
  • Kammenfabriek Ten Dam & Manschot

    Kammenfabriek Ten Dam & Manschot

    Damstraat 25, Aalten (verdwenen)

    De firma Ten Dam & Manschot was de eerste en enige fabriek in Nederland die kammen maakte: witte, zwarte, naturel gekleurde sierkammen, Mexicaanse kammen, luizenkammen en snorrenkammen. De boveneinden of holle gedeelten van horens, hoofdzakelijk buffelhoorn, vormden de grondstof voor het vervaardigen van de kammen. Deze horens werden ingevoerd uit onder andere Brazilië, India en het toen nog Siam geheten Thailand.

    Oprichters waren Abraham (Bram) ten Dam en zijn zwager Barend Johannes (Bernard) Manschot. Ten Dam was daarvoor werkzaam geweest bij een hoornverwerkende industrie, ook in Aalten, geleid door B.G. Vaags. Daar werden voornamelijk Duitse pijpen gemaakt, waarvoor de massieve punten van Indische runderhoorns als grondstof dienden.

    Naarmate dit soort pijpen geleidelijk aan verdrongen werd door houten pijpen en er bovendien in bepaalde kringen al sigaren werden gerookt, zochten Ten Dam en Manschot (de heer Vaags was inmiddels overleden) naar een andere activiteit. Ten Dam geloofde dat er goede kansen lagen voor een haarkammenfabriek in Nederland.

    D’n Kamstoom

    In 1868 begon Ten Dam met een werkplaats in zijn huis aan de Kerkstraat. Al snel bleek deze werkplaats ontoereikend. In 1871 richtten Ten Dam en zijn zwager Manschot een nieuwe fabriek op aan de Damstraat in Aalten, uitgerust met een stoommachine, waardoor de productie kon worden opgeschaald.

    De zaken werden meteen flink aangepakt. Er werd een Duitse werkmeester aangesteld, machines werden aangeschaft en weldra was er sprake van grootschalige productie van een artikel dat vrijwel ieder mens dagelijks gebruikte. In de beginjaren werkten er ook veel Duitse meisjes en mannen.

    Onder de bekwame ‘kaufmannische’ leiding van Ten Dam en de hoogstaande technische leiding van Manschot ontwikkelde de fabriek zich tot een grootbedrijf, waar talloze arbeiders hun brood verdienden. Er waren jaren waarin wel tweehonderd mensen werkten in het bedrijf. Het bedrijf werd in de volksmond d’n Kamstoom genoemd.

    De gezinnen Ten Dam en Manschot woonden tegenover elkaar aan de Bredevoortsestraatweg, Bram in het huis waar nu Fysiotherapie van Panhuis is gevestigd en Bernard in de witte villa er tegenover. De zoon (en opvolger) van Bram, Herman, heeft rond 1900 de woning aan de Bredevoortsestraatweg 52 laten bouwen.

    Wereldspeler

    Er werden in hoofdzaak (althans tot aan de Eerste Wereldoorlog) Braziliaanse buffelhoorns verwerkt. Die kwamen met de trein in Bocholt aan en werden dan met paard en wagen afgehaald. Zo ging het ook met de vervaardigde producten. Die werden met paard en wagen naar het station in Bocholt vervoerd om daarna per trein verder te worden vervoerd. Later werd aanvoer en afvoer gemakkelijker doordat de spoorlijn Winterswijk-Zutphen en Winterswijk-Zevenaar in gebruik werden genomen.

    Naar alle delen van de wereld werden de kammen verzonden: Ned. Indië, Centraal Azië, Rusland, Scandinavië, Noord- en Zuid-Amerika. Ook maakte men veel (heel fijne) stofkammen (ook wel luizenkammen genoemd), die vooral aftrek vonden in Polen.

    Stof en krul

    Een kam onderging dertien behandelingen van hoorn tot eindproduct. Na elke behandeling vond een kwaliteitscontrole plaats, want kwaliteit stond voorop. Niet voor niets had de Aaltense Kammenfabriek zich een plaats op de wereldmarkt veroverd!

    Het afval van het hoorn, het zogenaamde ‘stof en krul’, werd gebruikt als meststof voor het aardappelland. De krul werd zelfs geëxporteerd naar België als mest voor de druiventeelt. Het afvalwater van de sliepraderen stroomde via een buis en vervolgens door een goot dwars over de Stegge naar de tuin van de familie Manschot aan de overkant van de straat. Nergens stonden de groente en het fruit er zo goed bij. Op den duur kreeg de grond echter te veel stikstof, zodat men moest stoppen met deze vorm van bemesting.

    Arbeidsomstandigheden

    De werktijden waren van ’s morgens zes uur tot twaalf uur en ’s middags van half twee tot half zeven. ’s Morgens om acht uur werd er door de vrouwen van de arbeiders pannenkoek gebracht, die staande achter de werkbanken werd opgegeten.

    De verwerking van hoorn bracht, behalve veel lawaai, ook veel stof en stank met zich mee. De horens lagen soms weken te wachten op verwerking en vooral in de zomer was de geur die daarmee gepaard ging niet aangenaam. Toch deden de fabrikanten er alles aan om de ongezonde atmosfeer te verbeteren. Zo werd de fabriek in 1904 zelfs een week gesloten om een stofafzuigsysteem te installeren.

    Hoge lonen

    Er werd in hoofdzaak op stukloon gewerkt, behalve de machinist-stoker en de smid, die beiden een vast loon hadden. De branders verdienden het meeste. De 13-jarige meisjes die na schooltijd in de jaren omstreeks 1900 begonnen, hadden een beginloon van 2 Mark (ca. ƒ 1,30) per week. De jongens kregen 3 Mark. Als ze wat ouder waren, kregen ze ook stukloon en konden ze 6 á 7 Mark per week verdienen. Later werd dit zelfs 10 Mark. Dit was een hoog loon, dat heel wat hoger lag dan de lonen in de textiel. De lonen werden tot vlak voor de Eerste Wereldoorlog in Marken en Grosschen uitbetaald.

    Sociale regelingen

    In vergelijking met andere bedrijven waren de fabrikanten hun tijd ver vooruit. Voor eventuele ziektekosten werd iedere week 6 cent van het loon ingehouden; in geval van ziekte kreeg de arbeider dan f 3,- per week uitgekeerd. Voor ernstige en langdurige zieken uit het bedrijf werd er door de families Ten Dam en Manschot voor deze mensen gekookt en de zieken werden trouw bezocht.

    Bij geboorte kreeg de kraamvrouw, in de periode dat ze het bed moest houden, driemaal een goede maaltijd. De eerste bestond altijd uit de traditionele wijnsoep, waarin ook echte wijn verwerkt was. De andere bestonden o.a. uit soep, kalfsvlees, groenten en aardappelen.

    De arbeiders konden van hun loon ook iets laten staan, dus al een spaarregeling. Aan het eind van het jaar kregen ze dit bedrag plus rente weer uitbetaald. Wilden ze graag een eigen huisje bouwen of kopen, dan konden ze op steun van de fabrikanten rekenen.

    Er is zelfs een paar maal een winstuitkering geweest! Vermoedelijk tijdens of vlak na de Eerste Wereldoorlog. De gehuwden kregen f 200,- en de ongehuwden wat minder.

    Nieuwe grondstof

    Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kwam de invoer van buitenlandse horens volledig tot stilstand. Bovendien werden ervaren arbeiders van hun posten weggeroepen vanwege de mobilisatie. Deze waren niet zo spoedig te vervangen.

    De brandstoftekorten konden door de betrekkelijk grote houtrijkdom van Aalten nog ondervangen worden. De fabrikanten kochten de nog aanwezige hoornvoorraden in Europa op, waardoor ze voorlopig nog konden blijven produceren. Toch moest er op korte termijn een alternatieve grondstof worden gevonden, om de productie van lange kammen te kunnen blijven voortzetten.

    Vóór de Eerste Wereldoorlog was in Duitsland galalith (melksteen) uitgevonden, een materiaal gemaakt van caseïne, een bestanddeel van koemelk. Gedurende de oorlog moest de productie hiervan in Duitsland worden gestaakt omdat melk nodig was voor andere doeleinden. De fabriek van Ten Dam ging daarom zelf experimenteren en ontwikkelde een materiaal dat qua sterkte en elasticiteit niet onderdeed voor het origineel. Dit product werd geregistreerd onder de naam ‘Lactiet’ (melkivoor) en de kammenproductie was hiermee weer verzekerd.

    Sluiting

    De Eerste Wereldoorlog had een zware impact op het bedrijf. Desondanks deden de fabrikanten hun uiterste best om hun arbeiders aan het werk te houden. Echter, de exportmogelijkheden werden ongunstiger en er ontstond sterke concurrentie van fabrieken in Tsjecho-Slowakije. De personeelssterkte daalde tot slechts een derde van wat het ooit was, maar het bedrijf had tenminste kunnen doorwerken.

    In 1932 werd besloten om het bedrijf te sluiten, waarmee voorgoed een eind kwam aan een unieke Aaltense industrie. De inventaris werd verkocht en de bedrijfsruimte werd verhuurd aan Elsinghorst Fornuizenfabriek te Bocholt.

    In 1945 werden ook de gebouwen verkocht aan de NV van Katwijks Papier- en Cartonverwerkende Industrieën, kortweg ‘Spinkat’, fabrikant van spinhulzen voor de textielindustrie. Spinkat werd later TPT en nog later Sonoco. Nadat Sonoco naar het industrieterrein was verhuisd (Vierde Broekdijk 2), verrezen er op dit voormalige bedrijfsterrein woningen en appartementen (Damstraat en Manschotplein).

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.
    FunctieKammenfabriek
    Oprichting1871
    Sluiting1932

    Bronnen

  • Stiemenshuus

    Stiemenshuus

    Haartsestraat 1, Aalten

    Geschiedenis

    Op de splitsing van de Bredevoortsestraatweg en Haartsestraat, waar vroeger bloemenmagazijn ‘Flora’ stond en tegenwoordig ‘Effen Anders bloembinderij’ gevestigd is, bevond zich ooit het ‘Stiemenshuus’. Blijkens een haardplaat dateerde het Stiemenshuus uit het jaar 1687.

    Het huis werd niet altijd Stiemenshuus genoemd. Oorspronkelijk stond het bekend als het Manschotshuus, later als Penningshuus en daarna als Stiemenshuus.

    De eerste bekende bewoners waren de familie Manschot, smeden en landbouwers van vader op zoon. De laatste Manschot die in het huis woonde was smid Hendrikus Manschot. De in Utrecht geboren vrederechter Joseph Gerard van der Schaaf woonde erbij in. Na het overlijden van Hendrikus Manschot bleef zijn weduwe, Anna Maria Martens, in het huis wonen tot ook zij in 1834 overleed.

    Na haar dood verkochten de erfgenamen het huis aan Christiaan Apollos Penning (1794-1873) uit Zutphen. Penning was in 1817 getrouwd met de Aaltense Johanna Berendina van Herwaarden, dochter van koperslager Jacobus van Herwaarden uit de Peperstraat. Penning werd benoemd tot Rijksontvanger der belastingen in Aalten en hij en zijn vrouw vestigden zich in het Manschotshuis.

    Na het overlijden van Christiaan Apollos Penning in 1873, en vijf jaar later van zijn vrouw, kreeg het huis, dat inmiddels bekendstond als het Penningshuus, nieuwe bewoners: Hendrik Stiemens (1842-1929) en zijn vrouw Christina Penning (1837-1920), de jongste dochter van Christiaan Apollos Penning. Onder hun bewoning kreeg het huis de naam Stiemenshuus.

    Puttegang

    Achter het huis liep een gängeske, dat bekend stond als de ‘Puttegang’, waar ook het Smidshuisje en de Oorman als kleine kamertjes waren aangebouwd. In de Oorman gaf juffrouw Penning pianoles.

    Verkoop en sloop

    Kort voor zijn dood verkocht Hendrik Stiemens het huis, maar hij bleef er wonen tot zijn overlijden in 1929. In 1954 kocht Johan Wikkerink het vervallen Stiemenshuus en liet het afbreken om er zijn bloemenwinkel ‘Flora’ en woonhuis te bouwen. De nieuwe winkel opende in november 1955.

    Tijdens de bouwwerkzaamheden werd een mooie Romeinse pot opgegraven, die nog steeds in het bezit is van de familie Wikkerink. De magnoliaboom die in de voortuin van het oude Stiemenshuus stond, werd verplaatst naar het plein voor de Magnoliaschool.

    Archieven

    Liberale Gifte 1748

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1101wed. Hendrik Manschot, landbouwer290 m² huis en erf
    1837I-3017Christiaan Apollos Penning, ontvanger290 m² huis en erf
    1871I-3017Derk Willem Koskamp, landbouwer252 m² huis, erf
    1922I-3017Hendrik Stiemens, zaakwaarnemer252 m² huis, erf
    1930I-3017Gerrit Jan Wevers252 m² huis, erf
    1957I-8061Johannes Theodorus Wikkerink, bloemist233 m² winkelhuis, erf

    Bewoners

    Eerst bekende bewoners:

    Herman Manschot, weduwnaar van Enneken Brussen, trouwt op 24-06-1666 in Aalten met
    Jenneken Navis, d.v. Jan Navis in Lintelo

    Volgende bewoners:

    Hendrik Manschot (Aalten, ged. 27-05-1667), trouwt op 22-04-1694 in Aalten met
    Jenneken te Lindert (Aalten, ca. 1670)

    Volgende bewoners:

    Hendrik Manschot (Aalten, ged. 14-08-1698), trouwt op 16-03-1727 in Aalten met
    Aaltje Welpshof (Aalten, ged. 04-02-1703)

    Volgende bewoners:

    Hendrikus Manschot (Aalten, ged. 15-12-1743), trouwt op 11-10-1772 in Aalten met
    Anna Maria Martens (Aalten, ged. 10-02-1754)

    Bevolkingsregister 1823

    Aalten 243

    Anna Maria Martens (Aalten, ged. 10-02-1754), weduwe van Hendrikus Manschot

    Volgende bewoners:

    Christiaan Apollos Penning (Zutphen, 14-02-1794), ontvanger
    Johanna Berendina van Herwaarden (Aalten, 27-11-1794)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    “Bredevoortsche Straat”

    Aalten 262

    Christiaan Apollos Penning (Zutphen, 14-02-1794), rijks- en gem.ontvanger
    Johanna Berendina van Herwaarden (Aalten, 27-11-1794)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 262

    Christiaan Apollos Penning (Zutphen, 14-02-1794), rijks- en gem.ontvanger
    Johanna Berendina van Herwaarden (Aalten, 27-11-1794)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 339

    Christiaan Apollos Penning (Zutphen, 14-02-1794), gemeenteontvanger
    Johanna Berendina van Herwaarden (Aalten, 27-11-1794)

    Volgende bewoners:

    Hendrik Stiemens (Brummen, 26-08-1842)
    Christina Apollonia Johanna Dorothea Penning (Aalten, 11-01-1837)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 384

    Hendrik Stiemens (Brummen, 26-08-1842), kantoorbediende
    Christina Apollonia Johanna Dorothea Penning (Aalten, 11-01-1837)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 378

    Hendrik Stiemens (Brummen, 26-08-1842), zaakwaarnemer
    Christina Apollonia Johanna Dorothea Penning (Aalten, 11-01-1837)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 446 > 458

    Hendrik Stiemens (Brummen, 26-08-1842), boekhouder
    Christina Apollonia Johanna Dorothea Penning (Aalten, 11-01-1837)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten B458

    Hendrik Stiemens (Brummen, 26-08-1842)
    Christina Apollonia Johanna Dorothea Penning (Aalten, 11-01-1837)

    Volgende bewoners:

    Aalten B458 > C512

    Gerard Herman Filet (Amsterdam, 08-12-1842)
    Berendina Neerhof (Aalten, 21-08-1855)

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Aalten C512

    Gerard Herman Filet (Amsterdam, 08-12-1842)
    Berendina Neerhof (Aalten, 21-08-1855)

    Volgende bewoners:

    Gerrit Jan Wevers (Aalten, 09-02-1879)
    Regina Winkelmann (25-02-1886)

    Adresboek 1934

    Aalten C512 > Haartschestraat 1

    G.J. Wevers

    Adresboek 1967

    Haartsestraat 1

    J.Th. Wikkerink

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-8061
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1687
    Sloop1954
  • Joodse Begraafplaats Aalten

    Joodse Begraafplaats Aalten

    Haartsestraat 150, Aalten

    Beschrijving

    De Joodse begraafplaats van Aalten, gelegen aan de Haartsestraat, heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot het begin van de 19e eeuw. Hoewel het terrein in 1852 officieel eigendom werd van de Joodse gemeenschap, zijn er aanwijzingen dat de begraafplaats al vanaf circa 1820 in gebruik was.

    De begraafplaats ligt in een bosrijk gebied en wordt omgeven door een stevig hekwerk. Het oudere gedeelte bestaat uit een lage en rijkbeboste heuvel met verspreide grafmonumenten. Ten oosten daarvan bevindt zich het jongere gedeelte dat wordt gekenmerkt door een orthogonale aanleg.

    Op het terrein staan ongeveer zeventig grafstenen, die variëren in ouderdom en ontwerp. Bij de ingang aan de Haartsestraat staat een metaheerhuis (lijkenhuis), een ritueel gebouw dat gebruikt wordt voor de reiniging van overledenen volgens Joodse tradities.

    Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de begraafplaats beschadigd, maar na de oorlog is deze hersteld. Ter nagedachtenis aan de Joodse kinderen uit de gemeente die tijdens de oorlog zijn gedeporteerd en omgebracht, is er een plaquette aangebracht op de gevel van het metaheerhuis.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.D-4461
    FunctieBegraafplaats
    Aanlegca. 1820
    MonumentGemeentelijk
    monument

    Bekijk de graven op Findagrave.

  • Begraafplaats Berkenhove

    Begraafplaats Berkenhove

    Romienendiek 2a, Aalten

    Beschrijving

    Begin 20e eeuw raakte de Oude Begraafplaats aan de Varsseveldsestraatweg steeds meer omsloten door de oprukkende bebouwing van het dorp Aalten. Dit maakte de aanleg van een nieuwe algemene begraafplaats noodzakelijk.

    In 1920 kocht de gemeente boerderij Oosterman bij ’t Walfort, met het idee om hier een nieuwe algemene begraafplaats te realiseren. Dit plan is uiteindelijk niet doorgegaan. In plaats daarvan werd een geschikt terrein aan de Romienendiek gevonden, waar in 1923 begraafplaats ‘Berkenhove’ in gebruik werd genomen.

    Het oorspronkelijke gedeelte van Berkenhove ligt ingesloten tussen de Romienendiek, de Barloseweg en de Koningsweg. Door de jaren heen is de begraafplaats regelmatig uitgebreid. In 1960 werd een katholiek gedeelte toegevoegd, omdat de RK-begraafplaats aan de Piet Heinstraat vol was. De nieuwe RK begraafplaats werd ingewijd door pastoor Kerkhofs. De pastoor vond er in 1964 zelf zijn laatste rustplaats.

    Het oudste deel van Berkenhove heeft een orthogonale aanleg, met grafreeksen langs een centraal pad, omgeven door een rijke beplanting van bomen en heesters. Later werd de begraafplaats uitgebreid naar de noordzijde van de Koningsweg.

    Uitvaartcentrum en crematorium

    Bij Berkenhove bevindt zich een modern uitvaartcentrum en crematorium, beheerd door GUV. Sinds 2015 werd naast de begraafplaats een strooiveld ingericht, genaamd ‘De Akker’, dat ruimte biedt voor de verstrooiing van as, urnengraven en een urnenmuur.

    Oorlogsslachtoffers

    Een blijvende herinnering aan hun offer voor onze herkregen vrijheid zijn de 18 uniforme grafstenen op deze begraafplaats voor vijf Britse vliegers die in IJzerlo zijn neergestort en 12 Britse militairen van de grondtroepen die sneuvelden bij de bevrijding van Aalten in april 1945. Bij de graven van de Britse oorlogsslachtoffers bevindt zich ook het graf van verzetsstrijder Cornelis (Kees) Ruizendaal.

    Daarnaast zijn er op Berkenhove nog tientallen andere graven van oorlogsslachtoffers te vinden. Veel van deze graven zijn als zodanig gemarkeerd.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.L-1938/O-45
    FunctieBegraafplaats
    MonumentGemeentelijk
    monument

    Bekijk de graven op Findagrave.

  • Grafheuvel Nannielaantje

    Grafheuvel Nannielaantje

    Nannielaantje, Aalten

    Beschrijving

    Aan het Nannielaantje, op het voormalige landgoed ’t Smees, ligt een bijzondere grafheuvel. Het landgoed was ooit eigendom van Christiaan Caspar Stumph en zijn vrouw Jeanne Lesturgeon. Stumph was de eerste burgemeester van Aalten, van 1811 tot 1818. Ook de gemeentesecretarie was gevestigd op het landgoed.

    Stumph had als wens hier zijn laatste rustplaats te vinden. Hij ergerde zich aan wantoestanden van het begraven in of bij de kerk. In 1818, de tijd van de romantiek, regelde hij een ‘buitenbegraafplaats’ voor zichzelf en zijn verwanten.

    Zijn wilsbeschikking luidde als volgt:

    “Na mijn dood wens en begeer ik voor mijne evenmenschen onschadelijk te zijn. Daar ons landelijk gouvernement achterlijk blijft om – zoals in Frankrijk, Duitsland, Italie en elders – begravingen binnen de kerken en op kerkhoven binnen de plaatsen te doen ophouden, en naar ruime begraafplaatsen naar buiten te verwijzen, zo heb ik (…) doen vervaardigen in een der Smeesweiden, en wel die tegen Smees Hoflanden. Dit plekje grond, mijn eigendom, wil en begeer ik, dat na mijn overlijden als een heiligdom wordt gerespecteerd en geerbiedigd.”

    Begravenen

    Op de buitenbegraafplaats werd op 28 juli 1818, ’s morgens om 5 uur, zoon Abraham Antonij Stumph begraven. Hij was 34 jaar oud en van beroep notaris. Hij was in de Slingebeek verdronken. In de volksmond werd gezegd dat zijn dood met liefdesverdriet te maken had. Een jaar later trouwde Christiaan Caspar Stumph, 74 jaar oud, met Caatje Weversborg, 30 jaar, dochter van de pachtboer op het Smees. Acht maanden na dit huwelijk in januari 1820 werd ook Stumph zelf volgens zijn wilsbeschikking op het Smees begraven.

    Vervolgens begroef men op deze plek in het weiland: vriend en VOC-kapitein Johan Christiaan Rost met zijn echtgenote (een Bredevoortse Stumphdochter), hun dochtertje en twee kleinzoons. De laatst bekende eigenaar van de heuvel overleed in 1913. De gemeente Aalten heeft Stichting Vrijwillig Landschapsbeheer Achterhoek bereid gevonden het onderhoud van de grafheuvel te verzorgen.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.D-5280
    FunctieBegraafplaats
    Aanleg1818
    Monumentnee

    Voor een overzicht van de personen die in de grafheuvel begraven liggen, kijk op Findagrave.

    Bronnen

    • Aaltensche Courant, 01-06-1948 (Delpher)
    • ‘Bloemlezing uit de historie der gemeenten Aalten – Dinxperlo – Wisch’, D.W. Kobes (Hilversum, 1966)
    • Dagblad Tubantia, 13-01-1960 (Delpher)
    • Erfgoedcentrum Achterhoek & Liemers: stichtingsakte en wilsbeschikking (2.5), 1818
    • Kadastrale kaart
    • ‘Wortels in de Achterhoek’, Henk Harmsen

    De Aaltensche Courant schreef op 1 juni 1948:

    De geschiedenis van de oude grafheuvel aan het Nannielaantje te Aalten

    Wanneer we vanaf de Haartsestraat het „Nannielaantje (bij de oudere ingezetenen van Aalten beter bekend als „Smeeslaantje”) inwandelen en het smalle bruggetje gepasseerd zijn, zien we links, ongeveer tegenover de bank van „Aalten’s Belang” in de weide een vierkante heuvel, begroeid met enige zware eiken en omringd door sloten, welke langzamerhand haast met de omringende grond gelijk gemaakt zijn.

    De meeste Aaltenaren zullen niet weten wat het feitelijk voor een vierkante heuvel is en maar weinigen is het bekend, dat het een oude grafheuvel is, zonder er verder bijzonderheden van te kennen.

    Toen we toevallig dezer dagen de „Stichtingsakte” van deze begraafplaats onder de ogen kregen, leek het ons wel interessant onze lezers hierover het één en ander mede te delen, want inderdaad is de bekende „bulte” in het Nannielaantje een begraafplaats.

    Een vroegere burgemeester van Aalten, C. C. Stumph, was het er n.l. helemaal niet mee eens, dat er nog steeds in en om de kerken begraven werd, en zo maakte hij voor zich zelf in de „Smeesweiden” een eigen begraafplaats. In de „Stichtingsacte”, gedateerd 2 Mei 1818 staat een en ander nauwkeurig omschreven. Het onderhoud van deze begraafplaats werd geregeld en de beloning hiervoor vastgesteld.

    Het zou te veel plaatsruimte vragen deze „Stichtingsacte” in haar geheel op te nemen. We laten daarom enkele passages hier volgen :

    „Na mijn dood wensch en begeer ik voor mijne evenmenschen onschadelijk te zijn. Dan, daar ons Landelijk Gouvernement agterlijk blijft, om, gelijk in Duitsland, Vrankrijk, Italien en elders de begravingen binnen de Kerken en op Kerkhoven binnen de plaatzen te doen ophouden en naar ruimere begraafplaatsen naar buiten te verwijzen: zo hebbe ik, ten einde mijn stoffelijk overschot ongestoord aan de Aarde kan worden toevertrouwd! en mijne Beenderen in Vrede mogen rusten, voor mij zelve, reeds sinds enige Jaeren, ene Buitenbegraafplaats in een der Smeesweiden en wel in die tegens Smees Hoflanden, doen vervaardigen.

    Dit plekje grond, mijn eigendom, wil en begeere ik, dat na mijn overlijden, in zekeren opzigte, door wien ook, ’t zij mijn Erfgenaam of Erfgenamen, of regtverkrijgende, als een Heiligdom zal worden gerespecteert en geëerbiedigt! Verklarende hetzelve bij dezen voor altoos inalienabel en onvervreemdbaar.

    En teneinde die Begraafplaats, in die order zo die thans is, of bij mijn overlijden zijn zal in vervolg van tijd voortdurende jaarlijks worde onderhouden, zo atacheer en verbinde ik daaraan (voor en ter goedmaking der kosten van dat onderhoud) dien dach grasmaayens grond, waarin hetzelve gelegen is.

    Met welker onderhoud en in orde houding na mijn overlijden, de bewoners of bewoners van ’t op Smees staande woonhuis, zullen zijn en blijven belast ! die ook daarvoor het jaarlijks provenu van dien Dachmaayens-grond of wel het (…), en ’t weiland beiderzijds langs de tot dien dachmaaiens-gehoorende gravens en langs de beek tegen dien grond groeyende weekhout-gewas, onontgeldelijk zal of zullen genieten; tevens met promissie om ’t gras op die Begraafplaats, en ook der daartoe en tot dien dach dachmaayens-gehoorende gravens tweemaal ’s jaars te mogen afsnijden en benuttigen echter met besparing der daar op zijnde

    treurwilgen of ander struik- of blomgewassen, als een uitzondering van ’t vorenomschreven weekhout zijnde en bovendien nog het regt om twee koeijen in die weide nadat het gras zal gemaaid zijn, in het Et- of nagras, met de Beesten, door of namens den Eigenaar dier weide daarin gebragt wordende, alsmede onontgeltelijk te mogen inrijven en doen weiden”.

    In het verdere deel werd de predikant der Hervormde kerk met het toezicht belast. „Wordende de Predikant of Predikanten der Hervormde Gemeente van Aalten in der tijd uitgenoodigt en dringende verzogt, zig wel met het Oppertoezigt te willen belasten ! Verlenende ten dien einde daaraan de faculteit, om, in val van geen behoorlijk onderhoud en toezigt: zonder enigerhande ruggespraak of kennisgeving, aan temporalen onderhouden of Toezigter die onderhouding met het daaraan en daarvoor geatacheert genot, aan een vlijtiger en meer vigileerend sujet aantevertrouwen !”

    Na nog enige verdere bepalingen eindigt deze acte als volgt : „Aldus gedisponeerd en opgemaakt dezen tweden Mei 1800 achttien, cirkende zijne ondertekening, was get.: C. C. Stumph.” Deze burgemeester Stumph, die een paar jaar later overleed, is echter niet de enige, die hier begraven is.

    Van een der familieleden, die nog in het bezit is van de oude Bijbel en andere familiepapieren, kregen we hierover de volgende inlichtingen:

    Een zuster van burgemeester Stumph, Christina Petronella, geb. in 1786, was gehuwd met een zekere Johan Christiaan Rost, geb. 15-12- 1766. (Deze Rost kwam oorspronkelijk uit Duitsland. Hij woonde op „’t Smees”, dat later verkocht werd aan de heer Slicher van Bath). Deze stierven resp. in 1827 en 1835 en werden ook beiden op „’t Smees” begraven.

    Het echtpaar Rost-Stumph had 4 kinderen:

    1. Henriette Willemina Christina Theodora, geb. 21-6-1817 (deze trouwde later met Dr. Servaas van Leuven, de vader van wijlen Dr. Adriaan van Leuven).
    2. Willemina Johanna, geb. 11-6-1819
    3. Louisa Benjamina
    4. Elisa Charlotte, geb. 13.3.1823

    Twee van deze kinderen, nl. Willemina Johanna en Elisa Charlotte sterven resp. in 1835 en 1826 en werden ook beiden op ’t „Smees” begraven. Dr. Servaas van Leuven had 10 kinderen. Hij woonde in het pand Bredevoortsestraat, waar nu de Volksslagerij gevestigd is. Van deze 10 kinderen stierven er twee op zeer jeugdige leeftijd en werden ook weer op „’t Smees” begraven. Dit waren:

    1. Johannes Adrianes, geb. 23.3.1839 en overleden 6.4.1840
    2. Karel, geb. 10.1.1861 en overleden 18.8.1862

    Dit waren dus twee broertjes van Dr. Adriaan van Leuven.

    Met zekerheid is dus bekend, dat op de begraafplaats „’t Smees” 7 personen begraven zijn. Naar we vernemen bestaan er plannen om deze oude grafheuvel, die nu vaak als speelplaats van de jeugd gebruikt wordt, van een omheining te voorzien.

  • Coöperatieve Landbouw Vereniging

    Coöperatieve Landbouw Vereniging

    Landbouwstraat 2, Aalten (verdwenen)

    De Landbouw Aalten werd in 1898 opgericht als de Coöperatieve Landbouw Vereniging (CLV). In het jaar van de oprichting ging het de plattelandsbevolking van Aalten slecht. Door zeer zuinig te zijn en sober te leven kon men het hoofd boven water houden. Geld was er bijna niet in omloop zodat de afzet van producten als eieren, boter en varkens plaats had door ruilen tegen kruidenierswaren, veevoer (raapkoeken en lijnzaad) en kunstmest.

    De heer A.P. Slicher van Bath werd de voorzitter van de in 1878 opgerichte Onderafdeling van de Gelderse Maatschappij van Landbouw. Het doel van deze vereniging was om alles te doen wat in het belang van de ontwikkeling van de landbouw gedaan kon worden.

    Oprichting

    Op 22 augustus 1898 werd de Coöperatieve Landbouw Vereniging (CLV) opgericht. H. Navis werd voorzitter, Joh. Obbink secretaris en E. Scheffer penningmeester. Doel was de kracht van onderlinge samenwerking van landbouwers in Aalten en buurtschappen te bevorderen. In de nabijheid van het station Aalten bouwde men vervolgens een loods. In 1900 telde de CLV reeds 123 leden.

    De periode 1903-1914 kenmerkte zich door een gestage groei en een toenemende belangstelling van de boeren. Er was sprake van groei en bloei. Er ontstonden filialen in Barlo, Haart, Lintelo (’t Halt), Lintelo (Wisselink), IJzerlo en aan de Molenstraat in Aalten (Klomps). De CLV ging per 1 januari 1964 een bedrijfsmatige samenwerking aan met de Coöperatieve & Verbruiksvereniging Varsseveld in het coöperatieve productiebedrijf AaVaCo.

    Fusie

    Op 12 december 1967 werd een fusie opgestart met de CLV Dinxperlo-Breedenbroek en de CLV De Volharding te Dinxperlo, waarbij de CLV Varsseveld zich aansloot met ingang van 1968. Daartoe werden de statuten van AaVaCo gewijzigd, waarbij men AaVaCo omdoopte tot de coöperatieve vereniging Verenigde Landbouw Coöperaties ‘Slingeland’. G.A. De ‘Slingeland’ vestiging te Aalten bleef als rayonkantoor.

    1993

    Opgeblazen

    In 1995 kwam er een eind aan het ‘Landbouwtijdperk’ Aalten met het opblazen van de 35 meter hoge, betonnen silo van de Landbouw. Dit gebeurde met een springlading dynamiet. Een spectaculair gebeuren, waar half Aalten voor uitliep. Omdat er woningen in de omgeving van de Landbouw stonden moest men voorzichtig zijn, anders zouden de ruiten van deze woningen sneuvelen.

    Het opblazen van de silo verliep niet geheel volgens plan. Het Landbouwcomplex gaf zich niet snel gewonnen. Uiteindelijk werd het met machines gesloopt en verrees hier jaren later de nieuwbouw van Christelijk College Schaersvoorde, locatie Stationsplein.

    1995

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1903I-4948
    I-4949
    Coöp. Landbouw Vereeniging te Aalten810 m² bergplaats, pakhuis,
    bouwland en erf
    2390 m² huis, pakhuis en erf
    1904I-5102Coöp. Landbouw Vereeniging te Aalten3200 m² huis, pakhuis, schuren en erf
    1921I-5797Coöp. Landbouw Vereeniging te Aalten4520 m² pakhuizen en erf
    1929I-6305Coöp. Landbouw Vereeniging te Aalten4496 m² pakhuizen en erf
    1937I-6881Coöp. Landbouw Vereeniging te Aalten4475 m² pakhuizen en erf

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.K-3121/2454
    FunctieCoöperatieve
    Landbouw
    Vereniging
    Bouwjaar1898
    Sloop1995
  • Gasfabriek

    Gasfabriek

    Bredevoortsestraatweg 109, Aalten (verdwenen)

    Aan het begin van de twintigste eeuw groeide de behoefte aan een moderne energievoorziening in Nederland. Tot dan toe waren veel huishoudens en bedrijven afhankelijk van olie- en petroleumlampen voor verlichting en van hout of steenkool voor verwarming en koken. Gasverlichting werd gezien als een grote vooruitgang.

    Net als in veel andere plaatsen besloot men in Aalten daarom een gasfabriek te bouwen, waarmee huishoudens, bedrijven en straatverlichting van gas konden worden voorzien. De komst van de fabriek betekende een belangrijke stap in de modernisering van de lokale infrastructuur, maar bracht ook de nodige uitdagingen met zich mee.

    Het productieproces

    In 1905 werd besloten tot de bouw van een ‘steenkolen-gasfabriek’ in Aalten. Twee jaar later, in 1907, werd deze in gebruik genomen. De fabriek produceerde gas door middel van droge destillatie van steenkool. Dit proces hield in dat steenkool werd verhit in afwezigheid van zuurstof, waardoor gas vrijkwam dat kon worden opgevangen voor distributie.

    Het ruwe gas bevatte diverse onzuiverheden, zoals teer, ammoniak en zwavelverbindingen. Deze werden verwijderd via condensatie en chemische zuivering. Het gezuiverde gas werd vervolgens opgeslagen in een grote gashouder en via een netwerk van ondergrondse leidingen naar woningen en bedrijven geleid, waar het werd gebruikt voor verlichting, koken en verwarming.

    Aanleg van het gasnet

    De aanleg van het gasnet bracht echter de nodige overlast met zich mee. Voor de plaatsing van de leidingen moesten de straten regelmatig worden opengebroken, wat leidde tot veel klachten van inwoners.

    Tot eind 1908 klaagde men over de slechte toestand van de wegen en het ongemak dat de werkzaamheden veroorzaakten. Toch werd het gebruik van gas al snel steeds populairder, en groeide de gasfabriek uit tot een belangrijke voorziening binnen de gemeente.

    In 1919 nam de gemeente Aalten de gasfabriek over voor een bedrag van ƒ 115.000, plus ƒ 29.602,87 voor de infrastructuur, zoals leidingen en gasmeters.

    Gaspenningen

    Tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw hadden sommige huishoudens een gasmeter die werkte met speciale gasmuntjes. Dit systeem, bedoeld om betalingsachterstanden te voorkomen, werd ook in Winterswijk gebruikt. De Aaltense gaspenning was een zinken muntje met een waarde van 10 cent. Was het gas op, dan moest men weer een nieuw muntje in de meter stoppen.

    Met de komst van de geiser raakte dit systeem in onbruik. De waakvlam van deze apparaten moest continu branden, en dat was niet toegestaan in combinatie met een muntmeter. Rond 1955-1958 verdwenen de gaspenningen volledig, mede door de invoering van het landelijke aardgasnet.

    Het einde van de gasfabriek

    De ontdekking van de aardgasbel in Slochteren betekende het einde van de lokale gasfabrieken, waaronder die in Aalten. Het gebouw kreeg daarna verschillende tijdelijke functies, zoals een technische school en later een meubelfabriek (Fa. Hervo), tot het pand in 1964 door brand werd verwoest.

    Na de sluiting bleek de bodem ernstig vervuild met gevaarlijke stoffen zoals zwavel en cyanide. De sanering van het terrein werd pas tientallen jaren later, in 2009, volledig afgerond.

    Tramhalte

    Bij de gasfabriek was vroeger ook een tramhalte aan de lijn Lichtenvoorde-Bocholt.

    Archieven

    Adresboek 1934

    Aalten C429 > Bredevoortschestraat 109

    Gasfabriek

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-12882/13058
    FunctieGasfabriek
    Bouwjaar1907
    Door brand verwoest1964

    Bronnen

  • Luutenshuus

    Luutenshuus

    Haartsestraat 22, Aalten (verdwenen)

    Beschrijving

    Het Luutenshuus was een dorpsboerderij daterend uit 1680, op de hoek Haartsestraat-Polstraat in Aalten. Het werd in 1963 afgebroken.

    Het was een zeer markant pand, met z’n grote dubbele deur, houten voorgevel, z’n stoep van kleine veldkeitjes en de oude lindeboom. Op de toogbalk boven de ‘enddeure’ van de boerderij stond de tekst: “O Godt laet ons beerven een eerlick leven en een salich sterven Anno 1680 den 11 juni 8“. De toogbalk is voor het nageslacht bewaard gebleven en is te vinden in de Freriksschure, nu onderdeel van het Nationaal Onderduikmuseum aan de Markt in Aalten.

    Het Luutenshuus werd, samen met nog vier andere woningen, in 1963 afgebroken om de Haartsestraat te kunnen verbreden en Polstraat recht door te trekken richting Bredevoortsestraatweg. Op het vrijkomende terrein werd in 1965 Garage Langwerden gebouwd.

    Sloop

    In een krantenbericht uit het begin van de jaren 1960 lezen we het volgende:

    Oude Aaltense plekjes gaan verdwijnen.
    “Luitenhuis wordt afgebroken”

    … Een belangrijke verkeersverbetering kan in Aalten op het kruispunt Prinsenstraat-Haartsestraat tot stand komen nu het erg in de weg staande pakhuis bij cafe Prins-schiller is verdwenen. De Haartsestraat zal nu verbeterd worden, en er zal meteen een oplossing worden gezocht voor een ander probleem, de aansluiting op de Haartsestraat vanaf de Polstraat, waar ook de Ormelstraat op hetzelfde punt op de Haartsestraat aansluit. De Polstraat zal nu verlegd worden. Voor de daartoe benodigde grondaan- en verkopen heeft inmiddels de gemeenteraad toestemming gegeven.

    Het resultaat zal zijn dat de Polstraat zal worden verlegd, en dat het op de hoek van de Haatsestraat-Polstraat staande oude boerderijtje, het zogenaamde ‘Luitenshuis’ zal verdwijnen. Hiertoe is besloten nadat monumentenzorg een rapport over dit boerderijtje was opgemaakt, waarin duidelijk werd gesteld dat er zoveel aan dit gebouw is veranderd dat het op de achtergevel na geen enkele historische waarde meer heeft. Monumentenzorg heeft dan ook de raad gegeven tot afbraak over te gaan daar herstel in de oude toestand bijna ondoenlijk is en geweldige bedragen zal gaan kosten.

    Als begin 1963 met de vernieuwing van de Haartsestraat zal worden begonnen zal ook op dit punt Aalten een geheel nieuw gezicht krijgen.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-173Gerrit Hendrik Smalbraak220 m² huis en erf
    1860I-2603Jan Steven Schaars Prins, Rijks-Veldwachter290 m² huis en erf
    1895I-2603Johanna Elisabeth Prins290 m² huis en erf
    1898I-2603Gerrit Jan Luiten, timmerman290 m² huis en erf

    Bewoners

    In de jaren dertig van de vorige eeuw heeft de heer Stoltenborg er gewoond en vandaar uit handel gedreven op Duitsland. Dat deed hij met paard en wagen. Hij handelde in groente en fruit. Nadat hij verhuisd was naar de Bodendijk 36 is het pand nog bewoond geweest door verschillende families, onder andere aan de linkerzijde door de familie Horn, die in de jaren vijftig naar Canada is geëmigreerd.

    Eerst bekende bewoners:

    Jan Lui(j)ten / Lutten (Aalten 15-07-1708 – Aalten 08-02-1793), trouwt op 20-05-1735 in Aalten met
    Henderske(n) Schurink / Schuijring (Aalten 26-01-1710 – Aalten 11-04-1789)

    Jan werd geboren op Luiten (De Luthe) in Barlo.

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    B(a/e)ren(t/d) Lui(j)ten / Lutten (Aalten 06-09-1739 – Aalten 21-05-1798), trouwt op 18-04-1766 in Aalten met
    J(a/e)nneke(n) Ren(s/z)ink (Aalten 25-10-1744 – Aalten 23-06-1821)

    Volgende bewoners, ongetrouwde (schoon)zuster en ongetrouwde dochter:

    Aaltje Luijten (Aalten 13-03-1746 – Aalten 30-11-1830)
    Berendina Luijten (Aalten 15-02-1767 – Aalten 12-07-1831)

    Volgende bewoners:

    Bevolkingsregister 1823-1850

    Aalten 229

    Laurens Fredriks (Aalten, 24-02-1747), landbouwer

    Volgende bewoners:

    Garrit Hendrik Smalbrake (Winterswijk, 31-07-1799), draaijer
    Berendina Harmina Manschot (Aalten, 20-11-1784)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    “Nieuwstraat”

    Aalten 212

    Gerrit Hendrik Smalbraak (Winterswijk, 31-07-1799), draaijer
    Berendina Harmina Manschot (Aalten, 20-11-1784)

    Volgende bewoners:

    Jan Steven Schaars Prins (Aalten, 23-02-1817), opziener der jagt
    Berendeken Walvoort (Barlo, 07-10-1823)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 212

    Jan Steven Schaars Prins (Aalten, 23-02-1817 – Aalten, 23-08-1893), rijksveldwachter
    Berendeken Walvoort (Barlo, 07-10-1823)

    Aalten 212a

    Gerrit Jan Berendsen (Laag Keppel, 20-12-1842),
    Catharina Elisabeth Koldeweij (Gendringen, 21-01-1836)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 284

    Jan Steven Schaars Prins (Aalten, 23-02-1817 – Aalten, 23-08-1893), rijksveldwachter
    Berendeken Walvoort (Barlo, 07-10-1823)

    Aalten 284a

    Jan Willem Prins (Aalten, 05-10-1842), schrijnwerker
    Johanna Weenink (Aalten, 07-10-1849)

    Volgende bewoners:

    Kommer Boudewijn (Strijen, 18-08-1814), rijksontvanger

    Volgende bewoners:

    Egbertus Marinus van Soest (Dinxperlo, 27-05-1850), onderwijzer, hulp

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 322

    Jan Steven Schaars Prins (Aalten, 23-02-1817 – Aalten, 23-08-1893), rijksveldwachter / gepensioneerd
    Berendeken Walvoort (Barlo, 07-10-1823)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 314

    Jan Steven Schaars Prins (Aalten, 23-02-1817), gep. rijksveldwachter

    Volgende (hoofd)bewoners, schoonzoon en 2e echtgenote:

    Gerrit Jan Luiten (Aalten, 07-10-1854), timmerman
    Willemina Aleida Veldhuis (Heurne, 03-12-1863)

    Aalten 314a

    Johanna Geertruida ter Horst (Dinxperlo, 31-12-1829), wed. D.J. Helders

    Volgende bewoners:

    Johann Heinrich Neuenhofer (Gladbach, 23-11-1847), opzichter bij H. Driessen & Zn.
    Maria Catharina Schmidlein (Veenendaal, 23-10-1850)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 363 > C559

    Gerrit Jan Luiten (Aalten, 07-10-1854), timmerman, gemeentebode
    Willemina Aleida Veldhuis (Heurne, 03-12-1863)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten C559 > D646

    Gerrit Jan Luiten (Aalten, 07-10-1854), gemeentebode
    Willemina Aleida Veldhuis (Heurne, 03-12-1863)

    Adresboek 1934

    Aalten D646 > Haartsestraat 22

    B.G. Saalmink

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-12183
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1680
    Sloop1963
    Dagblad Tubantia, 06-08-1963
    Dagblad Tubantia, 6 augustus 1963
  • De Hoekskamp

    De Hoekskamp

    Hofstraat 16, Aalten

    Beschrijving

    Deze forse vrijstaande villa genaamd „de Hoekskamp‟ ligt aan de zuidelijke zijde van de Hofstraat, prominent op de zuidwestelijke hoek met de Polstraat. Het pand is in 1931 gebouwd naar een ontwerp van de regionaal zeer bekende architect J.J. Post uit Winterswijk in opdracht van textielfabrikant Clemens V.M.J. Driessen, directeur van de naastgelegen textielweverij. Later woonden er in deze villa o.a. tandarts Van Ewijk en huisarts Wielink.

    De villa valt op door zijn forse bouwmassa met in elkaar geschoven bouwdelen en de hoge kap. Hoewel de ramen zijn vernieuwd, is de indeling van de gevels ongewijzigd gebleven. De karakteristieke uitstraling van deze beeldbepalende Interbellum villa is dan ook goed behouden gebleven. De hoeksituering en ligging direct naast de voormalige textielfabriek van Herman Driessen en Zn en tegenover de markante middenstandswoningen Hofstraat 15-17 en 19-21 versterken deze uitstraling.

    Bewoners

    Adresboek 1934

    Aalten D689/2 > Hofstraat 16

    C.V.M.J. Driessen

    Adresboek 1967

    Hofstraat 16

    B.J. v. Ewijk, tandarts

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-8533
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1931
    Monumentnee
  • Beukenhof

    Beukenhof

    Hofstraat 12, Aalten

    Beschrijving

    Deze directeursvilla is gebouwd in 1893-1894 door textielfabrikant Herman Driessen, gelijktijdig met de voormalige naastgelegen stoomweverij. De statige villa heeft later nog jarenlang dienst gedaan als gezinsvervangend tehuis van Estinea. Achter het huis lag ooit de waarschijnlijk eerste tennisbaan van Aalten.

    De villa is opgetrokken in neo-renaissancistische stijl en telt op de eerste en tweede verdieping 10 slaapkamers. Het is een rijksmonument en kent nog vele monumentale detailleringen, waaronder een zeer fraai trappenhuis met originele tegels in Jugendstil-motief en diverse originele glas-in-lood ramen. Het karakteristieke pand is tegenwoordig in particuliere handen en wordt momenteel gerestaureerd.

    In 2015 schreef Jalf Flach aan Oud Aalten:

    “Recent vond ik een tekst terug die ik 25 jaar geleden schreef n.a.v. een interview met Mevr. Bella Driessen. In 1893 heette de Hofstraat nog Het Blik en in dat jaar verrezen daar een stoomweverij en een woonhuis dat de volgende 75 jaar door leden van de familie Driessen zou worden bewoond. Pas in 1953 kreeg het huis de naam ‘Beukenhof’ van één der bewoonsters. Maar toen had het huis al een bewogen historie achter de rug.

    Bella Driessen bewoonde het huis vanaf haar prille jeugd tot aan 1969, toen de fabriek sloot en het huis in andere handen over ging. Dat is dus ruim 60 jaar. In die tijd was de Beukenhof een echte patriciërswoning zoals uit de interieurfoto blijkt die ik van haar mocht lenen. In later jaren bewoonde zij het huisje dat aan het grote gebouw gebouwd was en dat tot haar verdriet in 1976 gesloopt werd, toen het huis tot een gezinsvervangend tehuis werd verbouwd. Daarmee kwam een eind aan wat in de volksmond oneerbiedig de ‘puist van Bella’ werd genoemd.

    Boeiend waren de verhalen van mevr. Driessen over de oorlogsjaren. In het trappenhuis waren een paar prachtige glas-in-lood vensters. Eén stelde de stuw op het Smees voor en de andere de kathedraal van Malmédy waarvandaan haar moeder afkomstig was. Nadat eerst al eens een Duitse soldaat er doorheen geschoten had omdat er in strijd met verduisteringsvoorschriften gehandeld werd, moesten ze er bij een bombardement op Aalten helemaal aan geloven. De rest van de oorlog waren er planken voor gespijkerd en zochten de bewoners, ingekwartierde Duitse soldaten en evacués, hun weg in het duister.

    Na de oorlog werden er weer eenvoudiger glas-in-lood vensters aangebracht die nu nog in het trappenhuis in Jugendstil prijken en samen met de fraaie tegels en smeedijzeren trapleuningen het pand een geheel eigen karakter geven.”

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 20

    Herman Anton Frans Carel Maria Driessen (Aalten, 22-09-1831), fabrikant
    Anna Maria Theodora Mühren (Neuenkirchen/D, 14-10-1840)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 23 > C584

    Herman Anton Frans Carel Maria Driessen (Aalten, 22-09-1831), fabrikant
    Anna Maria Theodora Mühren (Neuenkirchen/D, 14-10-1840)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten C584 > D691

    Josephus Walter Julius Driessen (Aalten, 07-01-1870), fabrikant
    Maria Anna Elisa Josepha Beckmann (Malmédy, 12-05-1872)

    Adresboek 1934

    D691 > Hofstraat 12

    J.W.J. Driessen

    Adresboek 1967

    Hofstraat 12

    Mevr. I.M.E.B.G. Driessen-Smeets

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-12941
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1893
    MonumentRijksmonument
  • Villa Slingesteyn

    Villa Slingesteyn

    Willemstraat 16, Aalten

    Beschrijving

    Dit was ooit de woning van pijpenfabrikant Willem te Gussinklo jr., ook wel bekend als ‘Piepkes Willem’, directeur van Dutch Button Works in Bredevoort.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1915I-3980Willem te Gussinklo junior, fabrikant1702 m² huis en tuin

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1910-1920

    193/1 > 196

    Willem te Gussinklo (Aalten, 18-05-1888), fabrikant
    Engelina Arriana van Houte (Zwolle, 19-06-1892)

    Adresboek 1934

    Aalten A196 > Willemstraat 16

    W. te Gussinklo

    Adresboek 1967

    Willemstraat 16

    W.A. te Gussinklo
    Mej. E.J. Rensink

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.K-3243
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1913
    Monumentnee
  • Café Rathmer

    Café Rathmer

    Landstraat 2, Aalten

    Beschrijving

    Later werd dit de Koala Bar, café Op d’n Timp, daarna Malle Babbel en tegenwoordig is hier een makelaarskantoor gevestigd.

    Eigenaren

    Kadaster 1832

    Aalten I1254
    Gerardus Koelman
    borstelmaker te Aalten
    220 m² huis en erf

    Bewoners

    1813

    Aalten 28

    Peter Albertus Vaags (Aalten, 29-10-1789), winkelier

    1 weduwe
    1 zoon
    1 dogter

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 28

    Petrus Albertus Vaags (Aalten, 29-09-1789), winkelier
    (1) Arnolda Antonetta Vreede (Aalten, 12-04-1793)
    (2) Aaltjen Somsen (Aalten, 22-08-1788)

    Volgende bewoners:

    Gerhardus Henricus Arnoldus Koelman (Aalten, 25-01-1799), borstelmaker
    Janna Elisabeth Reijerink (Aalten, 24-09-1802)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 4

    Gerhardus Henricus Arnoldus Koelman (Aalten, 25-01-1799), borstelmaker
    Janna Elisabeth Reijerink (Aalten, 24-09-1802)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 4

    Gerhardus Henricus Arnoldus Koelman (Aalten, 25-01-1799), borstelmaker
    Janna Elisabeth Reijerink (Aalten, 24-09-1802)

    Volgende bewoners:

    Gerhardus van Bree (Wisch, 22-04-1825), bakker
    Geertruida Schaars (Didam, 10-09-1828)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 4

    Gerhardus van Bree (Wisch, 22-04-1825), bakker
    Geertruid Schaars (Didam, 10-09-1828)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 5

    Gerhardus van Bree (Wisch, 22-04-1825), bakker
    Geertruida Schaars (Didam, 10-09-1828)

    Volgende bewoner:

    Jan Dirk Heerdink (Winterswijk, 12-08-1852), broodbakker

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 5

    Jan Dirk Heerdink (Winterswijk, 12-08-1852), bakker

    Hij vertrekt in 1882 naar Amerika.

    Volgende bewoner:

    Herman Rathmer (Stadtlohn/D, 25-12-1827), bakker
    Wilhelmina Auluke (Stadtlohn/D, 15-05-1841)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 6

    Herman Rathmer (Stadtlohn/D, 25-12-1827), bakker
    Wilhelmina Auluke (Stadtlohn/D, 15-05-1841)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten A7 > A13

    Wilhelmina Auluke (Stadtlohn/D, 15-05-1841), winkelierster

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Bernhard Johann Rathmer (Stadtlohn/D, 28-02-1864), exportslager
    Maria Soethof (Giesbeek, 15-02-1867)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten A13 > D588

    Bernhard Johann Rathmer (Stadtlohn/D, 28-02-1864), exportslager, stalhouder
    Maria Soethof (Giesbeek, 15-02-1867)

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Aalten A13 > 588

    Bernhard Johann Rathmer (Stadtlohn/D, 28-02-1864), caféhouder

    Adresboek 1934

    Aalten D588 > Landstraat 2

    B.J. Rathmer

    Adresboek 1967

    Landstraat 2

    J.J. Rathmer

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-12020
    FunctieWoonhuis, Winkel,
    Café, Kantoor
    Bouwjaar1800
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • Café/Hotel Vultink

    Café/Hotel Vultink

    Plein Zuid 14, Aalten (verdwenen)

    Beschrijving

    Het oude Café Vultink aan Plein Zuid, dat tot 1955 Dijkstraat heette, werd tijdens de Bevrijding in 1945 door brand verwoest. Na de Tweede Wereldoorlog werd hier Hotel Vultink gebouwd. Eind jaren ’70 werd het hotel omgevormd tot een Chinees-Indisch restaurant. In 2013 brandde ook dit pand af; tegenwoordig staan er op deze locatie een woning en een kantoorpand.

    In 1868 kocht borstelmaker Bernardus Vultink een stuk bouwland aan de Dijkstraat van horlogemaker Wessel te Gussinklo. In 1879 verkocht Bernardus het land aan zijn broer, Franciscus Vultink (1828-1903), eveneens borstelmaker. Franciscus bouwde hier een huis, waar hij met zijn vrouw en zes kinderen ging wonen.

    Café Vultink

    Rond 1900 besloot Franciscus van beroep te veranderen en werd herbergier. Hij liet een aanbouw aan zijn huis zetten en opende hier zijn café. Na het overlijden van Franciscus in 1903 zette zijn zoon, Johannes Bernadus Vultink (1869-1917), de zaak voort.

    In 1910 werd een tramlijn geopend tussen Lichtenvoorde en Bocholt. Deze lijn liep langs café Vultink, met een halte recht voor de deur.

    Na het overlijden van Johannes Bernadus in 1917 werd de zaak voortgezet door zijn zoon Franciscus Hendrikus (Frans) Vultink (1908-2002). Zijn zoon Hans zou later internationale bekendheid verwerven als biljarter.

    Het café van Vultink was een ouderwets gezellige kroeg waar je de laatste dorpsroddels kon horen. Die werden onder het genot van een pilsje of een borrel uitvoerig besproken.

    Bevrijding en brand

    Op 30 maart 1945, Goede Vrijdag, werd Aalten bevrijd door de geallieerden. Ter verdediging tegen de oprukkende troepen hadden de Duitsers landmijnen geplaatst op Plein Zuid, dat destijds nog Dijkstraat heette. Toen een Engelse tank op een van deze mijnen reed, volgde een explosie waarbij café Vultink vlam vatte en volledig afbrandde. De familie Vultink was op dat moment geëvacueerd naar een nabijgelegen boerderij en bleef ongedeerd.

    Bondshotel en restaurant

    Na de oorlog bouwde Frans Vultink op dezelfde plek een hotel, een zogenaamd Bondshotel. Bondshotels boden betaalbare accommodatie voor ANWB-leden en lagen vaak op gunstige locaties voor toeristen, zoals langs fietsroutes of bij stations. Het was tevens een café-restaurant.

    Eind jaren ’70 werd het hotel omgevormd tot een Chinees-Indisch restaurant, eerst onder de naam Azië en later Nederchina. Omstreeks 2011 sloot het restaurant definitief zijn deuren.

    Opnieuw brand en nieuwbouw

    Op maandagochtend 1 april 2013 brandde het inmiddels leegstaande pand volledig uit. Tegenwoordig bevinden zich op deze plek een woning en een kantoorpand, met huisnummers 14 en 14a.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1868I-2058Wessel te Gussinklo, horlogiemaker3144 m² bouwland
    1878I-2058Bernardus Vultink, borstelmaker3144 m² bouwland
    1879I-3492Franciscus Vultink en consorten, borstelmaker180 m² huis en erf
    1885I-3962Franciscus Vultink en consorten, borstelmaker180 m² huis, schuur en erf
    1902I-4901Franciscus Vultink en consorten, kastelein3178 m² huis, locaal en erf
    1934I-6572Johannes Bernardus Vultink, kastelein6720 m² huis, schuur, erf
    1957I-7006Franciscus Hendrikus Vultink, caféhouder3712 m² huis, wld., noodapotheek,
    hotel, garage, tuin, golfbaan, kantine
    1977K-708Franciscus Hendrikus Vultink, caféhouder1250 m² chin. restaurant,

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 34b

    Franciscus Vultink (Aalten, 25-07-1828), borstelmaker
    Geertruida Louisa Grievink (Silvolde, 18-05-1833)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 36

    Franciscus Vultink (Aalten, 25-07-1828), borstelmaker
    Geertruida Louisa Grievink (Silvolde, 18-05-1833)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 39

    Franciscus Vultink (Aalten, 25-07-1828), borstelmaker, tapper
    Geertruida Louisa Grievink (Silvolde, 18-05-1833)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten A52 > A57

    Franciscus Vultink (Aalten, 25-07-1828), kastelein
    Geertruida Louisa Grievink (Silvolde, 18-05-1833)

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Johannes Bernardus Vultink (Silvolde, 16-09-1869), borstelmaker, herbergier
    Johanna Willemina Gildhuis (Aalten, 22-07-1871)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten A57 > A44

    Johannes Bernardus Vultink (Silvolde, 16-09-1869), postbode, herbergier
    Johanna Willemina Gildhuis (Aalten, 22-07-1871)

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Aalten A44

    Johanna Willemina Gildhuis (Aalten, 22-07-1871)

    Volgende (hoofd)bewoner, zoon:

    Franciscus Hendrikus Vultink (Aalten, 06-10-1908)

    Bevolkingsregister 1930-1940

    Aalten A44

    Franciscus Hendrikus Vultink (Aalten, 06-10-1908)
    Maria Francisca Wilhelmina Goosen (28-07-1908)

    Adresboek 1934

    Aalten A44 > Dijkstraat 68

    F.H. Vultink

    Adresboek 1967

    Plein Zuid 14

    Hotel Vultink
    J.W. Vultink
    Mej. J.M. Horenberg
    W.F. Pidoux

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.K-3660/3659
    FunctieHotel,
    Café,
    Restaurant
    Sloop2013

    Bronnen


  • Hotel De Kroon

    Hotel De Kroon

    Dijkstraat 62, Aalten

    Beschrijving

    In 1911 gebouwd café met woonhuis naar ontwerp van de Aaltense architect J. Brill. Deze ontwierp als gemeentearchitect in de periode 1906-1924 diverse panden in Aalten. Het pand is prominent gesitueerd op de hoek van de Dijkstraat met de Stationsstraat, op korte afstand van het stationsgebouw uit 1884. Het voormalige café en woonhuis is opgetrokken in karakteristieke overgangsarchitectuur met een levendige detaillering. Hoewel de invullingen van de vensters vernieuwd zijn en er in de loop der tijd een aantal uitbreidingen hebben plaatsgevonden, heeft het pand zijn karakteristieke en oorspronkelijke uitstraling behouden.

    Hotel De Kroon

    Voordat Hotel De Kroon gebouwd werd, stond op deze plek het café van Lelivelt. Rond de vorige eeuwwisseling werd er gereisd met paard en wagen. Paarden werden bij Lelivelt aan een paal vastgezet en kregen hier volop te eten. Gereisd werd er ook per trein. Het café lag op ongeveer 250 meter afstand van het treinstation.

    Rond 1912 werd op de plek van café Lelivelt Hotel de Kroon gebouwd. Inmiddels had de stoomtram zijn intrede gedaan in het dorp Aalten. De Gelders Westfaalsche Stoomtram Maatschappij verzorgde de tramlijndienst Bocholt, Aalten, Bredevoort, Barlo richting Lichtenvoorde.

    Hotel De Kroon was voor de gasten dus gemakkelijk bereikbaar met de trein en per tram. De halte van de stoomtram lag een aantal honderden meters verderop, bij het pand van Lurvink. Lurvink had een café en verkocht ook manufacturen.

    In de oorlogsjaren had Hotel de Kroon geen beste naam. Het hotel, zijn eigenaren en de activiteiten in het hotel in de oorlog vormen een zwarte bladzijde in de plaatselijke geschiedenis. In juli 1941 werd hier het derde Moederhuis van Gelderland geopend. De Nederlandsche Volksdienst, een onderafdeling van de NSB, wilde wat doen voor moeders van grote gezinnen. Hier werden vrouwen opgevangen welke na het baren van tien kinderen in tien jaar huwelijk lichamelijk en geestelijk uitgeput waren. In het Moederhuis konden ze nieuwe energie opdoen. Drie weken lang kon men er ontspannen, onder andere in de tuin achter het hotel. Na drie weken vakantie keerden ze als ‘herboren’ terug bij man en kinderen.

    Bij Hotel de Kroon lagen vroeger de tennisbanen van de Aaltense tennisvereniging Altec. Dit tenniscomplex is al tientallen jaren verdwenen.

    Het pand is tegenwoordig geen hotel meer, maar in gebruik als afhaalchinees en pizzeria.

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 36

    Petrus Lelivelt (Mook, 17-02-1833), timmerman
    (1) Grada Aleida Gildhuis (Aalten, 06-10-1836)
    (2) Wilhelmina Schutten (Groenlo, 31-07-1840)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 39

    Petrus Lelivelt (Mook, 17-02-1833), timmerman
    Wilhelmina Schutten (Groenlo, 31-07-1840)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 41

    Petrus Lelivelt (Mook, 17-02-1833), kastelein
    Wilhelmina Schutten (Groenlo, 31-07-1840)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 61

    Petrus Lelivelt (Mook, 17-02-1833), herbergier
    Wilhelmina Schutten (Groenlo, 31-07-1840)

    Volgende bewoners:

    Johan Diederik Beskers (Kotten, 07-03-1882)
    Johanna Kotmans (Woold, 22-12-1880)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten A43 > A31

    Johan Diederik Beskers (Kotten, 07-03-1882), tapper / hotelhouder
    Johanna Kotmans (Woold, 22-12-1880)

    Adresboek 1934

    Aalten A031 > Dijkstraat 62

    H.J. Beskers

    Adresboek 1967

    Dijkstraat 62

    J.D. Beskers
    Hotel “De Kroon”
    Mej. M.H. Veldkamp

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.K-2230
    FunctieHotel,
    Restaurant
    Bouwjaar1911
    Monumentnee