Hier woonde ooit kruidenier Jan Wijers. Later zat hier VIVO Renskers. Dit pand heeft begin 21e eeuw plaats moeten maken voor de bouw van het nieuwbouwcomplex ‘Hof van Leerink’. Tegenwoordig zit ongeveer op deze plek drogisterij Kruidvat.
Eigenaren
Kadaster 1832
Aalten I1259 Gerardus Arnoldus Degenaar winkelier te Aalten 230 m² huis en erf
Bewoners
1813
Aalten 18
Gradus Arnoldus Degenaar (Aalten, 22-02-1768), winkelier Hendrik Jan Degenaar (Aalten, 1801), zoon
Herman Kluvers (Borculo, 10-02-1826), winkelier en bakker Berendina Jenneken Addink (Steenderen, 06-04-1832)
Volgende bewoners:
Hendrik Jan Wijers (Steenderen, 24-07-1843), landbouwer (1) Aaltjen van der Meij (Gorssel, 11-10-1846) (2) Johanna Judith van der Meij (Gorssel, 19-08-1853)
Tot circa 1890 was dit perceel, naast het NH Gasthuis, onbebouwd. Rond die tijd werd er een woning gebouwd, waar Berend Hendrik Lensink een manufacturenwinkel begon. In 1896 verkocht Lensink het pand aan Gerrit Jan Semmelink, die er een kruidenierswinkel vestigde. Omstreeks 1917 nam Hendrik Jan Wentink de zaak over. De winkel ging later verder onder verschillende namen, waaronder Enkabe, VIVO, Super, en uiteindelijk Spar Wentink, tot de sluiting in 1998. Tegenwoordig is hier bloemisterij Altijd Bloemen gevestigd.
De winkel van Lammers. Rechtsvoor zien we de omheining van het oude RK kerkhof. (klik om te vergroten)Janna Aleida Lammers-Navis (1893-1962)De Standaard, 08-02-1888Aaltensche Courant, 02-12-1899Aaltensche Courant, 26 juli 1902De Graafschapper, 14-09-1915
Evert Maarten Smilda werd op 10 juni 1928 geboren in Utrecht. Hij is op 11 november 2020 overleden. Smilda heeft in Aalten een grote rol van maatschappelijke betekenis gespeeld. Zo leverde hij onder andere een belangrijke bijdrage aan het op de kaart zetten van de Aaltense geschiedenis.
Nederlands Indië
Hij werkte in een laboratorium als instrumentmaker toen hij als militair werd uitgezonden naar Nederlands Indië, het tegenwoordige Indonesië. In Arnhem volgde hij zijn militaire opleiding en in Zaandam leerde hij voor ‘geweermaker’. Dat was zijn functie in Indonesië. Evert was net twintig toen hij naar het oosten vertrok. De bootreis duurde een maand.
Smilda diende twee jaar in Indonesië. De taak van de Nederlandse militairen was om een poging te doen om de rust te laten terugkeren na het vertrek van de Japanners. Ze trokken van dorp naar dorp. Als het ‘gewone’ leven weer werd opgepakt gingen de jongens verder.
Bij terugkeer in Nederland was er voor de oud-Indiëgangers veel niet goed geregeld. Evert was zijn baan kwijt. Hij pakte echter de draad op en volgde een opleiding voor amanuensis. Later haalde hij een graad in de wiskunde, natuurkunde en scheikunde en gaf jarenlang les op de LTS in Aalten.
Kort nadat Evert uit dienst trad leerde hij zijn toekomstige vrouw Itte kennen. In 1959 kwam hij met zijn vrouw naar Aalten om te gaan werken als amanuensis aan de Christelijke Scholengemeenschap. Door avondstudie werkte hij zich op tot leraar aan de avondmavo en de LTS.
Plaatselijke geschiedenis
Smilda had een grote belangstelling voor geschiedenis. Al vroeg in de jaren zestig zag Smilda het belang van het mooie Aaltense dorpsgezicht in. Hij heeft bij de provincie Gelderland gelobbyd om verschillende karakteristieke panden op de monumentenlijst te krijgen die anders afgebroken zouden worden. Mede daardoor werd het centrum van Aalten het eerste Beschermde Dorpsgezicht van Gelderland.
In 1962 was hij betrokken bij de oprichting van de oudheidkundige werkgemeenschap ADW. In dezelfde tijd kwam hij in het bestuur van de Aaltense Oudheidkamer. Veertig jaar zat hij in het bestuur, waarvan negentien jaar als voorzitter. Samen met anderen heeft hij de basis gelegd van wat nu het Nationaal Onderduikmuseum is.
In 1964 schreef hij ‘Twee eeuwen tussen Es en Slinge‘, over de koperslagers in de Peperstraat. Later verzorgde hij de uitgifte van ‘Aalten in oude ansichten‘ en twee delen ‘Aalten, zoals het was zoals het is‘ in samenwerking met G.J. Timmer.
Toen de plaatselijke Joodse gemeenschap het onderhoud van de Aaltense synagoge niet meer kon betalen nam Evert, op dat moment voorzitter van de Vereniging Oudheidkamer Aalten, het initiatief om de synagoge tot Gemeentelijk Monument te laten verklaren en richtte hij in 1983 samen met anderen de stichting ‘Vrienden van de Aaltense synagoge‘ op.
Op het toenmalige asielzoekerscentrum Groot Deunk in Barlo verzorgde Smilda lessen Nederlands. Ook was hij 22 jaar lid van de Gemeentelijke Monumentencommissie in Aalten. Samen met met Duitse historici werkte hij aan de uitgifte van tweetalige geschiedwerken.
In 2005 werd Smilda lid van het Aaltens Evergreenkoor. Op zijn 92e verjaardag werd Evert door het koor verrast met een aubade bij de Zuiderkerk. Dat was tevens bedoeld als afscheidscadeau voor Smilda, die eerder dat jaar had aangegeven te willen stoppen als koorlid. In een open Landauer getrokken door twee prachtige paarden, maakte Evert met zijn vrouw een rit door het dorp. De aanwezigheid van zijn familie maakte de verrassing compleet.
Smildapad
Op het terrein van de voormalige Technische School worden 56 woningen gebouwd. Tussen het zuidelijk en het noordelijk deel van het bouwplan aan de Ludgerstraat zal een straat worden aangelegd. Oudheidkundige kringen en sympathisanten van de synagoge hebben verzocht om deze te vernoemen naar Evert Smilda, als erkenning voor al zijn maatschappelijke verdiensten. De gemeente heeft in oktober 2022 positief gereageerd en besloten dat de straat de naam Smildapad zal dragen.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Deze boerderij is eind vorige eeuw verdwenen om plaats te maken voor de uitbreiding van bedrijventerrein ’t Broek. Tegenwoordig staat hier een bedrijfspand van de Dorset Group.
Rudolf Hendrikus Wijkamp en Grada Johanna van Braak zijn hier in de 50-er jaren komen wonen. Na het overlijden van Grada in 1998 heeft hun dochter, Dini Wijkamp (getrouwd met Rien ter Beest) het huis verkocht i.v.m. de uitbreiding van het industrieterrein.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
In de eerste helft van de 19e eeuw woonde op dit adres de kleermaker Garrit Jan Lurvink. Zijn zoon Gradus leerde het vak van zijn vader en werd ook kleermaker. Vanaf 1850 staat achter zijn naam ‘winkelier’ genoteerd als beroep.
Eind 1870, enkele weken voordat Gradus stierf (wellicht omdat ze zijn overlijden zagen aankomen?), kwam Jan te Lintum uit Winterswijk bij hen in wonen. Jan was een neef van Gradus’ tweede vrouw Gesina Christina te Lintum.
Jan te Lintum zette de zaak voort en werd in het bevolkingsregister aanvankelijk als ‘winkelier’ vermeld en vanaf 1900 als ‘kruidenier‘. Jan trouwde in 1892 met Johanna te Giffel uit Lichtenvoorde. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren. De jongste daarvan zou opgroeien tot de bekende tekenaar en schilder Piet te Lintum.
Nadat de familie te Lintum eind jaren dertig van de vorige eeuw met de zaak stopte, werd deze voortgezet door J.B. Gijsbers, blijkens advertenties in de Aaltensche Courant.
Enkele jaren later begon Liepman Leezer er zijn slagerij. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog moest de familie Leezer onderduiken. Ze kwamen onder meer terecht op boerderij De Stroete in Lintelo. De familie Leezer woonde later aan de Kerkstraat 25 in Aalten. Later (vermoedelijk begin jaren vijftig) verhuisde Leezer naar de Peperstraat.
Daarna kwam hier bakker en kruidenier Heezen. Hij liet het huidige woon-/winkelpand op deze locatie bouwen. In mei 1960 nam bakker Johan ten Barge uit ’t Grevink de zaak van Heezen over. Enkele jaren later nam zoon Gerard de zaak over. De kruidenierswaren werden in 1972 afgestoten.
In 1998 droeg het echtpaar Ten Barge de bakkerij over aan het echtpaar Van den Dobbelsteen. Als gevolg van de sterk gestegen energieprijzen moesten zij de zaak in 2022 sluiten.
Archieven
Kadaster 1832
Aalten I1205 Gerrit Jan Lurvink kleermaker te Aalten 210 m² huis en erf
Huisnummering
1813
Aalten 48
Gerrit Jan Lurvink (IJzerlo, 09-05-1771), kleermaker
In de kamer:weduwe Ongena
1 man 1 vrouw 1 zoon 2 dogter 1 weduwe
Izaak Mozes de Haas (Aalten, 02-07-1751), broeder Mozes Jacob de Haas (Aalten, 28-07-1762), koopman
Gradus Lurvink (Aalten, 12-01-1813 – Aalten, 21-01-1871), winkelier, trouwt (1) op 19-08-1831 in Aalten met Geziena Liezen (Aalten, 06-01-1803 – Aalten, 27-05-1858) (2) op 30-09-1858 in Winterswijk met Gesina Christina te Lintum (Winterswijk, 19-07-1816 – Aalten, 20-01-1874)
Kruidenier Te Lintum (links)Aaltensche Courant, 3 december 1937Aaltensche Courant, 4 mei 1945Dagblad Tubantia, 19 januari 1955Dagblad Tubantia, 25 maart 1955