De huidige Haartsestraat werd vroeger Gasthuisstraat genoemd, naar het Gasthuis / Armenhuis van de hervormde diaconie dat hier tot 1904 stond, ongeveer tegenover café Schiller.
Op de onderstaande foto links zien we de Haartsestraat rond 1900. Linksvoor zien we nog een stukje van het Stiemenshuus. Aan de rechterkant, voorbij de burgemeesterswoning – het latere postkantoor – zien we het Gasthuis. Helemaal achteraan zien we ook nog net het Luutenshuus.
Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.
Het gebied dat van oudsher de Kattenberg genoemd wordt was lange tijd het meeste noordelijke en hoogst gelegen deel van het dorp Aalten. Tegenwoordig beslaat de Kattenberg ruwweg de buurt rond het begin van de Lichtenvoordsestraatweg en de Varsseveldsestraatweg, de Veemarkt, tot en met de splitsing met de Berkenhovestraat en het begin van de Oosterkerkstraat.
De herkomst van de naam ‘Kattenberg’ is niet geheel duidelijk. Mogelijk betreft het een verbastering van ‘Kaotenberg’ of ‘Kottenberg’, wat zou kunnen duiden op een ‘heuvel met kleine boerenhuisjes’. Een andere verklaring verwijst naar een sage die verbonden is aan de Kattenbergpomp.
De Kattenbergpomp
Op de Kattenberg staat een karakteristieke waterpomp met bovenop een beeltenis van een kat. De pomp stond oorspronkelijk op de splitsing Lichtenvoordsestraatweg-Berkenhovestraat, maar is ergens in de tweede helft van de 20e eeuw verplaatst naar de andere kant van de Lichtenvoordsestraatweg.
Vroeger was dit een buurtpomp, waar de buurtbewoners hun water kwamen halen. De pomp werd gezamenlijk onderhouden. Opmerkelijk is dat de Kattenbergpomp, ondanks de hoge ligging, zelfs tijdens de droogste zomers water bleef geven.
Volgens een oude overlevering werd op deze plek in 1612 een put gegraven, die sindsdien helder en koel water leverde. Dat er op een van de hoogste punten in de omgeving water werd gevonden, gold als een wonder. Ook de heks van Zieuwent (Triene Langhfeldes) hoorde hiervan. Ze kon zich met gemak in een kat veranderen, en in die gedaante vloog ze op haar bezem naar Aalten om het wonder met eigen ogen te aanschouwen.
Boven de put zou ze zo zijn geschrokken dat ze er vlakbij neerviel. Tientallen jaren zou de kat (de heks) daarna op de pomp hebben gezeten, tot ze op een dag plotseling was verdwenen. Jaren later stak ze haar kattenkop weer op en streek neer op haar vertrouwde plek, ditmaal in het gezelschap van drie jongen. Want bij heksen is tenslotte alles mogelijk.
Kadaster 1832
Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.
Kattenberg / Berkenhovestraat met rechts de Chr. Ger. KerkKattenberg omstreeks 1925Kattenbergpomp
De Bodendijk in Aalten maakte eeuwenlang deel uit van de belangrijkste hessenweg tussen het Münsterland en Zutphen. Vanaf het huidige Plein Zuid liep de Bodendijk 3 kilometer lang vrijwel kaarsrecht – op een knik ter hoogte van De Kiefte na – over de Kieftsheide, naar de Kesenbulte. Een deel van de weg draagt tegenwoordig de naam Kiefteweg. Zo ongeveer vanaf de Griesdijk tot aan de Kesenbulte.
De Bodendijk was van oudsher de belangrijkste weg van Aalten naar Bocholt. Voor de aanleg van de Bocholtsestraatweg was het de enige verbindingsweg naar Duitsland. Het was dan ook niet voor niets dat de bisschop van Münster na de reformatie – toen de katholieken in Nederland hun geloof niet mochten uitoefenen – in 1675 aan deze weg, aan Duitse zijde, de Kruiskapel liet bouwen.
Bij boerderij De Kiefte was lange tijd het grenskantoor gevestigd. In 1859 werd het verplaatst naar de huidige grensovergang aan de nieuwe weg naar Bocholt, nu de Hamelandroute. Bij de Kesenbult is nu een zogenaamde groene grensovergang, waar je alleen te voet of per fiets kunt passeren.
Bodediensten en naamgeving
De naam Bodendijk herinnert aan de vroegere bodediensten op Bocholt. Over de Bodendijk kwamen namelijk de bodes van kasteel Anholt naar Aalten, en dan verder naar Bredevoort. Ze kwamen te paard. Direct over de grens bij de Kesenbulte gingen de bodes ook wel eens rechtsaf om via de Ringkampsbulten naar Bredevoort te gaan. Maar dat was een gevaarlijke weg. Men heeft in de Ringkampsbulten ooit het dode lichaam van zo’n ruiter gevonden die daar begraven lag. Het blijft een vraag wat hem daar overkomen is. De route over de Bodendijk was aanzienlijk veiliger. Er kwamen ook wel eens koetsen over de Bodendijk met daarin belangrijke personen.
Kieftsheide
De Bodendijk liep over de Kieftsheide in de Aaltense Heurne. Een kieftsheide is een heidegebied met opslag van dennenbomen (in het Duits Kiefer). Als die opslag niet werd verwijderd, groeide er een dennenbos. Aan de kant van de Ongena was zo’n bos. Rond 1630 werd daar een zogeheten Engelsche Schans aangelegd. Lange tijd vroeg men zich af wat de paalgaten in de grond bij het bos betekenden. Dit bleken echter geen paalgaten, maar struikelgaten te zijn: gegraven om aanvallende ruiters te doen struikelen. Aanvallen hebben daar echter nooit plaatsgevonden, al werden er wel oefeningen voor ruiters gehouden. Er zijn onder meer knopen van een ruiteruniform gevonden.
Moderne bebouwing
Van de huizen Bodendijk 37 t/m 43, ter hoogte van de huidige kruising met de Koopmanstraat en Nijverheidsweg, gaat het verhaal dat deze gebouwd zijn van de zwartgeblakerde stenen, die nog te gebruiken waren na de brand van de katholieke kerk in de Dijkstraat. Daarom werden de huizen witgepleisterd. De huizen staan er nog steeds.
Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.
Voormalig zondagsschooltje daterend uit het begin van de 20e eeuw, gerestaureerd en verbouwd tot vakantiehuisje.
In de negentiende eeuw had dominee Breukelaar er voor gezorgd dat er zondagsscholen kwamen in Aalten. Voor kinderen in de omliggende buurtschappen werd de zondagsschool bij iemand thuis op een boerderij gehouden, zodat de kinderen niet helemaal naar het dorp hoefden te gaan. Allengs ontstond in de buurtschappen de behoefte om hiervoor een lokaal of zondagsschoolhuuske te bouwen. Er verschenen in totaal negen zondagsschooltjes, waarvan er slechts enkele bewaard zijn gebleven.
In de buurtschap Lintelo waren vroeger twee zondagscholen. In de kern van Lintelo was een zondagsschooltje aan de Schooldijk, maar deze is al rond 1950 gesloopt. De zondagsschool ‘Lintelo Veur’ is in 1924 gebouwd. Het schooltje had oorspronkelijk twee lokalen en is behoorlijk ruimer van opzet dan de meeste zondagsscholen in de gemeente Aalten.
Oprichting
Dat de plannen in Lintelo serieus waren bleek uit de officiële publicatie in de Staatscourant van oprichting van de ‘Zondagschoolvereniging te Vóór Lintelo’. Op een vergadering in mei 1924 besloten de 17 aanwezige leden dat er een ‘lokaal’ gebouwd moest worden, te gebruiken als zondagsschool voor kinderen uit Lintelo.
Om het lokaal te bouwen was er geld en land nodig. Om aan geld te komen hield men een collecte in Lintelo, maar ook in de omliggende buurtschappen. Er werden prijzen opgevraagd bij verschillende aannemers. In eerste instantie dacht men aan een gebouw met één groot lokaal van acht bij vijf meter. Uiteindelijk besloot men dat het gebouw groter moest worden, weliswaar duurder, maar – zo was de redenatie – wel goedkoper per vierkante meter.
Het gebouw zou twee lokalen krijgen en een aparte berging. Men hield een tweede collecte om extra geld op te halen. Ook vond men de benodigde grond. Voor een symbolisch bedrag werd een stukje land overgenomen van de voormalige boerderij Schenk, op de hoek van de Veldweg en Sondernweg.
Vanaf 1925 kwamen de de kinderen iedere zondag naar ‘Lintelo Veur’. Jaarlijks was er met Pasen een groter kinderfeest. Dit ging zo door tot aan de oorlog. In de oorlog confisqueerde de bezetter de zondagsschool als opslag. De zondagsschool werd noodgedwongen weer op een boerderij gehouden. Direct na de oorlog wees men de zondagsschool aan als noodwoning.
Het duurde nog tot eind 1950 voor de vereniging na een rechtszaak het gebouw weer terugkreeg. Het gebouw werd weer opgeknapt en was net voor kerst klaar. Met een feestelijke kerstviering nam men de zondagsschool weer in gebruik. Met dit kerstfeest is een nieuwe traditie geboren dat tot midden jaren 90 doorging. Ieder kind kreeg jaarlijks een boek tijdens het kerstfeest. In een schriftje hield men keurig bij welk kind welk boekje wanneer heeft gekregen.
Gaandeweg liep het aantal kinderen dat de zondagsschool bezocht terug. Ruim zeventig jaar na de oprichting van ‘Zondagschoolvereniging te Vóór Lintelo’ besloot men eind 1995 tot opheffing. Het pand werd verkocht.
Monument
Vijf jaar later, in 2000, werd de zondagsschool op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst, omdat “het een goed voorbeeld is van een traditionele school uit de vroege 20ste eeuw. Met de sterk beeldbepalende ligging is het van bijzonder belang voor de oorspronkelijke karakter van het gebied. Het is van belang voor het zichtbaar houden van de ontwikkeling van het onderwijs in de gemeente Aalten in de twintigste eeuw“.
Het gebouwtje werd hierna regelmatig gebruikt voor feestjes en als oefenruimte voor een bandje. Maar de staat van het pand liep langzamerhand achteruit.
Vakantiewoning
In 2008 zijn de huidige eigenaars begonnen met plannen maken. Na overleg met de gemeente bleek dat een vakantiewoning het best haalbare scenario was. Echter het pand was niet geïsoleerd en er was geen bovenverdieping. Een grondige en duurzame aanpak was nodig. Begin 2012 begon men met de werkzaamheden. Langzamerhand kwamen onverwachte, oude elementen weer tevoorschijn, zoals oude deuren met het karakteristieke groen, de lijsten om de deuren en ramen en het donker eiken plafond.
Tegenwoordig staat het schooltje er weer prachtig bij en kan er overnacht worden.
Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.
Het uit één klaslokaal bestaande minischooltje in het buitengebied tussen Aalten en de Duitse grens werd in 1924 gebouwd op initiatief van de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk.
Dit type één- of tweeklassige zondagsschoolgebouwtjes stond in de Achterhoek in diverse buurtschappen. De wegen naar de dorpen vanuit deze gebieden waren soms maar een enkel karrenspoor. Vooral in de winter werden het bijna onbegaanbare zandwegen. Veel gronden waren net ontgonnen, ook hier.
Het perceel grond waar het gebouw op staat maakte deel uit van een stuk bos (woeste grond) waar de omwonende agrariërs aan het ontginnen waren. Een vereniging van ouders met schoolgaande kinderen, kocht dit stuk grond en bouwde het schooltje uit eigen bijdragen.
In deze zondagsschool werd door een aantal ouders bij toerbeurt uit de Bijbel verteld en werden christelijke liederen geleerd en gezongen. Het aantal kinderen varieerde van 12 tot 30. Ds. D. Breukelaar uit Aalten en ds. J. van Dijk uit Doetinchem, hebben op dit werk veel invloed gehad.
Rond 1925-1930 werd mede door de emancipatiebeweging een meisjes- en een vrouwenvereniging opgericht. De meisjesvereniging kwam hier elke week bij elkaar. De vrouwenvereniging één keer per maand. Op deze bijeenkomsten werd de Bijbel bestudeerd, maar daarnaast ook maatschappelijke onderwerpen besproken, zoals de positie van de vrouw in de kerk en in de politiek.
Vanaf 1945 tot 1997 kwamen hier de jongens en meisjesclubs bij elkaar, die ook over de Bijbel praatten en/of over thema’s die jongeren bezig hielden. Zowel de zondagsschool als de club ressorteerden onder een Oudervereniging die het gebouw onderhield. Door allerlei maatschappelijke veranderingen zijn al deze verenigingen opgehouden te bestaan.
In 2005 kreeg stichting Geldersch Landschap & Kasteelen het zondagsschooltje geschonken van de Oudervereniging Haart-Heurne. Om het gebouwtje te behouden is gezocht naar een passende bestemming. Sinds 2009 is het te huur als vakantiewoning.
Café, Bierhandel & Bottelarij Te Linde aan de Dijkstraat in Aalten werd op 24 maart 1945 verwoest door een bombardement. In 1955 verrees een nieuw pand op deze plek. Niet lang daarna opende de zoon van de toenmalige eigenaar de radio-witgoedzaak Te Linde. In 1984 werd de winkel overgenomen door de familie Heinen. De winkel is al jaren gesloten.
Aaltensche Courant, 3 mei 1932Aaltensche Courant, 11 september 1945Dagblad Tubantia, 11 oktober 1956Meijerman. Foto: collectie Leo van der Linde, met dank aan Geb Garretsen (bron)Vakgarage JAWI (1985)
Hendrickje Stoffels of Hendrickje Jegers (Bredevoort, 1626 – Amsterdam, juli 1663) was dienstbode en kunstverkoopster. Zij was een tijdlang de officiële werkgever van de Hollandse kunstschilder Rembrandt van Rijn. Zij was tevens Rembrandts liefdespartner, de moeder van een van zijn drie dochters (die allen de naam Cornelia droegen) en mogelijk ook een van zijn schildersmodellen.
Hendrickje Stoffels werd in 1626 in Bredevoort geboren als dochter van Stoffel Stoffelse en Mechteld Lamberts en groeide op in de Muizenstraat. Haar vader was sergeant bij een kapitein uit het geslacht Ploos van Amstel. Stoffel was ook jager van het kasteel te Bredevoort en werd daarom ook Jeger genoemd. Zijn kinderen heetten in de omgangstaal ‘Jegers’, maar in officiële akten steeds ‘Stoffels’ (hetgeen betekent zoon of dochter van Stoffel).
Hendrickje had een zus en drie broers: Martijne Jegers, Hermen, Berent en Frerick. Misschien had ze ook nog een zus Margriete.
Hendrickjes vader overleed vrijwel zeker in juli 1646, mogelijk als niet-geïdentificeerd slachtoffer van de explosie van de kruittoren in Bredevoort. Waarschijnlijk vanwege deze gebeurtenis vertrok Hendrickje naar Amsterdam.
Geliefde van Rembrandt
Vanaf die tijd trok Hendrickje als dienstmeisje in dienst bij de toen al bekende schilder Rembrandt van Rijn, in wat thans het Rembrandthuis is, aan de Jodenbreestraat in Amsterdam. Op 16 juli 1649 was Hendrickje weer in Bredevoort; ze wordt namelijk als doopgetuige vermeld in het Bredevoorts Doopboek. Mogelijk heeft Rembrandt samen met haar de reis naar Bredevoort gemaakt. Dit zou kunnen blijken uit verschillende etsen van Rembrandt uit 1649 en 1650 waarvan de locatie niet bekend is.
Later werd Hendrickje de geliefde van Rembrandt en kregen ze in 1654 samen een dochter, Cornelia. In 1658 begon ze samen met Rembrandts zoon uit zijn eerdere huwelijk met Saskia van Uylenburgh, Titus, een kunstwinkel, waar ze schilderijen, tekeningen, kopergravures, houtsneden en rariteiten verkochten.
Er zijn meerdere schilderijen en prenten van Rembrandt waarin Hendrickje Stoffels herkend wordt. Er is echter geen enkele gedocumenteerde afbeelding van haar. Daarnaast zijn er kenners die van mening zijn dat de met Stoffels opgevoerde portretten een grote verscheidenheid aan gelaatstrekken vertonen. In elk geval bestaan er een aantal Rembrandts uit de periode waarin Stoffels met hem samenwoonde waarop mogelijk dezelfde vrouw is afgebeeld.
In 1663 trof een pestepidemie Amsterdam. Waarschijnlijk werd ook Hendrickje Stoffels door deze ziekte dodelijk getroffen, want zij stierf in juli van dat jaar. Ze werd op 24 juli 1663 begraven in een huurgraf in de Westerkerk in Amsterdam.
Beeldje op ’t Zand
Op ’t Zand in Bredevoort staat een beeld van Hendrickje Stoffels, gemaakt door beeldhouwster G.J.F. (Truus) Doodeheefver-Kremer. Voor het beeldje op ’t Zand deed de kunstenares onderzoek, onder andere in het Rijksmuseum, en koos ervoor Hendrickje weer te geven rond haar twintigste, in de periode dat van Bredevoort vertrok naar Amsterdam. Het beeldje werd onthuld op 7 juli 1977.
Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.
Het Jugendstilpand ‘Villa Maria’ aan de Misterstraat 4(a) is begin vorige eeuw gebouwd in opdracht van textielfabrikant J. Müter, compagnon van Josephus van Eyck. Het ontwerp is van de Winterswijkse architect J.J. Post. In 1915 werd de villa aan de linkerzijde voorzien van een kantoorgedeelte in dezelfde stijl.
Deze villa in Jugendstil is rond 1910 gebouwd in opdracht van textielfabrikant Petrus Joseph Marie (Piet) Sevink (1885-1960). Hij was gehuwd met Catharina Theodora Maria (Cato) Hulshof (1886-1954). De villa is vernoemd naar de plaats waar Piet vandaan kwam: Vierakker.
Na de familie Sevink woonde onder andere meester Van Velden in het pand. De familie Piek woonde al eens een tijdje op de bovenverdieping. Tot 2016 werd de villa bewoond door de familie Van der Geest.
Op de Haart waren vroeger twee scholen, de Openbare Lagere (later Ned. Hervormde) School op de ‘Voor-Haart’ en de Christelijke Nationale School op de ‘Achter-Haart’. De Openbare / NH School stond aan de Haartseweg 17, centraal in de buurtschap (Voor-Haart).
Opgericht als openbare lagere school (OLS), werd deze in 1924 ‘omgedoopt’ tot een Nederlands Hervormde school. In 1978 gingen beide scholen op de Haart samen en werd de nieuwe school ’t Möllenveld geopend.
Jongerencentrum
Het schoolgebouw op de Achter-Haart werd afgebroken, maar de voormalige Hervormde school kennen veel Aaltenaren tegenwoordig beter als Jongerencentrum Atlantic.
Toentertijd ontstaan uit twee ‘kippenhokken’ met de illustere namen Reflection en Jofel, zag Jongerencentrum Atlantic op 10 februari 1979 het levenslicht. De naam werd, zo democratisch mogelijk, gekozen door middel van een prijsvraag.
Adresgeschiedenis
Adresboek 1934
Haart 67 > 61
N.H. School
Adresboek 1967
Haart 61 > Haartseweg 17
Ned. Herv. School
Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.
In het voormalige gebouw van de Coöperatieve Landbouwvereniging (CLV) aan de spoorlijn Arnhem-Winterswijk was jarenlang jeugdcentrum i’Varca gevestigd. Dit centrum was vroeger een begrip in Lintelo en omstreken en trok wekelijks honderden bezoekers.
Het begin
Begin jaren ’70 waren er verschillende zogenaamde “kippenhokdisco’s” waar jongeren bij elkaar kwamen. Bij een groep jongeren in Lintelo ontstond echter het idee om een groter jeugdcentrum op te richten, dat toegankelijk zou zijn voor meer jongeren uit de regio.
In 1973 verleende de gemeente Aalten toestemming om de leegstaande, voormalige kleuterschool achter Gebouw Wilhelmina aan de Schooldijk in te richten als jeugdcentrum. Vrijwilligers uit Lintelo werkten samen om het gebouw om te bouwen tot een sfeervolle ruimte met onder andere een bar, een geluidsinstallatie en een biljart. In april 1974 werd het centrum geopend onder de naam i’Varca (Grieks voor “De Ark”).
Het jeugdcentrum trok al snel veel bezoekers, maar door de toenemende populariteit en de slechte staat van het gebouw werd een verhuizing noodzakelijk.
CLV-gebouw
Eind 1976 kwam de voormalige maalderij ’t Halt aan de Halteweg in Lintelo beschikbaar. Dit gebouw, rond 1928 gebouwd voor de Coöperatieve Landbouwvereniging (CLV), diende destijds als overslagplaats bij het spooremplacement. Goederen konden vanaf het rangeerspoor op het losperron van het gebouw worden gelost. De leden van de vereniging, de boeren, kregen bericht zodra er een lading kunstmest, landbouwmachines of kolen was gearriveerd. Later was het gebouw in gebruik bij de Firma Brethouwer, die er plastic flessen produceerde voordat het bedrijf naar het industrieterrein van Aalten verhuisde.
Voordat de loods van de CLV werd gebouwd, stond er van ca. 1920 tot 1928 een gebouw van de GOLS dichter bij de spoorlijn. Vermoedelijk verdween deze bij de aanleg van het rangeerspoor.
Verhuizing
De gemeente Aalten steunde het plan van i’Varca om naar ’t Halt te verhuizen. De Stichting voor Sociaal-Cultureel Werk in Aalten (SCWA) kocht het pand en verhuurde het aan i’Varca.
Het nieuwe jeugdcentrum kreeg drie zalen: een filmzaal, een ontmoetingsruimte met bar, en een bovenzaal met biljart en leeshoek. Verder waren er een kantoor, garderobe en toiletten. De filmzaal werd ingericht voor diverse activiteiten zoals optredens, films, tafeltennis en grote bijeenkomsten, terwijl de bovenzaal een rustige ruimte bood voor ontspanning en discussie. De officiële opening werd op 7 april 1979 verricht door burgemeester Bekius. Kort daarna werd het oude kleuterschooltje gesloopt.
Hoogtijdagen en sluiting
In de daaropvolgende decennia groeide i’Varca uit tot een regionaal begrip. Het centrum had in zijn hoogtijdagen (tussen 1995 en 2007) jaarlijks tot wel 2500 leden en trok op piekavonden ruim 500 bezoekers. Wekelijks waren ruim 150 vrijwilligers actief om alles in goede banen te leiden.
In 2013 moest i’Varca wegens teruglopende bezoekersaantallen zijn deuren sluiten. Op 24 juli 2014 brak er brand uit in het leegstaande pand, waarna de restanten werden gesloopt.
Een jaar na de sluiting verscheen een gedenkboek, ‘i’Varca – Verankerd in onze jeugd’, geschreven door Annet Westerveld en Marijn Kraaijenbrink en uitgegeven door uitgeverij Fagus. Het boek documenteert de geschiedenis van het jeugdcentrum vanaf de oprichting in 1974 tot aan de brand in 2014.
Eigenaren
GOLS-gebouw (ca. 1920-1928)
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1922
H-3525
Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij
2110 m² landbouwloods, losplaats (dj. 1929: slooping)
1929
H-3525
Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij
2110 m² losplaats
CLV-gebouw / i’Varca (ca. 1928-2014)
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1918
H-3503
Berendina Hendrika Gussinklo en cons.
580 m² houtopslag (dj. 1929: verkoop)
1929
H-3503
Coöperatieve Landbouw Vereeniging te Aalten
580 m² loods en houtopslag
1974
H-3503
Verenigde Landbouw Coöperaties “Slingeland”
580 m² loods en houtopslag
1976
H-3503
Harmen Jan Brethouwer, koopman
580 m² loods en houtopslag
1979
H-3503
“Stichting voor Sociaal-Kultureel werk” te Aalten
580 m² loods en houtopslag
1985
L-242
“Stichting voor Sociaal-Kultureel werk” te Aalten
1700 m² gebouw, erf
Adres
Adresboek 1934
Lintelo 141 > 159
Filiaal Coöp. Landb. Ver. Aalten
Adresboek 1967
Lintelo 159 > Halteweg 9
Filiaal Coöp. Landbouwvereniging
Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.
De Ahof of De Pol is een verdwenen havezate en voormalig landgoed aan de rand van het dorp Aalten. In oude geschriften wordt het vermeld als ‘Hof ten Ahave’, wat later werd afgekort tot Ahof. De naam is afgeleid van het woord ‘aa’ (water), dus Hof aan het water.
Vroege geschiedenis
De Ahof werd voor het eerst genoemd in een oorkonde uit 1281, horig aan de heerlijkheid Bredevoort. Later werd het in leen gegeven aan de Graaf van Lohn, die zetelde op het slot in Stadtlohn. Van het oorspronkelijke landgoed en havezate, boerderij en bijbehorende watermolen is weinig bewaard gebleven. Het is dan ook niet bekend hoe de oude havezate eruitzag.
De huidige monumentale herenboerderij ‘De Pol’ dateert uit 1743. Het is één van de oudste bouwwerken van Aalten en was lange tijd ook één van de voornaamste boerderijen. De naam ‘De Pol verwijst naar een verhoging in het landschap.
Gracht en watermolen
Aan het begin van de 20e eeuw schreef de Rotterdammer P. van de Weele een boekje over de havezathe. De oudste bewoonster die hij kon achterhalen was de weduwe Trijne van Ahave, die er in 1529 woonde. De naam van haar echtgenoot bleef echter onbekend.
Van der Weele schreef dat de gracht rond het gebouw nog niet zo lang daarvoor was gedempt. De gracht stond in verbinding met de Slingebeek. Aan de westkant van de havezathe stond een watermolen, die uit twee gebouwen bestond aan weerszijden van de beek. De molen diende zowel als koren- en oliemolen, maar raakte eind 19e eeuw in verval. In 1901 werden de molen en bijbehorende gebouwen door de gemeente gesloopt.
In de tijd dat Van der Weele het boekje over de havezathe schreef was Engelbartha Hendrika Arentzen de laatste van het geslacht dat lang op het huis heeft gewoond. Begin 20e eeuw kwam De Pol in bezit van de familie Prinsen, met Hente Prinsen als laatste bewoner.
Sociale functie
Burgemeester Bekius heeft zich ingezet om het gebouw in zijn oorspronkelijke staat te behouden. Door de eeuwen heen heeft De Pol een sociale functie vervuld. Eeuwen geleden was het een belangrijke ontmoetingsplaats omdat de voornaamste boer er woonde. In de Franse tijd was het een verzamelplaats voor verzetsactiviteiten en in 1906 het decor van de eerste voetbalwedstrijd in Aalten. In 1988 kreeg De Ahof een nieuwe bestemming als kinderboerderij.
Archieven
Verpondingskohier 1647
Reiner Grievinck Schulte ten Ahave. Huis end schuijr op 18 dlr. 27 – 0 -. Een hof groot 3 sp. gesaeis 9 – 0 -. t’Blijck 3 mdr. gesaeis 25 – 0 -. Op t’Bergh stuck 2 1/2 mdr. 20 – 16 – 8. Rovenkampken 2 sch. 4 – 3 -. t’Weideken an t’Blick 3 sch. 6 – 4 – 8. Klouvers camp 5 sch. 10 – 8 -. Den Meulencamp 1 mdr. 8 – 6 – 8. Inslagh t’Seechfrede gnt., 3 koeweidens is in de Haert angegeven. Op den Esch 2 sch. gesaeis 4 – 3 -.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-185
Roelof Arentzen, assessor
2.940 m² huis, schuur & erf
1881
I-185
Bernardus Arentzen, kunstdraaijer
2.940 m² huis & schuur
1894
I-4561
Engelbartha Hendrika Arentzen
6.411 m² huis, erf & tuin
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Reijntgen ten Ahoff (Aalten – Aalten, 1567), trouwt (1) < 1542 met Styne to Kortbeck (Heurne – Aalten, 1549/1550), d.v. Johan en Alyth te Cortbeeck (2) met Hilleken
Volgende bewoners, dochter van Reijntgen en Stijne en schoonzoon:
Johan Grevinck (Aalten – Aalten < 1598), z.v. Berent en Hermannen Grevinck Stijne ten Ahoff / Ahave (Aalten – Aalten, 1623)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Herman ten Poelhuijs (Meddo – Aalten, 1601), z.v. Coene Harmelinck alias ten Poelhuijs (den Olden) Stijne ten Ahoff / Ahave (Aalten – Aalten, 1623)
Volgende bewoners, zoon van Johan en Stijne en schoondochter:
Reiner Gr(i)evinck (Aalten) Hendrixken Theben (Winterswijk), d.v. Johan Theben en Joist Lebbinck
Reijner wordt tussen 1601 en 1664 als Scholte genoemd (Hofboek).
Volgende bewoners, zoon:
Gijsbert Gr(i)evinck (Aalten, ca. 1606 – Aalten, 1665/1666)
Gijsbert Reinerszoon Gr(i)evinck is in 1636 hofhorig en is dan 30 jaar oud (Hofboek).
Volgende bewoners, zoon en schoonzoon:
Berent Gr(i)evin(c)k (Aalten – Aalten, 1700/1701), trouwt (1) op 01-04-1667 in Aalten met Jenneken Scha(a/e)rs (Aalten – Aalten, 1678/1679) (2) op 05-03-1679 in Aalten met Gerritjen Locken (Aalten)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Berent Arentsen (Varsseveld), trouwt op 11-12-1701 in Aalten met Janna Gr(i)evink (Aalten – Aalten < 1748)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Roelof Aren(t/z)sen (Aalten, 23-01-1707 – Aalten, 1744-1747), trouwt op 26-12-1731 in Aalten met Barta Willemina (te) Bak (Aalten, 25-11-1714 – Aalten, 04-04-1771)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
B(e/a)rent ter Dam (Aalten, 01-11-1716 – Aalten, 10-03-1796), trouwt op 13-05-1747 in Aalten met Barta Willemina (te) Bak (Aalten, 25-11-1714 – Aalten, 04-04-1771)
B(e/a)rent was een neef van Roelof Aren(t/z)sen.
Volgende bewoners, zoon van Roelof en Barta Willemina en schoondochter:
Bernardus Arent(z/s)en (Aalten, 19-07-1733 – Aalten, 26-09-1780), trouwt (1) op 22-04-1758 in Aalten met Janna Geertruid Roerdink (Winterswijk, 02-11-1738 – Aalten, 27-07-1767)
Bernardus volgt vanaf zijn huwelijk met Janna Geertruid Roerdink zijn stiefvader Berend ten Dam op als scholte van de Ahof. Op 17-12-1760 vernieuwt hij de daarvoor vereiste leeneed. Bernardus wordt op 07-10-1777 als voogd van Roelof genoemd. Verder is hij na het overlijden van zijn zuster Johanna Willemina voogd over haar kinderen. Bernardus wordt op 30-09-1780 begraven te Aalten. De kinderen Grada, Roelof en Willem Lodewijk worden in het testament van zijn tante Gesina van 20-04-1785 genoemd (RA Bredevoort inv.nr. 601 besloten testamenten).
Volgende bewoners, weduwnaar en 2e echtgenote:
Bernardus Arent(z/s)en (Aalten, 19-07-1733 – Aalten, 26-09-1780), trouwt (2) op 20-08-1768 in Aalten met J(oh)anna Willemina Hijink (Winterswijk, 11-02-1751 – Aalten, 23-11-1808)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Garrit Jan Roerdink (Winterswijk, 26-02-1744 – Aalten, 09-01-1817), trouwt op 18-07-1784 in Aalten met J(oh)anna Willemina Hijink (Winterswijk, 11-02-1751 – Aalten, 23-11-1808)
Garrit Jan was een broer van Janna Geertruid Roerdink.
Volgende bewoners, zoon van Bernardus en Janna Geertruid en schoondochter:
Roelof Arent(s/z)en (Aalten, 12-08-1763 – Aalten, 07-10-1849), trouwt op 18-07-1784 in Aalten met Johanna Harmina L(i/e)essink alias Roerdink (Winterswijk, 11-02-1761 – Aalten, 01-12-1840)
Roelof en Johanna Harmina waren neef en nicht.
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Bernardus Arent(s/z)en (Aalten, 19-10-1788 – Dorpbuurt, 10-05-1840), trouwt (1) op 20-08-1811 in Aalten met Josi(e)na Aleida te Lintum (Woold, 12-12-1789 – Woold, 01-03-1823)
Bernardus vertrok rond 1820 naar Winterswijk, keerde na het overlijden van zijn vrouw terug naar Aalten en woonde na zijn 2e huwelijk in 1827 op Rikkers in Dorpbuurt.
Fragment kadastrale kaart, 1883De Pol met gracht, ca. 1900Opregte Haarlemsche Courant, 26 juli 1834Familie Prins op de PolDe Tijd, 20 maart 1904De Graafschapbode, 13 april 1904Aaltensche Courant, 23 juni 1933Graafschapbode, 24 maart 1973
De Ten Hietbrinks Bewaarschool was een kleuterschool in de Prinsenstraat in Aalten. De school werd vernoemd naar de familie Ten Hietbrink, die nauw betrokken was bij het ontstaan en het bestuur. Later kerkte hier de Ned. Protestantenbond. Tegenwoordig zit op dit adres het Euregionaal Historisch Documentatiecentrum.
De bewaarschool werd geopend op 6 januari 1887, toen in Nederland de eerste vormen van kleuteronderwijs steeds meer ingang vonden. Voor die tijd werden kinderen vaak pas vanaf hun zesde toegelaten tot de lagere school.
Het schooltje beschikte over een groot lokaal met houten vloer, een zandbak achter het gebouw en eenvoudige speelmaterialen, zoals autobanden. Achter de school stond een schuur die ook bij de speelruimte hoorde.
Oorlogsjaren
In de jaren van de Duitse bezetting (1940–1945) troffen de maatregelen tegen Joodse inwoners ook de Ten Hietbrinks Bewaarschool. Tot 1941 zaten er Joodse kinderen op de school, maar vanaf 1 september 1941 moesten zij verplicht verwijderd worden, in lijn met de anti-Joodse verordeningen.
Schoolleven
Herinneringen van oud-leerlingen geven een beeld van het schoolleven in de jaren ’40 en ’50:
Het hoofd van de school was mejuffrouw Stokreef; daarnaast wordt ook juffrouw Annie genoemd.
Er heerste een strenge discipline, door oud-leerlingen omschreven als “potjes-discipline”.
Naast het leren en spelen werden er ook schoolreisjes georganiseerd, bijvoorbeeld in 1946 naar het Loohuisbos.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-1059 I-1060
Hermanus Hietbrink, arbeider
148 m² huis & erf 17 m² huis
1882
I-3714
Gerrit Jan ten Hietbrink, koopman
185 m² huis & erf
1888
I-4203
De Departementale Bewaarschool van het Departement tot Nut van ’t Algemeen
Gebouw Nederlandse Protestantenbond, AaltenFragment kadastrale kaart, 1888 (perceel I-4203)Arnhemsche Courant, 8 december 1883Graafschapbode, 8 januari 1887Aaltensche Courant, 8 december 1939
In het jaar 1910 kwam hier een halte voor de stoomtram, tramhalte Lurvink. In het pand van Lurvink was in 1910 links een café gevestigd en rechts verkocht Lurvink zijn manufacturen. In 1954 vestigde zich hier slagerij Eppink. Het pand is in 2015 gesloopt en het terrein heeft jarenlang braak gelegen. In 2022 is er een moderne woning gebouwd.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-1222
Frederik Hendrik Bennink
140 m² huis en erf
Bewoners
1813
Aalten 41
Hendrik Jan Messink (Aalten, 21-02-1751), schoolhouder
De geschiedenis van café ’t Noorden begint in 1823. Op de plek waar het pand van ’t Noorden nu staat, bevond zich toen een huis met erf en een boomgaard. Aan de andere kant van de Koningsweg stond een korenmolen met erf maar zonder woonhuis.
Jan Hendrik Weenink (34 jaar) kwam in 1856 in het huis te wonen en werkte op de molen. In opdracht van Jan Hendrik vond er in 1866 een verbouwing plaats. Een deel van het bouwland veranderde in een “terrein tot vermaak”, zo valt in het gemeentelijk archief te lezen. Het was het begin van de speeltuin die nu nog steeds deel uitmaakt van ’t Noorden.
Weenink is er ook een café begonnen, want in 1870 staat in het gemeenteregister namelijk als zijn beroep vermeld: ‘Tapper’. Op 19 september 1876 vertrekken de Weeninks. Engelbartus Simmelink (30 jaar) uit Winterswijk wordt de nieuwe tapper en opent café Simmelink. Na zijn dood in 1888 neemt zijn weduwe Johanna Gesiena Simmelink-Nijenhuis de leiding over. Zij wordt na haar overlijden in 1895 opgevolgd door haar twee dochters, Janna Willemina en Janna Aleida Simmelink.
’t Noorden van Aalten
16 april 1918 neemt Bernardus Heersink uit Winterswijk het café over. Rond deze tijd vernoemt men de zaak ook naar ’t Noorden (van Aalten). In 1948 volgt Jan Bertus Keijzer Heersink op, die in 1957 op zijn beurt opgevolgd wordt door Abraham Grevink die in 1976 overlijdt. De zaak wordt voortgezet door zijn weduwe S.W. Grevink-Piepers en de families Grevink en Prinsen. In deze jaren worden er talloze bruiloften en feesten gevierd. Het café en de speeltuin worden goed bezocht en het softijs is ook een trekker. Zij doen dit tot 1997.
In 1997 nemen Martin en Monique Hüning de zaak over. Onder hun leiding wordt het zalencentrum uitgebreid en wordt het restaurant in 2011 omgebouwd tot pannenkoekenhuis. Ook breiden zij de de cateringfaciliteiten uit. Helaas moet de (verrotte) hoge glijbaan weg wegens nieuwe regels en instortgevaar, maar het treintje van Buesink (Modelspoor Panorama) in de speeltuin biedt nieuw vertier voor de kinderen. Sinds 2015 zijn zoon Wesley en schoondochter Nita Hüning bij in de zaak getreden.
Anno 2025 omschrijft de website van Het Noorden zichzelf als grand café met eet- speel- en biertuin, met als levensmotto: “Vier ‘t leven!”
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-63
E. Roerdink e.c., landbouwer
500 m² huis & erf
1841
I-63
Jan Willem Veldhuis, landbouwer
500 m² huis & erf
1863
I-63
Abraham van Eerden, logementhouder
500 m² huis & erf
1866
I-2716 I-2717 I-2718
Abraham van Eerden e.c., logementhouder
180 m² terrein van vermaak 70 m² bergplaats & erf 480 m² huis & erf
1874
I-3160 I-3161 I-3162
Jan Hendrik Weenink, molenaar & tapper
47 m² huis & erf 43 m² huis & erf 802 m² huis & erf
1883
I-3808
Engelbarts Simmelink e.c., steenbakker
892 m² huis & erf
1906
I-3808
Derk Willem Hakstege, kastelein
892 m² huis & erf
1916
I-3808
Albert Johan Frederik Kammeijer, steenkolenhandelaar & caféhouder
Fragment kadastrale kaart, 1866 (percelen I-2716/2718)Fragment kadastrale kaart, 1874 (percelen I-3160/3162)Fragment kadastrale kaart, 1927 (perceel I-6187)Delftsche Courant, 30 maart 1877Café SimmelinkAdvertentie, 1934Advertentie, 1955 (coll. EHDC)SpeeltuinGroeten uit Aalten
Beheer toestemming
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.