Categorie: Aalten

  • Grevinkweg 1

    Grevinkweg 1

    Aalten

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Dale 2 > 2

    Arnoldus Stronks (Dale, 01-04-1851)
    Johanna Gesina Elferink (Barlo, 18-04-1850)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Dale 2 > 2

    Arnoldus Stronks (Dale, 01-04-1851)
    Johanna Gesina Elferink (Barlo, 18-04-1850)

    Dale 2

    Roelof Heinen (Aalten, 09-01-1896)
    Dina Johanna Hendrika Lammers (Lintelo, 06-06-1900)

    Adresboek 1934

    Dale 2 > Grevinkweg 1

    R. Heinen

    Adresboek 1967

    Grevinkweg 1

    H. te Ronde

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.L-913
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1984
    Monumentnee
  • Logement Stad Munster

    Logement Stad Munster

    Peperstraat, Aalten (verdwenen)

    Beschrijving

    Logement Stad Munster was ooit een belangrijk rustpunt voor reizigers en postkoetsen. Het stond in de Peperstraat, tussen het voormalige postkantoor en de Postiljon, tegenover Stegers. Na de gemeentelijke herindeling van 1816 werd het korte tijd ook als Rechthuis gebruikt. In 1873 werd het pand door een brand volledig verwoest en het is daarna nooit herbouwd.

    Pleisterplaats voor de diligence

    In vroeger eeuwen, toen de postwagen of diligence het officiële vervoermiddel was, fungeerde ‘Logement Stad Munster’, ook wel bekend als ‘Hotel Wamelink’, als pleisterplaats voor de diligence en als rustpunt voor vermoeide reizigers. Wie een verre reis moest maken en het zich kon veroorloven, stapte in bij Hotel Wamelink, waarna de reis hortend en stotend werd voortgezet naar de eindbestemming. Wie minder te besteden had, trok de ‘steffels’ (laarzen) aan en ondernam de reis te voet. Een wandeling naar Arnhem of Zutphen was geen zeldzaamheid. Men had de tijd. Logement Stad Munster verwelkomde reizigers van allerlei pluimage, zoals een fabrikant uit Armentiers in Frankrijk, een koopman uit Stadlohn en een commies te voet uit Oosterwijk. Drie Engelse fabrieksarbeiders uit Manchester, Asthon en Oldham, verbleven er twee maanden.

    In 1823 stond Johanna Maria Martha Mensinck op dit adres geregistreerd als logementhoudster. Zij was de weduwe van Gerrit Jan Wamelink, die in 1822 overleed. Johanna overleed in 1854. Hun zoon Lambertus Hermanus Wamelink zette het logement voort. Hij was in 1852, op 39-jarige leeftijd, getrouwd met Johanna Catharina Heming. Nadat zij in 1854 overleed, hertrouwde hij in 1856 met Wilhelmina Louisa Hendrina Meijrink.

    Brand

    Op 2 april 1873 barstte er een hevig onweer los boven Aalten. De arbeiders op het land vluchtten schuren en tuinhuisjes in. De donder rolde af en aan, en de bliksem was niet van de lucht. Plotseling klonk er een knal en kort daarna hoorde iedereen, boven het geruis van de regen uit, het luiden van de brandklok in de kerktoren. Een blikseminslag had het pand naast het logement getroffen, dat bewoond werd door de heer Van Eerden en rijksontvanger Boudewijn.

    Toen de brandwachten arriveerden, stonden beide panden al in lichterlaaie. Tegen dit geweld konden de brandspuiten weinig beginnen. Het oude logement, de trots van de Wamelinks, die er begin 18e eeuw al woonden, brandde tot de grond toe af, evenals het naastgelegen huis op de hoek van de Kerkstraat. Het logement werd niet herbouwd, en sindsdien is de plek een open doorgang gebleven tussen de Peperstraat en het Hoge Blik.

    Eigenaren

    Kadaster 1832

    Aalten I1152
    wed. Gerrit Jan Wamelink
    490 m² huis, schuur en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 256

    Johanna Maria Martha Mensinck (Winterswijk, 16-08-1788), logementhoudster

    Zij was de weduwe van Gerrit Jan Wamelink.

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 271

    Johanna Maria Martha Mensinck (Winterswijk, 16-08-1788), logementhoudster

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 271

    Johanna Maria Martha Mensinck (Winterswijk, 16-08-1788), logementhoudster

    Volgende bewoners, zoon en echtgenote:

    Lambertus Hermanus Wamelink (Aalten, 18-02-1813)
    (1) Johanna Catharina Heming (Vreden/D, 02-07-1822)
    (2) Wilhelmina Louisa Hendrina Meijerink (Aalten, 06-11-1823)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 271

    Wilhelmina Louisa Hendrina Meijerink (Aalten, 06-11-1823), logementhoudster

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 348

    Wilhelmina Louisa Hendrina Meijerink (Aalten, 06-11-1823), logementhoudster

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.
    FunctieLogement
    Bouwjaaronbekend
    Afgebrand1873

    Bronnen


  • Café Stegers

    Café Stegers

    Markt 2, Aalten

    Beschrijving

    Café-Restaurant Stegers, gelegen op de hoek van de Markt en de Peperstraat in Aalten, heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de 18e eeuw. Het pand begon als herberg en jeneverstokerij en is in de loop der tijd een slijterij en uiteindelijk een bekend café-restaurant geworden. Stegers is niet alleen een populaire ontmoetingsplek, maar ook een belangrijk onderdeel van het lokale erfgoed.

    De familie Becking

    In 1717 bevond zich op deze locatie een brouwerij met voortuin van Lemmert te Kavestede. Bekend is dat op deze plek eertijds de herberg van Schaars was gevestigd. Rond 1800 krijgen we meer zekerheid over de bewoners. Omstreeks die tijd woonde de in Varsseveld geboren Lourens Becking in Aalten. Het pand werd in 1799, blijkens een inscriptie op een gevelsteen, door Lourens Becking en Willemina Geertruid Schaars verbouwd tot woonhuis, branderij en landbouwschuur.

    In 1804 liet Becking, jeneverstoker van beroep, een nieuw huis bouwen aan de Markt. Boven in zijn nieuwe huis liet hij een gevelsteen inmetselen met een cryptische rebus die als volgt vertaald kan worden: “Het naaihuis van Tabitha”. Volgens pater Reinders heeft de rebus echter een andere betekenis: “Tabitha begeert verkwikt te worden door de verdiensten, die Christus op Kalvarië heeft verworven”.

    Rond 1828 nam zoon Hendrik Jan de jeneverstokerij over. In 1864 stopte hij met het stoken en ging verder als slijter. Waarschijnlijk combineerde hij deze activiteit met een tapperij. Er had een verbouwing plaats en het gedeelte van het pand in de Peperstraat werd verhuurd aan bakker Lourens Prins.

    Na het overlijden van Hendrik Jan in 1889, zonder mannelijke opvolgers, nam zijn dochter Johanna Geertruida Klazina de slijterij over. Met haar overlijden in 1894 kwam er een einde aan 90 jaar stokerij en slijterij van de familie Becking in Aalten. De erfgenamen verkochten het pand in de Peperstraat aan koopman Salomon Goedhart. Het pand aan de Markt werd verhuurd aan timmerman H.B. Lelieveld.

    Tante Mina

    Rond 1910 werd het pand aan de Markt eigendom van Tante Mina Heersink-Geerdes, geboren in de Brinkheurne bij Winterswijk. Zij opende hier een café en breidde haar activiteiten later uit met een pension en restaurant. Later werd ze bijgestaan door haar dochter Leis, die getrouwd was met Gert Prins. Hij drijft later een rookwarenwinkel opzij van het pand, en in de jaren twintig was er in de achterkeuken zelfs een fietsenmakerij gevestigd. Het café van tante Mina stond bekend om de grote potkachel in het midden van het lokaal. In 1952 raakte de voorgevel van het monumentale pand zwaar beschadigd toen de eeuwenoude lindeboom voor het etablissement omwaaide tijdens een hevige storm.

    De familie Stegers

    Begin jaren zestig van de vorige eeuw waren Riek en Jan Stegers uit Groenlo op zoek naar een horecagelegenheid. Riek had al ervaring in de horeca. Jan was verzekeringsagent, maar werkte in zijn vrije tijd ook in de horeca. Het pand aan de Markt in Aalten stond te koop en in april 1961 nam de familie Stegers de grote stap. Omdat ze niet de benodigde papieren hadden voor een rookwarenwinkel, sloten ze deze en openden in oktober van dat jaar een snackbar in de voormalige winkel. Sinds 1990 wordt Café-Restaurant Stegers geleid door Bertus en Jolanda Lammers, samen met Raymund en Sophia Stegers.

    Nieuw hoofdstuk

    Begin 2025 werd aangekondigd dat Café-Restaurant Stegers en De Geste worden overgenomen door Zila en Kayra Ertunç, van het naastgelegen Krul Bar & Restaurant. Zij verklaarden trouw te blijven aan de oorspronkelijke naam en het concept. Met respect voor het levenswerk van de families Stegers en Lammers willen zij de sfeer en traditie van deze historische horecagelegenheid in Aalten voortzetten.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1153Lourens Becking580 m² huis, schuur en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1850

    Aalten 257

    Laurens Becking (Varsseveld, 28-04-1773), geneverbrander
    Willemina Gertruid Schaars (Aalten, 07-08-1773)

    Volgende bewoners, zoon en echtgenote:

    Hendrick Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), geneverbrander
    Gesina Sophia Gussinklo (Aalten, 16-04-1806)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 279

    Hendrick Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), geneverbrander
    Gesina Sophia Gussinklo (Aalten, 16-04-1806)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 279

    Hendrik Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), geneverbrander
    Gesina Sophia Gussinklo (Aalten, 16-04-1806)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 356

    Hendrik Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), slijter
    Gesina Sophia Gussinklo (Aalten, 16-04-1806)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 399

    Hendrik Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), slijter

    Volgende bewoners, dochter:

    Johanna Geertruida Klazina Becking (Aalten, 21-01-1837), slijter

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 393

    Johanna Geertruida Klazina Becking (Aalten, 21-01-1837), slijtster

    Volgende bewoners:

    Hendrikus Bernadus Lelivelt (Aalten, 18-02-1866), timmerman
    Johanna Berendina Reijers (Gendringen, 13-12-1872)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 465 > 519

    Hendrikus Bernadus Lelivelt (Aalten, 18-02-1866), tapper
    Johanna Berendina Reijers (Gendringen, 13-12-1872)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten C519

    Hendrikus Bernadus Lelivelt (Aalten, 18-02-1866), tapper
    Johanna Berendina Reijers (Gendringen, 13-12-1872)

    Volgende bewoner:

    Aalten D572

    Mina Aleida Heersink-Geerdes (Brinkheurne, 02-10-1878), caféhoudster

    Adresboek 1934

    Aalten D572 > Markt 2

    Wed. J.W.A. Heersink

    Adresboek 1967

    Markt 2

    J.F.J. Stegers

    Hotel Stegers

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-6928
    FunctieCafé-Restaurant,
    Snackbar
    Bouwjaar1804
    MonumentRijksmonument
  • Oerkroeg Schiller

    Oerkroeg Schiller

    Prinsenstraat 4, Aalten

    Beschrijving

    Oerkroeg Schiller (vroeger ‘Café Brouwerij de Halve Maan’ genoemd) is een monumentaal café dat al meer dan drie eeuwen als horecabedrijf bestaat. Het was Hendrik Westerveld, brouwer van beroep, die het café in de 17e eeuw startte. Halverwege de 19e eeuw kocht Gerrit Jan Prins het bedrijf.

    Gerrit Jan Prins ging in de leer bij het alom bekende Hotel Café Schiller te Amsterdam als leerling tapper. Na zijn periode in Amsterdam, mocht hij van de eigenaar in Amsterdam de naam ‘Schiller’ gaan gebruiken en uitdragen. Later breidde hij de zaak uit met een herensociëteit. De ledenlijst hangt nog altijd zichtbaar in het eetlokaal.

    Het pand bestaat uit verschillende bouwfasen. De oorsprong ligt vermoedelijk aan het einde van de 16e eeuw, hoewel de kern mogelijk van oudere datum is. Recente aanbouw stamt uit het begin en halverwege de 20e eeuw. Vanwege de prominente ligging en karakteristieke uitstraling wordt het door de gemeente als beeldbepalend element beschouwd.

    Sinds de jaren 70 van de vorige eeuw is Oerkroeg Schiller een bruin café met poppodium. Na 2002 volgden uitbreidingen met een eetlokaal en bovenzaal/filmhuis. De akoestiek werd in 2016 verbeterd.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1110Jan Prins, brouwer270 m² huis en erf
    1859I-2014Gerhard Prins, bierbrouwer270 m² huis en erf
    1897I-4778Hermina Johanna Prins1236 m² huis en erf
    1900I-4912Hermina Johanna Prins1606 m² huis, schuur en erf
    1934I-5302Gerrit Jan Prins,
    koffiehuishouder en bierbottelaar
    1600 m² huis, garage en erf
    (dj. 1944: verkoop)
    1944I-5302Berendina Gesina Grevink, caféhoudster1600 m² huis, garage en erf
    1965I-9177vof “G.J. Prins” te Aalten1400 m² slijterij, bottelarij,
    huis, café, erf, magazijn

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 228

    Hendrik Westerveld (03-03-1755), brouwer
    ⚭ (1) Keppel, 25-04-1790 Berendjen Smeitink (Keppel, 07-09-1760)
    ⚭ (2) Aalten, 13-08-1803 Willemina Geertruid Evers (Aalten, 19-01-1766), wed. Jan Hendrik Hiebink

    Volgende bewoners, dochter uit Hendriks 1e huwelijk en schoonzoon:

    Jan Prins (Aalten, 06-07-1786), landbouwer
    Harmina Westerveld (Aalten, 05-02-1791)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 209

    Jan Prins (Aalten, 06-07-1786), bierbrouwer
    Harmina Westerveld (Aalten, 05-02-1791)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 209

    Jan Prins (Aalten, 06-07-1786), bierbrouwer

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Gerhard Prins (Aalten, 05-11-1827), bierbrouwer
    Harmina Johanna Westerveld (Aalten, 12-02-1838)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 209

    Gerhard Prins (Aalten, 05-11-1827), bierbrouwer
    Harmina Johanna Westerveld (Aalten, 12-02-1838)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 281

    Gerhard Prins (Aalten, 05-11-1827), bierbrouwer
    Harmina Johanna Westerveld (Aalten, 12-02-1838)

    Volgende (hoofd)bewoner, zuster:

    Anna Geertruid Prins (Aalten, 02-10-1819)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 321

    Anna Geertruid Prins (Aalten, 02-10-1819)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 313

    Anna Geertruid Prins (Aalten, 02-10-1819)

    Volgende bewoners:

    Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868), tapper, z.v. Louwrens Prins en Everdina Johanna Voltman
    Harmina Johanna Prins (Aalten, 15-10-1861), d.v. Gerhard Prins en Harmina Johanna Westerveld

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 362 > 455

    Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868), caféhouder
    Harmina Johanna Prins (Aalten, 15-10-1861)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten B455 > C510

    Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868), caféhouder

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Aalten C510

    Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868)

    Volgende (hoofd)bewoner, zoon:

    Louwrens Prins (Aalten, 22-07-1895), caféhouder

    Adresboek 1934

    Aalten C510 > Prinsenstraat 4

    L. Prins

    Adresboek 1967

    Prinsenstraat 4

    Café Prins

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-10726
    FunctieCafé,
    Bierbrouwerij
    Bouwjaar16e eeuw
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • Nijverheidsschool

    Nijverheidsschool

    Haartsestraat 8, Aalten (verdwenen)

    Beschrijving

    In 1928 werd in Aalten de eerste Nederlandse landbouwhuishoudschool met ‘christelijk’ voor de naam geopend. Deze eerste christelijke landbouwhuishoudschool werd geopend aan de Haartsestraat, op de plaats waar nu de Hema staat. Er werd begonnen met twee leerjaren. De school heeft zich snel en goed ontwikkeld.

    Vooral na de Tweede Wereldoorlog is door de school veel gedaan aan het geven van cursussen aan plattelands- en andere vrouwen. Ook het dagonderwijs heeft zich steeds verder uitgebreid. De laatste jaren werden middelbare beroepsopleidingen toegevoegd. In 1956 verrees de nieuwbouw aan de Oranjelaan.

    Daarna heeft het gebouw nog enige tijd dienst gedaan als (dépendance van de?) Technische School.

    Archieven

    Adresboek 1934

    Aalten D604 > Haartschestraat 8

    Nijverheidsschool

    Adresboek 1967

    Haartsestraat 8

    Chr. Techn. School

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-11205
    FunctieMiddelbare school
    Bouwjaar1928
    Sloopca. 1970
  • Nationaal Onderduikmuseum

    Nationaal Onderduikmuseum

    Markt 12, Aalten

    Beschrijving

    Op de locatie van de huidige adressen Markt 12-16 in Aalten stonden waarschijnlijk al in de zeventiende eeuw twee dorpsboerderijen, vakwerkhuizen met een sterk agrarisch karakter. De twee panden waren van elkaar gescheiden door een smalle osendrop. Een bredere steeg aan de linkerzijde leidde naar een achtererf waaraan een vakwerkschuur stond. Aan de achterzijde strekten twee diepe, onbebouwde landbouwpercelen of tuinen zich uit tot aan de Prinsenstraat. In de achttiende en negentiende eeuw werden de oorspronkelijke vakwerkhuizen aan de Markt vervangen door bakstenen huizen. Het huidige pand Markt 12 is ontstaan na nieuwbouw omstreeks 1843.

    Tweede Wereldoorlog

    Het pand Markt 12 in Aalten is een huis met een bijzonder verhaal. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het huis bewoond door de familie Kempink, een gezin met twee jonge kinderen. Aan het begin van de oorlog werd de voorkamer gebruikt door het Rode Kruis en later gevorderd door de nazi’s als Ortskommandantur. Tegelijkertijd waren er op de zolder acht onderduikers verstopt. Deze onderduikplek is nog steeds aanwezig. De gewelfde kelder diende tijdens bombardementen als schuilplek voor de buurtbewoners. Soms kwamen er wel 20 mensen schuilen.

    Aan het einde van de oorlog moest het gezin halsoverkop van de aanwezige Duitsers vertrekken. Sauerland was namelijk flink gebombardeerd en huizen waren daar vernield. Duitse moeders en kinderen werden op verschillende plekken ondergebracht; waaronder ook in Markt 12 in Aalten. Na de oorlog keerde het gezin terug en heeft er jarenlang gewoond.

    Museum

    Na 1970 onderging het complex enkele belangrijke stedenbouwkundige veranderingen. Het werd in fasen gerestaureerd en onderdeel van museum ’t Frerikshuus, later het Nationaal Onderduikmuseum. In 2004 werd achter Markt 12 nieuwbouw van het museum gerealiseerd. Het terrein achter het pand werd ingericht als parkeerplaats. De nieuwbouw en de drie historische panden Markt 12-16 werden met elkaar verbonden door een glazen overkapping waarin de hoofdentree en een entreehal werden opgenomen.

    In 2024 maakte het Nationaal Onderduikmuseum bekend dat het opnieuw uitbreidingsplannen heeft en dat daarvoor het naastgelegen pand Markt 18 is aangekocht.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1080Wolter Huinink430 m² huis, schuur en erf
    1881I-1694Johan Gerhard Becking, winkelier290 m² huis en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 265

    Wolter Hunink (Aalten, 13-12-1779), landbouwer
    Johanna Willemina Vreede (Aalten, 11-06-1799)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 244

    Wolter Hunink (Aalten, 13-12-1779), landbouwer
    Johanna Willemina Vreede (Aalten, 11-06-1799)

    Volgende bewoners:

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier
    trouwt op 01-09-1843 in Aalten met
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 244

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 244

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier en tapper
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 321

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 364

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Johannes Catharinus Becking (Aalten, 17-07-1848), winkelier
    trouwt op 19-05-1881 in Aalten met
    Anna Wilhelmina Theodora Becking (Varsseveld, 08-09-1855)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 360

    Johannes Catharinus Becking (Aalten, 17-07-1848), winkelier
    Anna Wilhelmina Theodora Becking (Varsseveld, 08-09-1855)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 428 > 499

    Johannes Catharinus Becking (Aalten, 17-07-1848), winkelier
    Anna Wilhelmina Theodora Becking (Varsseveld, 08-09-1855)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten B499

    Johannes Catharinus Becking (Aalten, 17-07-1848), winkelier
    Anna Wilhelmina Theodora Becking (Varsseveld, 08-09-1855)

    Volgende (hoofd)bewoner:

    Aalten B499 > C553

    Hendrica Wilhelmina Vultink (Silvolde, 06-09-1861), wed. Bernard Bölte

    Adresboek 1934

    Aalten C553 > Markt 12

    Wed. B. Bölte

    Adresboek 1967

    Markt 12

    G.C. Kempink
    Mevr. G.C. Keizer-Winterink
    J.B. Vaags

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-12360
    FunctieDorpsboerderij,
    Woonhuis,
    Museum
    Bouwjaar1750
    MonumentRijksmonument
  • Kalverslachterij Aalten

    Kalverslachterij Aalten

    Industriestraat 5, Aalten (verdwenen)

    Beschrijving

    In het jaar 1902 begon de gemeente Aalten met het verhuren van ruimtes voor de slacht. Na 1903 is een begin gemaakt met industriematig slachten. In 1964 namen Bram Kropveld en André van Schipstal de slachterij van de gemeente over en sprak men van KSA (Kropveld Schipstal Aalten). Vroeger slachtte men er ook varkens. Door aangescherpte wetgeving werden er na de overname echter alleen nog kalveren geslacht. Het was namelijk vrijwel onmogelijk geworden om meer soorten dieren in één locatie te slachten. Later heette het bedrijf dan ook Kalver Slachterij Aalten.

    In 1976 nam KSA een nieuwe kantoorruimte in gebruik op de plaats waar daarvoor een woning stond. De eerste steen is gelegd door het personeel van KSA. In de loop der jaren werd de productie aanzienlijk vergroot. Er kwamen koelruimtes bij voor de opslag. Rond 1990 is de expeditie geheel vernieuwd. Vanaf dat moment konden er twee vrachtwagens tegelijk geladen worden. Vanaf het perron bij het station was niets meer te zien van de werkzaamheden.

    Overnames

    In 1988 kwam de slachterij in handen van de Coöperatieve Centrale Veevoederfabriek. In het jaar 1992 werd het bedrijf verkocht aan de Van Drie Group en specialiseerde men zich in het slachten van Friander of rosé-kalveren. KSA groeide uit tot een bloeiend en modern bedrijf waar zo’n 65 mensen hun boterham verdienden. Op het hoogtepunt, eind jaren ’90, had de slachterij meer dan honderd werknemers.

    In april 1996 kwam de slachterij in Aalten in het wereldnieuws. Er werden 64.000 Britse kalveren gedood in opdracht van de Nederlandse regering vanwege BSE, ook wel ‘gekke koeienziekte’ genoemd.

    In 2001 lagen er concrete plannen op tafel om een eerste etage te realiseren bovenop de slachterij om het uitbenen en verder verwerken van kalfsvlees ook in Aalten mogelijk te maken. Het bleek echter problematisch om de benodigde vergunningen van de provincie Gelderland en de gemeente Aalten te verkrijgen. Juist in dat jaar brak de besmettelijke ziekte mond- en klauwzeer uit. Door het ingestelde vervoersverbod lag KSA vier weken stil. Om deze twee redenen besloot KSA om af te zien van een nieuwe poging voor een grote verbouwing.

    Sluiting

    Om kosten te besparen besloot de Van Drie Group haar activiteiten te concentreren op een kleiner aantal locaties. Dit pakte nadelig uit voor Kalverslachterij Aalten, want hier kon men alleen kalveren slachten. Voor de verwerking moesten ze naar zusterbedrijven worden vervoerd en dat was kostbaar. Het gevolg was dat KSA op 31 december 2012 haar deuren sloot.

    Na een aantal jaren werden de gebouwen gesloopt en het terrein werd, samen met dat van de voormalige houthandel Te Paske, verkocht aan de gemeente. Deze verkocht het op haar beurt weer aan de firma Beele Engineering, die hier nu is gevestigd.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1925I-6098Gemeente Aalten4070 m² slachtshuisplts., loods, barak en erf
    1963I-8955Gemeente Aalten3954 m² abattoir, huis, schuur,
    loods, barak, erf, werkplaats
    1977K-710Gemeente Aalten4300 m² huis, schuur, slachthuizen, erf
    1978K-1043Kropveld-Schipveld Aalten B.V.3320 m² slachthuis, schuur, erf
    1987K-1683Kropveld-Schipveld Aalten B.V.4441 m² slachthuis, erf

    Archieven

    Adresboek 1934

    Aalten A36 > Industriestraat 5

    Slachthuis

    Adresboek 1967

    Industriestraat 5

    Gemeente Slachthuis

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.onbekend
    FunctieSlachthuis
    Bouwjaaronbekend
    Slooponbekend

    Bronnen

  • Fa. Gebroeders Muller

    Fa. Gebroeders Muller

    Haartsestraat 142-144, Aalten (verdwenen)

    Burchard Diederik Gerhard Muller was eigenaar van twee manufacturen-, ijzer- en galanteriewinkels. Ook dreef hij een graanhandel en had hij een kruidenierszaak. Hij was getrouwd met Elisabeth Manschot en zij woonden aan de Lichtenvoordsestraatweg in Aalten.

    In 1870 startte hij een stoomblekerij op het Geurken aan de Haartseweg. Twee jaar later werd het bedrijf uitgebreid met een ververij en een drukkerij. Enkele jaren daarna breidde de firma Muller verder uit met een stoomweverij.

    Het benodigde water onttrok men aan de nabijgelegen beek. Drie broers van deze familie hebben nog geprobeerd de watermolen op de Pol te kopen, nadat deze op 1 mei 1853 was afgebrand. De watermolen met stuw werd echter door de gemeente aangekocht en rond de eeuwwisseling gesloopt.

    Na het overlijden van Burchard Diederik Gerhard Muller in 1873 zetten zijn kinderen het familiebedrijf voort.

    Brand

    Op 6 mei 1902 brandde de fabriek van Muller af en werd niet meer herbouwd of voortgezet.

    Aalten, 6 Mei – Hedenmiddag omstreeks 4 uur ontstond er brand in de fabriek van de hh. Gebrs. Muller op ongeveer 10 minuten buiten de kom van ’t dorp gelegen. Van de verschillende gebouwen zijn geheel in de asch gelegd: de drukkerij, stoomdrogerij en het magazijn met vele goederen. De oorzaak is onbekend. Het oude gedeelte is afgebrand. De gebouwen voor de weverij zijn behouden gebleven.

    Zutphensche Courant, 8 mei 1902

    Dinsdagmiddag tegen 4 uur werden we plotseling opgeschrikt door het luiden der brandklok. Het was spoedig een buitengewone drukte op de straat en de brandspuiten trokken achter elkaar in de richting van den Haartschen grintweg, want al spoedig wist men dat de brand woedde in de fabriek van de heer Muller, aan dien grintweg gelegen.

    Het hooge gebouw, waar de weverij, drukkerij en drogerij was, is geheel door het vuur vernield en de machines zijn natuurlijk onbruikbaar geworden, terwijl ook het magazijn met vele goederen een prooi der vlammen werd. De weverij heeft niet geleden, terwijl de machinekamer, door het flink optreden der brandweer, die daar ook voldoende water had, eveneens kon behouden blijven. Dat er overigens veel waterschade is aangericht, spreekt van zelf.

    Nieuwe Winterswijksche Courant, 10 mei 1902

    Tegenwoordig staat er een dubbele woning met bouwjaar 1938.

    Bewoners

    Adresboek 1934

    Haart 1 > Haartschestraat 82

    J.B. Roters

    Haart 1a > Haartschestraat 82a

    J.H.Th. te Beest

    Haart 2 > Haartschestraat 84

    H.J. Testerink

    Adresboek 1967

    Haartsestraat 82

    A.A. Lammers

    Haartsestraat 84

    H.J.G. Lensink

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.D-4560/4561
    FunctieTextielbedrijf
    Bouwjaarca. 1870
    Slooponbekend
  • Kammenfabriek Ten Dam & Manschot

    Kammenfabriek Ten Dam & Manschot

    Damstraat 25, Aalten (verdwenen)

    De firma Ten Dam & Manschot was de eerste en enige fabriek in Nederland die kammen maakte: witte, zwarte, naturel gekleurde sierkammen, Mexicaanse kammen, luizenkammen en snorrenkammen. De boveneinden of holle gedeelten van horens, hoofdzakelijk buffelhoorn, vormden de grondstof voor het vervaardigen van de kammen. Deze horens werden ingevoerd uit onder andere Brazilië, India en het toen nog Siam geheten Thailand.

    Oprichters waren Abraham (Bram) ten Dam en zijn zwager Barend Johannes (Bernard) Manschot. Ten Dam was daarvoor werkzaam geweest bij een hoornverwerkende industrie, ook in Aalten, geleid door B.G. Vaags. Daar werden voornamelijk Duitse pijpen gemaakt, waarvoor de massieve punten van Indische runderhoorns als grondstof dienden.

    Naarmate dit soort pijpen geleidelijk aan verdrongen werd door houten pijpen en er bovendien in bepaalde kringen al sigaren werden gerookt, zochten Ten Dam en Manschot (de heer Vaags was inmiddels overleden) naar een andere activiteit. Ten Dam geloofde dat er goede kansen lagen voor een haarkammenfabriek in Nederland.

    D’n Kamstoom

    In 1868 begon Ten Dam met een werkplaats in zijn huis aan de Kerkstraat. Al snel bleek deze werkplaats ontoereikend. In 1871 richtten Ten Dam en zijn zwager Manschot een nieuwe fabriek op aan de Damstraat in Aalten, uitgerust met een stoommachine, waardoor de productie kon worden opgeschaald.

    De zaken werden meteen flink aangepakt. Er werd een Duitse werkmeester aangesteld, machines werden aangeschaft en weldra was er sprake van grootschalige productie van een artikel dat vrijwel ieder mens dagelijks gebruikte. In de beginjaren werkten er ook veel Duitse meisjes en mannen.

    Onder de bekwame ‘kaufmannische’ leiding van Ten Dam en de hoogstaande technische leiding van Manschot ontwikkelde de fabriek zich tot een grootbedrijf, waar talloze arbeiders hun brood verdienden. Er waren jaren waarin wel tweehonderd mensen werkten in het bedrijf. Het bedrijf werd in de volksmond d’n Kamstoom genoemd.

    De gezinnen Ten Dam en Manschot woonden tegenover elkaar aan de Bredevoortsestraatweg, Bram in het huis waar nu Fysiotherapie van Panhuis is gevestigd en Bernard in de witte villa er tegenover. De zoon (en opvolger) van Bram, Herman, heeft rond 1900 de woning aan de Bredevoortsestraatweg 52 laten bouwen.

    Wereldspeler

    Er werden in hoofdzaak (althans tot aan de Eerste Wereldoorlog) Braziliaanse buffelhoorns verwerkt. Die kwamen met de trein in Bocholt aan en werden dan met paard en wagen afgehaald. Zo ging het ook met de vervaardigde producten. Die werden met paard en wagen naar het station in Bocholt vervoerd om daarna per trein verder te worden vervoerd. Later werd aanvoer en afvoer gemakkelijker doordat de spoorlijn Winterswijk-Zutphen en Winterswijk-Zevenaar in gebruik werden genomen.

    Naar alle delen van de wereld werden de kammen verzonden: Ned. Indië, Centraal Azië, Rusland, Scandinavië, Noord- en Zuid-Amerika. Ook maakte men veel (heel fijne) stofkammen (ook wel luizenkammen genoemd), die vooral aftrek vonden in Polen.

    Stof en krul

    Een kam onderging dertien behandelingen van hoorn tot eindproduct. Na elke behandeling vond een kwaliteitscontrole plaats, want kwaliteit stond voorop. Niet voor niets had de Aaltense Kammenfabriek zich een plaats op de wereldmarkt veroverd!

    Het afval van het hoorn, het zogenaamde ‘stof en krul’, werd gebruikt als meststof voor het aardappelland. De krul werd zelfs geëxporteerd naar België als mest voor de druiventeelt. Het afvalwater van de sliepraderen stroomde via een buis en vervolgens door een goot dwars over de Stegge naar de tuin van de familie Manschot aan de overkant van de straat. Nergens stonden de groente en het fruit er zo goed bij. Op den duur kreeg de grond echter te veel stikstof, zodat men moest stoppen met deze vorm van bemesting.

    Arbeidsomstandigheden

    De werktijden waren van ’s morgens zes uur tot twaalf uur en ’s middags van half twee tot half zeven. ’s Morgens om acht uur werd er door de vrouwen van de arbeiders pannenkoek gebracht, die staande achter de werkbanken werd opgegeten.

    De verwerking van hoorn bracht, behalve veel lawaai, ook veel stof en stank met zich mee. De horens lagen soms weken te wachten op verwerking en vooral in de zomer was de geur die daarmee gepaard ging niet aangenaam. Toch deden de fabrikanten er alles aan om de ongezonde atmosfeer te verbeteren. Zo werd de fabriek in 1904 zelfs een week gesloten om een stofafzuigsysteem te installeren.

    Hoge lonen

    Er werd in hoofdzaak op stukloon gewerkt, behalve de machinist-stoker en de smid, die beiden een vast loon hadden. De branders verdienden het meeste. De 13-jarige meisjes die na schooltijd in de jaren omstreeks 1900 begonnen, hadden een beginloon van 2 Mark (ca. ƒ 1,30) per week. De jongens kregen 3 Mark. Als ze wat ouder waren, kregen ze ook stukloon en konden ze 6 á 7 Mark per week verdienen. Later werd dit zelfs 10 Mark. Dit was een hoog loon, dat heel wat hoger lag dan de lonen in de textiel. De lonen werden tot vlak voor de Eerste Wereldoorlog in Marken en Grosschen uitbetaald.

    Sociale regelingen

    In vergelijking met andere bedrijven waren de fabrikanten hun tijd ver vooruit. Voor eventuele ziektekosten werd iedere week 6 cent van het loon ingehouden; in geval van ziekte kreeg de arbeider dan f 3,- per week uitgekeerd. Voor ernstige en langdurige zieken uit het bedrijf werd er door de families Ten Dam en Manschot voor deze mensen gekookt en de zieken werden trouw bezocht.

    Bij geboorte kreeg de kraamvrouw, in de periode dat ze het bed moest houden, driemaal een goede maaltijd. De eerste bestond altijd uit de traditionele wijnsoep, waarin ook echte wijn verwerkt was. De andere bestonden o.a. uit soep, kalfsvlees, groenten en aardappelen.

    De arbeiders konden van hun loon ook iets laten staan, dus al een spaarregeling. Aan het eind van het jaar kregen ze dit bedrag plus rente weer uitbetaald. Wilden ze graag een eigen huisje bouwen of kopen, dan konden ze op steun van de fabrikanten rekenen.

    Er is zelfs een paar maal een winstuitkering geweest! Vermoedelijk tijdens of vlak na de Eerste Wereldoorlog. De gehuwden kregen f 200,- en de ongehuwden wat minder.

    Nieuwe grondstof

    Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kwam de invoer van buitenlandse horens volledig tot stilstand. Bovendien werden ervaren arbeiders van hun posten weggeroepen vanwege de mobilisatie. Deze waren niet zo spoedig te vervangen.

    De brandstoftekorten konden door de betrekkelijk grote houtrijkdom van Aalten nog ondervangen worden. De fabrikanten kochten de nog aanwezige hoornvoorraden in Europa op, waardoor ze voorlopig nog konden blijven produceren. Toch moest er op korte termijn een alternatieve grondstof worden gevonden, om de productie van lange kammen te kunnen blijven voortzetten.

    Vóór de Eerste Wereldoorlog was in Duitsland galalith (melksteen) uitgevonden, een materiaal gemaakt van caseïne, een bestanddeel van koemelk. Gedurende de oorlog moest de productie hiervan in Duitsland worden gestaakt omdat melk nodig was voor andere doeleinden. De fabriek van Ten Dam ging daarom zelf experimenteren en ontwikkelde een materiaal dat qua sterkte en elasticiteit niet onderdeed voor het origineel. Dit product werd geregistreerd onder de naam ‘Lactiet’ (melkivoor) en de kammenproductie was hiermee weer verzekerd.

    Sluiting

    De Eerste Wereldoorlog had een zware impact op het bedrijf. Desondanks deden de fabrikanten hun uiterste best om hun arbeiders aan het werk te houden. Echter, de exportmogelijkheden werden ongunstiger en er ontstond sterke concurrentie van fabrieken in Tsjecho-Slowakije. De personeelssterkte daalde tot slechts een derde van wat het ooit was, maar het bedrijf had tenminste kunnen doorwerken.

    In 1932 werd besloten om het bedrijf te sluiten, waarmee voorgoed een eind kwam aan een unieke Aaltense industrie. De inventaris werd verkocht en de bedrijfsruimte werd verhuurd aan Elsinghorst Fornuizenfabriek te Bocholt.

    In 1945 werden ook de gebouwen verkocht aan de NV van Katwijks Papier- en Cartonverwerkende Industrieën, kortweg ‘Spinkat’, fabrikant van spinhulzen voor de textielindustrie. Spinkat werd later TPT en nog later Sonoco. Nadat Sonoco naar het industrieterrein was verhuisd (Vierde Broekdijk 2), verrezen er op dit voormalige bedrijfsterrein woningen en appartementen (Damstraat en Manschotplein).

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.
    FunctieKammenfabriek
    Oprichting1871
    Sluiting1932

    Bronnen

  • Stiemenshuus

    Stiemenshuus

    Haartsestraat 1, Aalten

    Geschiedenis

    Op de splitsing van de Bredevoortsestraatweg en Haartsestraat, waar vroeger bloemenmagazijn ‘Flora’ stond en tegenwoordig ‘Effen Anders bloembinderij’ gevestigd is, bevond zich ooit het ‘Stiemenshuus’. Blijkens een haardplaat dateerde het Stiemenshuus uit het jaar 1687.

    Het huis werd niet altijd Stiemenshuus genoemd. Oorspronkelijk stond het bekend als het Manschotshuus, later als Penningshuus en daarna als Stiemenshuus.

    De eerste bekende bewoners waren de familie Manschot, smeden en landbouwers van vader op zoon. De laatste Manschot die in het huis woonde was smid Hendrikus Manschot. De in Utrecht geboren vrederechter Joseph Gerard van der Schaaf woonde erbij in. Na het overlijden van Hendrikus Manschot bleef zijn weduwe, Anna Maria Martens, in het huis wonen tot ook zij in 1834 overleed.

    Na haar dood verkochten de erfgenamen het huis aan Christiaan Apollos Penning (1794-1873) uit Zutphen. Penning was in 1817 getrouwd met de Aaltense Johanna Berendina van Herwaarden, dochter van koperslager Jacobus van Herwaarden uit de Peperstraat. Penning werd benoemd tot Rijksontvanger der belastingen in Aalten en hij en zijn vrouw vestigden zich in het Manschotshuis.

    Na het overlijden van Christiaan Apollos Penning in 1873, en vijf jaar later van zijn vrouw, kreeg het huis, dat inmiddels bekendstond als het Penningshuus, nieuwe bewoners: Hendrik Stiemens (1842-1929) en zijn vrouw Christina Penning (1837-1920), de jongste dochter van Christiaan Apollos Penning. Onder hun bewoning kreeg het huis de naam Stiemenshuus.

    Puttegang

    Achter het huis liep een gängeske, dat bekend stond als de ‘Puttegang’, waar ook het Smidshuisje en de Oorman als kleine kamertjes waren aangebouwd. In de Oorman gaf juffrouw Penning pianoles.

    Verkoop en sloop

    Kort voor zijn dood verkocht Hendrik Stiemens het huis, maar hij bleef er wonen tot zijn overlijden in 1929. In 1954 kocht Johan Wikkerink het vervallen Stiemenshuus en liet het afbreken om er zijn bloemenwinkel ‘Flora’ en woonhuis te bouwen. De nieuwe winkel opende in november 1955.

    Tijdens de bouwwerkzaamheden werd een mooie Romeinse pot opgegraven, die nog steeds in het bezit is van de familie Wikkerink. De magnoliaboom die in de voortuin van het oude Stiemenshuus stond, werd verplaatst naar het plein voor de Magnoliaschool.

    Archieven

    Liberale Gifte 1748

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1101wed. Hendrik Manschot, landbouwer290 m² huis en erf
    1837I-3017Christiaan Apollos Penning, ontvanger290 m² huis en erf
    1871I-3017Derk Willem Koskamp, landbouwer252 m² huis, erf
    1922I-3017Hendrik Stiemens, zaakwaarnemer252 m² huis, erf
    1930I-3017Gerrit Jan Wevers252 m² huis, erf
    1957I-8061Johannes Theodorus Wikkerink, bloemist233 m² winkelhuis, erf

    Bewoners

    Eerst bekende bewoners:

    Herman Manschot, weduwnaar van Enneken Brussen, trouwt op 24-06-1666 in Aalten met
    Jenneken Navis, d.v. Jan Navis in Lintelo

    Volgende bewoners:

    Hendrik Manschot (Aalten, ged. 27-05-1667), trouwt op 22-04-1694 in Aalten met
    Jenneken te Lindert (Aalten, ca. 1670)

    Volgende bewoners:

    Hendrik Manschot (Aalten, ged. 14-08-1698), trouwt op 16-03-1727 in Aalten met
    Aaltje Welpshof (Aalten, ged. 04-02-1703)

    Volgende bewoners:

    Hendrikus Manschot (Aalten, ged. 15-12-1743), trouwt op 11-10-1772 in Aalten met
    Anna Maria Martens (Aalten, ged. 10-02-1754)

    Bevolkingsregister 1823

    Aalten 243

    Anna Maria Martens (Aalten, ged. 10-02-1754), weduwe van Hendrikus Manschot

    Volgende bewoners:

    Christiaan Apollos Penning (Zutphen, 14-02-1794), ontvanger
    Johanna Berendina van Herwaarden (Aalten, 27-11-1794)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    “Bredevoortsche Straat”

    Aalten 262

    Christiaan Apollos Penning (Zutphen, 14-02-1794), rijks- en gem.ontvanger
    Johanna Berendina van Herwaarden (Aalten, 27-11-1794)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 262

    Christiaan Apollos Penning (Zutphen, 14-02-1794), rijks- en gem.ontvanger
    Johanna Berendina van Herwaarden (Aalten, 27-11-1794)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 339

    Christiaan Apollos Penning (Zutphen, 14-02-1794), gemeenteontvanger
    Johanna Berendina van Herwaarden (Aalten, 27-11-1794)

    Volgende bewoners:

    Hendrik Stiemens (Brummen, 26-08-1842)
    Christina Apollonia Johanna Dorothea Penning (Aalten, 11-01-1837)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 384

    Hendrik Stiemens (Brummen, 26-08-1842), kantoorbediende
    Christina Apollonia Johanna Dorothea Penning (Aalten, 11-01-1837)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 378

    Hendrik Stiemens (Brummen, 26-08-1842), zaakwaarnemer
    Christina Apollonia Johanna Dorothea Penning (Aalten, 11-01-1837)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 446 > 458

    Hendrik Stiemens (Brummen, 26-08-1842), boekhouder
    Christina Apollonia Johanna Dorothea Penning (Aalten, 11-01-1837)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten B458

    Hendrik Stiemens (Brummen, 26-08-1842)
    Christina Apollonia Johanna Dorothea Penning (Aalten, 11-01-1837)

    Volgende bewoners:

    Aalten B458 > C512

    Gerard Herman Filet (Amsterdam, 08-12-1842)
    Berendina Neerhof (Aalten, 21-08-1855)

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Aalten C512

    Gerard Herman Filet (Amsterdam, 08-12-1842)
    Berendina Neerhof (Aalten, 21-08-1855)

    Volgende bewoners:

    Gerrit Jan Wevers (Aalten, 09-02-1879)
    Regina Winkelmann (25-02-1886)

    Adresboek 1934

    Aalten C512 > Haartschestraat 1

    G.J. Wevers

    Adresboek 1967

    Haartsestraat 1

    J.Th. Wikkerink

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-8061
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1687
    Sloop1954
  • Joodse Begraafplaats Aalten

    Joodse Begraafplaats Aalten

    Haartsestraat 150, Aalten

    Beschrijving

    De Joodse begraafplaats van Aalten, gelegen aan de Haartsestraat, heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot het begin van de 19e eeuw. Hoewel het terrein in 1852 officieel eigendom werd van de Joodse gemeenschap, zijn er aanwijzingen dat de begraafplaats al vanaf circa 1820 in gebruik was.

    De begraafplaats ligt in een bosrijk gebied en wordt omgeven door een stevig hekwerk. Het oudere gedeelte bestaat uit een lage en rijkbeboste heuvel met verspreide grafmonumenten. Ten oosten daarvan bevindt zich het jongere gedeelte dat wordt gekenmerkt door een orthogonale aanleg.

    Op het terrein staan ongeveer zeventig grafstenen, die variëren in ouderdom en ontwerp. Bij de ingang aan de Haartsestraat staat een metaheerhuis (lijkenhuis), een ritueel gebouw dat gebruikt wordt voor de reiniging van overledenen volgens Joodse tradities.

    Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de begraafplaats beschadigd, maar na de oorlog is deze hersteld. Ter nagedachtenis aan de Joodse kinderen uit de gemeente die tijdens de oorlog zijn gedeporteerd en omgebracht, is er een plaquette aangebracht op de gevel van het metaheerhuis.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.D-4461
    FunctieBegraafplaats
    Aanlegca. 1820
    MonumentGemeentelijk
    monument

    Bekijk de graven op Findagrave.

  • Begraafplaats Berkenhove

    Begraafplaats Berkenhove

    Romienendiek 2a, Aalten

    Beschrijving

    Begin 20e eeuw raakte de Oude Begraafplaats aan de Varsseveldsestraatweg steeds meer omsloten door de oprukkende bebouwing van het dorp Aalten. Dit maakte de aanleg van een nieuwe algemene begraafplaats noodzakelijk.

    In 1920 kocht de gemeente boerderij Oosterman bij ’t Walfort, met het idee om hier een nieuwe algemene begraafplaats te realiseren. Dit plan is uiteindelijk niet doorgegaan. In plaats daarvan werd een geschikt terrein aan de Romienendiek gevonden, waar in 1923 begraafplaats ‘Berkenhove’ in gebruik werd genomen.

    Het oorspronkelijke gedeelte van Berkenhove ligt ingesloten tussen de Romienendiek, de Barloseweg en de Koningsweg. Door de jaren heen is de begraafplaats regelmatig uitgebreid. In 1960 werd een katholiek gedeelte toegevoegd, omdat de RK-begraafplaats aan de Piet Heinstraat vol was. De nieuwe RK begraafplaats werd ingewijd door pastoor Kerkhofs. De pastoor vond er in 1964 zelf zijn laatste rustplaats.

    Het oudste deel van Berkenhove heeft een orthogonale aanleg, met grafreeksen langs een centraal pad, omgeven door een rijke beplanting van bomen en heesters. Later werd de begraafplaats uitgebreid naar de noordzijde van de Koningsweg.

    Uitvaartcentrum en crematorium

    Bij Berkenhove bevindt zich een modern uitvaartcentrum en crematorium, beheerd door GUV. Sinds 2015 werd naast de begraafplaats een strooiveld ingericht, genaamd ‘De Akker’, dat ruimte biedt voor de verstrooiing van as, urnengraven en een urnenmuur.

    Oorlogsslachtoffers

    Een blijvende herinnering aan hun offer voor onze herkregen vrijheid zijn de 18 uniforme grafstenen op deze begraafplaats voor vijf Britse vliegers die in IJzerlo zijn neergestort en 12 Britse militairen van de grondtroepen die sneuvelden bij de bevrijding van Aalten in april 1945. Bij de graven van de Britse oorlogsslachtoffers bevindt zich ook het graf van verzetsstrijder Cornelis (Kees) Ruizendaal.

    Daarnaast zijn er op Berkenhove nog tientallen andere graven van oorlogsslachtoffers te vinden. Veel van deze graven zijn als zodanig gemarkeerd.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.L-1938/O-45
    FunctieBegraafplaats
    MonumentGemeentelijk
    monument

    Bekijk de graven op Findagrave.