Op nevenstaande foto zien we Engelina Lanting-te Linde voor haar drogisterij op nummer 26. Haar man, Reinder Lanting, had achter de winkel een schilderwerkplaats. Tegenwoordig is dit het adres van Eggink Maalderink Garantiemakelaars.
De naam Molenstraat verwijst naar De Hoop, een van de vele molens die ooit in Aalten stonden en voor een deel nog staan. Vóór 1930 werd de molen al gemechaniseerd. De overgebleven romp werd in 1968 gesloopt.
Deze boerderij lag, evenals ‘(Groot) Veenhuis‘, vermoedelijk aan het oude tracé van de Kriegerdijk, dat begon bij het voormalige zondagsschooltje tegenover ‘Snoeijenbos‘. Overigens heette de Kriegerdijk vroeger Tweede Slaadijk (blijkens een VVV-kaart uit september 1947).
Op Topotijdreis zien we De Schop op bovenstaande kaart vermeld, tussen de jaartallen 1889 en 1925. Een jaar later is er nieuwe kaart, waar geen boerderij meer te zien is. Vermoedelijk is De Schop dus ergens eind 19e of begin 20e eeuw afgebroken.
Archieven
Kadaster 1832
Aalten D1158 Jan baron van Pallandt 210 m² huis en erf
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Een opvallend detail van dit pand is de aanwezigheid van zogenaamde ‘blikken plafonds‘. Blikken plafonds zijn afgewerkt met blikken cassettes (panelen) waar decoratieve patronen in zijn geperst. Dit fenomeen waaide begin vorige eeuw over vanuit Amerika en was sneller en goedkoper dan het traditionele sierstucwerk dat doorgaans in dit soort huizen werd aangetroffen.
Deze plafonds hadden echter ook hun nadelen. Ten eerste namen ze de opstijgende kachelwarmte zo gretig op dat de bewoners zich arm stookten. Een ander minpunt werd duidelijk na de elektrificatie; ze geleidden elektriciteit, wat kon leiden tot kortsluiting of erger.
Blikken plafonds werden slechts gedurende een korte periode toegepast in Nederland. Door de Eerste Wereldoorlog kon dit Amerikaanse materiaal vrijwel niet meer per schip worden aangevoerd, aangezien die schepen toen voor andere doeleinden werden ingezet. Tegenwoordig zijn blikken plafonds in Nederland zeer zeldzaam.
Gebouw Elim is in gebruik als multifunctioneel verenigingsgebouw van de Protestantse Gemeente Aalten. Het huidige gebouw Elim werd in 1959 gebouwd ter vervanging van het Cathechiseerhuis ‘Elim’ op dezelfde plek. Oudere kinderen van de Nederlandse Hervormde Kerk kregen hier godsdienstles. In dit catechiseerhuis werd rond 1880 ook zondagsschool gehouden.
In 1907 waren er plannen voor het vernieuwen van het toenmalige Cathechiseerlokaal. De kosten waren begroot op ruim 2000 gulden. Een flinke verbouwing was hoognodig want, zo lazen we in de Aaltensche Courant:
Welk gebouw in Aalten wordt meer gebruikt voor vergaderingen dan het Cathechiseerhuis. Dikwijls moeten twee of drie vergaderingen gelijktijdig gehouden worden, wat natuurlijk in het tegenwoordige niet kan. En ook is de ruimte veel te klein. We denken aan openbare vergaderingen, anti-kermis-samenkomsten, kerstfeestvieringen enz. Zelfs voor gewone vergaderingen van Jongelings- en knapenvereeniging is het gebouw niet doelmatig. Bovendien is het bestaande gebouw slecht en zal, indien de verbouwing onverhoopt niet mocht doorgaan, spoedig eene goede restauratie noodig zijn.
Wat er van deze plannen terechtkwam hebben we (nog) niet gevonden.
Nieuwbouw
Op 20 oktober 1959 schreef Dagblad Tubantia:
Ds. Stegeman zal maandag het nieuwe Elim openen
Ds. J.D. Stegeman, emeritus predikant van de Ned. Herv. Gemeente van Aalten, zal maandagmiddag het nieuwe kerkcentrum Elim officieel openen. Daarmee zal op feestelijke wijze een periode van twee jaar worden afgesloten, tijdens welke het oude Elim tot op de bodem werd afgebroken om plaats te maken voor een ruim en modern gebouw dat een ontmoetingscentrum wil zijn voor alle Aaltense hervormden.
Gemeente bracht er offers voor
Elim is in Aalten een begrip sinds tientallen jaren. Er werd vergaderd op hoog en laag niveau, zang- en toneelverenigingen repeteerden er, catechisaties werden er gehouden en Elim deed dienst bij trouw- en rouwdiensten. Maar Elim groeide geleidelijk uit zijn jasje en het begon ook tekenen van slijtage en uitwoning te vertonen. Zo rijpten een jaar of drie geleden de plannen voor algehele nieuwbouw; plannen waarvan de uitvoering veel geld zou vergen.
Maar de Aaltense hervormden brachten dat geld eendrachtig bijeen. Een inzameling onder de gemeenteleden verschafte een hechte basis van ruim ƒ 80.000, welk bedrag in vijf jaar tijds geïnd zou kunnen worden. Daarbij kon gevoegd worden een fonds dat oorspronkelijk bedoeld was voor de bouw van een hervormd jeugdcentrum op de Wehme, welk plan evenwel niet is uitgevoerd. Al met al bleek er een bouwkapitaal van ruim een ton beschikbaar.
Toch heeft de praktijk uitgewezen dat ook dat bedrag nog niet voldoende zal blijken. De bouw van het nieuwe Elim zal namelijk naar schatting anderhalve ton eisen en daarbij is de inrichting niet gerekend.
Goede investering
Het is een flinke investering voor een kerkelijke gemeente. Maar het is een goede investering geweest. Want het nieuwe Elim is een prachtig gebouw geworden, misschien niet zozeer wat uiterlijk betreft doordat de mogelijkheden beperkt waren, maar vooral qua interieur. Het werk is onder architectuur van de heren J.B. Blekkink te Aalten en Huistra te Almelo uitgevoerd door het Aaltense aannemersbedrijf Vreeman.
In de hal trekt het oog terstond een gebeeldhouwd kruis met wijnranken, een fraaie schepping van de kunstenaar Baljet uit Beek bij Nijmegen. De grote zaal, die straks ook dienst zal gaan doen voor jeugd- en rouwdiensten, biedt (zonder tafeltjes) plaats aan 254 personen. Er is een bescheiden toneelruimte in gebouwd. Gelijkvloers bevinden zich verder de bibliotheekzaal, de keuken en toiletten. Op de eerste etage liggen nog drie vergaderlokalen, waarvan het grootste bestemd zal zijn voor zgn. brede kerkeraadsvergaderingen, koorrepetities e d. Een der kleinere zalen valt op door de massieve oude balken, die het geheel een antiek aanzien verlenen. Uit de hal leidt een aparte trap naar de garderobe. Boven de trap naar de verdieping valt het oog op een door Piet te Lintum vervaardigde muurschildering, gebaseerd op de Bijbeltekst uit Exodus: „Daarna kwamen zij in Elim, daar waren twaalf waterbronnen en zeventig palmbomen en zij legerden zich daar aan het water.”
Met het oude Elim is tot spijt van vele Aaltenaren een markant plekje verdwenen uit het dorpsbeeld, namelijk de verhoogde doorgang met aan de zijde van de Kerkstraat vooral een alleraardigste trapopgangetje. Nu loopt tussen de kerk en Elim een enkele meters brede weg, zij het ook dat die straks niet voor het openbaar verkeer open zal zijn.
Renovatie
In de periode 2009-2010 is gebouw Elim geheel gerenoveerd en daarbij is een bijzondere muurschildering van Piet te Lintum bewaard gebleven. Het gebouw beschikt over een grote zaal met circa 150 zitplaatsen en een podium. Verder een kleedkamer c.q. vergaderruimte, drie vergaderzalen, twee keukens, een ruime hal en goede sanitaire voorzieningen zowel beneden als boven. Voor de bovenetage is een lift aanwezig. Het gebouw wordt gebruikt voor allerlei kerkelijke activiteiten en wordt daarnaast verhuurd voor activiteiten als vergaderingen, toneelavonden of presentaties.
Archieven
Kadaster 1832
Aalten I1498 de Hervormde Kerk van Aalten 3060 m² kerk en erf
Adresboek 1934
Aalten D582 > Landstraat 20
„Elim”
Adresboek 1967
Landstraat 20
Gebouw „Elim”
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
In 1958 vierde schoenmaker C.D. Baan zijn zestigjarig jubileum als schoenmaker. Vrijwel iedere Aaltenaar kende de schoenmaker en zijn knusse werkplaatsje aan de Prinsenstraat.
Daar hamerde, priemde, lapte en schuurde hij nog steeds, want hij was het handwerk trouw gebleven. Hij gebruikte nog steeds dezelfde klop- en pinhamer, waarmee hij zestig jaar eerder de eerste schoenzolen bewerkte. Dat was de hamerkoppen trouwens ook wel aan te zien.
Eénmaal had hij op het punt gestaan op machines over te gaan, dat was in het laatst van de oorlog. Op een fatale dag echter werd de zoon, die voorbestemd was het bedrijf van zijn vader voort te zetten, bij een bombardement gedood.
Modernisering leek ineens volslagen onbelangrijk en zinloos. Het kwam er niet meer van. En zo zat Baan nog steeds achter de werkbank, die hij een kleine veertig jaar eerder zelf maakte, in dezelfde werkplaats zonder machines maar met acht lange rijen schoenleesten, het waarmerk van zijn handwerk.
Zo zat schoenmaker Baan zestig jaar aan zijn werkbank zolen en hakken reparerend of bezig met het maken van een paar nieuwe schoenen.
Dit was een samenvatting. Lees het hele verhaal hier: Delpher
Eigenaren
Kadaster 1832
Aalten I1017 Hendrik Jan te Braake landbouwer te Aalten 103 m² huis en erf
De panden Dijkstraat 18, 20 en 22 zijn omstreeks 1979 afgebroken om plaats te maken voor de doorbraak van de Admiraal de Ruyterstraat tussen Dijkstraat en Stationsstraat.
Gerrit Jan te Brake (Aalten, 24-02-1856), timmerman, bakker (1) Christina Wevers (Barlo, 02-05-1849) (2) Louisa Theodora Westerhoff (De Heurne, 25-09-1861)
Roberth Fuldauer werd op 2 augustus 1883 in Doetinchem geboren als zoon van Meijer Fuldauer (1844-1923) en Edel Fuldauer-Poel (1846-1908). Hij had één zus en vier broers, onder wie Sally, die evenals Robert naar Aalten verhuisde.
Roberth trouwde op 23 juli 1926 met Rozetta van Gelder (Borne, 3 februari 1892), dochter van David Salomon van Gelder (1839-1915) en Sara van Gelder-van Wije (1848-1919). Roberth en Rozetta kregen drie kinderen, Lina Sara (Lien), Sara en Meijer David.
De Fuldauers behoorden tot de armste families onder de Aaltense Joden. Roberth handelde in alles wat te verhandelen viel om de kost te verdienen voor zijn vrouw en drie kinderen. Dat zij iemand in huis namen zal niet geweest zijn om die in hun overvloed te laten delen. Van 1934 tot 1938 zorgden zij voor Salomon Denneboom, het pasgeboren kind van een ongehuwde moeder, en later ontfermden zij zich over Cato Konijn.
Van Cato is weinig bekend. Ze werd op 11 april 1894 geboren in Haarlem als dochter van Aron Konijn en Elisabeth Eva du Mosch. Het vermoeden bestaat, dat Cato zwakbegaafd was en niet voor zichzelf kon zorgen. Dat zou de reden kunnen zijn waarom zij bij het gezin van Robert en Rozetta Fuldauer inwoonde.
Waar Cato gebleven is toen in oktober 1942 het hele gezin Fuldauer gedeporteerd werd en een maand later het huis gevorderd werd, is niet te achterhalen. Waarschijnlijk heeft ze bij een van de andere Joodse families onderdak gekregen. In elk geval is zij met de laatste Joden die gesommeerd werden om Aalten te verlaten op 10 april 1943 naar Kamp Vught gegaan en vandaar via Westerbork op transport gesteld naar Sobibor, waar ze meteen na aankomst op 16 april 1943 is vermoord. Cato Konijn is 49 jaar geworden.
In 1941 werd Roberth Fuldauer te werk gesteld in een van de Joodse werkkampen. Toen die in het najaar van 1942 leeggehaald werden, moesten niet alleen de geïnterneerde mannen, maar ook hun gezinnen naar Westerbork vertrekken. Zo werd ook Rozetta met haar drie kinderen gedwongen het huis aan de Eerste Broekdijk te verlaten. Vrijwel meteen na aankomst in Westerbork is het hele gezin naar Auschwitz gedeporteerd. Allen zijn daar op 12 oktober 1942 vermoord.
Een maand later vroeg burgemeester Monnik aan Einsatzstab Rosenberg toestemming om het huis aan de Eerste Broekdijk te mogen gebruiken om er een dakloze familie in te huisvesten. De toestemming werd prompt gegeven, maar Rosenberg wilde wel weten waar de inventaris dan heen ging. Daar had de burgemeester een mooie oplossing voor. In het huis van de ondergedoken Izak David van Gelder aan de Lichtenvoordsestraatweg 8 woonde nu een politieagent. Daar was nog ruimte om de spullen op te slaan en tevens was dan “die Überwachung des Inventars genügend gesichert…”
Ter nagedachtenis aan de vermoorde bewoners zijn er zes Stolpersteine gelegd in de bestrating voor dit adres.
Bewoners
Bevolkingsregister 1930-1940
Roberth Fuldauer (Doetinchem, 02-08-1883) Rozetta van Gelder (Borne, 03-02-1892)
Kinderen:
Lina Sara Fuldauer (24-08-1927)
Sara Fuldauer (05-12-1930)
Meijer David Fuldauer (09-05-1935)
Huisgenoot:
Cato Konijn (Haarlem, 11-04-1894)
Adresboek 1967
Eerste Broekdijk 51
A.G.T. Koelman
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Sally Fuldauer, veehandelaar, wonende aan de Grevinkweg 5 in Aalten, was geboren in Doetinchem op 5 mei 1881 als zoon van Meijer Fuldauer en Edel Pohl. Zijn broer Roberth woonde ook in Aalten aan de Derde Broekdijk. Sally trouwde met Regina de Jong, die op 12 mei 1883 geboren was in Leeuwarden; haar ouders waren Salomon Mozes de Jong en Leentje Leijdendorff. Het echtpaar had voor zover bekend geen kinderen.
Op last van de bezetter werd hun huis aan de Grevinkweg op 8 september 1942 ontruimd. Kort tevoren, op 26 augustus, waren Sally en Regina al verhuisd naar de Hogestraat 94, het adres waar ook de familie Goedhart woonde. Ze hebben daar niet lang verbleven, want begin oktober werden zij uit de gemeentelijke administratie verwijderd, omdat zij naar Westerbork waren getransporteerd. Op 12 oktober 1942 zijn zij beiden in Auschwitz vermoord, respectievelijk 61 en 59 jaar oud.
Ter nagedachtenis aan Sally en Regina zijn er op 13 april 2016 twee Stolpersteine gelegd voor dit adres.
Bewoners
Adresboek 1934
Dale 3/1 > Grevinkweg 5
S. Fuldauer
Dale 3/2 > Grevinkweg 7
G.J. Stronks
Adresboek 1967
Grevinkweg 5
D.W. Migchelbrink
Grevinkweg 7
J. Elburg
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Van de vele Joodse inwoners van Aalten met de achternaam Van Gelder zijn er verschillende in Sobibor omgekomen. Zij waren allemaal nakomelingen van Aron Gompert en Sara Joseph, neef en nicht uit een oud geslacht van Aaltense Joden. Aron Gompert nam in 1813 de naam Van Gelder aan. Zijn kleindochter Scheune, geboren in 1831, kreeg op 22 september 1865 een buitenechtelijk kind, Philip, die in de volksmond Abraham van ’t Seurken werd genoemd. Philip werd koopman in manufacturen.
Nadat zijn eerste vrouw Esther Schenk, geboren 20 september 1860 in Schoonhoven, op 9 oktober 1906 was overleden, trouwde hij in 1907 met Elise Cohen, geboren op 4 april 1876 in Neustadtgödens. Zij was een zuster van Moritz Cohen, die na zijn vlucht uit nazi-Duitsland in 1933 korte tijd met zijn gezin bij haar in huis heeft gewoond, op het adres Lichtenvoordsestraatweg 17. Het huis waarin zij woonden bestaat niet meer; de plaats waar het stond werd later in gebruik genomen door tuincentrum Voskuil. Rechts van het verdwenen huis werd later een nieuw huis gebouwd dat huisnummer 17 kreeg.
Philip en Elise hadden geen kinderen; wel hadden zij een pleegzoon, Joseph Backs, geboren 27 januari 1919 in Utrecht. Elise was ernstig gehandicapt. Ze werd met haar echtgenoot op 10 april 1943 per taxi naar Westerbork vervoerd. Met dezelfde taxi reisde ook Karoline Japhet-Eppstein mee, de hoogbejaarde schoonmoeder van Elise’s broer Moritz Cohen. Kort daarna werden mevrouw Japhet en het echtpaar Van Gelder afgevoerd naar Sobibor, waar zij op 23 april 1943 om het leven werden gebracht.
Enkele dagen na hun vertrek werd het huis leeggeroofd. Op de inventarislijst stond ook de invalidewagen van de zwaar gehandicapte vrouw.
Jozef Backs werd geboren 27 januari 1919 in Utrecht. Zijn moeder was Anna Backs, de vader wordt niet vermeld. Hij was de pleegzoon van Philip van Gelder en Elise van Gelder-Cohen. Wanneer hij in hun gezin gekomen is, weten wij niet.
Jozef was verloofd met Esther Alter, geboren op 14 september 1923. In april 1942 woonde zij nog bij haar ouders in de Scheldestraat 40 in Den Haag. Op 24 juli 1942 vroeg Jozef voor zijn aanstaande vrouw een verhuisvergunning aan van ’s Gravenhage naar Aalten. De reden was dat zijn stiefmoeder een been was afgezet en dat zij daarom verzorging behoefde. Hoewel de chef veldwachter vond dat dit verzoek uit sociale overwegingen ingewilligd moest worden, is er nooit uitvoering aan gegeven.
Samen met haar ouders, Eliza Alter en Grietje Alter-Davidson, is Esther korte tijd later weggevoerd naar Westerbork. Toen Jozef dit hoorde is hij vrijwillig naar Westerbork gereisd om zich bij hen te voegen. Esther en haar moeder zijn beiden in Auschwitz omgebracht op 5 november 1942, haar vader Eliza op 7 februari 1945 in Midden Europa. Jozef zelf is omgebracht op 30 september 1942, eveneens in Auschwitz. Hij was 23 jaar oud en Esther 19 jaar.
Ter nagedachtenis aan Philip, Elise en Jozef zijn er op 13 februari 2015 drie Stolpersteine gelegd in de bestrating voor dit adres.