Dagblad Tubantia, 10 & 17 mei 1960

Maandag komt in de sociëteit te Aalten een gezelschap dames en heren bijeen, die, hoewel volslagen onbekend zijn voor elkaar en uit diverse windstreken van het land komend, zich niet aan elkaar behoeven voor te stellen. Om de eenvoudige reden dat hun namen gelijkluidend zijn. Kort en goed: Vaags. Na jarenlang sibbekundig speurwerk en maanden van administratieve voorbereiding zal dan namelijk eindelijk de Vaags-reünie een feit kunnen worden. En waar zou die beter gehouden kunnen worden dan in Aalten, waar de stamvader aller Vaagsen het levenslicht aanschouwde?

Geleense scheikundige zette stamboom op

Dat is inmiddels een kleine tweehonderd vijftig jaar geleden. We mogen dat aannemen op gezag van iemand, die het allemaal haarfijn heeft uitgezocht. Een Vaags, uiteraard. En wel een zekere P.B. Vaags uit Geleen, een 35-jarige scheikundige bij de staatsmijnen. Deze Limburgse Vaags heeft bij de opbouw van een familiestamboom dankbaar gebruik kunnen maken van de oudste gegevens, zoals die in het begin van de laatste oorlog waren verzameld door wijlen de heer A.A. Vreede, wiens dochter thans woonachtig is in Dinslaken.

Hij is er jarenlang druk mee geweest, heeft in binnen- en buitenland navraag gedaan, heeft officiële gegevens voor zover aanwezig van gemeentesecretarieën verkregen en verwerkt, ging eens een praatje maken met deze en gene. En zo is geleidelijk een boekwerkje ontstaan, dat niet alleen voor de Vaagsen interessant is. Een in het kort beschreven familiegeschiedenis, die eeuwen terugreikt.

Stamvader Voogedes

De stamvader aller Vaagsen woonde oorspronkelijk in Bocholt, waar hij op 8 april 1693 werd geboren. Na zijn huwelijk met de Aaltense schone Hanna Degenaar vestigde het paar zich in Aalten. Die stamvader heette overigens Voogedes. Hun op 23 januari 1718 geboren Jannes Petrus ging uiteindelijk na naamswijzigingen in Voegts, Vaegts e.d. Vaags heten. Van deze latere assessor en kerkmeester stammen alle nu levende Vaagsen af.

Van deze Nederlandse stamvader en zijn huwelijk met Berendina Lankhof leiden zeven takken door de eeuwen heen naar de huidige generatie. Twee ervan zijn al afgevallen. Er zijn er derhalve nog vijf over. Maar daarvan zal er naar menselijke berekening op korte termijn weer een verdwijnen, daar de laatste telg van de zgn. G-tak een ongehuwd man in Den Haag is.

Dan resten nog de P-tak, de H-tak, de J-tak en de B-tak. Uit die takken is blijkens het onderzoek van de heer Vaags uit Geleen een respectabel aantal takken of twijgjes voortgekomen. Thans zijn er nog 232 levende Vaagsen, van wie er 153 in Gelderland wonen (voor 63,4 pct in de Achterhoek) en de rest verspreid over alle delen des lands, alsmede nog 14 in Canada, 7 in Rhodesia, 4 in Noorwegen en 1 in Zuid-Afrika. Het zijn mensen uit alle rangen en standen.

Bomen planten

Zeer gemêleerd zal zeker ook ’t gezelschap reünisten zijn, dat maandag a.s. om 11 uur ’s morgens ter begroeting en kennismaking zal samenkomen. Uiteraard komen ze lang niet allemaal. Overdag zullen het er zo’n 90 zijn, ’s avonds ongeveer 120. Na een gezamenlijke koffietafel zullen er ’s middags op het landgoed ’t Walfort vier Vaagsen-bomen worden geplant, voor elke nog groei- en bloeikrachtige tak één: deze bomen zullen in onderhoud aan het gemeentebestuur worden overgedragen. Daarna zal er gelegenheid zijn om wat in Aalten rond te wandelen en bijvoorbeeld eens een kijkje te gaan nemen bij de oude „stamhuizen”, ’s Avonds is er dan een meer feestelijk samenzijn.

Wie de lust zou bekruipen om als buitenstaander via een simpel kennismakingsgemompel: „Vaags, aangenaam” in deze reünie binnen te dringen, die zij er op gewezen dat alle reünisten een keurig strikje dragen, verschillend in kleur al naar gelang de tak waartoe zij behoren. Bovendien heeft de heer Vaags uit Geleen nog zoiets als een code gevonden om de stamboom overzichtelijk te maken. En die code is werkelijk alleen te ontcijferen als je in het bezit bent van zo’n Vaagsen-familieboek. Maar daarvoor moet je natuurlijk een Vaags zijn.

Een week later schrijft Dagblad Tubantia over het verloop van de reünie:

Vaags-reünie werd een gezellig familiefeest

De reünie van de Vaags-familie in Aalten is gisteren geworden tot een blij en gezellig samenzijn. De meeste Vaagsen en semi-Vaagsen kenden elkaar vanwege hun diverse Achterhoekse woonplaatsen wel, doch er waren toch ook nog verscheidene stamverwanten van verre gekomen. Maar die waren al gauw na de ontvangst, gistermorgen om elf uur in de Sociëteit wat men noemt „en famille”. Honderd en een keer is bij de onderlinge kennismaking het woord „Vaags” gevallen. Dan was er wat gezoek en getast tussen het lover van de stamboom om uit te maken of men misschien nog rechtlijnig familie van elkaar was. De strikjes, die de reünisten droegen, in de kleuren oranje, rood, wit en blauw waren daarbij een puik werkend hulpmiddel.

Vier bomen geplant op ’t Walfort

Vaags reünie - Dagblad Tubantia, 17-05-1960
Een van de vier Vaags-bomen, die van de oranje tak, wordt bij het restant van het kasteel ’t Walfort geplant.

Er is gisteren zo in onderlinge gesprekjes aan tafel of bij de borrel flink gegrasduind in de stamboom, die de animator van deze reünie, de heer P.B. Vaags uit Geleen, zo soliede heeft opgezet. Dat iedereen familie van iedereen was vermocht lang niet iedereen te bevredigen. Men wilde wel eens weten in hoeverre die stamverwantschap ging. En daarbij was het boekwerkje van de Limburgse Vaags met zijn handige codering onmisbaar.

Zeer terecht heeft de voorzitter van het werkcomité, de (Winterswijkse) heer J.B. Vaags, in zijn begroetingswoord de verdiensten van dat werk geschetst. En daarbij bleef het niet. Een der Aaltense reünisten had een keurig miniatuur-stamboompje geknutseld met de vier hoofdtakken in kleuren en dat werd de heer Vaags uit Geleen als een blijvend aandenken aan zijn werk en de reünie, die eruit voortvloeide, aangeboden.

Een bijzonder woord van welkom gold de heer en mevrouw Brinkmann-Greeve, het predikanten-echtpaar uit Dinslaken. De heer Greeve heeft namelijk in het begin van de oorlog de eerste genealogische gegevens over de familie Vaags verzameld en op deze gegevens heeft de heer Vaags uit Geleen bij zijn latere onderzoek voortgeborduurd. Mevr. Vreede zei in haar antwoord, mede namens haar man, het een hele eer te achten deze reünie te mogen bijwonen.

Daarmee was dan voorlopig het officiële gedeelte ten einde. Men praatte nog wat en ging toen aan de koffietafel.

In vier groepen

De middag begon met het tweede officiële gedeelte, het planten van vier Vaags-bomen op het landgoed ’t Walfort. Daarmee hopen de Vaagsen de herinnering aan hun reünie symbolisch gestalte te hebben gegeven voor zeer lange tijd. De ongeveer honderd reünisten begaven zich te voet, per bus of per auto naar het (nu) gemeentelijke landgoed. Een betere plaats had men moeilijk kunnen kiezen, per slot van rekening is de bewoner van wat er nog rest van het oude slot ook nog verwant aan de Vaagsen.

Daar hebben dan de van een oranje, rood, wit of blauw strik voorziene boompjes (voor elke nog levenskrachtige tak van de familie één) hun bestemming gekregen, omgeven door de bijbehorende stamgenoten. Voor even viel het grote Vaags-gezin in vier groepen uiteen. Maar nadat burgemeester Van Veen de boompjes met enkele vriendelijke woorden had geaccepteerd in de gemeentelijke hoede, was de eenheid weer snel hersteld. Men heeft daarna nog gezellig in Aalten rondgewandeld, is hier en daar een oud „stamhuis” gaan bezoeken en gezamenlijk gaan eten. En ’s avonds hebben de Heikneuters de toen nog wat talrijker geworden familie met een liedje, een praatje en wat muziek een paar uur prettig geamuseerd.

„Een kleine moeite, dacht ik….”

P.B. Vaags - Dagblad Tubantia, 17-05-1960
P.B. Vaags uit Geleen

De man, die in wezen de reünie van de Vaags-familie heeft mogelijk gemaakt door zijn sibbekundig speurwerk, de heer P. B. Vaags, woont weliswaar in het Limburgse Geleen maar is van huis uit een echte Achterhoeker. Zijn grootvader was Aaltenaar, zijn vader en hijzelf komen uit Eibergen.

„De naam Vaags heeft me al lang geïntrigeerd, vooral omdat je hem elders in het land vrijwel niet tegenkomt. Ik dacht dat ’t een kleine moeite zou zijn om alle familieleden na te speuren. Maar daar heb ik me toch op verkeken. Ik begon met eenvoudig een serie oude giro- en telefoonboeken op de naam Vaags te onderzoeken – je moet toch ergens beginnen – en toen bleek al gauw dat de boom al dikker en dikker werd. Ik heb deze en gene geschreven, ben in Aalten eens met bakker Vaags gaan praten en toen ik eenmaal zover was wilde het werk me niet meer loslaten”.

Het heeft al met al een anderhalf jaar in beslag genomen voor de stamboom, compleet met alle takken en twijgjes, kloek overeind stond. Toen kon het organisatorische werk voor de reünie beginnen. Maar daarmee heeft de Geleense Vaags zich niet bemoeid. Dat is meer het werk geweest van de in dat soort zaken zeer bedreven VVV-secretaris.

Bron

  • Dagblad Tubantia, 10 mei 1960 (via Delpher)
  • Dagblad Tubantia, 17 mei 1960 (via Delpher)

Reacties

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Let op: je reactie wordt openbaar getoond. Vragen, aanvullingen en/of correcties proberen wij zo spoedig mogelijk te verwerken. Daarna worden ze verwijderd, om ‘vervuiling’ te voorkomen. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *