Johan Hora Adema (Leeuwarden, 24-04-1843 – Velp, 15-03-1938) was burgemeester in drie verschillende gemeenten. Daarnaast was Hora Adema kapitein bij de Grenadiers en Jagers. In 1870 trouwde hij met de Friese Lucia Aurelia Bergsma Fruitier De Talma, met wie hij vier kinderen kreeg.
Als opvolger van burgemeester Mr. L. Roelvink werd Hora Adema in 1886 tot eerste burger van Aalten benoemd. Hij zou feestelijk ingehaald worden en er was een wedstrijd wie de mooiste ereboog wist te maken. Hard werd er door menigeen gewerkt om de burgemeester een waardige ontvangst te bereiden.
Ongekend hartelijk en feestelijk was de dag van zijn intocht, iedereen was op de been. In een rijtuig werd de nieuwe burgervader ingehaald en door Aalten rondgeleid. Telkens werd bij een ereboog halt gehouden om de burgemeester in de gelegenheid te stellen de tekst hierop te lezen. Ongelooflijk mooi was de ereboog in de Dijkstraat waarop te lezen stond:
“Wees welkom J. Hora Adema, Voor U is deze boog geplant. Bestuur, beheer voor aller eer Dit dorp in ons vaderland.”
De prijs ging naar de makers van deze ereboog. De nieuwe burgemeester ging wonen in de Landstraat.
Hij was achtereenvolgens burgemeester van de gemeenten Aalten (1886-1888), Hengelo (1888-1891) en Harlingen (1896-1914).
Hendrik Hieltje Hans Haverkamp (Doetinchem, 28-04-1927 – Arnhem, 19-06-2011) was een Nederlands politicus van de CHU.
Hij werd geboren als zoon van Johan Hendrik Wilhelm Haverkamp (1900-1953), ambtenaar bij de gemeente Doetinchem en later burgemeester van Dinxperlo, en domineesdochter Louisa Petronella Ynzonides (Obergum, 12-08-1901). Hij is afgestudeerd in de rechten en was plaatsvervangend chef van het kabinet van de commissaris van de Koningin in Overijssel voor hij in april 1963 benoemd werd tot burgemeester van Staphorst.
In januari 1968 volgde hij Evert Sickens van Veen op als burgemeester van Aalten. Al tweeënhalf jaar later, in augustus 1970, stapte hij op als burgemeester om de tweede secretaris van de Rijnmondraad te worden. Haverkamp overleed in 2011 op 84-jarige leeftijd.
Haverkamp werd als burgemeester van Aalten opgevolgd door Ruurd Faber.
Jonkheer Georg Ludwig Carl Heinrich Baud werd op 28 maart 1858 geboren in Amersfoort, zoon van Jean Chretien Baud en Eveline Alexandrine van Ranzow.
Per Koninklijk Besluit van 2 februari 1888 werd Baud benoemd als burgemeester van Aalten. Hij volgde Johan Hora Adema op. Op zijn eigen verzoek werd tijdens zijn installatie als burgemeester, behalve het uitsteken van vlaggen, geen openlijk huldebetoon gebracht.
In 1892 stelde hij zich kandidaat voor de Provinciale Staten namens de Liberale Kiesvereniging. Hij werd gekozen. Op 1 december 1895 vroeg hij eervol ontslag als burgemeester aan. Hij werd als burgemeester van Aalten opgevolgd door mr. Willem Carel Tack.
In 1898 trad hij af als lid van de Provinciale Staten om te voorkomen dat er een scheuring zou ontstaan binnen zijn partij.
Op 31 maart 1908 trouwde hij, 50 jaar oud, in Den Haag met de 14 jaar jongere Elisabeth Lamberta van Riemsdijk (Batavia, 10-10-1871). Baud overleed op 4 april 1921 in Den Haag.
Willem Carel Tack werd op 26 september 1838 geboren in Doesburg, zoon van Benjamin Tack, lid van de stedelijken raad dezer stad, en Françoise Caroline Madelon baronesse van Eck. Op 5 juni 1873 trouwde hij in Aalten met predikantendochter Cornelia Johanna Paré (Bredevoort, 02-08-1848). Samen kregen zij vijf kinderen.
Op 4 maart 1880 werd Tack per Koninklijk Besluit benoemd tot burgemeester van Kesteren. Met een toekenning van eervol ontslag als burgemeester van die gemeente werd hij per Koninklijk Besluit met ingang van 15 december 1895 benoemd tot burgemeester van Aalten. Hij volgde jonkheer Georg Ludwig Carl Heinrich Baud op.
Tack en zijn familie werden op maandagmiddag door een grote menigte ontvangen op het station Aalten. Met koetsen en ruiters, een muziekkorps werd de familie naar de ambtswoning gebracht aan de Gasthuisstraat (tegenwoordig Haartsestraat 10, dat later ook wel het ‘Tackshuis’ genoemd werd). Die avond was ter ere van de nieuwe burgemeester een fakkeltocht door het met vlaggen en groen versierde dorp. Bij Koninklijk Besluit van 25 november 1907 werd Tack herbenoemd tot burgemeester met ingang van 15 december 1907.
Tack overleed op 4 mei 1915 op een leeftijd van 76 jaar te Aalten en werd op 8 mei begraven in Doesburg.
Aan de Hogestraat 33 zat vroeger de sigarenzaak van Herman Duenk. Hij gaf zijn winkel de prachtige naam ‘Insulinde‘, tevens een koosnaam voor Nederlands-Indië, afkomstig uit het boek ‘Max Havelaar’ van Multatuli.
Fotograaf, kunstschilder, tekenaar en amateur-natuurgeneeskundige
Johannes Paul Hagemann
Paul Hagemann (1882-1960) was een in Duitsland geboren kunstenaar en natuurgeneeskundige die zich rond 1926 in Aalten vestigde. Hij werkte als fotograaf, kunstschilder en tekenaar, en legde veel boerderijen rond Aalten vast. Daarnaast hield hij zich bezig met amateur-natuurgeneeskunde.
Johannes Paul Hagemann, roepnaam Paul, werd geboren op 3 maart 1882 in Münster (Duitsland). Op 15 november 1923 trad hij in Amsterdam in het huwelijk met Francina Gijsberta (Bep) van Arkel.
Het echtpaar vestigde zich vermoedelijk rond 1926 in Aalten. In 1934 stonden ze geregistreerd als bewoners van Bodendijk 19a in Aalten; in 1938 woonden ze op het adres IJzerlo 13b, en in 1945 weer in het dorp, aan de Dijkstraat 5.
Hagemann heeft onder andere veel boerderijen en huizen in en rond Aalten op doek vastgelegd. Naast zijn artistieke bezigheden hield hij zich ook bezig met natuurgeneeskunde. Eén van zijn gezondheidsproducten was een doosje met metaal en iets van elektriciteit.
Paul Hagemann overleed op 8 augustus 1960. Hij werd begraven op de rooms-katholieke begraafplaats aan de Piet Heinstraat in Aalten.
De Graafschapper, 3 oktober 1930De Graafschapbode, 9 september 1938De Graafschapbode, 9 november 1938Aaltensche Courant, 23 oktober 1945
Gelet op de vermelding van de woonplaats van de bewoners, de echtparen Fredrik ter Beest en Hendrina Wolters en Jan Deunk en Elsken Prins, in het 2e rot van IJzerlo in de Liberale Gifte van 1748, lag Stokhorst in het gebied dat ‘de Stokkert’ werd genoemd, in de buurt van Devenhuus, Roelofshuus en Kuijerman.
Werd deze boerderij later wellicht ‘Kobushuus’ genoemd?
Archieven
Liberale Gifte 1748
In 1750 verkochten Gerrit Jan Rothuis / Rots en Hendrica Haank ‘twee molders gesaeij boulant in den Stokhorst en het daer op getimmerte’ in IJzerlo voor 430 gulden aan Gerardus Lambertus Frenck, regerend burgemeester van Bocholt. Gerrit Jan en Hendrica hadden het in 1742 gekocht van Jan Asmus (Volontair Protocol).
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Geert Wolters (Dinxperlo, 09-01-1676 – IJzerlo, 1712/1713), trouwt op 06-01-1704 in Dinxperlo met Tonnisken Ophuijs (Dinxperlo, 07-05-1676)
Geert en Tonnisken kwamen rond 1712/1713 van de Beijer in Groot-Breedenbroek.
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Berent Fokkink alias Stokhorst (Lintelo – IJzerlo < 1731), trouwt (2) op 28-01-1714 in Aalten met Tonnisken Ophuijs (Dinxperlo, 07-05-1676)
Volgende bewoners, dochter van Geert en Tonnisken en schoonzoon:
Fredrik ter Beest alias Stokhorst (Aalten), trouwt op 26-08-1741 in Aalten met Hendrina Wolters (Dinxperlo, 25-07-1706)
Volgende bewoners:
Jan D(oe)eun(c)k alias aan de Stokhorst / Stokkerts (Winterswijk, 04-11-1708 – IJzerlo, 17-01-1766), trouwt op 03-10-1744 in Aalten met Elske Prins (Aalten, 01-11-1711 – IJzerlo, 08-06-1789)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Wander aan de Stokhorst alias Deuink (Aalten, 25-07-1745 – Dinxperlo, 25-11-1813), trouwt op 01-11-1772 in Aalten met Hendrina Bruggink (Dinxperlo, 28-02-1751 – De Heurne, 29-06-1805)
Wander en Hendrina vertrokken rond 1773/1774 naar Goorkamp in De Heurne.
In de jaren vijftig van de vorige eeuw vond het volleybalvirus bij de HBS een vruchtbare voedingsbodem. Docent lichamelijke opvoeding Jan van Zijtveld ging een herenteam trainen dat kon deelnemen aan de competitie, en enige tijd later ook een damesteam. Hij bedacht de naam BOVO, oftewel BOom VOlleybal, afgeleid van de lindeboom in het Aaltense gemeentewapen. Volleybalvereniging BOVO werd opgericht in september 1959.
De eerste trainingen vonden plaats in het Feestgebouw aan de Polstraat. Daar sneuvelden echter te veel lampen. Volgende locaties zijn het gymlokaal van de toenmalige HBS aan de Julianastraat (?) en Gebouw Irene aan de Hogestraat. Begin jaren zestig verhuisde het volleybal naar de HBS-locatie aan de Slingelaan.
Dames, heren, jeugd en recreanten
Door onenigheid tussen trainer en speler(s) over de opstelling verdwenen de heren echter voor twee jaar van het toneel. BOVO bestond in die periode uit twee damesteams, onder leiding van een zeer gedreven Marjan van der Drift. Door haar tussenkomst werd Leo Groeneveld, bevoegd volleybaltrainer, benaderd en met hem gingen de heren weer aan de slag. Er kwam ook een initiatief om het volleybal te promoten bij de jeugd en er werd een recreatieve lijn opgericht.
Henk Bruens
Van de voortrekkers ontpopte Henk Bruens zich tot een zeer ondernemende trainer en speler bij Heren 1. Hij wist velen, onder wie de familie Leeuwenstein, te mobiliseren voor het volleybalspel en legde een fundament voor de saamhorigheid binnen de vereniging. Als speler, trainer en bestuursvoorzitter in één persoon wist hij het volleybal op een hoger niveau te brengen. Door een noodlottig ongeval op oudejaarsavond 1980 kon hij zijn werk echter niet afmaken. Zijn naam leeft voort in het Henk Bruens- of Oliebollentoernooi.
Eredivisie
In 1977 was de vereniging verhuisd naar de nieuwe Aladnahal met de o zo beruchte Aladnabar. Vooral met uitbaters Martin en Monique Hüning werden er mooie tijden beleefd. Ook sportief ging het bij BOVO crescendo, met het herenteam en later met het damesteam in de derde divisie. Een team met voornamelijk Aaltense jongens mocht met steun van sponsors en een enorme aanhang toetreden tot de eerste divisie, waarna de eredivisie volgt. Dat is een hele stap en voor het bestuur een geweldige (financiële) uitdaging. Helaas strande het avontuur, omdat het uiteindelijk voor Aalten financieel geen haalbare kaart bleek.
55 jaar
De vereniging kwam zelfs aan de rand van de afgrond te staan, maar gelukkig waren er ingenieuze ideeën voor fondsenwerving. Daaruit is onder meer het roemruchte Sjoksfestival voortgekomen. Met vrijwillige bijdragen van talloze BOVO-leden en niet-leden, waaronder de Aaltense horeca, wordt de kar nog altijd getrokken door het bestuur van de Stichting Sjoks Evenementen.
Na de eredivisieperiode kwam de vereniging onder een nieuw bestuur in rustiger vaarwater. Maar tot op de dag van vandaag zitten de tribunes nog altijd vol. Na 55 jaar is volleybal in Aalten dankzij BOVO nog steeds een aantrekkelijke en springlevende sport.
AVA’70 staat voor Atletiekvereniging Aalten en is opgericht in 1970. De club beschikt over een eigen atletiekaccommodatie aan de Bredevoortsestraatweg.
Oprichting
Eind jaren zestig van de vorige eeuw was Aalten, sportief gezien, in de ban van het alom vermaarde stedenspel Zeskamp. Om de verschillende spelonderdelen tot een goed einde te brengen, moest er vooraf maanden lang hard worden getraind. De mensen die toen voor de hoogste eer streden, moesten dus wel atletische kwaliteiten hebben. Toen voor Aalten de jaren van de Zeskamp voorbij waren, vonden enkele deelnemers het eigenlijk jammer dat al dat trainingswerk zomaar verloren zou gaan. Zo kwam dus min of meer het idee op om hier verder iets nuttigs mee te gaan doen.
En zie, in 1970 werd aldus Atletiekvereniging Aalten, of liever AVA’70 geboren. Belangrijke drijfveren achter de oprichting van AVA’70 waren Dick Schoppers en Gerrit Heusinkveld samen met andere leden van het eerste uur Jan Raben, Henny Jansen, Gerrit Heinen. Maar vanaf het prille begin lopen ook de namen van de familie Tebroke en de familie te Brake als een rode draad door AVA’70.
Een accommodatie en voorzieningen waren er niet of nauwelijks. Het Loohuisbos, met als middelpunt ‘het vennetje’, werd de eerste trainingsaccommodatie. Fiets tegen een boom gezet en dan het bos in. Inlooproute was meestal de ‘paardenronde’. Was men te laat dan liep je de tegenovergestelde richting, dan kwam je vanzelf de rest van lopers een keer tegen. Om het vennetje werden de sprintafstanden gelopen en het wat langere werk werd op de ‘kilometerronde’ gedaan. Ondanks behelpen, waren het hier toch fantastische jaren, soms wordt er met weemoed aan teruggedacht. Met name omdat hier de ‘roots’ liggen van de meest succesvolle AVA’70 loper uit de clubhistorie, Gerard Tebroke. Verschillende toppers uit de nationale en internationale atletiekwereld hebben, samen met hem, hun sporen achtergelaten in het Loohuisbos.
Accommodatie
Eind jaren zeventig bleek dat het Loohuisbos, ook aan de eisen van die tijd, niet meer voldeed. De vereniging begon behoorlijk te groeien en er diende zich ook steeds meer jeugd aan. Met name bij de jeugd, kon je niet in een bos blijven rondhangen Bij deze categorie is het juist belangrijk dat men spelenderwijs met de verschillende onderdelen van de atletiek vertrouwd raakt. Dus werd het noodzakelijk dat men over een echt atletiekveld beschikte. Na diverse eerdere pogingen, werd er bij de gemeente Aalten opnieuw op gewezen dat de situatie onhoudbaar werd en dat er een eigen goede voorziening moest komen.
Het duurde nog tot 1985 tot de Hamelandbaan in gebruik genomen werd. Het was geen volwaardige atletiekbaan, maar een trainingsveld met een 300 meter grasbaan, 100 meter sprintlanen, verspringbakken. Op het middenterrein waren voorzieningen voor hoogspringen, speerwerpen, kogelstoten en diverse balspellen. Was AVA’70 tot dan toe een vereniging met eigenlijk alleen maar (hard)lopers, nu konden ook de technische nummers hun intrede gaan doen. Vanaf dat moment maakte AVA’70 een flinke ontwikkeling door.
Voordat er in 1998 een gedeeltelijk verharde baan kwam, was AVA’70 nog met de gemeente Aalten in de slag voor een volwaardige atletiekaccommodatie, met daarin een 400 meter wedstrijdbaan. Door verschil van inzicht met de gemeente omtrent de locatie van een nieuw terrein, is dit helaas niet doorgegaan.
Het ledental bleef ondertussen toenemen. In het voorjaar van 2012 vierde de club een mijlpaal met de inschrijving van het 400e lid. In november 2013 kon de vlag wederom in top, toen het 500e lid zich aandiende.
Na lang en moeizaam overleg voeren, realiseerde de gemeente in Aalten op het bestaande complex aan de Bredevoortsestraatweg een fonkelnieuwe 300-meterbaan. AVA’70 zette zelf de schouders onder de nieuwbouw van een prachtig, multifunctioneel clubhuis. Het complex is sinds de winter van 2013 in gebruik en daarmee ging een grote wens van AVA’70 in vervulling. Met het nieuwe complex is AVA’70 is helemaal klaar voor de toekomst en kan de vereniging haar leden prima faciliteiten bieden om lekker te kunnen sporten.
Piet te Lintum (1909-1985) was een veelzijdig kunstenaar uit de Achterhoek. Hij werkte als columnist, illustrator, tekenaar en kunstschilder, en schilderde een groot aantal landschappen en dorpstaferelen van zijn geboortestreek. Hij wordt daarom ook wel de “schilderende ambassadeur van de Achterhoek” genoemd.
Pieter (Piet) te Lintum werd op 13 januari 1909 geboren in Aalten, als zoon van Jan te Lintum, kruidenier, en Johanna Christina Adolphina te Giffel. Het gezin woonde aan de Dijkstraat 4, het pand waar tot 2022 bakker Van den Dobbelsteen gevestigd was. Op 15 augustus 1942 trad hij in het huwelijk met Elisabeth Maria Schenk, met wie hij twee kinderen kreeg.
Talent
Van jongs af aan liet Te Lintum zien dat hij over uitzonderlijk tekentalent beschikte. Al op elfjarige leeftijd maakte hij goed gelijkende portretten. Zijn eerste lessen kreeg hij van een kunstenaar die juist afgestudeerd was van de kunstacademie. Tevens volgde hij een jaar lang schriftelijke cursussen van een instituut in Parijs.
Op zijn achttiende volgde hij lessen aan de Kunstnijverheidsschool in Arnhem, waar hij les kreeg van Hendrik Valk en Gerard van Lerven. Daarna volgde hij drie jaar lessen aan de Rotterdamse Kunstacademie van David Bautz en Herman Mees. Zijn meest invloedrijke leermeester was echter prof. Johannes Hendricus Jurres, aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid in Amsterdam.
Loopbaan
Na zijn opleiding bouwde Piet te Lintum een veelzijdige carrière op als illustrator voor diverse uitgeverijen. Hij tekende onder andere de illustraties bij de avonturen van Aornt Peppelenkamp, geschreven door Frans Roes onder het pseudoniem Herman van Velzen. Ook werkte hij voor uitgeverij Misset in Doetinchem (o.a. De Graafschapbode) en maakte hij stripvormige columns voor dagblad Tubantia. Daarnaast ontwierp hij reclamewerk, ansichtkaarten en maakte hij muurschilderingen.
Piet te Lintum staat vooral bekend om het schilderen van bouwvallige gebouwen. Hij meed het moderne, rechtlijnige. Voor hem gold: hoe ouder en rotter het gebouw, des te mooier het geheel. Hierbij ging het hem niet alleen om het romantische beeld van verwaarloosde huizen en boerderijen. Hij vroeg met zijn werken ook aandacht voor de historie.
Te Lintum zag destijds al met lede ogen aan dat er steeds meer oude gebouwen met een verleden werden gesloopt voor herinrichting van het Achterhoekse landschap. Het boerderijtje van Bernard Schlüter in het Duitse Südlohn en het Kuupershuusken in Bredevoort zijn om deze reden steen voor steen wederopgebouwd. Allemaal ten behoeve van de rijke, lokale geschiedenis.
Nalatenis
Op 1 mei 1985 overleed Piet te Lintum in Winterswijk. Zijn werk leeft voort in de herinnering van velen, niet in de laatste plaats dankzij het boek Wat ik te zeggen heb… van Hans de Beukelaer, dat een ode brengt aan zijn leven en werk. Voor het boek werden meer dan 500 werken van zijn hand opgespoord. Hoewel een groot deel van zijn muurschilderingen de tand des tijds niet heeft doorstaan, zijn zijn schilderijen van boerderijen, gebouwen en gezichten uit de streek blijvende getuigen van zijn liefde voor de Achterhoek.
In het Cultuurhistorisch tijdschrift voor Achterhoek en Liemers, Oer/39 van maart 2021, verscheen een artikel over Piet te Lintum. Dit tijdschrift is nog verkrijgbaar bij het ECAL in Doetinchem.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.
Volgens Funda is het bouwjaar van deze woning 1935. Vermoedelijk gaat het echter om een grondige verbouwing van het huis dat rond 1894 op dit perceel werd gebouwd. De naam op de gevel van de aanbouw van dit karakteristieke boerderijtje verwijst ongetwijfeld naar Hendrik Ansink, die hier aan het begin van de vorige eeuw woonde en voerman van beroep was.
Deze prachtige villa, gebouwd op een heuveltje, kent een rijke geschiedenis en is aangemerkt als gemeentelijk monument. In eerste instantie deed het dienst als kantongerecht met woning en daarna als kostschool van de dames Hagen. Vervolgens woonde er de gemeentesecretaris Bernard Hendrik Vaags.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er onderduikers in het huis ondergebracht. De onderduikers waren ‘verstopt’ in een kleine ruimte in een slaapkamer achter de zijkant van een dakkapel, die toegankelijk was via een geheime toegang van de boekenkast.
Later werd het een notariskantoor van Krijgers Janzen. Nadat de notaris vertrok, was het pand lang in gebruik als locatie van de Volle Evangelie Gemeente ‘Heil en Lof’. Hierna werd de woning particulier eigendom. De tuin stond in het voorjaar vol met prachtige krokussen, een bezienswaardigheid.
Markt 5 in Bredevoort is een voormalig borgmanshuis met een hoog wolfsdak. De bakstenen voorgevel heeft een getoogde en geblokte inrijpoort, terwijl de zijgevels vakwerk bevatten. Het pand beschikt over een deuromlijsting met gecanneleerde pilasters, bovenlicht, hoofdgestel en Empireramen met luiken. Aan de gevel is een bordje bevestigd met de tekst: “Gotschalk van Rhemen, borgman in 1254”.
Het pand is gebouwd als onderwijzerswoning. Het pand is, met erf en tuinhek, van architectuurhistorisch belang als voorbeeld van een woonhuis rond 1900 in de neo-renaissance. Vóór de bouw van de huidige woning stond er een ander huis op een deel van dit perceel, waar laatstelijk de doodgraver Piek woonde.
Eigenaren
Kadaster 1832
Bredevoort B31 Hermanus Piek metselaar te Bredevoort
Op 24 december 1833 hield de gemeente een aanbesteding voor “den opbouw van eene geheel nieuwe school, voor de buurtschap Lintelo“. Van 1834 tot 1878 was Ernst Frederik Avenarius er de schoolmeester. In 1861 had de school 131 leerlingen en Avenarius gaf in zijn eentje les aan al die leerlingen. Zijn jaarsalaris bedroeg toen 400 gulden per jaar.
In 1878 werd de heer D.R. Bouhuijs benoemd tot hoofdonderwijzer, na zijn overlijden opgevolgd door H. Wensink. Van 1904 tot 1911 was G.J. Meinen hoofd van de openbare school. Hij was ook de eerste penningmeester van het in 1906 opgerichte Lintelo’s Belang.
In 1921 werd het gebouw vervangen door een nieuw schoolgebouw. In de jaren 50 van de vorige eeuw telde de school nog maar enkele leerlingen en werd opgeheven. Daarna is het pand verbouwd tot een dubbele woning.
Adresgeschiedenis
Adresboek 1934
Lintelo 145
Op. lag. School
Adresboek 1967
Lintelo 145 > Gendringseweg 22
S. Nieuwboer
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.
De OLS te Lintelo, in 1953 geschilderd door Piet te Lintum
Beheer toestemming
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.