Auteur: Oud Aalten

  • 100 jaar onafhankelijkheid

    100 jaar onafhankelijkheid

    Aaltensche Courant, 30 juli 1913

    Herhaaldelijk lezen we of hooren we spreken van „Plan 1913″. Wat wordt daarmee bedoeld, wat is dat ? Dat is het plan of voornemen, om de heugelijke gebeurtenis, nu 100 jaar geleden, feestelijk te herdenken. Is daar reden voor? Zij, die dat nog vragen, geven bewijs het geleerde op school, wat betreft de geschiedenis van ons vaderland, te zijn vergeten. Het eenige dat hiervoor ter verontschuldiging kan worden aangevoerd is, dat voor velen de schooljaren reeds ver achter den rug liggen en mondelinge overlevering niet meer wordt gehoord.

    Het was in 1863, toen in Aalten het vijftigjarig feest van Neêrlands Onafhankelijkheid werd gevierd, heel anders. Toen was er haast geen gezin of uit den mond van grootouders hoorde men of had men hooren vertellen van den droevigen tijd door onze voorouders doorleefd, zoolang de Franschen hier de baas waren. Voorvallen, die een familie persoonlijk hadden getroffen werden verteld, doch nu, 50 jaar verder, is veel van dat alles met den sluier der vergetelheid bedekt.

    In ’t algemeen willen we daarom enkele feiten in herinnering brengen, die de geschiedenis heeft geboekt. De 17e eeuw (1600-1700) wordt genoemd de „gouden eeuw” onzer historie, de 18e eeuw (1700-1800) de „eeuw van verval”.

    Wat was de oorzaak van dat verval? Men ging rusten op de lauweren door het voorgeslacht behaald. Ondernemingsgeest trof men niet meer aan. In ledigheid ging men genieten van de verzamelde rijkdommen en was men beangst daarvan iets af te staan, wat kon strekken tot bevordering van ’s lands welvaart. Voor leger en vloot stelde men geen gelden beschikbaar en het aanzien van de ééns zoo machtige republiek der Vereenigde Nederlanden slonk van jaar tot jaar.

    In ’t oog van de andere Europeesche Staten telden wij niet meer mee. Daarbij ontstond ontevredenheid over het beheer, die werd aangevuurd door den revolutiegeest, die zich in Frankrijk openbaarde, zoo zelfs, dat de Omwentelingsgezinden, Patriotten genoemd, vijandig optraden tegen Stadhouder Willem de Vijfde en zijne aanhangers, Prinsgezinden geheeten.

    De Franse tijd

    Toen de groote Omwenteling in Frankrijk had plaats gehad, en de revolutionairen den Koning en de Koningin om ’t leven hadden gebracht, riepen de Patriotten de hulp in van de Franschen om ook hier den Stadhouder te verdrijven. Deze kwamen in 1795 met een groot leger ons land binnentrekken en werden door de omwentelingsgezinden met gejuich ontvangen.

    De regeering was niet in staat hen te keeren, want het leger was niet behoorlijk uitgerust en de vestingen waren vervallen. Het geld voor ’t onderhoud daarvan benoodigd, was bezuinigd, doch nu konden zij aan de Franschen 100 millioen gulden geven, welke deze eischten voor de door hen bewezen hulp en bijstand. Willem de Vijfde nam de wijk naar Engeland en zijn tegenstanders namen de plaats in van de vroegere regeeringspersonen.

    Nu hadden de Franschen wel weer kunnen vertrekken, maar daar dachten ze niet aan. Telkens werden de Fransche soldaten, wanneer zij hier goed gevoed en gekleed waren, verwisseld met een havelooze uitgehongerde bende, om hier op kosten der burgerij weer in goeden doen te komen. Hun invloed op den gang van zaken hier te lande nam intusschen meer en meer toe, tot ze geheel het bestuur in handen kregen.

    In Frankrijk heerschte groote verwarring tot het eindelijk aan een advocatenzoon afkomstig van Corsica, Napoleon Bonaparte geheeten, gelukte wat orde te scheppen. Hij was een dapper generaal en een bekwaam krijgsman, die de legers van de Staten, die aan Frankrijk den oorlog hadden verklaard, versloeg en aan zijn vijanden vernederende vredesvoorwaarden voorschreef. In 1804 liet hij zich uitroepen als Keizer en twee jaar later zond bij zijn broeder Lodewijk Napoleon hierheen om als Koning over ons land te regeeren.

    Zware offers

    Het bondgenootschap met Frankrijk kostte ons zware offers. De Engelschen, die met de Franschen in oorlog waren, werden nu ook onze vijanden en namen bijna al onze koloniën in bezit en roofden onze koopvaardijschepen, waardoor onze handel zoo goed als verliep. Men moest reeds een vierde van zijn inkomen aan belasting betalen en nog eischte Napoleon meer.

    Napoleon had zijn broeder Lodewijk hier als koning doen uitroepen in de verwachting dat deze zich geheel naar zijn wil zou schikken. Hierin werd hij echter teleurgesteld. Lodewijk kwam hier met de bedoeling den bloei van zijn rijk zooveel mogelijk te bevorderen en het volk voor verdere verdrukking te bewaren. Dit heeft hij ook getoond door o.a. te weigeren de loting en de tierceering in te voeren en door het oogluikend toelaten van den sluikhandel met Engeland.

    Napoleon had om Engeland te treffen allen handel met dit land ten strengste verboden. Nu Lodewijk hem hierin niet genoeg steunde, noodzaakte hij hem afstand te doen (1810) en Holland werd bij Frankrijk ingelijfd. Ons land werd nu een Fransche provincie en hield dus op een zelfstandig rijk te zijn. De regeering werd thans op Franschen voet ingericht. De Nederlandsche taal moest langzamerhand verdwijnen. Op de scholen moest Fransch worden geleerd en ook de dagbladen moesten in ’t Fransch verschijnen.

    Een leger douanen bezette de kust en zorgde, dat wanneer een schip met Engelsche goederen binnen kwam, de lading werd verbrand. De Indische waren, zooals koffie, thee, tabak, rijst, stegen daardoor verbazend in prijs. De verarmde burgerij behielp zich met aftreksel van geroosterd roggebrood in plaats van koffie te gebruiken en in plaats van tabak rookte men noteboombladeren. Om de suiker te vervangen, legde men zich er op toe uit het zoete sap van mangelen suiker te maken.

    Vele welgestelde burgers werden arm en zij, die van hun renten moesten leven, alsmede tal van weeshuizen en liefdadigheidsgestichten leden gebrek toen Napoleon de rente der staatsschuld liet tierceeren, d.w.z. maar voor één derde liet erkennen. Zij, die b.v. recht hadden op ƒ 300 rente, kregen maar ƒ 100 uitbetaald. Er werd niet meer verdiend, maar wel moest worden opgebracht, waardoor de armoede begon te nijpen; honderden huizen werden voor afbraak verkocht, prachtige buitenplaatsen voor een kleinigheid weggedaan, paarden en rijtuigen afgeschaft en dienstboden ontslagen. In Amsterdam groeide het gras op de straten.

    Vechten voor Napoleon

    Doch de Franschman nam niet alleen het goed maar eischte ook het bloed. Napoleon had soldaten noodig om in alle oorden van Europa voor hem te vechten en dwong nu onze jongens om in zijn legers te dienen. Hij voerde n.l. de loting in, wat voor ons iets ongehoords was. In onze vroegere oorlogen meldden zich altijd genoeg vrijwilligers aan om het vaderland te verdedigen, maar nu werd bij loting aangewezen wie de wapens moest opvatten. Zoo zagen tal van gezinnen hunne geliefde betrekkingen naar den vreemde voeren om ze nooit terug te zien.

    Toch durfde niemand klagen of hij maakte kennis met de gevangenis. Geheime spionnen slopen overal rond, om elk verdacht woord op te vangen en de politie drong vaak huizen binnen en opende de brieven om iemands meening over den Keizer te hooren. Boeken en kranten mochten niet verschijnen vóór zij waren goedgekeurd.

    Toch had deze verdrukking ook zijn goede zijde. Het volk vergat thans zijn oude partijschappen en gevoelde zich weer één en hunkerde naar verlossing. Napoleon’s macht was ten top gestegen. Alleen Engeland en Rusland trotseerden hem nog, anders heerschte hij over geheel Europa. Ook Rusland zou nu zijn slagen voelen. Met een leger van meer dan een half millioen trok hij derwaarts, doch van elk twintig tal soldaten kwamen er negentien in Rusland’s sneeuwvelden jammerlijk om het leven. Ook de ongeveer vijftienduizend Nederlanders zagen hun vaderland niet weer terug.

    Oranje boven

    Na dezen afloop beraamden de graven van Hogendorp, van Limburg Styrum en van der Duijn van Maasdam in stilte plannen om het Fransche juk af te schudden. Na den slag bij Leipzig, waarin Napoleon werd geslagen, werd het sein tot den opstand gegeven door het zich tooien met de oranjekleur, wat vroeger met den dood werd gestraft. De Fransche soldaten zagen verbluft en hadden den moed niet zich daartegen te verzetten.

    Pruisen en Kozakken boden hulp en den 15 November 1813 klonk reeds het „Oranje boven” door Arnsterdam’s straten en twee dagen later in Den Haag. Den 21 November aanvaardden van Hogendorp en van der Duijn van Maasdam het voorloopig bestuur en den 30 November stapte de Prins van Oranje, zoon van den verdreven Stadhouder Willem de Vijfde, te Scheveningen aan land, waar hij met ongekende geestdrift door de menigte werd toegejuicht. Twee dagen later werd hij te Amsterdam als Souvereinen Vorst uitgeroepen.

    De Franschen dropen af en Nederland was vrij. Dat is nu honderd jaar geleden en al dien tijd bleven we er voor bewaard, dat vijanden onze grenzen overschreden. Er is dus reden, om met dank aan God Neêrlands’ verlossing feestelijk te herdenken. Waardeeren we onze vrijheid, want geen grooter ramp kan een volk treffen, dan wanneer het door vreemden wordt overheerscht. Bij het nu binnen de gemeente Aalten te vieren eeuwfeest van onze onafhankelijkheid op 28 Augustus a.s. klinke dus luide onze aloude leuze: „Oranje boven”.

    Bronnen


  • Herman Driessen

    Herman Driessen

    Textielfabrikant

    Herman Anton Frans Carl Maria Driessen (Aalten, 22-09-1831 – Aalten, 20-05-1911) was een textielfabrikant met een grote betekenis voor de Aaltense textielgeschiedenis. Hij was een zoon van textielfabrikant Anton Driessen en Isabella Dees. In 1862 trouwde hij in Neuenkirchen bij Rheine (D) met koopmansdochter Anna Maria Theodora Mühren.

    In 1893 trok Herman Driessen zich terug uit de directie van de Gebroeders Driessen. Hij stichtte met zijn zoon Joseph op ‘het Blik’ aan de Hofstraat een moderne stoomweverij met 34 weefgetouwen: de NV Stoomweverij Herman Driessen & Zoon, vaak afgekort als HDZ.

    Herman Driessen is begraven op de oude R.K. begraafplaats aan de Piet Heinstraat in Aalten.

    Hermann A.F.C.M. Driessen - Aaltensche Courant, 24-05-1911
    Aaltensche Courant, 24 mei 1911
    Hermann A.F.C.M. Driessen - De Maasbode, 24-05-1911
    Maasbode, 24 mei 1911

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

  • Burenruzie met plaggenhak

    Burenruzie met plaggenhak

    Zondag, 3 juli 1910

    Op de avond van zondag 3 juli 1910 vond er in Lintelo/Dale* een ernstige burenruzie plaats, waarbij zelfs bloed vloeide. De families B. en Helmink waren buren, maar leefden voortdurend op gespannen voet met elkaar. Op de bewuste avond ontstond een woordenwisseling, die zo hoog opliep dat de hele buurt er aan te pas kwam.

    De 21-jarige B.H.W. Helmink stond die avond aan de deur van zijn woning te Lintelo*. Hij zag zijn zuster aankomen, en toevallig kwamen ook drie ongeveer 21-jarige arbeiders aan, namelijk J.A.B., H.W.H. en J.t.B. Er ontstond ruzie over het meisje en er werd naar voorwerpen gegrepen om de woorden kracht bij te zetten.

    J.A.B. stak zijn buurman Helmink met een mes in de arm, hoewel B. dit later ontkende. H.A.B., die de partij van B. koos, sloeg de zoon van de buurman met een plaggenhak op het hoofd. Gelukkig raakte deze het hoofd slechts aan de zijkant, resulterend in een bloedende wond; anders zou het slachtoffer er ernstiger aan toe zijn geweest. J.t.B. zou met een stok geslagen hebben, maar hij beweerde achteraf slechts een stuk te hebben gebruikt van een stok, die ze op hem kapot hadden geslagen. De broer van de mishandelde kwam te hulp, maar kreeg slaag van H.W.H., die dit echter ontkende.

    Voor de gewond geraakte broers Helmink werd medische hulp ingeroepen. Eén van hen had een ernstige steekwond in de arm, terwijl de andere een bloedende hoofdwond had. De ruzie tussen de broers en hun aanvallers zou zijn voortgekomen uit een langlopende vete, zo werd beweerd.

    De rechtbank in Zutphen veroordeelde J.A.B. en H.W.H. respectievelijk tot twee en één maand gevangenisstraf. In hoger beroep ontkenden de beklaagden voor het Gerechtshof in Arnhem dat ze tijdens de mishandeling een mes en plaggenhakker hadden gebruikt. Ze gaven toe dat ze hadden geslagen, maar beweerden dat dit uit zelfverdediging was, omdat ze zelf werden mishandeld.

    De vader van J.A.B. verklaarde dat ze hem met een hekpost hadden willen slaan, wat bij hem de indruk wekte “dat ze me drie meter in de grond sloegen”. De advocaat-generaal eiste bevestiging van het vonnis. De uitspraak zou 14 dagen later plaatsvinden, maar daarover konden we geen verdere informatie vinden.

    Toelichting

    * Eén krantenbericht vermeldt Dale en een ander Lintelo als ‘plaats delict’. Wij vermoeden vooralsnog dat dit incident in de buurt van de Heuvelweg heeft plaatsgevonden, op de grens van beide buurtschappen. Nader onderzoek is vereist.

    Bronnen


    • Aaltensche Courant, 6 juli 1910 (Delpher)
    • Aaltensche Courant, 27 augustus 1910 (Delpher)
    • Aaltensche Courant, 15 oktober 1910 (Delpher)
  • Tramlijn Lichtenvoorde-Bocholt

    Tramlijn Lichtenvoorde-Bocholt

    In 1910 werd een tramlijn geopend van Lichtenvoorde naar Bocholt, via Bredevoort en Aalten. In 1953 werd de tramlijn opgeheven en werden de rails opgebroken.

    Rond het begin van de 20e eeuw staken honderden Aaltenaren dagelijks de grens over om te werken in één van de textielfabrieken in de Duitse buurstad Bocholt. In weer en wind gingen zij te voet, per fiets of met paard en wagen. Sommigen deden er wel drie uur over om de (pakweg) tien kilometer tussen huis en werk af te leggen, ’s ochtends én ’s avonds!

    Plannen

    Al in 1880 waren er plannen om de tramlijn Lichtenvoorde-Groenlo te verlengen naar Aalten, Varsseveld en Terborg. In 1893 waren er plannen voor een paardentramlijn Groenlo-Lichtenvoorde-Bredevoort-Aalten-Dinxperlo/Bocholt. In 1899 ontstond uiteindelijk het definitieve plan voor twee lijnen met een stoomtram; vanaf het station Lichtenvoorde-Groenlo naar Zeddam en naar Bocholt. Daarvoor werd in 1905 de Geldersch-Westfaalsche Stoomtram-Maatschappij (GWSM) opgericht met haar kantoor in Lichtenvoorde.

    Het Bocholter Volksblatt schreef op 1 oktober 1907:

    Holländische Arbeiter in Bocholt

    „Gestern abend machte ein hiesiger Bürger auf der Rückkehr von Aalten nach Bocholt sich, wie er uns als treuer Abonnent mitteilt, das Vergnügen, die von Bocholt nach der Grenze per Rad zurückkehrenden Arbeiter zu zählen. Auf seinem Wege von der Kreuzkapelle bis zum Holtwicker Bach zählte er nicht weniger als 276 Radfahrer, auch begegnete ihm ein großer Wagen, der gleichfalls Arbeiter beförderte, nach Schätzung vielleicht 40-50. Die Kleinbahn Bocholt-Aalten hat schon in dieser Hinsicht demnach gar keine so schlechte Frequenzaussichten, zumal sich dann sicherlich noch viel mehr Arbeiter finden werden, die hier in Arbeit gehen wollen.”

    Een jaar later, op 4 november 1908 schreef dezelfde krant:

    Dampfeisenbahn Bocholt-Aalten

    „Nach langen Verhandlungen ist es endlich den Bocholter Fabrikanten und anderen Interessenten durch Zeichnung großer Geldsummen gelungen, daß die Kleinbahn Bocholt-Aalten jetzt gebaut wird. Sie ist nun unter Geldersch-Westfälische Dampfeisenbahn-Gesellschaft AG zu Lichtenvoorde im Königreich der Niederlande mit einer Zweigniederlassung in Bocholt in das Handelsregister des hiesigen Amtsgerichts eingetragen worden. In den hiesigen Fabriken sind Hunderte von holländischen Arbeitern beschäftigt, welche jeden Morgen und Abend bei Wind und Wetter den ca. 3 Stunden langen Weg nach Holland zu Fuß oder mit dem Rad zurücklegen mussten. Der Bau der Bahn wird sofort in Angriff genommen werden.”

    Feestelijke opening

    In 1909 begon men met de aanleg van de tramlijn. De werkzaamheden liepen echter veel vertraging op, als gevolg van een grote overstroming bij Bredevoort dat jaar. Uiteindelijk werd de tramlijn op 29 april 1910 feestelijk geopend.

    Al spoedig bleek dat slechts het traject Aalten-Bocholt een succesvol deel van de GWSM was. Echter vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd de grensovergang gesloten, waardoor er geen vervoer meer mogelijk was van Aalten naar Bocholt. Toen men dit traject in 1915 hervatte waren er veel minder reizigers dan voorheen en werd in 1916 daarom zelfs geheel stopgezet.

    Vanaf de jaren twintig werden de reizigerdiensten tussen Aalten en Lichtenvoorde veelal met motortrams uitgevoerd. Tot 1933, toen er bussen van de firma Veldhuis gingen rijden. Na de jaren dertig van de 20e eeuw bleek (behalve tussen Aalten en Bocholt) slechts het goederenvervoer succesvol.

    In 1953 kwam een einde aan de tramlijn en werden de rails opgebroken.

    Haltes

    Lijst met haltes tussen Lichtenvoorde en Bocholt die zich op het grondgebied van de gemeente Aalten bevonden (klik hier voor een lijst met alle haltes):

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    FunctieTramlijn
    Opening1910
    Opheffing1953

    Bronnen


  • Ziekenverpleging zoekt steun

    Ziekenverpleging zoekt steun

    Aaltensche Courant, 23 maart 1910

    Ingezonden, buiten verantwoordelijkheid der redactie.


    Geachte Redactie!

    Wilt U zoo vriendelijk zijn het onderstaande te plaatsen? Bij voorbaat hartelijk dank.

    Daar zijn in de gemeente heel veel menschen – gelukkig – die door een jaarlijksche bijdrage de zaak der Ziekenverpleging steunen. Door al die jaarlijksche bijdragen kan de zaak in stand blijven. Maar daar zijn onder die vele menschen ook nog velen, die hun jaarlijksche bijdrage beschouwen als een contributie, waardoor zij zich het recht verzekerd hebben op de hulp van de Zuster in geval van ziekte en ongeval. En die beschouwing is beslist verkeerd.

    En weet u, wat van die beschouwing het gevolg is? Dit: dat als zulke menschen voor korte of lange tijd de hulp van de Zuster genoten hebben, zij er nooit eens aan denken om het Comité voor Ziekenverpleging door een extra-gift als een offer van dankbaarheid te verblijden. Waarom zouden wij dat doen? zeggen dezulken dan; wij betalen immers ieder jaar, als de lijsten ons gepresenteerd worden!

    Deden zoo alleen degenen, die het niet betalen kunnen, dan zou er niets op te zeggen zijn. Maar ook die ruimer en zelfs zeer ruim met aardsche goederen bedeeld zijn, doen aldus. Begrijpen zulke menschen niet, dat op die manier het Comité voor Ziekenverpleging altijd door met een tekort worstelen moet? En als dan dit tekort aangevuld wordt door de diaconie van de Herv. kerk, is dan de rekening zoo moeielijk te maken, dat die ruimer met aardsche goederen bedeelde menschen, die de hulp der Zusters soms weken, ja maanden genieten, ten slotte een bedeeling ontvangen uit de kas der diaconie? En willen zij dat?

    Ziet, het werk der ziekenverpleging is een noodig werk, maar ook een kostbaar werk. Wanneer alle menschen in Aalten naar hun vermogen geven – en wanneer degenen, die geholpen zijn, een extra-gave geven aan het Comité – dan kan het werk in het Ziekenhuis en in de wijk gemakkelijk voortgang hebben. Maar dat kan niet, wanneer er zijn, die zich om allerlei redenen onttrekken; en ook niet, zoolang er zijn, die meenen, dat zij voor een enkele mark als jaarlijksche bijdrage zich 3 en meer maanden dagelijks door de Zusters aan huis kunnen laten helpen.

    De Zusters zien er niet tegen op naar de uiterste grenzen der gemeente te gaan, doch de afstanden zijn groot; de Zusters hebben maar één lichaam ieder; en dus kan iedereen wel begrijpen dat het onmogelijk is de werkkrachten te verminderen, maar ook, dat het beslist noodig is bij het geven niet te vragen of er ook nog kleiner geldstukken bestaan dan halve centen, doch veelmeer, of het niet mogelijk is voor deze goede zaak eens wat meer te geven dan men gewoon is, vooral wanneer de Zusters aan ons of ons huis veel hulp bewezen hebben.

    En als ik niet te veel plaats vraag, ook dit nog: Als de wegen slecht zijn, en als het weêr slecht is, en als dan bij slechte wegen en slecht weêr de komst der Zusters op de buurten gewenscht wordt, zou het dan niet mogelijk zijn hun met rijtuig te laten halen of haar verlof te geven met rijtuig te komen? Ook voor Zusters kan weêr en weg te slecht zijn om te fietsen. Een zuster zei onlangs: „Dit heb ik al gauw gemerkt, dat de menschen hier in Aalten er vriendelijk en hulpvaardig zijn”. Zouden de menschen in Aalten dat ook niet willen toonen, door rijtuig te sturen of te geven, bij slecht weer en slechte weg?

    En dan ten slotte. Is er in Aalten geen oud linnen meer voor de Zusters? Tot heden is nog niets in het Ziekenhuis ontvangen. Toe, huismoeders, ziet uw kasten nog eens na en verblijd de Zusters in het Rusthuis met oud linnen.

    En als allerlaatste. Er is ook geen geld meer voor de linnenkast. En de linnenkast moet aangevuld.

    Ik hoop, dat velen eens rustig willen lezen wat in dit stuk geschreven is. De Heer schenke allen, die dit lezen, een gezegend Paaschfeest.

    Namens het Comité voor Ziekenverpleging:
    BARNEVELD, Secretaris.
    Aalten, Maart 1910.

    P.S. Met blijdschap kan ik melden de ontvangst van: 2 pakjes oud linnen, f 6.– voor gebruik van de operatiekamer en f 18.– van een patiënt, die eenigen tijd onder behandeling der Zusters geweest is. Zou er verandering ten goede komen?

    Bronnen


  • De Krankenkasse-kwestie

    De Krankenkasse-kwestie

    Aaltensche Courant, 23 maart 1910

    Ingezonden, buiten verantwoordelijkheid der redactie.


    M. de R.

    De „dokterskwestie”, welke reeds zoovele pennen in het binnen- en buitenland in beweging en zooveel hoofden en harten in beroering bracht, oorspronkelijk thuis behoorende te Bocholt, is van daar overgebracht voornamelijk naar Aalten, en is heusch van feller karakter geworden dan het gros der menschenkinderen heeft kunnen denken.

    Op 13 dezer werden wij in kennis gesteld met een schrijven van den volgenden inhoud:

    Wir erklären dasz wir van 15 März 1910 an, die Nothfalle der mitglieder und derer angehörige Ihrer kasse nur gegen fünffacher Kampfestaxe, behandlen wollen.

    Aalten, 10 März 1910. (w. g.) WEDUWEN, E.J.A. MELSTER, VAN LEUVEN.

    Naar aanleiding hiervan verzochten en verkregen wij een onderhoud met onze bovengenoemde dokters, op Maandag 14 dezer. Wij verzochten de heeren ons te willen vermelden wat wel en wat geen „Nothfalle” waren. Dr. der Weduwen verklaarde, dat dit alleen door deskundigen kon beslist worden; dr. Melster gaf te verstaan dat daarop niet goed antwoord gegeven kon worden, wijl daarover wel een boek vol te schrijven was. Verder bleek dat er geen volkomen overeenstemming daaromtrent tusschen de drie genoemde heeren bestond, wijl toch door dr. van Leuven meerdere gevallen als „Nothfal” werden aangenomen dan door zijn collega’s alhier.

    Wij drongen er op aan dat aan ons zou worden verstrekt een lijstje van „Nothfalle”, opdat wij aan onze medeleden zouden kunnen zeggen: „in de genoemde gevallen kunt gij u tot de plaatselijke artsen wenden, dan wordt gij, zij het dan ook tegen een krankzinnig hoogen prijs, behandeld.” Hieraan werd geen gevolg gegeven, dr. der Weduwen verklaarde zelfs dat zij daartoe ook niet eens bevoegd waren, dat daaromtrent de maatschappij van geneeskunde en het Leipziger Verband uitspraak moesten doen.

    Een onzer stelde de vraag of de betrokken arbeiders dan niet voor eigen rekening konden behandeld worden, waarop wederom door dr. der Weduwen, werd te verstaan gegeven dat ook dit niet kon, want, zoo verklaarde deze heer, wij voeren strijd tegen de krankenkassen en kunnen dat niet anders doen dan door te strijden tegen de leden dier kassen.

    Dit gaf een der onzer aanleiding om te constateeren, dat wij, leden der krankenkassen, in nog slechter conditie verkeerden dan de hond en het varken van een boer. Wordt toch een dezer dieren krank, dan begeeft de eigenaar zich tot den veearts en… behandeling heeft plaats. Voor ons eerlijke ijverige arbeiders, was behandeling buitengesloten.

    Op de vraag van een onzer, of de krankenkassen of wij, de doktoren een stroobreed in den weg hadden gelegd, waardoor zij gerechtigd waren ons hunne hulp te weigeren, werd ontkennend geantwoord en daaraan toegevoegd „wij kunnen niet anders”, waarop door ons geantwoord werd: „gij kunt wel, doch gij wilt niet”. Wij hebben ten slotte aan de conferentie een einde gemaakt omdat wij de overtuiging verkregen hadden, dat er met deze onwillige dokters geen resultaat te bereiken valt.

    Zaterdag 19 Maart werden wij in kennis gesteld met een officieel afschrift van het volgende schrijven:

    Abschrift

    Die unterzeichneten erklären, dasz sie seitens der in den Bocholter Fabriken beschäftigten, Holländischen arbeiter, besonders in den letzten woche auszerordentlich viele klagen vernomen haben, über die art der ärztlichen behandlung und versorgung der Holländischen fabrikarbeiter seit anfang dieses jahres. Die leute beklagen sich darüber, dasz die qualität der neuen ärzte eine mangelhafte sei, und das sie aus diesem grunde kein vertrauen mehr zu diesen haben könnten. Sie bedauern weiterhin lebhaft, dasz es ihnen unmöglich geworden ist, sich von ihnen alten vertrauten ärzten behandeln zu lassen.

    Die leute erklären fast ausnahmslos, dasz sie es nicht wagen dürften, sich über die bestehende zustände zu beschweren, weil sie der sicheren Uberzeugung sind dann gekündigt zu werden, oder sonst auf irgend welche weise schweren miszhelligkeiten ausgesetzt zu werden. Weiterhin beklagen sich die arbeiter darüber, dasz sie in fallen von vorhandener Unarbeitsfähigkeit, oder Wiedererlangung der arbeitsfähigkeit von die neuen ärzten in Bocholt keine bescheinigung hierüber erlangen könnte.

    In einer gestern stattgefundenen conferenz zwischen die Aaltener ärzten und einer deputation Holländischer, in Bocholt beschäftigter fabrikarbeiter, erklärten die letzteren, dasz zur zeit in den Holländischen grensbezirken Katzen und Hunden und Schweine besser ärztlich versorgt wurden als die menschen.

    Die unterzeichneten sind jederzeit bereit vorstehende angaben, eidlich zu erhärten und auf wunsch weitere einzelheiten mundlich zu protokoll zu geben.

    Aalten, den 15 März 1910.

    (gez.) WEDUWEN, Arzt
    „ MELSTER, „
    „ VAN LEUVEN, „
    Der Burgemeister
    J. No. 712 C.
    Bocholt, den 18 März 1910.

    De inhoud van bovenstaand afschrift is voor ons onaanneembaar. Wij zullen spoedig een ledenvergadering houden, daarbij mogen alle belangstellenden boven 18 jaar tegenwoordig zijn. Wij noodigen speciaal tot bijwoning dezer vergadering uit onze plaatselijke dokters.

    Wij hopen dat deze wetenschappelijk zóó hoog staande mannen niet door afwezigheid zullen schitteren. Uit het hoor en wederhoor zal dan duidelijk kunnen worden of er iets en zoo ja, wat er waar is van bovenstaand schrijven. Reeds nu verklaren wij dat de laatste bewering van dat schrijven een der meest grove leugens is welke sedert onze heugenis werd uitgesproken.

    Dankbaar voor de verleende plaatsruimte hebben wij de eer te zijn,

    Het Comité der Krankenkasse-leden te Aalten.

  • Moord te Aalten

    Moord te Aalten

    21 november 1909

    Op zondagavond 21 november 1909 werd omstreeks half tien aan het begin van de Dijkstraat een jongeman om het leven gebracht. Vier jongens en twee meisjes stonden daar met elkaar te praten, toen de 23-jarige koperslager Bernadus Rietberg uit Dale zich bij het gezelschap voegde. Hij begon één van de meisjes lastig te vallen en een woordenwisseling volgde. Daarop stak Rietberg één van de jongens, de 20-jarige fabrieksarbeider Johann Heinrich Kalberg uit Liedern (bij Bocholt), met een mes in de borst.

    Terwijl de dader volgens de krantenberichten koelbloedig naar huis liep, strompelde het slachtoffer nog een eind de Kerkstraat in, maar zakte toen ineen. Zijn kameraden, waaronder zijn jongere broer, brachten hem bij het café van Bauhuis (Dijkstraat 1) naar binnen. In allerijl werd dokter Van Leuven opgetrommeld om hem te helpen. Kahlberg was echter dusdanig in zijn rechterlong getroffen dat deze niets meer kon betekenen. De zwaargewonde werd nog op een kar naar het ziekenhuis vervoerd. Daar blies hij een half uur later, na het ontvangen van de heilige sacramenten, zijn laatste adem uit. Doodgebloed.

    Café Bauhuis, Dijkstraat 5, Aalten
    Café Bauhuis, Dijkstraat 5 (rechts)

    Rechtszaak

    Rietberg werd diezelfde nacht nog door de politie van zijn bed gelicht en naar de gevangenis overgebracht. De volgende dag kwamen gerechtsmedewerkers uit Zutphen naar Aalten voor onderzoek. Eind van de middag keerden zij met de trein van zes uur terug, ditmaal in gezelschap van de geboeide verdachte. Toen de trein vertrok gaf het aanwezige publiek door luid geschreeuw zijn woede te kennen.

    De verdachte ontkende aanvankelijk dat hij de dader was en verklaarde ook dat hij het slachtoffer niet kende. Dat laatste werd wel in twijfel getrokken. De Twentsche Courant schreef enkele dagen later namelijk dat Rietberg een oogje zou hebben gehad op een zuster van Kalberg, maar dat laatstgenoemde zich daartegen had verzet. Dat zou een mogelijk motief zijn. Maar of dat feit is of enkel een gerucht, wordt niet duidelijk. Het verslag van de rechtszaak in de Graafschapbode van 15 januari 1910 vermeldt er in ieder geval niets over.

    De kranten wisten destijds wel te melden dat Rietberg in Duitsland al met justitie in aanraking was geweest. Ook was hij al eerder veroordeeld voor mishandeling. Het mag dan ook geen wonder heten dat hij in Aalten als ‘zeer ongunstig’ bekend stond. Naar verluid zou hij op de avond van het misdrijf om negen uur uit het café van Bauhuis zijn gezet. Volgens getuigen kwam hij echter niet over als ware hij onder invloed van alcohol.

    Rietberg werd op 19 januari 1910 veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf voor het om het leven brengen van Johann Heinrich Kalberg.

    Landelijk nieuws

    De moord in Aalten was destijds landelijk nieuws. Onderstaande fragmenten geven een vrij compleet beeld van wat er gepubliceerd werd.

  • Wondervogel doodgeschoten

    Wondervogel doodgeschoten

    Het Volksdagblad, 10 augustus 1907

    De heer P. te Aalten, had in zijn bezit een pracht exemplaar van een papegaai, die de kunst van spreken goed verstond. Het dier vloog voor eenige dagen weg en hield zich in de nabijheid eener boerenwoning op. Het praten van den vogel bracht den boer in den waan, dat een „wondervogel” zijn boerderij bedreigde en daarom maakte hij door middel van zijn geweer maar voorgoed aan het „lekker hé” van den vogel een einde!

    De Graafschapbode, 31 augustus 1907

    Voor eenige weken maakten we ook melding van een papegaai, die den heer P. uit Aalten ontvlucht was en later door eenen landbouwer, die haar voor eenen wondervogel aanzag, doodgeschoten werd. — Het bericht deed in meerdere couranten de ronde en als gevolg daarvan ontving de heer P. deze week een brief uit Den Haag van eene dame, die in het bezit was van eene „lorre”, waarvan ze gaarne afstand wilde doen. Zij schreef toen op het adres: — „Aan den heer P….. te Aalten, waar voor 3 weken de papegaai van doodgeschoten Is.” — De post, snugger als zij is, bezorgde den brief aan het juiste adres en de dame in kwestie werd van de goede overkomst op de hoogte gesteld.

    Wondervogel blijkt papegaai
    Foto van een papegaai, ter illustratie

    Bronnen


    • Het Volksdagblad, 10 augustus 1907 (via Delpher)
    • De Graafschapbode, 31 augustus 1907 (via Delpher)
  • Woningonderzoek

    Woningonderzoek

    Arnhemsche Courant, 15 februari 1907

    De gezondheidscommissie voor het district Winterswijk heeft het rapport over het Woningonderzoek in de gemeente Aalten in druk doen verschijnen. Dit onderzoek heeft zich bepaald tot 312 woningen, alle van 3 of minder vertrekken, nl. 49 met één, 180 met twee en 83 met drie vertrekken. Van deze lagen 61 aan zandwegen, 19 aan pleinen en 232 aan straten. Slechts 95 woningen daarvan vormden een afzonderlijk perceel.

    De dakbedekking van alle woningen bestaat uit pannen, meest met stroo gedekt. Bij 17 was geen bijruimte, zooals schuurtje, stal, loods of bergplaats aanwezig.

    Voor de drinkwatervoorziening wordt uitsluitend van grondwater gebruik gemaakt, door het aanleggen van welputten of het slaan van pijpwellen. Meerdere malen maakt een welput of pomp de watervoorziening van verschillende gezinnen uit. Ook werd veelal de pomp aan de openbare straat daarvoor gebezigd, die dikwijls onbruikbaar drinkwater bevat. De grootste afstand van woning tot watervoorziening bedroeg 95 M. In het algemeen laat zij veel te wenschen over; want slechts 22 woningen bezitten eene afzonderlijke welput of pomp. De overige 29 moeten ze gemeenschappelijk gebruiken.

    Ook de toestand der privaten is slecht. Meermalen doet een oude ton, waarover een bril gelegd is, dikwijls zonder eenige afdekking, als privaat dienst, zoodat bepaald goed ingerichte privaten niet aangetroffen worden. Slechts 2 woningen hebben geen privaat, 14 bezitten dit gemeenschappelijk en de rest kan zich van een afzonderlijk privaat bedienen.

    Het huishoudwater wordt voor het meerendeel op de openbare straat geloosd. Eenen reinigingsdienst bezit de gemeente niet.

    Bronnen


  • Grensarbeiders Aalten-Bocholt rond 1900

    Grensarbeiders Aalten-Bocholt rond 1900

    Ongeveer twaalf kilometer ten zuiden van Aalten ligt de Duitse stad Bocholt. Aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw groeide Bocholt uit tot een belangrijk centrum van de textielindustrie. Deze bloeiende industriestad trok veel arbeidskrachten uit de grensstreek aan.

    Honderden grensarbeiders uit Aalten, Bredevoort en omliggende buurtschappen vonden er emplooi, vooral in de vele textielfabrieken en in de bouw.

    Dankzij het bevolkingsregister van Aalten, waarin rond 1900 regelmatig ook de werkgever werd genoteerd, weten we van veel arbeiders dat zij in Bocholt werkten en bij welk bedrijf.1

    Grensarbeiders Aalten-Bocholt - Graafschapbode, 04-12-1897
    De Graafschapbode, 4 december 1897

    Wie werkten er in Bocholt?

    In onderstaand overzicht vindt u de namen van veel grensarbeiders uit de gemeente Aalten die rond 1900 in Bocholt werkzaam waren, met vermelding van hun beroep en werkgever. Wellicht zitten er voorouders van u tussen? Let op: dit overzicht is niet volledig.

    AchternaamVoornaamGeboortedatumBeroepFirmaWoonadresWoonplaats
    AlbersBernadus Augustinus23-03-1877FabrieksarbeiderGebr. WeylBodendijk 37Aalten
    AlbersHermanus06-02-1866WeverVagedesDamstr. 9Aalten
    AlbersJan Willem25-09-1871WeverVagedesDamstr. 9Aalten
    ArentsenMartinus Johannes02-01-1883SpinnerSchwartzOrmelstr. 24Aalten
    BeckersHendrik August20-10-1892Metselaar (knecht)HeusinkveldKoppelstr. 14Bredevoort
    BeckersJohan Joseph August19-10-1889Timmerman (knecht)HulskampKoppelstr. 14Bredevoort
    BeeksHermanus Hendrikus02-05-1873WeverGebr. DriessenPolstr. 9Aalten
    Beest, teWillem17-02-1887BlekerSchwartzMisterstr. 3Bredevoort
    BeijerinkGerhard Johannes27-07-1851BlauwververFrentropBocholtsestr. 50Heurne
    BenninkHendrikus Antonius19-07-1890WeverVon VelsenLichtenvoordsestr. 7Aalten
    BettingHermanus Bernardus14-06-1871WeverFrentropStationsstr. ?Aalten
    BijenHendrikus Johannes25-12-1886TuinmanValléePlein Zuid 3Aalten
    BlekkinkHendrikus22-08-1891RouwerFrentropGasthuisstr. 5Bredevoort
    BlekkinkJan Hendrik30-10-1892WeverFrentropKoppelstr. 3Bredevoort
    BlekkinkTonia Johanna21-06-1891SpinnerMalieKoppelstr. 3Bredevoort
    BleuminkHendrik Jan11-02-1889WeverCosman CohenMisterstr. 3Bredevoort
    BoesveldGerhard04-06-1884WeverCosman CohenDijkstr. 1Aalten
    BoschkerHendrikus Bernardus28-10-1887MetselaarBisschopKoppelstr. 12Bredevoort
    BoschkerTheodorus Hendrikus27-03-1889WeverGebr. BraunschweigKoppelstr. 12Bredevoort
    BretveldHendrik10-08-1849LandbouwerBrauerei TangerdingGrevinkweg 9Dale
    BrinkmanPieter Johannes14-02-1881SpinnerVon VelsenLichtenvoordsestr. ?Aalten
    BrökerArnoldus Wilhelmus01-09-1890SpinnerSchwartzSteile Dalweg 5Aalten
    BrökerGerharda Maria14-01-1894SpoelerSchwartzSteile Dalweg 5Aalten
    BrökerJoseph28-10-1862Spinner / Krasser / AanlapperDriessen / SchwartzSteile Dalweg 5Aalten
    BrusseGerhard02-04-1890WeverMalieMisterstr. 5Bredevoort
    BuitinkJohannes Hermanus02-04-1883SpinnerSchwartzHogestr. 35Aalten
    BultenBernard17-09-1884StokerGebr. BraunschweigStaringstr. 15Aalten
    DanielsAntonius31-10-1887Metselaar?onbekendBredevoort
    DuenkHendrik Jan23-09-1858OppermanBiermanDamstr. 24Aalten
    EbbersJohannes Bernadus03-05-1874FabrieksarbeiderGebr. FelixBodendijk 1Aalten
    EbbersJohannes Wilhelmus13-02-1875WeverHorsmann & Co.Kerkstr. 7Bredevoort
    EbbeskampHendrik12-12-1845SpinnerGebr. DriessenOrmelstr. 24Aalten
    ElferinkDerk Jan10-08-1884OppermanBeltinkBredevoortsestr. ?Aalten
    FiringJohannes Arnoldus27-03-1879Schildersknecht?Landstr.Bredevoort
    FlemingBerend Jan08-01-1866GrondarbeiderBaron van DiepenbroekKoppelstr. 3Bredevoort
    FrenkenJohannes Franciscus31-01-1890WeverGebr. Braunschweig’t Zand ?Bredevoort
    FrenkenJohannes Hendrikus08-06-1863WeverFrentropAmbthuiswal 24Bredevoort
    FrenkenJohannes Hendrikus02-03-1888WeverGebr. Braunschweig’t Zand ?Bredevoort
    GillesenJacob22-06-1846WeverA. & L. KettelerKiefteweg 10Heurne
    GillesenMaria06-07-1872WeverA. & L. KettelerKiefteweg 10Heurne
    GriessJohanna Maria Aleida01-01-1890SpinnerGebr. DriessenLandstr. 26Aalten
    GrijsenAntonie30-05-1835Fabrieksarbeider?Berkenhovestr. 5Aalten
    GrijsenHendrika27-09-1878FabrieksarbeiderSchwartzBerkenhovestr. 5Aalten
    Harkel, tenHendrik Jan30-04-1852HoutbewerkerGebr. FelixOrmelstr. 26Aalten
    Have, tenAleida Hendrika19-10-1890SpinnerGebr. DriessenHozenstr. 22Bredevoort
    Have, tenGesina Johanna10-02-1888SpinnerGebr. DriessenHozenstr. 22Bredevoort
    HaverkateJohannes03-02-1867Spoelmeester SpinnerijSchwartzDijkstr. 27Aalten
    HeijnenHendrik Jan04-08-1882Timmerman (knecht)?Varsseveldsestr. ?Aalten
    HeinenHendrik Willem31-03-1891SchildersknechtTen BroekeVarsseveldsestr. 39Aalten
    HilbelinkBerend Willem06-02-1844KnechtBrauerei TangerdingLankhofstr. 17Aalten
    HilbelinkJan Willem30-11-1885WeverFrentropBredevoortsestr. Aalten
    HoebenJohannes Chrisostumus27-06-1882PolderwerkerWittag (?)Prinsenstr.Aalten
    Horst, terDerk Jan18-10-1873OppermanValléeBredevoortsestr. 48Aalten
    HubersWillemina Geertruida25-09-1865SpinnerSchwartzRK GasthuisAalten
    HuitinkJan Willem15-02-1886Metselaar (knecht)?Varsseveldsestr. ?Aalten
    JansenHendrik Jan10-03-1866WeverGebr. BraunschweigLoohuisweg 28Haart
    JanssenGerrit Hendrik10-07-1889VerverGebr. BraunschweigHozenstr. 7Bredevoort
    JanssenGrada Willemina23-02-1892SpinnerGebr. DriessenHozenstr. 7Bredevoort
    JanssenWillemina01-10-1894SpinnerGebr. DriessenHozenstr. 7Bredevoort
    KempersCornelis17-07-1878WitweverMortens (?)Haartsestr. 21Aalten
    KempersGerrit Willem20-09-1873OppermanBeltinkHaartsestr. 21Aalten
    KempersJohan06-10-1871WeverA. FisserWillemstr. 13Aalten
    KempersWilhelm10-07-1875WeverTangerdingOrmelstr. 30Aalten
    KempinkJan Berend11-04-1877SpinnerSchwartzAmbthuiswal 24Bredevoort
    Kerkhof, van deCatharina Elisabeth26-08-1894SpinnerSchwartzRK GasthuisAalten
    Klein EssinkBarend Johan18-08-1875MetselaarBiermanHaartsestr. Aalten
    KleinhesselinkJohan Cornelis10-04-1877OppermanBisschopLankhofstr. 1Aalten
    KoelmanHendrikus Wilhelmus04-01-1890Schildersknecht?Dijkstr. 44Aalten
    KoelmanJohanna Elisabeth02-10-1884SpinnerSchwartzOrmelstr. 15Aalten
    KolwagenEverdina Johanna08-12-1874WeverSchwartzHogestr. 70Aalten
    LammersLammert Lambertus19-07-1863SpinnerGebr. DriessenKoopmanstr. 12Aalten
    LangwerdenEimbert Bernard21-05-1859KrasserGebr. DriessenTrompstr. 9Aalten
    LankheetJohanna24-08-1892SpinnerSchwartzZuiderlaan?Aalten
    LieversHendrikus15-09-1893SpinnerGebr. DriessenOrmelstr. 13Aalten
    LieversJohanna Geertruida11-11-1891SpinnerVon VelsenOrmelstr. 13Aalten
    LieversWillemina07-04-1894SpinnerVon VelsenParallelweg 14aAalten
    Lindert, teGerrit27-03-1878MetselaarBeltinkMarkt 16Aalten
    MagisGerrit Willem22-07-1884Opperman?Oosterkerkstr. 12Aalten
    MeijerHeinrich29-08-1878Wever / VerverGrote (?)Dijkstr. 1Aalten
    MeijermanDerk Willem13-10-1883TuinmanBeckmannVarsseveldsestr. 11Aalten
    MengerinkEngbert09-12-1879SpinnerSchwartzHogestr. 35Aalten
    MengerinkGerrit Hendrik05-06-1889FabrieksarbeiderSchwartzLankhofstr. 21Aalten
    MengerinkWillem13-06-1875MetselaarA. VerleeLankhofstr.Aalten
    NavisDerk Jan04-12-1840WeverBeckmannHogestr. 63Aalten
    NavisGerrit Hendrik23-12-1890SpinnerGebr. DriessenLankhofstr. ?Aalten
    NeerhofHendrik Jan11-03-1884Weverde GrootOrmelstr. 6Aalten
    NeerhofHerman05-04-1879WeverGrote (?)Boomkampstr. ?Aalten
    NijenkampGerrit Jan18-02-1877HoutbewerkerGebr. FelixBodendijk 72Aalten
    NijmanJohanna Geertruida22-07-1884SpinnerRothe ErdeonbekendAalten
    OberinkChristiaan06-05-1892SpinnerSchwartzHogestr. 6Aalten
    OberinkHendrikus Jan Willem29-04-1891SpinnerGebr. DriessenHogestr. 64Aalten
    ObrinkJan Hendrik29-01-1883MetselaarHeusinkveldHogestr. 64Aalten
    ObrinkJohan Antoon15-04-1880Timmerman (knecht)W. PoelPrinsenstr. 18Aalten
    OmmeringHendrik Jan27-11-1888Metselaar?Dijkstr. 21Aalten
    OonkHendrik27-04-1871?Danner & Doormeijer (?)Hozenstr. 4Bredevoort
    PeetersWilhelmus Johannes Theodorus30-06-1893AfzetterGebr. WeylLandstr. ?Bredevoort
    PeulersBernardus Johannes07-02-1862SpinnerSchwartzWillemstr. 13Aalten
    PiekGerrit Willem12-06-1884MetselaarValléeLichtenvoordsestr. 15Aalten
    PiekHendrik Jan20-05-1873SmeerderSchwartzLoohuisweg 28Haart
    PrinsAdolf30-10-1871SpinnerSchwartz / Von VelsenVarsseveldsestr. 20Aalten
    PrinsJan Steven Schaars27-02-1887TuinmanknechtA. RemmerBoomkampstr. 24Aalten
    PrinsenGerrit Hendrik Willem22-07-1881BierbrouwersknechtBrauerei TangerdingLoohuisweg 1Haart
    Rietstap, teGerhard01-06-1886Metselaar (knecht)?Ambthuiswal 14Bredevoort
    Rietstap, teJohannes Hendrikus13-04-1892Metselaar (knecht)?Ambthuiswal 14Bredevoort
    SchaapveldHendrikus Johannes Arnoldus19-06-1887?Temmink FietsenhandelDijkstr. 27Aalten
    SchenkBernard Gerhardus06-04-1885FabrieksarbeiderBuggelink (?)Molenkampsdijk 11Aalten
    SchepersAntonij01-12-1866OppermanValléeOrmelstr. 16Aalten
    SchepersGrada Wilhelmina16-01-1891SpinnerVon VelsenOrmelstr. 16Aalten
    SchepersJan27-08-1874FabrieksarbeiderWwe. B. MessingOrmelstr. 9Aalten
    SchepersJohanna12-01-1893SpinnerVon VelsenOrmelstr. 16Aalten
    ScholtenBernardus29-11-1877MetselaarDuysBoomkampstr. 20Aalten
    SchoppersTonij06-05-1877TuinmanWoolsLichtenvoordsestr. ?Aalten
    SikkingHendrikus04-06-1890WeverWietholtKerkstr. 11Bredevoort
    Sligte, teHendrik20-03-1861WeverGebr. DriessenDijkstraat 32Aalten
    StevensEngelbertus05-01-1873Metselaar (knecht)Vallée’t Zand 3Bredevoort
    StevensHendrikus Wilhelmus21-04-1899Metselaar (knecht)Vallée’t Zand 3Bredevoort
    StraksGerhard Abraham14-03-1884SchilderBiermanOrmelstr. 18Aalten
    StraksGerrit Jan03-03-1880SchilderGraatmannOrmelstr. 18Aalten
    StronksArent Jan06-12-1873Voerman / vrachtrijderGebr. WolfDinxperlosestr. 77Aalten
    StronksGerrit Jan26-11-1867Landbouwer (knecht)Brauerei TangerdingPrinsenstr. 28Aalten
    TammelHerman22-09-1870KrasserBeckmannSteile Dalweg 8?Aalten
    TemmingBernardus Hendrikus03-02-1892SpinnerGebr. WeylKerkstr. 2Bredevoort
    ToebesAnton Johann13-04-1881FabrieksarbeiderHulskampStationsstr. ?Aalten
    UbbinkBernardus Johannes01-07-1862Timmerman?Officierstr. 2Bredevoort
    UbbinkGradus Bernadus28-03-1872Timmerman (knecht)KokVischmarkt 3Bredevoort
    UbbinkGradus Johannes06-09-1881WeverGebr. BraunschweigGasthuisstr. 3Bredevoort
    UbbinkJohannes Josephus25-08-1886WeverGebr. BraunschweigGasthuisstr. 3Bredevoort
    UebbingAugust Johan06-12-1893WeverLieprijgh (?)Misterstr. 21Bredevoort
    UffinkHendrikus Johannes11-10-1877WeverFrentropSteile Dalweg 8?Aalten
    VeenhuisGerrit Jan16-11-1863WeverFrentropLandstr. /Stationsstr. ?Aalten
    VeldkampHendrikus Antonius04-03-1880WeverGebr. BraunschweigLandstr. 18Bredevoort
    VerstegeWilhelmus22-01-1864VeldarbeiderBaron van BarloKoppelstr. 29Bredevoort
    Vries, deBernardus Hendrikus03-02-1883SpinnerVon VelsenLandstr. 20Bredevoort
    Vries, deHenrich Joseph01-12-1892WeverFrentropLandstr. 20Bredevoort
    Vries, deJohannes Bernardus Josephus29-12-1881Spinner?Ambthuiswal 16Bredevoort
    Waal, van derJohannes24-12-1886SpinnerSchwartzDijkstr. 5?Aalten
    WalvoortJohannes14-06-1881SpinnerBeckmannOrmelstr. 24Aalten
    WansingWilhelm06-09-1879SpinnerSchwartzPatrimoniumstr. 9Aalten
    WeeninkJohan Gerhard16-05-1877TimmermanKnufmanLoohuisweg 3Haart
    WeikampCatharina Johanna30-10-1876WeverFrentropDamstr. 22Aalten
    WeikampGerhardus Hendrikus21-06-1880FabrieksarbeiderRothe ErdeIndustriestr. 3Aalten
    WensingBernard Gerhard13-01-1889SpinnerSchwartzStationsstr. ?Aalten
    WensingHendrika Elisabeth Maria28-06-1891SpinnerRothe ErdeStationsstr. ?Aalten
    WensingJohanna Gesina Maria11-04-1894SpinnerSchwartzStationsstr. ?Aalten
    WensinkFranciscus19-02-1879Wever?Hozenstr. 16Bredevoort
    WensinkJohannes11-03-1874Wever?Hozenstr. 26Bredevoort
    WensinkJohannes24-05-1874WeverFrentropVischmarkt 11Bredevoort
    WentinkHendrik Jan22-05-1893SpinnerSchwartzBoomkampstr. ?Aalten
    WeversHendrikus30-06-1862WeverGebr. DriessenDijkstraat 34Aalten
    WichersJohannes Theodorus Josephus25-12-1887WeverCosman CohenLandstr. 24Bredevoort
    WiggemansGeerart01-12-1883VoermanOsbergen (?)Varsseveldsestr.Aalten
    WiltinkJohanna Elisabeth29-10-1887KrasserGebr. WeylBocholtsestr. 50Heurne
    WiltinkJohanna Willemina13-08-1889SpinnerRothe ErdeDamstr. 26Aalten
    WolferinkHerman Bernard01-12-1884SpinnerSchwartzStationsstr. 29?Aalten
    WubbelsBernadus Engelbartus13-09-1881Fabrieksarbeider?Gasthuisstr. 7Bredevoort
    WubbelsBernardus Gerhardus09-11-1890WeverGebr. Braunschweig’t Zand 19Bredevoort
    WubbelsJohannes Hendrikus Bernardus07-07-1889WeverGebr. Braunschweig’t Zand 19Bredevoort
    ZeevalkHarmen30-10-1870Metselaar (knecht)BeltinkLankhofstr. 2-4Aalten

    Bedrijven in Bocholt

    Hieronder volgt een overzicht van bedrijven in Bocholt waar Aaltense arbeiders rond 1900 werkzaam waren. Ook deze lijst is niet compleet:

    Franz Beckmann & Cie.

    Katoenspinnerij

    Opgericht in 1895, groeide deze firma uit tot een van de grootste spinnerijen van de stad. Het bedrijf werd in 1967 overgenomen door de firma Flender. Het oorspronkelijke fabrieksgebouw is gerenoveerd en in oude glorie hersteld.

    🔗 industriewerk.eu

    Gebr. Braunschweig

    Katoenweverij

    Opgericht in 1873 aan de Kaiser-Wilhelm-Straße. In 1897 kwamen er aan de Frankenstraße een ververij en een afdeling voor weefselafwerking bij. In 1921 werd de firma uit het handelsregister geschrapt.

    🔗 bocholt.de

    Gebr. Driessen

    Katoenspinnerij

    De eerste grote industriële onderneming in Bocholt, opgericht in 1857. Na een brand in 1888 werd de fabriek vervangen door een groter nieuw gebouw. In 1978 stopte het bedrijf. De 34 meter hoge schoorsteen bleef behouden en staat nu midden in het winkelcentrum Arkaden.

    🔗 industriewerk.eu

    A. & L. Ketteler

    Katoenweverij

    Geen nadere informatie bekend.

    Wwe. B. Messing

    Poetswolfabriek

    Rond 1900 was in Bocholt de firma Wwe. B. Messing actief als producent van poetswol. De fabriek stond in het huidige Weber Quartier, achter het Kinodrom aan de rivier de Aa.

    🔗 digital.slub-dresden.de

    Albin Tangerding & Comp.

    Bontweverij

    Opgericht in 1864. Geen nadere informatie bekend.

    Brauerei Tangerding

    Stoombierbrouwerij

    De Hirsch-Brauerei van Franz Tangerding in Bocholt-Stenern, produceerde verschillende soorten bier, frisdrank en vruchtenlimonade. De ruïne van het oorspronkelijke brouwhuis uit 1896 is nog aanwezig op het voormalige brouwerijterrein.

    🔗 marius-lange-geschichte.de & tus-stenern.de

    Gebr. Weyl

    Stoomweverij

    “Bij de ingang van de huidige Karolingerstraße stond de fabriek van Cosman Cohen en verder naar het zuiden de fabrieken van Gebr. Weyl en Braunschweig.”

    🔗 st-josef-bocholt.de

    J. Beckmann

    Weverij

    In 1859 startte Josef Philipp Beckmann met zijn zonen een stoomweverij aan de Kreuzstraße. In 1891 splitste het bedrijf zich op in J. Beckmann Nachfolger en Heinrich Beckmann Söhne. Beide bedrijven kwamen later weer samen in IBENA.

    🔗 ibena.de

    Cosman Cohen & Comp.

    Weverij

    Opgericht in 1862 aan de Kaiser-Wilhelm-Straße. In 1897 brandde de fabriek af. Aan de Industriestraße 7 werd een nieuwe fabriek gebouwd. In 1929 werd de weverij verkocht aan het naburige bedrijf H. Beckmann Söhne en is nu eigendom van IBENA.

    🔗 ibena.de

    Gebr. Felix

    Stoomhoutzaagmolen

    Geen nadere informatie bekend.

    Frentrop & Co.

    Stoomweverij

    Geen nadere informatie bekend.

    Rothe Erde

    Katoenspinnerij

    In 1898 liet de Aktiengesellschaft Baumwollspinnerei Rothe Erde een fabriek bouwen tussen de Werther Straße en de Aa. De spinnerij met de aangrenzende weverij was een van de grootste bedrijven in de stad.

    🔗 industriewerk.eu

    Ludwig Schwartz

    Textielfabriek

    Vanaf 1857 liet Ludwig Schwartz op zijn landgoed Haus Woord meerdere stoomweverijen en -spinnerijen bouwen. Na zijn dood werd het bedrijf voortgezet door zijn weduwe Theodora Schwartz en later door hun zonen. De firma beëindigde haar activiteiten in 1971. De huidige Schwartzstraße in Bocholt herinnert aan deze textielonderneming.

    🔗 wikipedia.org

    Vagedes

    Weverij

    De firma Vagedes was gevestigd in het stadsdeel Biemenhorst. In 1990 stond het bedrijf op het punt van liquidatie. Twee voormalige medewerkers richtten toen Setex-Textil op en zetten de activiteiten van Vagedes voort.

    🔗 wikipedia.org

    August Vallée

    Bouwbedrijf

    Geen nadere informatie bekend.

    🔗 presse-service.de

    Von Velsen & Cie.

    Katoenspinnerij

    In 1889 richtte Max Hugo von Velsen, voormalig directeur van de spinnerij van Ludwig Schwartz, zijn eigen katoenspinnerij op. De fabriek, tussen het Westend en de rivier de Aa, omvatte een spinnerij, twijnderij en afwerkafdeling. In 1934 sloot het bedrijf.

    🔗 explore.gnd.network & bocholt.de

    Locaties van de fabrieken

    Hieronder ziet u een kaartje met de (vermoedelijke) locaties van de genoemde fabrieken in Bocholt.

    Wetenswaardigheden

    • De Aaltense forensen staken zes dagen per week de grens over, veelal te voet, per fiets of met paard en wagen. In 1910 kwam er verlichting met de aanleg van een tramlijn tussen Aalten en Bocholt, wat de reistijd aanzienlijk verkortte. De werkdagen waren lang: 12 tot 14 uur was geen uitzondering.
    • De Aaltense grensarbeiders ontvingen hun loon in Duitse Marken. Dit geld werd in de lokale Aaltense economie in omloop gebracht. Rond 1900 was Duits geld daardoor het dagelijks betaalmiddel in Aalten. In 1914 werd dit echter formeel verboden.
    • Wie meer wil weten over de geschiedenis van de textielindustrie in Bocholt kan terecht bij het LWL-Museum Textilwerk. Hier wordt het rijke textielverleden van de stad tot leven gebracht, met onder andere originele machines en diverse exposities.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

  • G.M.V. Lydia

    G.M.V. Lydia

    Vanaf halverwege de 19e eeuw tot ver in de 20e eeuw kende Aalten diverse kerkelijke jeugdverenigingen. Hieronder volgen (delen van) een aantal krantenartikelen over de Gereformeerde Meisjesvereniging ‘Lydia’. Meer informatie over deze en andere kerkelijke jeugdverenigingen is welkom.

    25-jarig jubileum

    De Graafschapper, 7 februari 1930 (Delpher):

    Onder de velen die in onze dagen jubileeren, behoort ook de Meisjesvereeniging „Lydia”. Gisteren, 6 Februari, was het 25 jaren geleden, dat zij in de Westerkerk onder leiding van Ds. Schouten, haar eerste vergadering hield. Het ledental bedroeg toen 16, welk getal in den loop der jaren is geklommen en gedaald. De jeugdvereenigingen hebben nu éénmaal een vlottende bevolking. De meeste leden bezoeken haar slechts 4—6 jaren zoodat het aantal leden steeds aan schommelingen onderhevig is. Ook deze vereeniging heeft dezen natuurlijken gang ondergaan.

    De eerste schrede die zij op het levenspad zette was bescheiden, doch de zegen, dien zij heeft verspreid over tal van vrouwen en meisjes is van niet te onderschatten beteekenis. De werkzaamheden werden in 1905 aangevangen met bijbelbesprekingen over de Handelingen der Apostelen, terwijl verder opstellen over gewijde geschiedenis werden gehouden. De heeren Verlaan en Gussinklo Sr. vertelden er later over verschillende onderwerpen.

    De taak van de jeugdvereenigingen was in die dagen nog niet zoo goed omschreven als thans; een werkplan, door bekwame leidsters samengesteld ontbrak nog geheel, vandaar dat de krachtsontplooiing nog niet zoo goed was. Ook in deze vereeniigng zagen we de ontwikkeling geleidelijk voortgaan. Omstreeks 1916 ging men de catechismus behandelen; later begreep men de taak beter, en veranderde dit in geloofsleer. In 1921 stelde men zich onder kerkelijk toezicht en in 1922 sloot men zich aan bij den Ned. Bond van M.V. op G.G. Deze laatste daad was voor de jubilaresse van groote beteekenis. Sinds dien werd er gewerkt langs vast getrokken lijnen. Het werkprogram werd uitgebreid met Maatsch. onderwerpen, Opvoedkunde, Zendings- en Kerkgeschiedenis, hetgeen aan de vorming der leden natuurlijk belangrijk ten goede kwam.

    Op de hier afgedrukte kiek zien we bestuur en leden der vereeniging. Haar ledental is thans 30 en zij heeft het voorrecht haar jubileum hedenavond, onder leiding van haar oprichter te vieren. Wij wenschen de vereen. met dit heugelijk feit van harte geluk en hopen, dat zij in de toekomst velen nog tot rijken zegen zal zijn.

    Gouden jubileum

    Dagblad Tubantia, 26 februari 1955 (Delpher):

    In gebouw „Patrimonium” werd gisteravond het vijftigjarig bestaan van de Geref. meisjesvereniging „Lydia” gevierd. Het is de eerste Geref. meisjesvereniging, die in Aalten werd opgericht, zoals bleek uit het verslag, dat door de beide secretaressen werd uitgebracht, want de vereniging is thans gesplitst in twee afdelingen. Uit het historisch overzicht, dat zeer summier was, mede omdat van de eerste jaren niet veel gegevens meer te vinden waren, bleek dat het aanvankelijk niet zo gemakkelijk ging in Aalten een meisjesvereniging op te richten. Het was nog iets nieuws.

    De jubileumavond, die door de presidente, mej. A. Wevers werd geopend met Schriftlezing en gebed, werd bezocht door afgevaardigden van verschillende andere Aaltense jeugdverenigingen, door een vrij groot aantal begunstigers en tal van oud-leden.

    Mej. B. Wassink las een inleiding over Ruth, waarop een tableau in zeven onderdelen volgde, eveneens over Ruth. De avond werd verder gevuld met een toespraak van ds. J. van Wijngaarden over de betekenis van het zich ontwikkelen van het meisje en de noodzaak van onderzoek van de Bijbel en de daarin vervatte beginselen. Een zangkoor zong verschillende liederen en enkele korte schetsjes werden opgevoerd. Mevr. Wikkerink-Eppink, die veertig jaar geleden de vereniging bezocht, haalde herinneringen op aan die tijd, waarna de bijeenkomst door ds. J. van Wijngaarden met dankgebed werd gesloten.

  • Schuttersfeest 1904

    Schuttersfeest 1904

    Aaltensche Courant, 24 september 1904

    AI was het wat laat in den tijd, er zou toch dit jaar weer een Schuttersfeest gehouden worden, wat sinds 1900 niet het geval was geweest. In 1901, 1902 en 1903 was het de wielerclub „Houd Moed”, die óf alleen óf in samenwerking met „Floralia” nog eens een feestje organiseerde. Doch daar de wielerclub, naar wij hoorden, ontbonden is, was van dien kant geen feestelijkheid te verwachten.

    Het was daarom van eenige werklieden een goede gedachte om te trachten een Schuttersfeest te organiseeren en door de flinke medewerking van de burgerij, die daarvoor milde bijdragen schonk, en door de aanmelding vaneen groot aantal liefhebbers van schieten was dat mogelijk. Het getal schutters was dan ook meer dan het dubbele van het laatst gehouden schuttersfeest.

    De optocht, die Woensdagmorgen door het dorp trok, had dan ook veel bekijk en mocht best gezien worden. Met een goed muziekkorps voorop ging het in goede orde door de verschillende straten en werd voor de huizen van den Burgemeester, den Pastoor en enkele particulieren het vaandel geslagen. Op het feestterrein stonden de masten reeds klaar, met den vogel en den fladder in top, waar de schutters hun geoefendheid op konden toonen.

    De vogel was zeer zwaar gemaakt en daardoor duurde het verbazend lang, voordat bekend werd, wie als koning van het Schuttersfeest moest worden gehuldigd, Ten laatste werd de vogel toch bij de verschillende gedeelten afgeschoten en werd de eerste prijs voor de romp toegekend aan A. H. Huinink, die daardoor koning werd. De 2e prijs voor het afschieten der rechtervleugel verkreeg D. Dibbets. De 3e prijs voor den linkervleugel viel bij loting ten deel aan J.H. Papenborg, terwijl de 4e prijs voor den kop aan J. Walvoort en de 5e prijs voor de staart aan G.J. Wensink werd toegekend.

    Bij het fladderschieten bleken de knapste schutters te zijn: H.J. Degenaar, die dele, G.W. van Eerden, die de 2e, H.A. Hoopman, die de 3e, G.J. Brunink, die de 4e, en Chr. Bijen, die de 5e prijs bekwam. Bij het ringrijden te paard werden de prijzen gewonnen als volgt: H. Bouhuis dele, W. H. Veldkamp de 2e, J. Heersink de 3e, J.B. Bouhuis de 4e, en A. J. Mateman de 5e prijs.

    Tegen 6 uur, toen de wedstrijden waren afgeloopen, trok men weer in optocht door het dorp naar het feestgebouw van den heer P. Lelivelt bij het station, waar de prijzen met een toepasselijk woord door den voorzitter der feestcommissie, de heer de Wit, aan de winners werden uitgereikt, en waar men nog lang in opgewekte stemming bij elkaar bleef. Daar het feest goed is geslaagd en alles in de beste orde afliep, mag het bestuur van het Schuttersfeest met trots op haar arbeid terugzien, aan welken arbeid altijd veel moeite en opofferingen verbonden zijn. Zij heeft velen een prettige dag bezorgd en dit is voor haar al een mooie belooning.

    Bronnen


  • NH Gasthuis / Armenhuis

    NH Gasthuis / Armenhuis

    Haartsestraat 14-18, Aalten

    Beschrijving

    Het Gasthuis of Armenhuis was een instelling van de hervormde diaconie aan de toenmalige Gasthuisstraat, tegenwoordig Haartsestraat, in Aalten.

    Op de kadasterkaart uit 1832 rechts (klik om te vergroten) zien we de exacte locatie, tegenwoordig ongeveer op de plek van Haartsestraat 14 t/m 18.

    Bovenstaande foto toont de Gasthuisstraat rond 1900. Rechts, voorbij de burgemeesterswoning – het latere postkantoor – zien we nog net een gedeelte van het Gasthuis. Helemaal achteraan zien we ook nog net het Luutenshuus.

    Het Gasthuis telde aan de straatzijde en aan de tuinzijde elk tien vertrekken, elk met een oppervlakte van 17 tot 22 m². Elk vertrek telde twee bedsteden. Men had met een aantal vertrekken samen een privaat (toilet). In de tuin had menigeen dan nog een ‘sikkestal’.

    De bewoners behoorden niet alleen tot de meest arme bevolking, maar ook doorgaans tot de minst ontwikkelden. Om en in het Gasthuis hoorde men dan ook nog al eens scheldpartijen, onderlinge ruzietjes en dergelijke. De bewoners waren vaak mikpunt van pesterijen door de Aaltense jeugd.

    Eén van de bewoners bezorgde voor een cent huis aan huis een kruiwagen fijn wit zand om de stenen vloeren mee te bestrooien. Had hij een paar centen, dan werd er gauw een borrel voor gehaald om vervolgens weer te gaan ‘sparen’ voor de volgende.

    In 1904 werd het Gasthuis afgebroken. De oudjes er op dat moment nog woonden verhuisden naar het Rusthuis aan de Hogestraat.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I1116 – I1135de Hervormde Armen van Aalten

    Huisnummering

    In het bevolkingsregister wordt iedere kamer / huishouden op een aparte gezinskaart vermeld. Onderstaand overzicht bevat voor iedere periode een link naar de eerste gezinskaart in het bevolkingsregister waarvan wij denken dat het bij het armenhuis aan de Haartsestraat hoort. Van daaruit kun je verder bladeren om alle bewoners in de betreffende periode te vinden.

    We willen later nog een meer uitgebreide tabel maken waarin alle bewoners worden vermeld, zodat het – voor bijvoorbeeld genealogen – nog eenvoudiger is om te zien wie er hebben gewoond. Fouten voorbehouden!

    18231838185018601870188018901900
    235263263263290333329395

    Katholiek Gasthuis

    Aalten had vroeger ook nog een katholiek gasthuis. Het Armenpad tussen de Hogestraat en de Stationsstraat, één van de typisch Aaltense Gängeskes, herinnert hier nog aan.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-8761/8762/
    13144/13140
    FunctieArmenhuis
    Bouwjaaronbekend
    Sloop1904

    Bronnen


    • Aaltensche Courant, 9 juli 1904 (Delpher)
    • ‘Aalten in oude ansichten’ – deel 2, E.M. Smilda
    • ECAL
    • Kadastrale kaart
    • Nieuwe Winterswijksche courant, 25 mei 1904 (Delpher)
    • ‘Uit Aalten’s verleden’, G.H. Rots, Aaltensche Courant, 19 november 1937 (Delpher)
  • Plannen voor een stoomtramlijn

    Plannen voor een stoomtramlijn

    Aaltensche Courant, 29 september 1900

    Vrijdagavond waren er in de Sociëteit een 40tal belangstellenden opgekomen om nog iets naders van de tram te vernemen, terwijl de meesten ook schenen gekomen te zijn om door het nemen van aandeelen aan de totstandkoming mede te werken.

    Op een vraag van een der aanwezigen of de Pruisische regeering ook subsidie zou geven voor het gedeelte op Duitsch grondgebied, meende men ontkennend te moeten antwoorden. Ook kwam nog ter sprake de wenschelijkheid van aansluiting aan het station te Bocholt, doch men meende dat de Bocholters dit zelf wel zouden zien gedaan te krijgen wanneer de lijn er maar eerst was. Een ander betwijfelde dit, omdat men thans veel kosten aan de Aa besteedt en er niet opgerekend wordt, zoodat er dan later weer veel kosten uit zouden voortvloeien.

    Deze en nog enkele andere punten werden besproken naar aanleiding van het voorgelezen rapport, waarvan wij hier enkele aanhalingen weergeven:

    Op 19 Februari j.l. werd een richtingskaart met beschrijving aan Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid gezonden en werd in een daarbij gevoegd adres eene ondersteuning aangevraagd van een derde der aanlegkosten incl. rollend materieel. De plannen, begrooting, beschrijving enz. van het gedeelte stoomtram Nederl.-Pruis. grenzen–Bocholt werden door den heer Regierungsbaumeister G. Küchler opgemaakt en zijn deze stukken aan den heer Regierungsrath-Präsident te Munster toegezonden en mochten wij reeds het bericht ontvangen, dat die stukken aan den heer Landrath te Borken en aan den heer Burgemeester van Bocholt ter beoordeeling enz. waren ingezonden. De „landespolizeiliche Vorprüfung” der plannen heeft door de betrokken besturen op Maandag 27 Augustus j.l. plaats gehad.

    De keuze der richting van de lijn Lichtenvoorde–Ned. Pruiss. grenzen gaf tot eenige moeilijkheden aanleiding. In de eerste plaats hebben wij het van belang geacht Bredevoort in het plan op te nemen; om daaraan te kunnen voldoen was aankoop van een huis in de kom van het dorp noodig. Alvorens de lijn door Bredevoort uit te bakenen hebben wij ons verzekerd van het bezit van een gedeelte van het huis.

    In de tweede plaats om of dóór Aalten. Nadat verschillende waterpassingen bij en in Aalten waren gedaan, kwamen wij tot de overtuiging, dat met het oog op de sterke hellingen die later bij de exploitatie van den stoomtramweg vele zwarigheden zouden opleveren, de richting oostelijk van Aalten de voorkeur moest verdienen, boven die door de kom der gemeente. Van de zijde van het Gemeentebestuur van Aalten en particulieren was veel oppositie tegen die richting. Na besprekingen met eene Commissie uit den Raad werd nogmaals onderzocht op welke wijze aan de bezwaren kon worden tegemoet gekomen.

    Het gevolg daarvan was dat twee nieuwe richtingen aan het oordeel van den Raad werden onderworpen. Deze richtingen konden evenmin de goedkeuring van dien Raad verkrijgen; deze bleef bij zijn verlangen dat de stoomtramweg zoo mogelijk door de Kerkstraat moest worden aangelegd. Nadat wij de verlangde richting door de Kerkstraat opnieuw hebben laten opnemen en hoewel ons wederom gebleken is dat de gevolgen niet zullen uitblijven van duurder exploitatie bij deze richting, hebben wij gemeend, met het oog op het welslagen der onderneming, bij den wensch van het Gemeentebestuur van Aalten ons te moeten neerleggen.

    Door een en ander zal de richting Lichtenvoorde–Bocholt de navolgende zijn: De lijn vangt aan bij den tweesprong gevormd door den grindweg Lichtenvoorde–Groenlo en den grindweg Lichtenvoorde–Aalten, zoodat aansluiting wordt verkregen, zoowel in de richting van Lichtenvoorde station N.W.S. als in de richting Zeddam. Vanaf bovengenoemden tweesprong volgt de tramlijn den rechterberm van den grindweg naar Aalten tot aan de herberg „de Domme Aanleg”, van daar den rechterberm van den grindweg naar Bredevoort tot ongeveer 100 Meter voor de hoeve „het Nieuwe Bouwhuis”, waar zij den weg kruisende dezen verlaat en op eigen baan in nagenoeg oostelijke richting verder gaat. Vervolgens zuidelijk afbuigende wordt de Kloosterdijk gekruist en komt de tramweg weder op den linkerberm op ongeveer 300 Meter voor de kom van Bredevoort. De lijn loopt door Bredevoort en verlaat de plaats over den Zuidelijken berm van den grindweg naar Aalten. Daarna over de Markt door de Kerkstraat, om vervolgens de oostzijde van den Bocholterweg te volgen. Nabij de grens wordt de weg gekruist en wordt op Duitsch grondgebied de westzijde van den weg tot Bocholt gevolgd.

    Zoowel op Nederlandsch als op Duitsch grondgebied wordt een douanestation gevestigd. Aan het westelijk einde van het dorp Lichtenvoorde zal een loods voor locomotieven en rijtuigen worden gebouwd, met werkplaats en woning (tevens kantoor), voorts station en goederenloods benevens woning voor den stationschef; nabij Zeddam is een hulploods voor locomotieven en rijtuigen ontworpen. Te Aalten en Bocholt worden eveneens loodsen voor locomotieven en rijtuigen gebouwd. Behalve op bovengenoemde plaatsen zijn wisselplaatsen ontworpen nabij Harreveld, in den Heelweg, Varsseveld, Westendorp, en Etten. Verder te Bredevoort en aan de Nederl. Pruiss. grenzen. In Lichtenvoorde, Varsseveld, Zeddam, Aalten en Bocholt zullen eenvoudige inrichtingen worden gemaakt ten behoeve der watervoorziening van de locomotieven en verder haltegebouwen enz. waar deze later zullen blijken noodig te zijn.

    Langs de ontworpen tramlijnen zal een telefoonleiding worden aangelegd, (waarvan echter voorloopig door het publiek geen gebruik mag worden gemaakt).

    Voorgesteld wordt aan te schaffen: 8 locomotieven, 10 personenrijtuigen en 45 goederenwagens. Met de Geldersche Stoomtram-Maatschappij te Doetinchem zijn onderhandelingen geopend over het medegebruik van het gedeelte Stoomtramweg dier Maatschappij en van de Gendringsche tramwegmaatschappij onder Terborg, terwijl eveneens met het Waterschap van den „Ouden IJssel” en met de beheerders van den weg Terborg–Etten onderhandelingen worden gevoerd over de voorwaarden voor het passeeren van de stoomtram over den Ouden IJsselbrug.

    Wij hebben ons in verbinding gesteld met de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij te Amsterdam over de kruising van den G.-O. Lokaalspoorweg bij Aalten en bij Terborg en over het leggen van rails op het stationsemplacement te Lichtenvoorde.

    De aanlegkosten voor de lijn Lichtenvoorde–Zeddam zijn begroot op ƒ 453.000,– waarvan worden afgetrokken rentelooze voorschotten van rijk en provincie tot een bedrag van ƒ 196,300,– zoodat een aandeelenkapitaal moet gevonden worden in ronde cijfers van ƒ 260,000. Die voor de lijn Lichtenvoorde–Bocholt zijn begroot op ƒ 360.000,–. Men verwacht dat rijk en provincie een renteloos voorschot zullen verlenen van samen ƒ 104.000,–, zoodat ook voor deze lijn een kapitaal in ronde cijfers van ƒ 260.000,– moet gevonden worden. Gedurende de eerste twintig jaren is over het maatschappelijk kapitaal van ƒ 520.000,– door de reeds toegezegde en door de nog aan te vragen rentegarantie ad ƒ 16.900,– een rente verzekerd van 3¼ % ’s jaars.

    Reeds van zeer vroegere tijden hebben tusschen de gemeenten Lichtenvoorde, Aalten en Bocholt veel handelsbetrekkingen bestaan en dat deze nog niet zijn verdwenen, doch voortbestaan, blijkt uit de aanzienlijke ontvangsten (± M. 80000) van het Duitsche grenskantoor. Op dit oogenblik gaan een groot aantal arbeiders uit Bredevoort en Aalten hetzij te voet, per fiets of per wagen naar de fabrieken te Bocholt. Deze arbeiders zullen ongetwijfeld van de tram gebruik maken, wanneer er werktreinen loopen, omdat zij dan niet voor dag en dauw op weg behoeven te gaan, en ’s avonds bij tijds weder tehuis kunnen zijn. Op een dagelijksch vervoer van minstens 200 arbeiders naar Bocholt kan met gerustheid gerekend worden, benevens op een belangrijk vervoer van levensmiddelen naar Pruisen. De stad Bocholt is eene zeer bloeiende fabrieksplaats met een steeds aangroeiende bevolking. Een belangrijk verkeer tusschen Aalten en Bocholt is te verwachten.

    De ontworpen stoomtramlijnen kunnen, wat ligging enz. betreft, ongeveer gelijk gesteld worden met den Gendringschen Tramweg. Volgens het verslag van den Directeur der Geldersche Stoomtram-Maatschappij (exploitant van den stoomtramweg Terborg–Gendringen) bedroegen de ontvangsten van genoemden tramweg over het boekjaar 1899/00 per dagkilometer: reizigers ƒ 2,76, goederen ƒ 3,49, te zamen ƒ 6,25.

    Ofschoon wij geene reden kunnen vinden om voor de ontworpen lijnen een mindere opbrengst te verwachten, willen wij voorzichtigheidshalve de opbrengst per dagkilometer van Terborg–Gendringen à ƒ 6,25, met 25 % verminderen, alzoo ƒ 4,69, als maatstaf voor de nieuwe lijnen aannemen, makende voor 49,2 kilometer x ƒ 4,69 x 365 dagen (rond) ƒ 84.300,– de exploitatiekosten, ruim genomen, zullen bedragen ƒ 50.200,– en afschrijving 1 % van aanleg ƒ 8.100,–, samen ƒ 58.300,–, zoodat een batig saldo blijft van ƒ 26.000,– d.i. 5 % van het aandeelenkapitaal.

    Uit het vorenstaande moge dus blijken, dat wanneer al de uitkomst in de eerste jaren niet zoo gunstig mocht zijn als uit de vrij nauwkeurige berekeningen is af te leiden, de onderneming voor de aandeelhouders eene vrij soliede geldbelegging zal blijken te zijn, en voor de streek een aangenaam en vlug verkeersmiddel, welk voorzeker een krachtige stoot zal geven aan de ontwikkeling van het buurt- en vreemdelingenverkeer en handel en nijverheid zal doen toenemen.
    De naam zal zijn: Geldersch-Westfaalsche Stoomtram weg-Maatschappij.

    Na eenig gepraat onder elkaar worden enkele op de verschillende tafeltjes gelegde lijsten ter hand genomen en ingevuld, doch het verzoek wordt gedaan om de lijst, waar de leden van het comité op geteekend hebben, te mogen zien en daarop worden nu door een aantal personen hunne handteekening met het te nemen aantal aandeelen geplaatst. De lijst wordt op verzoek voorgelezen en toen bleek, dat voor een bedrag van ƒ 24.500 was geteekend.

    Toen de leden van het comité op de vraag van den heer W.H. Lammers, verklaarden niet voornemens te zijn om met de lijsten bij de ingezetenen rond te gaan, teneinde nog meer aandeelen te plaatsen, meende deze dat er dan van de zaak niet veel terecht zou komen. Hij en een paar andere heeren verklaarden zich echter bereid lijsten mede te nemen om te beproeven het getal der geplaatste aandeelen nog te vergrooten, waarna de vergadering wordt gesloten.

    N.B. De foto’s op deze pagina zijn toegevoegd ter illustratie en horen niet bij het oorspronkelijke artikel.

  • RK Gasthuis / Armenhuis

    RK Gasthuis / Armenhuis

    Armenpad / Hogestraat, Aalten

    Beschrijving

    Het Armenpad, dat de Hogestraat en de Stationsstraat met elkaar verbindt, is één van de typisch Aaltense Gängeskes. De naam herinnert aan het rooms-katholieke gasthuis (armenhuis) dat hier ooit stond.

    Dit armenhuis bestond uit acht kamers van elk 4 bij 4 meter en stond op grond van Dr. Hartman. De bewoners ontvingen steun van de Rooms-Katholieke Kerk, die hen voorzag van kleding en voedsel. Daarnaast hadden ze een klein tuintje, waarin ze bijvoorbeeld een geit konden houden. In 1937 kwam er een einde aan het gasthuis, toen de familie Hartman besloot de bewoners niet langer op hun grond te laten wonen.1

    Rond 1912 werden de acht woningen opnieuw ingedeeld tot vier woningen.

    Behalve het katholieke gasthuis had Aalten vroeger ook een hervormd gasthuis aan de huidige Haartsestraat.

    Krantenberichten 2

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1860I-2540-2547de Roomsch Cath. armen van Aalten14 m² huis-erf (8x)
    1883I-2540 (87)
    I-2541 (87a)
    I-2542 (87b)
    I-2543 (87c)
    I-2544 (87d)
    I-2545 (87e)
    I-2546 (87f)
    I-2547 (87g)
    de Roomsch Cath. armen van Aalten14 m² huis & erf (8x)
    inclusief huisnummers,
    tussen haakjes achter
    perceelnr.)
    1894I-4581de Roomsch Cath. armen van Aalten1600 m² armenhuis, schuur & erf
    1913I-4581de Roomsch Cath. armen van Aalten1700 m² huis, armenhuis, schuur en erf
    1914I-5615
    I-5616
    de Roomsch Cath. armen van Aalten40 m² armhuis
    1660 m² huis, schuur en bouwland

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.3I-11345
    FunctieArmenhuis
    Bouwjaar1860
    Sloop1937

    Bewoners

    Onderstaand overzicht bevat van 1860 t/m 1910 per periode en kamer/huishouden een link naar de bijbehorende gezinskaart in het bevolkingsregister.5 6 Wat ons opviel: het lijkt erop dat bewoners wel eens van kamer wisselden; de bewoners waren meestal alleenstaande vrouwen (weduwen); en veel hebben als geboorteplaats Bocholt. Ons onderzoek is nog gaande, fouten voorbehouden!

    1860Bewoner(s)1870Bewoner(s)1880Bewoner(s)1890Bewoner(s)1900Bewoner(s)1910Bewoner(s)1934Bewoner(s)
    88M. Kalb,
    A. Huls
    87/1A. Huls97/1A. Bekink,
    J.A.H. Bloemers
    90/1J.A.H. Bloemer,
    J.G. Stritholt,
    B.J.M. Berendsen
    & 5 kinderen
    112/1J.A.H. BloemerA142/1A143a
    87/2A.H. Huitink97/2A.H. Huitink90/2J.A.H. Bloemer112/2E. GeuringA142/2A.J. HubersA143bA.J. Hubers
    88H. Buiel,
    G. Veenhuis
    87/3G. Veenhuis,
    J.A.H. Bloemers
    97/3W. Jansen90/3J. Stöckert,
    J.C. Antink
    112/3J.G. StritholtA142/3M.M. BoekwinkelA143cWed. A.H. Sauer
    89H. Unland87/4H. Unland97/4H. Unland90/4P. Lorijn,
    J.G. Stritholt
    112/4T. HulsA142/4A143dWed. J.G. Albers
    89L. ten Haken87/5L. ten Haken,
    A. Bekink
    97/5Harmina Bennink90/5H. Bennink,
    T. Huls
    112/5Geen vermelding
    (gevonden).
    A142/5
    89J.E. Benning87/6J.E. Benning,
    J.E. Bokkers
    97/6J.A.H. Bloemer90/6C. Bartholomeus,
    E. Geuring
    112/6A.E. Doinck,
    A.J. Hubers
    & W.G. Hubers
    A142/6
    97/7J.E. Bokkers90/7Geen vermelding
    (gevonden).
    112/7Harm Bakker
    87/6A.H.E. Gintherr97/8A.H.E. Gintherr90/8A.E. Doinck112/8Geen vermelding
    (gevonden).
  • Aalten krijgt elektriciteit

    Aalten krijgt elektriciteit

    Aaltensche Courant, 18 februari 1899

    Gloeilamp-reclame van Philips
    Gloeilamp-reclame van Philips

    Allerlei ware en onware geruchten omtrent het oprichten van een electrische fabriek in de gemeente Aalten doen de rondte; reden waarom het goed kan zijn het volgende onder de aandacht van het publiek te brengen. De Maatschappij „De Laval” te Amsterdam heeft inderdaad het plan, om eene installatie voor licht- en kracht-overbrenging in de gemeente Aalten op te richten. In de vorige week zond zij reeds hare ingenieurs tot voorloopige besprekingen en onderzoekingen, tot welk doel die heeren ook een langdurig onderhoud hadden met onzen edelachtbaren heer Burgemeester.

    Of nu die installatie voor de gemeente Aalten van belang is? Dat electrische verlichting niet alleen mooi en gemakkelijk is, maar ook het brandgevaar grootelijks vermindert, is genoeg bekend.

    „Ja, maar de kosten! De electrische verlichting zal de gemeente geld kosten!”

    De heer Rittershaussen, ingenieur der „De Laval”-Maatschappij, verklaarde aan ondergeteekende, dat zijne Maatschappij de gemeente electrisch verlichten zal voor denzelfden prijs die nu de petroleum-verlichting kost. Dus betere verlichting zonder meerdere kosten.

    „Maar, voor particulieren zal dat nieuwe licht te duur zijn!”

    De ingenieur verzekerde, dat men voor ƒ 12.– per jaar, dat is dus voor even drie centen per dag naar hartelust een lamp kan laten branden van voldoende lichtsterkte; desgewenscht brengt de Maatschappij ook een lamp aan in het slaapvertrek, die in afwisseling met de lamp in het woonvertrek, zonder prijsverhooging kan gebruikt worden. Bij dergelijke inrichting blijven de kosten van een Meter bespaard.

    „Maar die zaak zal hier niet kunnen bestaan!”

    De heer Rittershaussen antwoordt, zoo zij geen tegenwerking ondervindt zal zijne Maatschappij binnen een half jaar de installatie gereed hebben, en is er zeker van, dat zij binnen twee jaar te Aalten en Breedevoort genoegzaam lampen zal geplaatst hebben, om met goed gevolg hare zaak te kunnen drijven. Te voren aanvragen wie aansluiting wenscht, acht hij geheel overbodig. Doch, van nog meer belang voor onze gemeente is het, dat de Maatschappij „De Laval” bij de electrische verlichting ook gelegenheid geeft aan ieder, die zulks wenscht, kracht te huren om machines in beweging te brengen.

    Op die wijze zal de klein-industrie, die door de concurrentie met de stoomfabrieken in onze gemeente evenals elders langzaam te gronde gaat, op nieuw krachtig kunnen opbloeien. Hout-, pijp- en knoopendraaiers, molenaars en meelfabrikanten, tabakskervers, houtzagers, boekdrukkers, schoenmakers, waschinrichtingen, in een woord allen, die drijfkracht voor hun bedrijf noodig hebben, kunnen door de electrische installatie in staat gesteld worden, om zonder groote bezwaren de concurrentie het hoofd te bieden.

    Bovengenoemde ingenieur verklaarde dat zijne Maatschappij ook genegen is de zoo lang gewenschte tramverbinding Lievelde–Bocholt tot stand te brengen door den aanleg en exploitatie van een electrische tram. Dat het de Maatschappij bij hare aanvrage om concessie’s niet te doen is om geld te slaan uit zulke concessie’s, maar om werkelijk de plannen uit te voeren, blijkt wel hieruit, dat zij reeds ruim 1500 Laval-Turbines met circa 33,000 eff. paardekracht in werking heeft.

    Uit een en ander is duidelijk van welk belang eene electrische installatie voor licht- en kracht-overbrenging voor onze gemeente is.

    Onder beleefde dankbetuiging voor de plaatsing heb ik de eer te zijn van U, Mijnheer de Redacteur,

    de dw. dienaar
    B.S. MULDER, Pastoor.
    Breedevoort, 15 Febr. 1899.

    Aaltensche Courant, 9 september 1899

    Ingezonden – Eene bijdrage en toelichting omtrent de electrische verlichting van Aalten en Breedevoort.

    Buiten verantwoordelijkheid der redactie.

    Het is nu reeds eenige maanden geleden, dat door de Maatschappij „de Laval” te Amsterdam het plan gemaakt werd om onze gemeente te voorzien van electrisch licht en electrische krachtoverbrenging om de inwoners in de gelegenheid te stellen hunne huizen mooi, goedkoop en gemakkelijk te verlichten, maar bovenal ook om hunne industrie te vergrooten of te vergemakkelijken door middel van electriciteit. Hierdoor toch worden veel arbeidskrachten gespaard en kan men veel goedkooper werken dan wel door middel van stoommachines of motoren, welke betrekkelijk duur zijn en veel arbeid medebrengen.

    Onze geachte Gemeenteraad heeft eenige zittingen gewijd aan het wel- of niet-verleenen van verlof tot oprichting van deze voor onze gemeente zoo nuttige instelling. Evenwel is er tot nu toe nog niets beslist en m.i. staan de zaken slechter dan voor een paar maanden, want uitstel wordt zoo gemakkelijk afstel, en zoo zouden we ons zelven schade berokkenen. De hoofdzaak van dezen stilstand is echter dat eenige Raadsleden in de dwaling verkeeren dat electrisch licht gevaarlijk zoude zijn, zelfs het Raadslid de heer Th. Driessen is van dit gevoelen, ofschoon zijne fabriek door electriciteit verlicht wordt.

    Het tegendeel is evenwel waar, het volgende diene ten bewijze:

    1°. Electrisch licht kan aangebracht worden door middel van kabels, welke geisoleerd zijn, d.i. door kabels, welke zoodanig omwonden of bedekt zijn, dat ze niet het minste gevaar opleveren bij contacten met menschen of dieren. Derhalve bestaat van deze zijde geen gevaar om kabels aan te leggen van Breedevoort naar Aalten en vice versa of om in Aalten en Breedevoort geleidingen langs de huizen te maken.

    2°. Bij het verbinden van de te verlichten gebouwen met den hoofdkabel neemt men de grootste voorzorg in acht doordat men op de plaats waar de stroom het huis binnen komt een stukje looden draad of wel ander week metaal aanbrengt, waardoor de stroom het huis binnen gaat. Wordt nu de stroom te sterk, dan smelt het tusschengevoegde weeke metaal en alle gevaar (hetwelk trouwens niet groot en gevaarlijk is) is geweken. Door middel van een ander stukje week metaal kan men gemakkelijk den in tusschentijd getemperden stroom in contact brengen met de lampen.

    3°. Electrisch licht is feitelijk alléén een stroom welke door zeer dun draad gaat, welk draad zich bevindt in eene luchtledige glazen bol of peer. Mocht dus deze bol of peer breken, dan komt dat dunne draadje direct in verbinding met de lucht, het verkoolt in een minimum van tijd, waardoor de stroom afgebroken wordt en geen gevaar meer voorhanden is.

    Ik meen hierdoor genoegzaam bewezen te hebben dat electrisch licht niet het minste gevaar oplevert, doch wel een zeer groot voordeel medebrengt; want de wel eens zeer hooge prijzen der petroleum blijven zonder invloed op onze gemeente en daarenboven kan men voor den zeer lagen prijs van ƒ 12 het geheele jaar mooi licht hebben, en zeer gemakkelijk gaat alles te werk, nl. door eenvoudig een hefboom om te halen, en alles is klaar.

    Het grootste voordeel bestaat echter hierin, dat men door middel van electrische kracht allerhande machineriën kan drijven, om niet te gewagen van een tram. Het kan dienen tot het in beweging brengen van weefgetouwen, draaimachines, molens, etc. etc., zooals in Duitschland reeds veel geschiedt. Alléén door middel van electriciteit kan men goedkoop en mooi vernikkelen en vergulden en verschillende apparaten als groote microscopen etc. verlichten door middel van koolstaven.

    Bewijzen genoeg dat electrisch licht en krachtoverbrenging voor onze gemeente niet alleen voordeelig, doch zeer gewenscht is. Overal in Duitschland heeft men electrische trams, welke zelfs langs kabels loopen, welke niet geisoleerd zijn, als bijv. in Duisburg, Oberhausen en omgeving en van Krefeld naar Dusseldorf etc., verder heeft men daar ook overal electrisch licht en electrische werkkrachten.

    Ik hoop en verwacht dat de heer Driessen, alsmede de geheele Raad, tot andere gevoelens is gekomen en na de eerstvolgende raadsvergadering een toestemmend antwoord aan de Maatschappij „de Laval” gezonden worde, opdat uitstel hier geen weigering worde. Mocht evenwel de Raad niet overtuigd zijn of deze bewijzen niet gelooven, dan hoop ik dat ze een kijkje gaan nemen in de opgegeven Duitsche plaatsen.

    Breedevoort, 4 Sept. 1899.
    a QUERCU.

    Arnhemsche Courant, 19 februari 1900

    Aalten, 17 Febr. – Aan de firma Hofstede Crull, te Borne, is door den Raad van Aalten concessie verleend voor het aanbrengen van electrische verlichting al daar.

    Electriciteit - Nieuwe Aaltensche Courant - 29 juni 1923
    ‘Het komende licht’ – De Nieuwe Aaltensche Courant, 29 juni 1923 (klik om te vergroten)

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Bronnen


    • Aaltensche Courant, 18 februari 1899 (via delpher.nl)
    • Aaltensche Courant, 9 september 1899 (via delpher.nl)
    • Arnhemsche Courant, 19 februari 1900 (via delpher.nl)
    • De Nieuwe Aaltensche Courant, 29 juni 1923 (via delpher.nl)
  • Kroningsfeest Wilhelmina 1898

    Kroningsfeest Wilhelmina 1898

    Aalten en Bredevoort

    Op 6 september 1898 kreeg Nederland een nieuwe vorstin: koningin Wilhelmina. Op 31 augustus 1898 was Wilhelmina achttien jaar geworden en daarmee kreeg ze ook de bevoegdheid om de regering op zich te nemen. De inhuldiging vond een week na haar achttiende verjaardag plaats in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Deze feestelijke gebeurtenis werd in het hele land uitbundig gevierd. Ook in Aalten en Bredevoort werd het kroningsfeest gevierd.

    Ter gelegenheid van het 40-jarig regeringsjubileum van de Koningin, blikte de Aaltense Courant in 1938 terug op het kroningsfeest voor Wilhelmina:

    Nu de voorbije feestdagen ter gelegenheid van het 40-jarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin nog versch in het geheugen liggen, is het misschien niet onaardig – en de ouderen onder onze lezers en vooral zij, die deze feesten meer van nabij meemaakten, zullen het zeker ten zeerste op prijs stellen – wanneer wij eens het een en ander mededeelen over de Kroningsfeesten, welke hier te Aalten zoowel als elders met eenzelfde geestdrift gevierd werden als dit nu met het 40-jarig regeeringsjubileum het geval was. Kortheidshalve moeten wij ons hierbij in hoofdzaak beperken tot de gemeente Aalten. Ons courantenarchief bewijst ons hier uitstekende diensten.

    Wij schrijven Woensdagavond 5 Januari 1898: vergadering van het comité voor de viering van het Kroningsfeest in de Sociëteit op het Blik. Ons nummer van den 8en Januari 1898 geeft daarvan het volgende verslag:

    Programma Kroningsfeest Wilhelmina - Aaltensche Courant, 20-08-1898
    Aaltensche Courant, 20 augustus 1898

    „Onder voorzitterschap van den heer A.P. Slicher van Bath vergadert de commissie voor de viering van het Kroningsfeest. Ook de verschillende buurtschappen waren hierbij vertegenwoordigd doch van één deel der gemeente n.l. Bredevoort waren geen afgevaardigden in de commissie gekozen, omdat men verwachtte, dat aldaar wel een afzonderlijk feest gevierd zal worden. Al spoedig bleek, dat er verdeeldheid was en een warm debat over enkele punten bleef dan ook niet achterwege. Uiteindelijk werd besloten dat, als de muziek zich wil laten vinden, er op 31 Augustus en 1 September feest gevierd zal worden. Van het gemeentebestuur zal een bijdrage gevraagd worden ten behoeve van een kinderfeest voor alle in de gemeente bestaande scholen en voor een uitdeeling aan behoeftigen en ouden van dagen.”

    Het door de commissie aan den raad dezer gemeente gerichte adres om een subsidie voor de te houden feesten, als in haar vergadering van 5 Januari, vond in den Raad een gunstig onthaal, al kon men het in de zitting van 12 Februari niet eens worden over de grootte van het toe te kennen bedrag, waarna deze zaak werd aangehouden tot een volgende vergadering. Hier bleek meer overeenstemming te bestaan. Ons nummer van 12 Maart 1898 bericht hierover:

    „In de hedenochtend gehouden raadsvergadering werd met eenparige stemmen besloten aan het Kroningscomité een subsidie te verleenen van f 300.– met de bedoeling, dat daarvan f 150.– zal worden bestemd voor de schoolkinderen en f 150.– om daarmede ook den armen dezer gemeente een vroolijken dag te bezorgen”.

    Het Comité was meer dan tevreden met dit bedrag. Een dergelijke som beteekende in die dagen heel wat en de heer Slicher van Bath was dan ook wel de tolk van heel de bevolking, wanneer hij in de daaropvolgende vergadering van het comité den raad den diepgevoelden dank overbracht voor deze toekenning. Het is ons niet bekend of door middel van lijsten ook bijdragen werden gevraagd van de ingezetenen ter bestrijding van de kosten der te houden feestelijkheden. Wij konden hierover geen enkele mededeeling vinden.

    Wat de verdere werkzaamheden van het comité betreft, hierover kunnen wij geen nadere mededeelingen doen, daar ons deze niet bekend zijn. Wel kunnen wij constateeren, dat het in den opzet der feestelijkheden naar ieders wensch geslaagd is en Aalten toendertijd feest gevierd heeft, waarop het nog lange jaren met voldoening kon terugzien. Men oordeele slechts over het volgende programma:

    Zie afbeelding rechts (klik om te vergroten).

    Verslag der feestelijkheden

    Tenslotte laten wij hier volgen het verslag der feestelijkheden zooals dat voorkomt in ons nummer van 3 September 1898:

    Kroningsfeest Wilhelmina - Aaltensche Courant, 10-09-1898
    Aaltensche Courant, 10 september 1898

    „Nadat ten 7 ure alle klokken gedurende een half uur waren geluid, werd te half negen een muziekuitvoering op de Markt gegeven en werd vervolgens in de verschillende Kerkgebouwen Gods zegen afgesmeekt voor het welzijn van de jeugdige Vorstin en hare door Nederland zoo hoog gewaardeerde Moeder. De aanspraak van den Burgemeester, welke voor een groot gedeelte onverstaanbaar was, werd gevolgd door een uitvoering van de voor deze gelegenheid opgerichte zangvereeniging onder leiding van den heer Veldkamp. De gezongen liederen klonken flink over het plein en de woorden waren wel geschikt om de geestdrift op te wekken.”

    Van 12—3 uur vond de tentoonstelling „Floralia” in de Sociëteit plaats, welke honderden bezoekers trok. Prijswinnaars waren: Eerste prijzen: Dirk Wiggers, J. Hoogenkamp, D.J. Heinen en J.W. te Hennepe; tweede prijzen: Derk Mijnen, Toon Schepers, E.J. Vreeman en J. Oberink; derde prijzen: Jan te Sla, H. Winkelhorst, G.J. Hoitink en Bern. te Brake; vierde prijzen: vrouw Wechgelaer-Doornink, Mina te Loo, Hendrik Koelman en Chr. Hoens. Onder de 105 inzenders werden 72 prijzen verloot. Als eene verrassing werd aan Derk Mijnen en Derk Peters ieder een zilveren remontoir-horloge uitgereikt, omdat zij gedurende de laatste elf jaren de meeste eerste prijzen hadden behaald.

    Een even gunstig oordeel als over de verlichting in den tuin der Sociëteit, wordt door bijna allen geveld over den optocht en roemt men als om strijd de fraai versierde wagens en fietsen en de keurige costumes van de twee herauten en de knapen en meisjes. ’t Was in een woord prachtig en het is dan ook wel zeker dat het veler verwachting heeft overtroffen. De optocht werd besloten door de kinderen van de openbare dorps- en buurtscholen, die in de feesttent onthaald werden en zich om beurt konden vermaken in de op het terrein aanwezige draaimolen.

    De tweede dag was meer gewijd aan de verschillende wedstrijden, als in het schieten, vliegerwedstrijd en ringrijden. Ten getale van 228 trokken de schutters, waaronder velen te paard, voorafgegaan door herauten, muziek en feestcommissie ’s morgens door het dorp en werd voor de huizen van den burgemeester en van den heer Slicher van Bath halt gehouden en door den banierdrager „het vaandel geslagen”.

    In den schietwedstrijd werden overwinnaars: 1e prijs (regulateur) A.J.G. Beernink, 2e (flobert-karabijn) G.W. van Eerden, 3e (horloge) W. Meerdink, 4e (petroleumstel) J. Probst, 5e (porceleinen servies) H. Hoopman, 6e (twee kistjes sigaren, H.J. Degenaar. Vreemdelingenprijs (wandelstok) H. Weenink uit Bocholt. Door den heer Slicher van Bath waren voor de beide eerste prijswinnaars ieder een medaille beschikbaar gesteld, welke gedurende 3 jaren door het opnieuw winnen van een prijs moeten worden verdedigd. Van de ringrijderij, waaraan door 20 personen werd deelgenomen, was de uitslag: 1e prijs bij loting (12 gulden) J. Berendsen, 2e (een trens) H. Berendsen), 3e (singeldeken) B. Westerveld, 4e (wekker) M. Bongers, 5e (horloge) H. Bouhuis. In den vliegerwedstrijd behaalde W. Huinink 3 prijzen, n.l. voor de schoonste vlieger een horlogeketting, voor de grootste een portemonnaie, en voor het hoogste de 1ste prijs een horloge; de 2e prijs kreeg E. Fles en de 3e Chr. Mengerink.

    De feestvreugde is in Aalten, zoover wij weten, door geen enkelen wanklank gestoord. Op beide feestterreinen is alles in goede orde afgeloopen. Van alle huizen, op een enkele uitzondering na, wapperde de driekleur, doch van versiering der woningen en straten was niet veel te bespeuren. Ook de versiering van het gemeentehuis had weinig te beteekenen, en de verlichting liet veel te wenschen over.

    Kroningsfeest Bredevoort

    Wat de feestelijkheden in Bredevoort betreft, ook hier was voor een uitgebreid programma gezorgd. Deze vonden plaats op 6 en 7 September.

    6 September: ’s morgens 6 uur: reveille; 7–7½ uur: klokgelui; 7½–8 uur: muziek op den toren; 8½ uur; planting van den Wilhelminaboom; 9 uur: optocht; 10 uur: schietwedstrijd; 12–12½ uur; muziek op het Zand; 2–6 uur: verschillende volksspelen, wo. wedloop van drievoeters enz. enz.; 7 uur verlichting van het Zand; 8½ uur: fakkeloptocht.

    7 September: ’s middags 2 uur: schoolfeest.

    Uit het verslag der feestelijkheden nemen we o.a. het volgende over:

    „’s Morgens te 9 uur werd op het Zand de optocht georganiseerd die er, met zijn ruiters en schoolkinderen en banieren zeer kleurig en schoon uitzag. Eerst werden de eere-leden, de hh. B.S. Mulder, pastoor, en A.J. Wartena, predikant, afgehaald, waarna de stoet zich naar het Marktplein begaf ter planting van den Wilhelminaboom (geschonken door den heer Bulten te Aalten). Na een kort woord van den voorzitter der feestcommissie, den heer Stöcker, zetten de eere-leden pastoor Mulder en Ds. Wartena de beteekenis van den te planten Wilhelminaboom uiteen, waarna tot planting werd overgegaan. Een „Leve de Koningin” besloot deze plechtigheid.

    Des middags vonden de schietwedstrijden plaats. Winnaars werden: 1e prijs: J. Piek H.J.zn.; 2e prijs J. Piek J.Dzn.; 3e prijs: J. Thomson; 4e prijs: H. den Hartogh en 5e prijs: H. Veldkamp Azn. Bekroningen van eerepoorten: Poort Landstraat–Prinsenstraat bij den heer J. B. Voltman 1e prijs; Landstraat–Markt bij den heer B.G. Lammers 2e prijs; bij den heer Van Heerde, Hosse, 3e prijs; bij de pastorie, Zand, 4e prijs, en bij den heer ten Barge, Ganzenmarkt, 5e prijs.”

    Bronnen


    • Aaltensche Courant, 20 augustus 1898 (via Delpher)
    • Aaltensche courant, 10 september 1898 (via Delpher)
    • Aaltensche Courant, 13 september 1938 (via Delpher)
  • Afschaffing publieke vermakelijkheden

    Afschaffing publieke vermakelijkheden

    Op 9 april 1896 behandelde de Aaltense gemeenteraad een verzoek van het christelijke werkliedenverbond Patrimonium tot “afschaffing der publieke vermakelijkheden (kermis, dansen in herbergen op marktdagen als anderszins), waardoor zedelijkheid en godsdienstzin zullen worden bevorderd”. Een verhitte discussie tussen vóór- en tegenstanders volgde. De raadsvergadering werd voorgezeten door burgemeester Tack.

    De Graafschapbode deed verslag:

    Alvorens deze zaak te behandelen, wordt een adres voorgelezen van een aantal neringdoenden dezer gemeente, die – vernomen hebbende dat bovenstaand adres zou worden behandeld – te kennen geven, dat hunne belangen worden bedreigd. De afschaffing dier vermakeljjkheden zullen vele bewoners van andere plaatsen weerhouden in onze gemeente te komen, waarvan groote schade voor hen het gevolg zal zijn. Zij verzoeken derhalve den Raad afwijzend op het adres te beschikken.

    De Voorz. verklaart zich ten gunste van het laatste adres. De afschaffing zou voor de neringdoenden zeer nadeelig werken. Hij weet dat de gemeente Aalten vredelievend is en eene der eerste plaatsen waar goede orde en tucht heerscht en eene gunstige uitzondering maakt in vergelijking met tal van andere plaatsen. Het lid Lammers is ook van dat gevoelen. De maatregel zou niet baten. Het kwaad zou slechts verplaatst worden naar gesloten bijeenkomsten. Hij ziet in het dansen geen zedeloosheid.

    Toen de Verloren Zoon, in de gelijkenis van Jezus, in de ouderlijke woning terugkeerde, hoorde men gerij en gezang, en „gerij” is dansen. Als Jezus tegen dansen was zou Hij dit niet in de gelijkenis toepassen; ook met andere voorbeelden uit de Heilige Schrift toonde hij aan, dat in het dansen zelf geen zonde is. De boog kan niet altijd gespannen zijn, dan wordt de pees slap. Zo ook met de jongelui. Wanneer hun alle genoegens wordt ontzegd zoeken ze het elders. Ook heeft hij nooit gehoord dat op zoo’n avond buitengewone zedeloosheid in de gemeente geschiedde.

    De Voorz. heeft eens nagegaan hoe het steeds stond met de processen-verbaal bij dergelijke gelegenheden opgemaakt en kan verzekeren dat het aantal zeer gering is. Het lid W. te Gussinklo heeft met verwondering gehoord, dat de Voorz. Aalten eene der eerste plaatsen noemt die gunstig bekend staan, maar wijst op de f 25000 accijns, welke in één jaar voor jenever wordt betaald. Een massa inwoners heeft aan aan den gemeenen jenever haar ongeluk te danken. De Raad kan het gebruik van den jenever niet geheel den kop indrukken, maar spr. zou doen wat hij kon om het kwaad te bestrijden.

    Op de processen-verbaal kon men niet rekenen. Hij kan voorbeelden aanhalen, waarbij dronkenschap de hoofdrol speelde zonder van processen-verbaal te hooren. Hiermede wilde hij de politie niet beschuldigen maar zou een verscherpt toezicht noodig achten. Hij noemt de aanhaling uit de Heilige Schrift door het lid Lammers een dwaallicht. Gods woord leent zich niet om het kwaad te vergoeielijken.

    Het lid Pennings zegt dat men veel kan doen om het misbruik te bestrijden, door het sluitingsuur der herbergen en kroegen te vervroegen. Het lid Lammers protesteert tegen de uitdrukking van het lid W. te Gussinklo, als zou zijne aanhaling een dwaallicht zijn. Hij kon evengoed het gezegde van het lid te Gusslinko een dwaallicht noemen. Het lid W. te Gussinklo meende duidelijk gesproken te hebben. Hij wenscht Gods Woord niet te bezigen om het kwaad te verschoonen, maar brengt hulde aan Patrimonium voor haar genomen besluit.

    Het lid v. Eerden vindt in het adres wel waar hij vóór, maar ook veel waar hij tegen is. Wat aangaat het vroeger sluiten der herbergen kan hij zich zelf goed mede vereenigen. De Voorz. geeft den raad de verzekering, dat hij het gewone sluitingsuur op kermis, Mei- en St. Nicolaasmarkten zal toepassen. Het lid v. Eerden brengt in ’t midden, dat bij zeer tegen het dansen is op christelijke feestdagen, zooals dit bij Weenink op den jongsten 2e Paaschdag geschiedde. Daarvoor moest geen toestemming gegeven worden.

    Het lid ten Dam is het hiermede niet eens. Op den 2e Paaschdag ziet hij er geen kwaad in als er muziek gemaakt wordt. Dit geschiedt door het geheele land. Door afschaffing der vermakelijkheden treft men het doel niet. Het is hier te doen om de dronkaards te treffen, maar men verkort de rechten tevens van anderen. Men moest de zaak aan den Burgemeester overlaten. De jongelui worden van alles teruggehouden en komen later in vele moeilijkheden om staande te blijven. Er zijn andere machten die daarvoor moeten waken, namelijk: de ouders, de geestelijken en de onderwijzers.

    Het lid W. te Gussinklo spijt het, dat het lid ten Dam het adres niet verdedigt. Hij weet wel dat deze maatregelen het kwaad niet geheel zullen doen ophouden, maar de Raad mag den tegenwoordigen toestand niet bestendigen.

    Hierna gaat men tot stemmen over. Met 6 tegen 5 stemmen wordt het voorstel verworpen. Vóór waren de leden W. te Gussinklo, S. Gussinklo, Pennings, Bulsink en Luiten.

    Dit was zeker niet de enige keer dat dit onderwerp ter sprake kwam. Twee jaar later bijvoorbeeld, vonden de voorbereidingen plaats van het kroningsfeest ter gelegenheid van de inhuldiging van koningin Wilhelmina. In een vergadering van het organiserende comité waren “wereldsche vermakelijkheden” opnieuw onderwerp van discussie. Echter ook hier werd “de danspret met groote meerderheid van stemmen op het programma gehandhaafd”.

    Dansen of niet - Zutphensche Courant, 22-01-1898
    Zutphensche Courant, 22 januari 1898

    Bronnen


    • De Graafschapbode, 11 april 1896 (via Delpher)
    • Zutphensche Courant, 22 januari 1898 (via Delpher)
  • Kanon Bredevoort ontploft, twee kinderen gedood

    Kanon Bredevoort ontploft, twee kinderen gedood

    De Graafschapbode, 26 juli 1890

    AALTEN – 24 Juli. Een vreeselijk ongeluk had heden avond, omstreeks 6½ uur, in het naburig Bredevoort plaats. Zijne Doorluchtige Hoogheid de Bisschop van Utrecht, was heden aldaar, om het Heilig Sacrament des Vormsels toe te dienen aan parochianen van Aalten, Bredevoort, Winterswijk en Vragender.

    De stad was bij die gelegenheid versierd met vlaggen en groen, terwijl de kerk, zoowel binnen als buiten, getooid was met bloemen en schilden, waarop toepasselijke spreuken, en aan weerskanten van het altaar waren het Pauselijk en het Bisschoppelijk wapen aangebracht.

    Een oud kanon, destijds opgegraven bij het slechten der wallen, en afkomstig, naar men wil, uit den tijd der fransche revolutie, dat steeds bij feestelijke gelegenheden gebruikt wordt, deed ook heden weer trouw dienst. Reeds was Z. D. H. tien minuten vertrokken, toen nog als een laatste eerbewijs het oude kanon zou worden afgeschoten, zooals geschiedde.

    Helaas! het oude stuk, waarvan de wanden circa 15 cent. dikte hadden, sprong in verscheidene stukken; een der stukken nam twee knaapjes op van ongeveer 10 jaren, slingerde ze 20 meter ver door de lucht, met ’t treurig gevolg, dat van een het hoofdje van den romp werd gescheiden, terwijl het andere zoodanig werd gewond, dat ’t eenige minuten daarna overleed.

    Steller dezes begaf zich onmiddellijk naar het terrein des onheils en zag, dat het stuk van het kanon, waarmede de arme kinderen waren weggeslingerd, de sporen droeg van het onheil. Bloed, stukjes vleesch en hersenen waren er aan vastgekleefd.

    Rave, de lader van het oude stuk, een onlangs uit Indië teruggekeerd militair, kreeg belangrijke wonden aan het hoofd, die echter gelukkig niet levensgevaarlijk moeten zijn. De verongelukte kinderen zijn: het een van de echtelieden J.L. Heyink en het andere van de echtelieden A. Klompenhouwer. De ouders zijn radeloos, hun toestand te beschrijven is onmogelijk. Arme ouders.

  • De Kerkelijke toestand te Aalten

    De Kerkelijke toestand te Aalten

    De Graafschapbode, 19 maart 1887

    Zoo nu en dan deelen de couranten enkele brokstukken mede over uittreden van Gangel met zijn kerkeraad, van schorsing, afzetting, ’t gesloten houden der kerkdeuren, oproer, soldaten, huzaren enz. enz. en met dat alles blijft de zaak den slakkengang gaan. Wanneer zal hierin verandering komen? De een zegt, ’t blijft zoo, een ander, de kerk kan nog wel 6 weken gesloten blijven, een derde spreekt van transigeeren, maar met dat al: men vordert niet. Wat is hier aan te doen?

    Een duidelijke uiteenzetting der zaken, een krachtig handelen, ja zich in ’t bezit stellen van de kerk. Alles goed en wel, maar wijs ons den weg, om daartoe te geraken. Welnu, wij willen trachten u door dit schrijven daartoe op ’t spoor te leiden, en den weg aanwijzen dien de gemeente heeft in te slaan.

    De heer Gangel, gewezen predikant van de Ned. Herv. Gemeente te Aalten, heeft zich met zijn kerkeraad afgescheiden, m.a.w. het Synodale juk, zooals ZEd. dat gelieft te noemen, afgeschud. Vóóraf heeft een deel der kerkeraad nl. 3 personen, welke tevens als kerkvoogden fungeerden, bedankt als lid van den kerkeraad, doch de betrekking van kerkvoogd aan zich gehouden, totdat het klassikaal bestuur, doende wat des kerkeraads is, genoemde heeren in hun lidmaatschap als leden der Ned. Herv. Kerk te Aalten geschorst, en later afgezet heeft.

    Nu spreekt het van zelf, dat, wanneer iemand afgezet is als lid v. d. kerk, er geen sprake meer kan zijn van het beheer over de kerk enz. te mogen noch te kunnen behouden. Immers kerkvoogden zijn geen eigenaars van de kerk en deszelfs goederen, slechts door de notabelen gekozen als beheerders; zie: Algem. Regl., op het beheer der kerkelijke goederen en fondsen van de Hervormde gemeenten in Nederland en het toezicht daar op: 1 Oct. 1870.

    Deze kerkvoogden verhinderen thans de bediening aan wettige predikanten, die voor de gemeente moeten optreden, onthouden daardoor de gaven aan de armen en verhinderen feitelijk, de gaven te innen ter instandhouding van den Openb. godsdienst.

    Reeds twee Zondagen is de gemeente voor de gesloten kerkdeur gekomen, en tweemaal zijn wettige predikanten verhinderd hun dienstwerk te verrichten. Wij bewonderen in dezen de kalmte der gemeente, doch staan er niet voor in, dat zulks langer zoo zal blijven. De partijen komen met den dag scherper en vijandiger tegen elkander over te staan, ’t verwekt twist tusschen leden van hetzelfde huisgezin, en van verbroedering is geen sprake meer.

    Wie zijn daar van de oorzaak? Niemand anders dan deze kerkvoogden en de doleerende kerkeraad met hun aanvoerder, Gangel.

    Maar heeft de gemeente dan geen rechten? Wel zeker. Bij de leden van de gemeente berust het recht, en wel op de volgende wijze: De wettige stemgerechtigde leden stemmen de notabelen, notabelen stemmen kerkvoogden en deze nemen het beheer op zich. Waar nu de kerkvoogden uit eigen beweging hebben bedankt of ontslagen zijn of uit hun ambt zijn ontzet, moet onverwijld worden overgegaan tot het stemmen van nieuwe kerkvoogden.

    In het geval te Aalten, zal de gemeente de lijst der notabelen eerst moeten aanvullen of geheel vernieuwen en deze nieuwe notabelen benoemen h. h. kerkvoogden. Deze nieuwe kerkvoogden nemen het beheer over van het oude, en de zaken zijn in ’t reine. Bij verzet tegen deze wettige orde kan men zich wenden tot het klassikaal bestuur en verder tot het provinciaal best.

    Baat dit alles niet, zooals ’t te Aalten schijnt het geval te zijn, en houden de afgezette kerkvoogden de deuren van het gemeentegoed gesloten, dan treden eenvoudig de leden als rechthebbenden op, en maken zich meester van de kerk. Wij willen hiermede niet zeggen, de kerk met geweld te veroveren want van verovering is geen sprake, als men rechtmatig eigenaar is, maar men roepe dan de rechterlijke (burgerlijke) macht in. Een kerk mag op de gewone Godsdienstdagen niet voor ’t volk gesloten blijven zoolang er kerkgangers en wettige predikanten zijn om optegaan. Zie verder hierover de kerk Regl. 1870 1 October.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Bronnen