Dagblad Tubantia, 21 september 1959
Zaterdagmiddag heeft de padvinderij te Aalten de beschikking gekregen over een eigen gloednieuw clubhuis. Hiermede is een einde gekomen aan een jarenlange worsteling van dit gilde om een eigen bescheiden, doch degelijk onderdak te krijgen.
Verschillende behuizingen heeft de Aaltense padvinderij gekend, doch meestal waren het „krotten” die na enige tijd alleen nog voor afbraak in aanmerking kwamen, met het gevolg dat dit stuk jeugdwerk herhaaldelijk „op straat stond”. De meisjes en jongens in het bekende uniform gaven echter de moed niet op. Vastberaden ging hun werk voort, met uiteindelijk als resultaat, dat dankzij veler medewerking nu een eigen home kon worden betrokken.
Weg ging niet over rozen
Half verscholen in het Veldhuisbosje aan de Haartsestraat staat een gebouwtje waar menige jeugdclub jaloers op zou worden. Dat de weg naar de totstandkoming van het clubhuis echter niet altijd over rozen heeft geleid, bleek overduidelijk uit de openingstoespraak van de voorzitter van het stichtingsbestuur, de heer B. Garretsen.
Zeer veel moeilijkheden moesten overwonnen worden, doch, zo stelde de heer Garretsen het, is dit niet bij alle gebouwen die door particulier initiatief tot stand komen hetzelfde? Het zou echter verschrikkelijk jammer zijn geweest, zo vervolgde de voorzitter, dat we deze 80 jongens en meisjes geen onderdak konden geven, want zonder dit gebouw zou de gehele padvinderij van het N.P.V. en N.P.G. in Aalten opgedoekt moeten worden.
Er moest dus iets gebeuren, en er is iets gebeurd. Het gebouw staat er, het ziet er keurig uit, maar er wordt nog veel gemist, zoals water en licht, terwijl voorts de binnenbeschildering nog veel te wensen overlaat. Het bestuur staat echter op het standpunt dat men eerst uit de schulden moet voor er verder gewerkt wordt. Zover het gebouw er nu staat heeft het ƒ 7000 gekost. Er zal dan ook op verscheidene portemonnaies nog een beroep worden gedaan.
Medewerking van velen
Van de vele prettige dingen noemde de heer Garretsen de medewerking van het gemeentebestuur. Dank bracht hij deze voor de beschikbaarstelling van het terrein en het bedrag van ƒ 2500. Dank bracht hij voorts aan de directeur van de Chr. Technische school te Aalten, de leer S.J. v.d. Oever, die het gebouw heeft ontworpen en laten uitvoeren door de leraren Schuijtemaker en v.d. Woestijne met een aantal 15-jarige leerlingen.
Met het overhandigen van de sleutels aan hopman W. Prinsen droeg de heer Garretsen tenslotte het gebouw over aan de padvinders. Hierna voerden verschillende sprekers het woord. Burgemeester E.S. van Veen die met beide wethouders aanwezig was, feliciteerde namens het gemeentebestuur, mevr. Hartsuiker namens het hoofdkwartier van het Ned. Padvindsters Gilde, districtscommandant Bosman namens ’t district Winterswijk, Akela Strating te te Borculo, assistente van het hoofdkwartier, en verder vertegenwoordigers van de Aaltense geestelijkheid. Voorts waren aanwezig padvindersgroepen uit omliggende gemeenten zoals Doetinchem, Neede, Ruurlo, Varsseveld, Eibergen, enz. De Enschedese Padvinders Marsband verzorgde de muzikale omlijsting, en gaf zaterdagavond nog een taptoe op het Marktplein.
Rest zij nog vermeld dat de officiële openingsplechtigheid werd verricht door burgemeester E.S. van Veen. Hiertoe hadden de „Burchtlanciers”, zoals de groep Aalten heet, voor het gebouw een ophaalbrug gebouwd. Nadat deze was neergelaten, begaven de heer van Veen en de talrijke genodigden zich over de brug naar het gebouw.