Basisschool De Broekhof aan de Bilderdijkstraat in Aalten heette oorspronkelijk “School-Zuid”. De Nederlands-Hervormde school werd op 31 augustus 1954 officieel geopend. De eerste lokalen waren al op 31 augustus 1954 in gebruik genomen, terwijl de school nog verder afgebouwd moest worden. Later zou de school de naam ‘De Broekhof’ krijgen.
Nadat de NH school aan de Varsseveldsestraatweg te klein was geworden voor het toenemende aantal leerlingen, besloot de Hervormde Schoolvereniging een nieuw gebouw te stichten. Deze moest in Aalten-Zuid komen, destijds de snelst groeiende wijk van Aalten. De school stond in het begin nog midden in het bouwland. De straten rondom het gebouw moesten nog worden aangelegd.
De nieuwe school telde aanvankelijk vier lokalen. Eén daarvan was in gebruik bij de Herv. kleuterschool voor Aalten-Zuid (kleuterschool ’t Broekhofke moest nog gebouwd worden). Het ontwerp was tot stand gekomen onder architectuur van de heren Geels uit Arnhem en Blekkink uit Aalten.
Bij de officiële opening, die in aanwezigheid van schoolbestuur en tal van genodigden in de hal plaatsvond, hield emeritus-predikant J.D. Stegeman een korte toespraak, waarin hij het belang van het Chr. onderwijs, uiteen zette. Het hoofd van de nieuwe school, de heer A. Kuijsten, bedankte alle sprekers voor hun goede wensen en wees er op dat het passend was de school juist op deze biddag voor het gewas te openen.
Verschillende cadeaus werden nog aangeboden: een elektrische klok van de aannemers, een bureaulamp door architect Geels en een aquarel door burgemeester E.S. van Veen, die met de beide wethouders tegenwoordig was en namens het gemeentebestuur zijn beste wensen voor het onderwijs in dit gebouw uitsprak.
Adresboek 1967
Vondelstraat 11
Ned. Herv. School-Zuid
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
‘Verbergt de verdrevenen en meldt den omzwervende niet’. Deze tekst (Jesaja 16:3) gebruikten verschillende dominees aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Hiermee werden de gemeenteleden opgeroepen een bijdrage te leveren aan het helpen van mensen op de vlucht voor het Naziregime. En met succes: op een gegeven moment was één op de vijf inwoners van Aalten een onderduiker, relatief meer dan waar ook in Nederland.
De inwoners van Aalten speelden een belangrijke rol bij het beschermen van onderduikers tijdens de oorlog. Hun moed en vastberadenheid hebben het leven van velen gered. De kerkelijke betrokkenheid, hechte familiebanden en de landelijke ligging worden wel gezien als redenen voor de grote bereidheid hulp te bieden. Op een afgelegen boerenerf is het relatief eenvoudiger mensen te verstoppen dan in een stad. Maar ondanks dat heeft het helpen van onderduikers en andere vluchtelingen veel moed gevraagd en soms levens gekost.
Onderduik en Verzet
Gedurende de oorlogsjaren waren er verschillende redenen waarom mensen ervoor kozen om onder te duiken. Joden probeerden bijvoorbeeld te ontsnappen aan deportatie naar concentratiekampen. Daarnaast waren er mensen die de Arbeitseinsatz wilden ontlopen of die zich wilden verzetten tegen de Duitse bezetter.
Heleen Kuipers-Rietberg uit Winterswijk, beter bekend als tante Riek, zorgde voor schuilplaatsen voor veel werkweigeraars en Joden. Samen met Ome Jan Wikkerink, een aannemer uit Aalten en leider van de plaatselijke verzetsorganisatie, en met dominee Slomp stond zij aan de wieg van de Landelijke Onderduikorganisatie (LO).
Onderduikers werden vaak verstopt op zolders, in schuren, in geheime kamers of op afgelegen plekken in het landschap. Hoewel er altijd een risico bestond op verraad en arrestatie, zijn er relatief weinig onderduikers in Aalten ontdekt door de Duitse bezetters. De lokale bevolking had een sterke onderlinge solidariteit en het verzet was goed georganiseerd. Bovendien was er een actief netwerk dat onderduikers hielp om de grens over te steken naar veiliger gebieden in het buitenland.
In 1947 schonken oud-onderduikers de Aaltense bevolking een monument als dankbetuiging voor hun gastvrijheid en aan de verzetsmensen die de stuwende kracht waren bij het onderbrengen van de onderduikers. Het monument bevindt zich in de Stationsstraat, tegenover het treinstation.
Geheime deur, Markt 12 in Aalten (Nationaal Onderduikmuseum)
Zeer vermoedelijk is het mooie dorp in den Gelderschen Achterhoek Aalten het plaatsje geweest dat verhoudingsgewijze de meeste onderduikers heeft geherbergd in den oorlogstijd. Het dorp heeft slechts 11.000 inwoners en er waren niet minder dan 2500 onderduikers geplaatst. Voorloopig zullen wij wel mogen aannemen dat dit een record is in Nederland.
Aalten’s taak is hiermede niet af geweest. Boven dit getal zijn er nog honderden kinderen, vooral uit Rotterdam en omgeving, geweest die daar hun zomervacantie hebben doorgebracht. We overdrijven verder niet dat duizenden in den lande in den voedselnood geprofiteerd hebben van de honderdduizenden roggebrooden, zakjes meel en havermout, spek en eieren, die vanuit dit dorp het land zijn ingezonden. De directeur van het Aaltensche postkantoor droeg den naam onder zijn collega’s van roggebrood-directeur.
Wij zullen Aalten voor deze oorlogsactiviteit dankbaar blijven. De 2500 onderduikers zijn dat ook. Ze hebben een request aan H.M. de Koningin gezonden en Haar verzocht bij een tocht door bevrijd Nederland ook Aalten te bezoeken. Wij hopen van harte dat het geschiedt. Aalten verdient het.
Bijna een kwart eeuw na de bevrijding, op 14 maart 1970, schreef Dagblad Trouw in een artikel over een geplande reünie van voormalig onderduikers en oud-strijders:
Er was in de jaren, dat de Duitsers Nederland bezet hadden, in het kleine, agrarische Aalten, bijna geen huis waarin zich geen onderduikers bevonden. Het volk, dat daar woont, is van nature gesloten. De Hagenaar en de Amsterdammer, die er onder water gingen, moesten er wel aan wennen. De Duitsers trouwens ook, en eens sprak een SD-officier in woede van ‘abscheuliche Leute’ en hij voegde er aan toe: ‘Wir sind Luft, Luft!’ De zwijgzaamheid van de Aaltenaar is echter menige onderduiker ten goede gekomen.
In de oorlogsjaren stonden in Aalten ds. J. Klijn (van De Open Deur), ds. P. Kuyper en ds. J. van Dijken resp. als hervormd, gereformeerd en christelijk-gereformeerd predikant. Op een avond kwamen twee boeren, die er een verre fietstocht voor hadden gemaakt, bij een van de drie pastorieën aan. Het doet er weinig toe welke. Zij vertelden de predikant over een naober, die onwillig was onderduikers op te nemen. In sommige huizen zitten er acht, waarom wil hij er niet één herbergen? Kan dominee niet eens met die man gaan praten en hem op zijn verantwoordelijkheid wijzen? Ze krijgen de toezegging van de predikant dat hij met de bewuste broeder een hartig woordje zal wisselen. Het bleek niet nodig. Op de dag dat de geallieerde tanks Aalten binnen dreunen, staat de boer, waarover geklaagd is, lachend en wuivend voor zijn stee. Hij staat er met zijn vrouw en zijn gezin, maar ook met een stel joden. Hij herbergde hen, zonder dat ook de naaste buren er enig vermoeden van hadden.
Niet alle joden, die in Aalten onderdak kregen, hebben de bezettingsjaren overleefd. Een aantal van hen werd ontdekt, naar Polen gestuurd en daar geliquideerd.
Kerkdiensten
Aalten zou Aalten niet zijn als het de onderduikers alleen maar materieel had verzorgd. De kerken hielden speciale onderduikers-kerkdiensten, meestal op afgelegen boerderijen, waar men in kleinere groepen bijeenkwam. De gemeente Gods ging hier als schuilkerk functioneren, ’s Zomers werden de diensten gehouden op de deel, ’s winters in de grote Achterhoekse keuken. Men ‘ging’ niet in grote aantallen ‘op’, maar kwam met twee of drie personen tegelijk. Er werden vaak wachtposten uitgezet om attent te zijn op onraad. Speciale onderduikers-catechisaties waren er ook. Zelfs aparte joden-catechisaties. Een aantal joden kwam tot het geloof in de Messias.
Begin ’44, tijdens een gewone dienst in de gereformeerde Westerkerk, omsingelden de Duitsers de kerk. Eén jongeman die in Scheveningse vrouwenkleren de kerk verliet, ontkwam. Hoe die knaap aan dat Scheveningse gewaad kwam? Tussen neus en lippen door had Aalten ook nog een flinke groep Scheveningers, die uit de kuststreek weg moesten, gastvrij opgenomen. 48 Onderduikers werden in een vrachtauto geladen en naar Amersfoort getransporteerd, en van daaruit voor een groot deel naar Duitsland. Ook werd de christelijke gereformeerde kerk op een zondag overvallen. Hierbij werd een dozijn onderduikers gepakt.
Sommige jongens keerden niet terug. ln een nummer van De Open Deur, dat het jaar daarop verscheen, vertelt ds. Klijn van een dienst die op kerstavond ’44 gehouden werd op een Aaltense boerderij. Wij citeren enkele passages: „Het Kerst-Evangelie is op vele wonderlijke plaatsen gelezen verleden jaar, in dien tijd van nood en ellende, van schuilplaatsen en onderkomens. Maar het was overval op zijn plaats. Ook hier in deze eenvoudige boerenkeuken met zijn internationale kring van verzetsstrijders, uit de hele wereld bijeengedreven; Achterhoeksche boerenjongens, zwaar gezochte illegalen, ondergedoken marinemensen en secretarie-personeel, en geallieerde piloten uit San Francisco en Florida. Brighton en Plato Sask, Canada. Het was stil als in een kerk, toen de vertrouwde woorden van Lukas 2 gelezen werden, eerst in het Nederlands en toen uit de Moffat-vertaling in het Engels. En er ging over sommige van die stoere koppen een schemer van ontroering, toen in hun eigen taal de oude Kerstboodschap tot hen kwam, hier, zo ver van huis, toch Kerstfeest, toch de Kerstboodschap: ‘Today you have a Saviour bom in the town of David, the Lord Messiah’. En aan hun harten, vervuld van oorlogsgedachten bij dag en bij nacht, klopte in de stilte van de Kerstnacht een andere vrede aan, dan waarvoor zij streden, den vrede, waarvan de Engelsen zongen: ‘Glory to God in high heaven, and peace on earth for men whom the favours!’ Bij raadselachtige prestatie had de ondergrondse uit den Achterhoek ook nog een paar Engelse kerkboeken bijeen gesnord en zo werden daar de Kerstliederen tweetalig gezongen: ‘Eere zij God, Nu sijt wellecome en het over de ganse wereld bekende Stille Nacht, Heilige Nacht…”
Nationaal Onderduikmuseum
‘Onderduikpand’ Markt 12, Aalten
Om de herinnering aan dit deel van de geschiedenis vast te leggen en levend te houden is in Aalten het Nationaal Onderduikmuseum opgericht. Het museum richt zich op het tonen en documenteren van de verhalen van onderduikers en de mensen die hen hielpen. Het laat zien hoe gewone mensen in buitengewone omstandigheden moed en medemenselijkheid kunnen tonen.
Het museum is deels gevestigd in een pand met een bijzondere onderduikgeschiedenis: Markt 12. Dit was indertijd het woonhuis van een gezin met kinderen, maar op zolder werden onderduikers (tijdelijk) verstopt en de kelder was de schuilplaats voor buurtbewoners tijdens bombardementen. Extra opmerkelijk: de grote woonkamer was door de bezetter gevorderd en in gebruik als ‘Ortskommandatur’.
Het Nationaal Onderduikmuseum heeft ook een escape room. Spelers worden geconfronteerd met vraagstukken en dilemma’s die iedereen zal tegenkomen wanneer men moet vluchten. Als je kiest om te vluchten uit jouw wereld moet je afstand doen van wat je kent en weet. Je zult alles op alles moeten zetten om je staande te houden in je nieuwe situatie.
Het komt er nu op aan dat je inzicht hebt in die nieuwe situatie, een scherp zicht hebt, zodat je tekens kan herkennen, besluiten durft te nemen en afstand neemt van wat je tot op heden wist. “Krijg je het voor elkaar om onder de radar te duiken, onzichtbaar te worden, onhoorbaar te worden voor de vijand?”
Aanvulling gewenst! Graag zouden wij meer (historische) informatie en foto’s ontvangen over woonwagens, families, standplaatsen en dergelijke in de gemeente Aalten. Kunt u ons helpen? Reageer dan hieronder of stuur ons een bericht!
In 1928 publiceerde de gemeente Aalten een ‘Verordening op Woonwagens’. Hierin werd een terrein aan de Tolhuisweg aangewezen als enige locatie waar woonwagens mochten staan.
Verordening d.d. 22 dec 1927 m.b.t. het aanwijzen van een plaats voor woonwagens in Bredevoort
Wereldreizigers te Bredevoort
De Graafschapbode, 22 febuari 1935:
“Onze Geld. Achterhoek geniet momenteel de eer van het bezoek van een tweetal „Wereldreizigers”, die gehuisvest zijn in de afgebeelde zeer practisch en doelmatig ingerichte woonwagen. In het voorste gedeelte is de slaapplaats van het tweetal geborgen, zooals begrijpelijk is primitief van opzet, doch net voldoende. Zij voorzien in hun levensonderhoud door het verkoopen van prentbriefkaarten.
Uit een praatje met de reizigers bleek ons, dat hun afkomst stamt uit Zuid-Slavië, één der Balkanstaten. Reeds vanaf 1928 zijn zij bezig hun „Reis om de Wereld” te volbrengen. Een groot gedeelte van de vaste landen van het Europeesche Contingent werden reeds „afgepletterd”, terwijl momenteel de Hollandsche in casu Achterhoeksche bodem het doel van het bezoek geldt.
Het woonvertrek in de wagen bevat het „meubilair” van zegge en schrijve een tafel en twee stoelen. De wandversiering bestaat uit een uitgebreide en alleszins bezienswaardige verzameling prentbriefkaarten van vrijwel de meeste landen en grootere plaatsen van Europa. Op de vraag: „Hoe is het reizen hier in Holland?” kregen we in gebroken Nederlandsch ten antwoord dat dit hier verre te verkiezen is boven de meeste andere landen. Er komt ’s nachts wel eens een politieman bij je aan ’t bed, maar last van overvallen van baldadige jeugd of zooals soms gebeurd is van bandieten die hun slag trachten te slaan, hebben zij hier vrijwel niet gehad. Wij vernamen nog dat nog een viertal jaartjes noodig zullen zijn, alvorens de tocht als geheel beëindigd te beschouwen is.”
Wat te doen met woonwagenbewoners?
Graafschapbode, 15 oktober 1937
Nieuwe Winterswijksche Courant, 21 oktober 1964
Woonwagenwet 1968
In 1968 verbood de Rijksoverheid het rondtrekken van woonwagenbewoners als uitvloeisel van een nieuwe woonwagenwet. Zij werden gedwongen in grote, regionale, woonwagencentra te gaan wonen. Op 1 mei 1970 werd het regionale kamp Dennenoord in Winterswijk geopend.
Alle woonwagenbewoners, van Winterswijk tot Zevenaar, werden verplicht op dit kamp te wonen. Het kamp beschikte over een lagere school, een clubgebouw en een sloopterrein. Er waren verharde wegen en iedere woonwagen had zijn eigen wc.
Door afschaffing van de woonwagenwet in 1999 zijn woonwagenbewoners qua woonbeleid afhankelijk geworden van de gemeenten. In de gemeente Aalten zijn tegenwoordig nog slechts enkele standplaatsen voor woonwagens aan de Singelweg.
Woonwagen’kamp’, Singelweg, Aalten
Krantenknipsels
Als woonwagenbewoners in het Aaltense nieuws werden genoemd, was het vaak in een negatieve context. Een zoektocht op Delpher leverde onder andere de volgende berichten op:
Zutphensche Courant, 14 december 1904Aaltensche Courant, 23 oktober 1917Tubantia, 14 november 1951Tubantia, 28 juni 1962
Arnhemsche Courant, 9 december 1912Nieuwe Aaltensche Courant, 6 juli 1923Graafschapbode, 19 december 1924Tubantia 19 april 1960
De Telegraaf, 5 april 1917Zutphensch Dagblad – 14 april 1947Tubantia, 8 augustus 1961Tubantia, 19 oktober 1961
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.