De Christelijke Nationale School in Lintelo, opgericht in 1901, heet tegenwoordig Basisschool De Klimop. Door de jaren heen is het gebouw verschillende keren verbouwd. Eerst de woning met aansluitend twee lokalen aan de Haltewegzijde, later nog twee lokalen aan de Schooldijkzijde.
Tot de jaren tachtig bleef de school zoals veel ouderen hem nog kennen. In de jaren tachtig en negentig volgden vrij kort op elkaar twee ingrijpende verbouwingen. In schooljaar 2002-2003 zijn er plannen ontworpen om te komen tot een zogeheten Brede School. Dit houdt in dat de plaatselijke peuterspeelzaal en kinderopvang geïntegreerd zijn in het schoolgebouw. De opening van de verbouwde school heeft in maart 2006 plaatsgevonden. Er is een modern schoolgebouw ontstaan, aangepast aan de eisen van deze tijd.
In augustus 2007 is de school verbouwd en in juni 2008 zijn het gebouw Wilhelmina en de school zowel letterlijk als figuurlijk aan elkaar verbonden en gevormd tot een zogeheten Kulturhus. Op deze manier hoopt de school een grote bijdrage te kunnen leveren aan de leefbaarheid van de buurtschap.
Adres
Adresboek 1934
Lintelo 151 > 166
Bijz. lag. School
Adresboek 1967
Lintelo 166 > Schooldijk 21
Bijzondere lagere school
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Kaemingk Season Decorations is met ruim 500 werknemers één van de grootste werkgevers van Aalten. Het bedrijf omschrijft zichzelf als een innovatieve leverancier van decoratieartikelen voor feestelijke gelegenheden zoals Kerst, Pasen, Valentijn en het voorjaar. Met een assortiment dat ruim 19.000 artikelen telt, leveren ze aan meer dan 73 landen over de hele wereld.
Het begon allemaal in oktober 1936 met de vennootschap B. Lusink & Co. Deze groothandel in onder meer garen, band, toiletartikelen, sponzen en zemen werd in 1937 overgenomen door H.A.J. (Johan) Kaemingk. Hij heeft de onderneming helemaal opnieuw opgebouwd en breidde het assortiment uit met producten als speelgoed, feest- en huishoudelijke artikelen en luxe lederwaren.
Hogestraat
De firma H.A.J. Kaemingk kreeg per 1 juni 1941 de rechtsvorm vennootschap onder firma. Als vennoten werden ingeschreven Johan Kaemingk en zijn jongere broer Johan Wilhelm (Wim). Van de twee broers was Wim de verkoper. Het bedrijf was “een grossierderij in borstelwerk, galanterieën en schrijfbehoeften en wat in den ruimsten zin tot deze branche behoort” en was gevestigd aan de Hogestraat 1 in Aalten. Als datum van vestiging werd 1 januari 1939 opgegeven.
In 1942 kreeg architect Hebly uit Aalten van de firma Kaemingk opdracht een pakhuis te tekenen. Kaemingk had een optie genomen op een stuk braakliggend grond links naast het spoorwegstation in Aalten. Hoewel het ontwerp klaar was, is er – vermoedelijk vanwege de oorlog – niets van gekomen en liet een verdere uitbreiding nog jaren op zich wachten.
In 1948 liepen de zaken naar wens. Men trof voorbereidingen om het bedrijf uit te breiden. Op 23 januari 1950 kocht Kaemingk de panden Hogestraat 5 en 7. De winkel met de woning erachter op no. 7 en het magazijn op no. 5.
Op de Hogestraat 7 woonde aanvankelijk kruidenier Prinsen die na de oorlog naar Canada vertrok. Daarna kwam Wim Brethouwer erin, ook als kruidenier. Aangezien de winkel niet goed liep, vertrok hij al weer snel en vestigde Johan Heideman zich in de winkel met een filiaal van stomerij Hölscher. Naderhand verhuisde hij naar een pand aan de Landstraat, waar de stomerij nog vele jaren was gevestigd. Op no. 5 werd het magazijn weer als dusdanig in gebruik genomen en kwam er boven op de eerste verdieping een kantoor. Nadat Heideman was verhuisd, verplaatste men het kantoor naar de voormalige winkel.
Begin 1954 verhuisde Kaemingk officieel naar de Hogestraat 5. Het pand waar Kaemingk eerst in had gezeten Hogestraat 1 – het huis van de ‘Hook Jödde’ dat hij huurde van Van Lochem – werd afgebroken.
Industrieterrein
Na de uitbreiding van Hogestraat 7 maakte men in 1962 ook een begin met de bouw van het magazijn aan de Tweede Broekdijk 9. Dat was wederom ontworpen door architect Hebly uit Aalten. Het betrof een stenen magazijn met een vuurwerkkluis. Wegens allerlei verordeningen was het niet langer toegestaan het vuurwerk aan de Hogestraat op te slaan.
Daarmee zat Kaemingk verspreid op twee locaties. Het zou nog twintig jaar duren, voordat ook het kantoor naar het industrieterrein werd verplaatst. In 1981 verhuisde Kaemingk naar de Broekstraat 13. Het kantoor werd naderhand diverse malen uitgebreid. Er werd al spoedig een tweede showroom geopend, 400 vierkante meter groot.
De verzending van de artikelen geschiedde voortaan vanuit het magazijn aan de Tweede Broekdijk. Het magazijn mocht destijds niet al te hoog worden gebouwd: op grijphoogte, want van een heftruck was toentertijd nog geen sprake. Als Johan Kaemingk op het magazijn kwam, zei hij steevast over de stellingen: “Jammer van de lucht die daar nog boven zit.”
Huurlocaties
Vroeger arriveerden alle goederen voor Kaemingk in de haven van Rotterdam. Daar werd het vervolgens in wagons gepakt en naar het station in Aalten vervoerd. Daar aangekomen had men twee dagen nodig om alles uit te zoeken. Van daaruit werd het met een busje en aanhanger naar de opslagplaats gebracht.
In het begin, toen Kaemingk enkel over het pand aan de Hogestraat beschikte, deed dit dienst als zowel kantoor als magazijn. De opslagcapaciteit was beperkt en ook de expeditie vond plaats vanuit dit pand, wat de nodige uitdagingen met zich meebracht.
Om in korte tijd een grote hoeveelheid seizoensartikelen te kunnen verwerken, werden er al snel externe opslagruimtes gehuurd. Kaemingk had soms wel 15 tot 20 verschillende locaties in gebruik. Dit waren vaak gewone huizen die leegstonden. Werknemers werden gevraagd of men nog een leegstaand pand wist.
Toen een werknemer van Kaemingk die aan de overkant van de Hogestraat woonde moest verhuizen, omdat het pand onbewoonbaar was verklaard, werd het huis door Kaemingk gehuurd voor goederenopslag. De goederen werden vanuit een vrachtauto gelost en door een raam van de woning naar binnen gebracht.
Een andere locatie was het voormalige klooster in de Dijkstraat. Kaemingk huurde destijds een ruimte achterin dit klooster. Vanwege het ontbreken van hulpmiddelen, moesten alle goederen handmatig door het gebouw gedragen worden. In het klooster was een hal die als aula gebruikt werd. Op een dag moest men er weer wat spullen heen brengen maar op dat moment was de aula waar men doorheen moest in gebruik: er lag een overleden persoon opgebaard! Daar schrok een collega zó van dat hij ter plekke de spullen uit zijn handen liet vallen en als een haas naar buiten rende.
Andere opslagplaatsen waren de zolder van zaadhandel en tuincentrum Voskuil en het pand van RATEWA, waar men elektronische spullen verkocht. Dit pand bestaat niet meer; op deze plek zou zich later Karpi vestigen. Of het pand van aannemer Jansen – hier vestigde zich later Avista Polarit –tegenover de losplaats van het magazijn op het Broek.
Romneyloodsen
Kaemingk bleef groeien en specialiseerde zich steeds meer in kerstartikelen, kerstversiering en kleinvuurwerk. Een goede beslissing, want de groei zette door. In de jaren 80 had het bedrijf grote behoefte aan opslagruimte. Daarom bouwde men aan de Broekstraat een aantal Romneyloodsen. Deze waren snel en relatief goedkoop te realiseren.
Het was de bedoeling dat deze loodsen na enige tijd vervangen zouden worden door een ander gebouw. Men kreeg ook slechts een vergunning voor vijf jaar. Maar in plaats van afbreken werd er om de zoveel jaar weer een stuk bij aangebouwd.
Aanvankelijk waren deze loodsen nog niet geïsoleerd, met als gevolg dat bij heel warm weer de kaarsen in de dozen als een soort pudding in elkaar zakten. Om dit te voorkomen werd het dak met water besproeid door middel van tuinslangen waarin gaatjes waren geprikt.
In de winter was de situatie omgekeerd. Het was er dan steenkoud, zodat medewerkers met dikke winterjassen en handschoenen aan de orders gereedmaakten. Wanneer het echt niet meer te harden was, dronken sommige collega’s een borrel om weer op temperatuur te komen. Het was toen buiten zelfs warmer dan binnen. Later kwamen er kachels in de loodsen en een aantal jaren later werd alles geïsoleerd.
Verkoop en groei
In 1992 verkocht de familie Kaemingk de aandelen. De Aaltense onderneming was inmiddels zo succesvol, dat ook bedrijven uit het buitenland interesse toonden. In 2001 werd Kaemingk verkocht aan een Amerikaanse investeerder. Hierdoor kreeg men meer groei- en inkoopmogelijkheden en toegang tot de Amerikaanse markt.
Begin 2006 kwam Kaemingk weer in Nederlandse handen. Daarna ging het snel. Het bedrijf was al actief in Duitsland, Frankrijk en België, nu volgde ook het Verenigd Koninkrijk.
Het bedrijf is tegenwoordig verspreid over diverse locaties op het bedrijventerrein van Aalten.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
De Openbare Lagere School (OLS) Barlo-Dale is een voormalige school op de hoek van de Barloseweg en Het Villeken. Bovenstaande tekening door J. Straaijer toont de openbare school Barlo-Dale, waarschijnlijk in de beginperiode.
Voor kinderen uit de buurtschappen was het volgen van onderwijs niet eenvoudig, door de bereikbaarheid van de scholen. De weg van en naar school was lang en – zeker in de winter – slecht begaanbaar, waardoor de kinderen vaak thuisbleven. Daarom stichtte men in de buurtschappen wel kamerschooltjes. In 1667 wordt al melding gemaakt van een kamerschool in Barlo op boerderij Bullens. Een hele tijd later meldt men in de gemeenteraadsnotulen van 31 maart 1860 dat er een openbare school is in Barlo. Deze openbare school was gevestigd aan de Barloseweg 5.
Na de opening van de Christelijk Nationale School in Barlo in 1906 vermeldt een gemeenteverslag in 1907 het aantal leerlingen van beide scholen in Barlo:
“Zo heeft de openbare school 36 jongens en 20 meisjes en de Christelijk Nationale school onder leiding van meester Bos 37 jongens en 41 meisjes.”
Vanwege een sterk teruglopend leerlingenaantal werd de openbare school op 1 april 1922 opgeheven.
Het gebouw werd datzelfde jaar nog verkocht aan de hoogste bieder, Willem Piek, die er een smederij vestigde. In het gebouw waar zoveel jaren aan kinderen de beginselen van rekenen, schrijven en lezen zijn bijgebracht, klinken vanaf die dag niet langer de heldere kinderstemmetjes, maar hoort men de nijvere klop van de smidshamer.
De Christelijk Nationale School Barlo werd geopend op 31 oktober 1906. De school was tot stand gekomen vanwege onvrede met het godsdienstonderwijs op de openbare lagere school. In 1967 verhuisde men naar de nieuwe school, die we tegenwoordig nog steeds vinden aan de Markerinkdijk 18, als CBS Barlo.
Op bovenstaande foto kijk je tegen het handwerklokaal aan en de toiletten. Helemaal links is nog net een stukje zichtbaar van de woning van schoolmeester Weenink die lang schoolhoofd was. Aan de voorzijde van de school waren drie lokalen met zes klassen.
Oprichting
Op 2 februari 1906 hielden de vrienden van het christelijk onderwijs in Barlo de eerste vergadering. Men stelt voor om te komen tot “het stichten eener vereeniging tot stichting en instandhouding van een school met den Bijbel te Barlo”. Op 16 februari 1906 vond een ledenvergadering plaats. Na een flinke discussie gingen de 62 leden akkoord met de plaats waar de school moest komen. Om het project financieel rond te krijgen besloot men om met een lijst rond te gaan. De beste gevers stonden bovenaan.
Op 2 maart verschenen de voorzitter, secretaris en penningmeester in Lichtenvoorde bij de notaris, samen met Sweenen, die bereid was een stuk grond ter grootte van “vier schepelgezaai” te verkopen voor de nieuw te bouwen school. Op maandag 11 juni 1906 vond, na een drukke periode van voorbereiding, de eerstesteenlegging plaats: “Maandag 11 juni was het voor de vrienden van het christelijk onderwijs in Barlo een aangename dag. Dien dag werd de eerste steen gelegd van de nieuwe christelijke school (…) Hoogst voldaan keerden allen huiswaarts“.
Opening
Op woensdag 31 oktober was dan eindelijk de grote dag aangebroken. Men hing voor het eerst de vlag uit, maar helaas hing men hem verkeerd om, als ‘blauw, wit, rood’. De vlag werd snel omgedraaid en de feestelijkheden konden doorgang vinden.
Voor (veel) meer geschiedenis en verhalen over deze school verwijzen we je door naar het boek ‘Buurtschap Barlo Buitengewoon‘.
Adresgeschiedenis
Adresboek 1934
Barlo 69 > 84
“School”
Adresboek 1967
Barlo 84 > Markerinkdijk 13
“School”
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Het huidige pand op Kerkstraat 15 werd rond 1860 gebouwd in opdracht van textielfabrikant Eduard Driessen (1824-1895). Voor deze periode speelde het perceel een belangrijke rol in de geschiedenis van de Aaltense katholieken.
Tot de Reformatie kerkten de rooms-katholieken in de Oude Helenakerk. Na de reformatie weken ze noodgedwongen uit naar de Kreuzkapelle, net over grens met Münster. Pas in 1790 werd het hen weer toegestaan in Aalten hun godsdienst uit te oefenen. Bernard Meierman stelde daarvoor een deel van zijn huis, het later afgebrande Reigershuis aan de Kerkstraat, ter beschikking.
Enkele jaren later kocht kerkmeester Lambertus Wamelink een huis met schuur op de plaats waar nu Kerkstraat 15 is. Het huis werd ingericht als pastorie, terwijl de schuur tot kerk werd verbouwd. Deze kerk is tegenwoordig nog zichtbaar vanaf ’t Lage Blik. Op 5 juli 1800 vond de inwijding van het kerkgebouw plaats. Na vijf decennia bleek de kerk echter te klein voor de groeiende parochie. Op 4 mei 1859 werd daarom een nieuwe katholieke kerk in gebruik genomen aan het begin van de Dijkstraat.
De oude kerk met woning werd verkocht aan fabrikant Eduard Driessen. Hij liet het oude huis afbreken en een nieuw statig herenhuis bouwen. Tijdens de bouwwerkzaamheden kwam een bijzondere vondst aan het licht: dertien unieke kruiswegstaties uit de 16e eeuw werden ontdekt. Ze waren op hun kop gelegd en gebruikt als keukenvloer. In 1870 schonk Driessen deze unieke reliëfs aan het Aartsbisschoppelijk Museum in Utrecht, tegenwoordig bekend als het Museum Catharijne Convent, waar ze nog steeds te bezichtigen zijn.
Vanaf 1924 bood het pand onderdak aan de Boerenleenbank en later werd het een apotheek. Tegenwoordig is het pand weer in gebruik als woonhuis.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-1188 I-1189
R.C. Pastorij van Aalten R.C. Kerk van Aalten
240 m² huis en erf 230 m² kerk en erf
1860
I-1188 I-1189
Gerhard Ferdinand Johan Driessen, fabrikant
240 m² huis en erf (amotie* 1861) 230 m² kerk en erf
1966
I-9261
de “Coöperatieve Boerenleenbank” te Aalten
3005 m² bank, erf
* ‘amotie’ = sloop
Bewoners
1813
Aalten 16
“Kerk, huis en tuin” (“De romsche Kerk”)
Gerhard Hendrik Joseph Wansink (Vreden/D, 17-03-1772), R.C. Pastoor
Foto: Google StreetviewFragment kadastrale kaart uit 1861, met de contouren van de oude pastorie en RK kerkFragment kadastrale kaart uit 1862, met het nieuwe huis van Eduard DriessenNederlandsche Staatscourant, 15 juli 1851
Deze pagina is nog in bewerking. Zo is er nog onduidelijkheid over de bewonersgeschiedenis (zie onder).
Hier woonde heel vroeger de weduwe Manschot.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-1184
Gerarda Arnoldina Johanna Hendrica Evers
630 m² huis, schuur en erf
Bewoners
1813
Aalten 14
Willem Rudolph Evers (Aalten, 26-06-1740), rotmeester Johannes Schutte (Aalten, 07-05-1752), gepens.off. Otto Hendrik Rochet (Arnhem, 18-11-1769), notaris
Het pand Kerkstraat 2 is gesitueerd op een perceel direct ten zuiden van de Oude Helenakerk en dateert van omstreeks 1920. Het gebouw bepaalt met zijn statige hoge vierkante bouwmassa voor een belangrijk deel het beeld in dit gedeelte van de Kerkstraat. Opvallend is het souterrain met de dubbele bedrijfsdeuren in de voorgevel. Het verstoorde metselwerk op deze plaats in de voorgevel geeft aan dat dit mogelijk een latere wijziging is. De invullingen van de vensters op de verdiepingen zijn grotendeels vernieuwd. Dit doet echter geen afbreuk aan de markante en statige uitstraling van het gebouw dat een soort „landhoofd‟ vormt aan deze zijde van de Kerkstraat.
Ooit woonde op deze plek Eppink, koster van de hervormde kerk. Hij werd ‘Eppink van de trepkes’ genoemd, omdat zijn woonhuis alleen via een stenen trap was te bereiken.
In 1887 bakte Eppink pannenkoeken voor vijftig soldaten en vijftien huzaren, die op wacht stonden rond het kerkgebouw. Het eigendomsrecht van het kerkgebouw stond ter discussie. De soldaten stonden op wacht, nadat in een telegram van 10 maart 1887 aan de Commissaris van de Koning was gemeld dat de toestand zeer gespannen was en dat vijfhonderd boeren zich een weg naar de preekstoel zouden banen.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-1263
wed. Gerrit te Hietbrink, arbeider
73 m² huis en erf
1860
I-1263
Gerrit Jan Eppink, landbouwer
73 m² huis en erf
1875
I-1263
Gerrit Eppink, arbeider
73 m² huis en erf
1882
I-3738
Gerrit Eppink, arbeider
56 m² huis en erf
1911
I-5448
Gerrit Eppink, arbeider
52 m² huis en erf
1928
I-6246
de Hervormde Kerk van Aalten
52 m² kosterswoning en vergaderlokaal
Bewoners
Registre Civique 1811-1813
Aalten 11
Gerrit ten Hietbrink (Aalten, 24-11-1743), gealimenteerd Evert ten Hietbrink (Aalten, 1793), smitsknegt
Hier stond tot begin 20e eeuw een pand dat dienst deed als stalhouderij. Eind 19e eeuw had dokter Servaas van Leuven hier zijn paard en koets staan. Dokter Van Leuven woonde aan de overkant van de Bredevoortsestraat, waar nu Trekpleister zit.
Agterhof (Göpse Vetelsels, p.32) schrijft dat de bodedienst naar de Haart verbonden was met “het huis dat thans bewoond wordt door Garrit Coeleman, staande aan de Bredevoortsche Strate met de ene zijde naast het huis van de Jode Gompert David en met de andere naast het Peperstraatje…”. Dat was dus het hoekpand links op de foto. Het huis ernaast, waar later Foto Hubers was gevestigd, is minstens vanaf 1775 tot ca. 1920 bewoond geweest door “Jode Gompert David” en zijn nakomelingen, de familie Van Gelder.
De wat oudere Aaltenaren herinneren zich nog de groente- en delicatessezaak van Stoltenborg op de hoek van de Bredevoortsestraat en de Peperstraat. Later zaten in dit pand onder meer brood- en banketbakkerij Haverkamp en cadeauwinkel TopArt. Tegenwoordig zit hier herenkledingzaak Pepper 8.
Hierna worden er tot ca. 1910 geen bewoners meer vermeld. Het kadaster vermeldt dat het pand in 1860 werd verbouwd. Daarna wordt het perceel tot begin 20e eeuw vermeld als ‘schuur en erf’. Blijkbaar woonde er in deze periode dus niemand.
Op bovenstaande foto zien we links de stalhouderij die hier vroeger stond.Hetzelfde pand nogmaals, met een inkijkje in de Peperstraat.Het huidige pand op deze plek, toen bakkerij Haverkamp er al was verdwenen, blijkens het bord ‘Te Huur’.Fragment kadastrale kaart, 1891 (perceel I-2528)Algemeen Dagblad, 16 september 1972
Op bovenstaande foto zien we links het oude slachthuis op nummer 3. Op deze plek vonden we later het atelier van fotozaak Hubers en tegenwoordig maakt het deel uit van herenmodezaak Pepper 8.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-1156 I-1157 I-1158
Cornelis Prins
76 m² huis en erf 30 m² huis 30 m² huis
1894
I-4604
Aron David van Gelder en consorten, koopman
191 m² slachthuis en erf
1895
I-4650
Aron David van Gelder, koopman
190 m² slachthuis en erf (dj. 1907: verkoop)
1958
I-8188
Hermanus Albers, schoenmaker
311 m² 2 huizen, erf
1958
I-8939
Hermanus Albers, schoenmaker
298 m² 2 huizen, erf, atelier
Bewoners
Nog niet compleet!
Bevolkingsregister 1900-1910
Aalten 458 > C512
Bevolkingsregister 1910-1920
Aalten C512 > D565
Adresboek 1934
Aalten D565 > Peperstraat 3
Voormalig slachthuis
Adresboek 1967
Peperstraat 3
Schuur
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
De doorgang van de Peperstraat naar de Bredevoortsestraat werd vroeger ‘belemmerd’ door het eeuwenoude pand van smid Buesink, daterend uit 1731. Hierboven zien we het huis vanaf de Bredevoortsestraatweg. Rechts boven de deur staat “J.W. Buesink – gediplomeerd hoefsmid”. Ooit werd dit pand het Evershuis genoemd, toen er de herberg van Erik Evers gevestigd was. In 1934 werd het gebouw gesloopt zodat de straat verbreed kon worden.
“Een ‘Steen des Aanstoots’, die gaat verdwijnen!” en schrijft dat het “uit oogpunt van schilderachtig dorpsschoon beschouwd jammer is, dat hier weer een der oudste en meest typische huizen uit het hartje van het dorp gaat verdwijnen ten behoeve van het moderne verkeer”.
Behalve verbreding van de Peperstraat, maakte de sloop van de voormalige herberg en smederij plaats voor twee nieuwe panden.
Achteraan zien we het pand dat Haartsestraat 2 als adres kreeg en waar juwelier Meerdink al vele jaren zit. In het midden staat het pand met adres Peperstraat 8-10. Hier zat ooit Jamin en later de manufacturen- en naaimachinewinkel van Hilbelink. Herenkledingzaak Pepper 8 is hier begonnen. Daarna was hier de Wereldwinkel gevestigd en nu zit er een Beautysalon.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-1143
Theodora Geertruida Evers en cons.
280 m² huis en erf
Bewoners
Eerste bewoners (tot 1823 is dit een aanname / onder voorbehoud):
Erick Evers (Aalten, 18-12-1687), z.v. Geurt en Gerritjen Evers, ⚭ (1) Aalten, 05-01-1716 Aleijda Janknegt, d.v. Jan Janknegt ⚭ (2) Aalten, 11-07-1723 Catharina Dorothea van Waij, d.v. Jan van Waij op de Schans
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Jan Evers (Aalten, 19-12-1728), z.v. Erik Evers ⚭ Aalten, 26-11-1746 Geertruid Schaars (Aalten, 22-11-1722), d.v. Jan S. alhier
Fragment kadastrale kaart, 1888 (perceel I-1143)De achterzijde van de oude smederij, in de Peperstraat.Behalve voor verbreding van de Peperstraat, maakte de voormalige smederij plaats voor twee nieuwe panden.Overlijden Anthonij Bekink, 25 september 1823Graafschapbode, 18 juli 1891Aaltensche Courant, 14 oktober 1899Aaltensche Courant, 4 maart 1921De Graafschapper, 29 november 1935Aaltensche Courant, 3 maart 1950Nieuwe Winterswijksche Courant, 19 mei 1967
Deze grote vrijstaande villa is gelegen in het buitengebied van Aalten (Dale) aan de noordoostzijde van de Romienendiek. Voor het gebouw bevindt zich een groot grasveld en erachter een stuk bos. De villa dateert uit 1924 en is gebouwd naar ontwerp van de architect J. Brill uit Aalten in een stijl met zowel neo-renaissancistische- als eigentijdse invloeden. Het gebouw valt op door de vormgeving als ‘herenhuis’ in een gebied met hoofdzakelijk hallehuisboerderijen.
Opdrachtgever was de heer G.J. te Giffel. De villa werd gebouwd als woonhuis maar in de loop der jaren werden toch diverse keren bouwaanvragen ingediend voor bedrijfsgebouwen. De eerste aanvraag vond plaats in 1939 voor het bouwen van een landbouwschuur. Daarna volgden aanvragen voor nog twee schuren, een veestal en een kippenhok. Anno 1997 zijn op het – buiten gebruik zijnde en niet beschermingswaardige – kippenhok na alle bijgebouwen weer verdwenen. De villa wordt nu weer enkel gebruikt voor bewoning. De achter het huis gelegen garage is nieuw en valt niet onder de bescherming.
De laat-middeleeuwse kelder van Merfelt behoorde tot een borgmanhuis waar in vroeger tijden Adolf van Merfelt woonde, borgman te Bredevoort. De kelder van het borgmanhuis is zeldzaam en oud. De manier waarop deze kelder is overwelfd, is voor een woning zeer zeldzaam: vier kruisgewelven met in het midden een dragende zuil.
De kelder van Merfelt is in 2014 genomineerd voor de Erfgoedprijs van de gemeente Aalten. Reden voor de nominatie was de zorgvuldigheid en het respect voor de historische uitstraling en gebruik van materiaal waarmee de restauratie heeft plaatsgevonden.
De werkzaamheden van de kelder hebben verspreid over meerdere jaren plaats gevonden. Het hoogtepunt van de restauratie was het herstellen van de gewelven. Daarbij werd de stabilisatie van de kruisgewelven voor een lange tijd gewaarborgd.
Bewoners
Adresboek 1967
Prinsenstraat 3a
B. te Winkel
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Het dorp Aalten kent sinds de late middeleeuwen een bijzonder netwerk van smalle paadjes, de zogenaamde ‘gängeskes’. In het agrarische esdorp stonden de huizen en boerderijen verspreid langs enkele hoofdwegen. Daartussen lagen dan de ‘gaorden’, de moestuinen van de inwoners.
De gängeskes ontstonden als verbindingspaden tussen de dorpsstraten en deze tuinen. Ze zijn doorgaans zodanig breed dat twee mensen met een kruiwagen elkaar net kunnen passeren.
Via deze paden werden de huizen bevoorraad met verse producten. Ook boden deze slingerende paadjes de mogelijkheid voor een snel bezoekje van de een aan de ander en kinderen gebruikten de paden om naar school te lopen. Dergelijke gängeskes waren in veel Achterhoekse dorpen te vinden. In de twintigste eeuw zijn veel gängeskes helaas verdwenen. Ze werden veelal bij de tuinen getrokken. In Aalten bleef echter een groot deel van dit unieke netwerk als belangrijk erfgoed behouden.
In 2011 kregen de paden officiële namen. Sommige paden van het in totaal 2,5 kilometer lange stelsel behielden hun oorspronkelijke naam en andere kregen een naam, die aan de activiteiten van vroeger herinnert.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Het Klokkengat (nu Klokkenpad), tussen Prinsenstraat en Oosterkerkstraat (klik om te vergroten)
Wandelroute
Bij de VVV Aalten kun je een wandelroute door de gängeskes boeken, met of zonder gids. Het Armenpad, Frerikspad, Klokkenpad, Kloosterpad, Langs de Gevangenis, Magispad en andere paden leiden de bezoeker langs de fraaiste plekjes van Aalten en bieden een kijkje in de geschiedenis van het dorp. Voor kinderen is er de ‘Gängeskes Junior’.
Op bovenstaande foto zien we het 17e eeuwse dorpsboerderijtje dat hier vroeger heeft gestaan. De laatste bewoner was mevrouw Nijman-Oberink, ook wel bekend als ’tante Nijman’, waarna groenteboer Stoltenborg het als opslag gebruikte. Na een zware storm stortte het gebouw in november 1971 in. Later was hier IPSIS Acoustics gevestigd.
Voorheen had dit pand als adres Markt 1. In 1909 opende F.J. Oberink er zijn winkel in “manufacturen, bedden, dekens, veeren, hoeden, petten, parapluies, enz.” Zijn zoon zou zijn winkel later voortzetten.
Tegenwoordig maakt het pand deel uit van het gemeentehuis van Aalten. Aan de straatzijde is het politiebureau gevestigd.
Fragment kadastrale kaart, 1873 (perceel I-3158)Aaltensche Courant, 6 maart 1909Aaltensche Courant, 1 december 1939De Graafschapper, 7 april 1945Aaltensche Courant, 29 november 1949Nieuwe Winterswijksche Courant, 29 juni 1951