Bovenstaande foto is gemaakt in juli 2023. De naam is van de gevel verdwenen en de woning lijkt klaar om te worden opgeknapt of gesloopt. Op een foto uit sept. 2021 op Google Streetview is de naam nog te zien.
De Openbare Lagere School (OLS) Barlo-Dale is een voormalige school op de hoek van de Barloseweg en Het Villeken. Bovenstaande tekening door J. Straaijer toont de openbare school Barlo-Dale, waarschijnlijk in de beginperiode.
Voor kinderen uit de buurtschappen was het volgen van onderwijs niet eenvoudig, door de bereikbaarheid van de scholen. De weg van en naar school was lang en – zeker in de winter – slecht begaanbaar, waardoor de kinderen vaak thuisbleven. Daarom stichtte men in de buurtschappen wel kamerschooltjes. In 1667 wordt al melding gemaakt van een kamerschool in Barlo op boerderij Bullens. Een hele tijd later meldt men in de gemeenteraadsnotulen van 31 maart 1860 dat er een openbare school is in Barlo. Deze openbare school was gevestigd aan de Barloseweg 5.
Na de opening van de Christelijk Nationale School in Barlo in 1906 vermeldt een gemeenteverslag in 1907 het aantal leerlingen van beide scholen in Barlo:
“Zo heeft de openbare school 36 jongens en 20 meisjes en de Christelijk Nationale school onder leiding van meester Bos 37 jongens en 41 meisjes.”
Vanwege een sterk teruglopend leerlingenaantal werd de openbare school op 1 april 1922 opgeheven.
Het gebouw werd datzelfde jaar nog verkocht aan de hoogste bieder, Willem Piek, die er een smederij vestigde. In het gebouw waar zoveel jaren aan kinderen de beginselen van rekenen, schrijven en lezen zijn bijgebracht, klinken vanaf die dag niet langer de heldere kinderstemmetjes, maar hoort men de nijvere klop van de smidshamer.
Boerderij ’t Ruwhof, vroeger ook wel gespeld als Rouwhof of Roehof, was in WW2 een bolwerk van het verzet. Hier was de wapenopslag van de Aaltense Knokploeg (KP) ondergebracht. Ook werden er vanaf augustus 1943 persoonsbewijzen en arbeidsbewijzen (Z-kaarten) vervalst door meestersvervalser Broos. Door verraad werd in oktober 1944 de boerderij overvallen door de Duitsers.
Tijdens de beschieting raakten twee KP-leden gewond, maar uiteindelijk lukte het iedereen te ontkomen. De familie dook vervolgens in de buurt onder. De Duitsers bouwden de boerderij om tot werkplaats voor oorlogsvoertuigen en wapens. Gelijktijdig werden diverse wapens rond de boerderij opgesteld, waaronder een aantal 88 mm en 2 cm luchtdoelkanonnen. Deze kanonnen werden ook gebruikt om o.a. tanks te vernietigen.
Een aantal dagen voor de bevrijding verlieten de aanwezige Duitse militairen de boerderij. Een drietal Duitse militairen waaronder twee jongens van ca. 16 jaar kregen de opdracht om de boerderij te blijven bezetten en de geallieerde opmars te vertragen.
In de ochtend van 31 Maart 1945 naderde vanuit Aalten een Engelse colonne pantservoertuigen. Enkele honderden meters van de boerderij stopte de colonne omdat één van de Duitse kanonnen bewoog en dreigde te schieten. Door de Engelse voertuigen werd een aantal granaten op de boerderij afgeschoten. Enkele minuten later stond de 200 jaar oude boerderij in lichterlaaie en brandde volledig uit.
Na de oorlog is de boerderij weer opgebouwd. De huidige bewoner, Gerrit Hendrik van Eerden heeft over deze gebeurtenissen een boek geschreven, getiteld: ’t Ruwhof, hoo ut d’r hear ging.
Archieven
Familiearchief Van Hoevell, Haus Gnadenthal te Ganswick (Kreis Kleve)
Durch Sweer Raesehorn, Richter zu Bredeiort naemens der Gertrud geb. von Mylendunck und Drachenfels, Frau zu Anholt usw., vor die Lehnsmannen Johan Dyenberch und Johan Tebens sowie vor die Gerichtsleuten Gerhard Menekinck und Johan van Loen lassen Henrich van Lintello und seine Frau Clara van Virmundt sowie Dederich van Lintelo, Gebrüder ter Walfardt, einen Erbteilungsvertrag von 1586 Juli 18 protokollieren. Nach dem Vertrag erhält Henrich den Hofsitz Walfardt, auf dem beider Eltern gelebt haben, … die Koppel, weiter die Erbgüter im Ambt Brefort Ubbynck, Hermelinck, Gerth Warnerß und Bynninck gen., die Kate Hermanns ten Horne, die Swartekotte, … weiter die Güter in der Bauerschaft Barlo (Passer, Welinck und Averfelt) … Dagegen übernimmt er 300 Taler an Schulden usw. Diederich erhält … die “rowhoever” in Dalen, Winckelhorstinck, Henrich Pennongs, Sallick, Swytinck, Lanckhoff mit dem Poll, die Katen Buenynck und Kolstede in der Bauerschaft Haerth, Koep Heynen-Gut und den Hernick in der Bauerschaft Lyntello. Beide Brüder verpflichten sich, an ihren ältesten Bruder Everhardt von Lyntello das Jahrgehalt zu zahlen. Siegler: der Richter, die Gebrüder von Lintello und die Lehnsmannen.
Dietrich Arnold von Pasqualini und seine Frau Anna geb. von Ingenhoven verkaufen an Johann Trapmann, Bürger und Kaufmann zu Wesel, und dessen Frau Catharina Hartmann die Güter Winckelhorstinck, Wiggers und Ruhoff im Kirchspiel alten und Amt Bredefort für die Summe von 4200 Reichstalern. – Beiliegend Quittung der Eheleute Jacop von Ingenhoven und Maria Helena de Gulsen von 1672 März 16 über den Empfang von 1000 Reichstaler von ihrem Vetter Dietrich Arnold von Pasqualini. Or. Pap. mit Unterschriften und Aufdrucksiegels des Notars Gerh. van Burgell (!)
Hendrick was bouwman op ‘Rouwenhoff’in 1650 (Verpondingscohier, origineel register). Hendrick en Aeltgen waren al voor 1645 lidmaat in Aalten, ze woonden in Dale.
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Jan te(n) Ru(wen)hof (Dale – Dale < 1685), trouwt (1) op 16-04-1671 in Aalten met Elsken Klumps (Barlo – Dale < 1675) (2) op 20-06-1675 in Aalten met Willemken ter Heurne (Dale)
Volgende bewoners, zuster en zwager van Jan en echtgenoot:
Jan te Nienhuijs alias Rouhof (Aalten), trouwt op 11-03-1683 in Aalten met Elsken Ruhof (Dale)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Hen(d)ric(k) Rouhof(f) (Aalten, 22-03-1685 – Dale < 1745), trouwt op 11-10-1722 in Aalten met Janna Drentel (Haart)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Willem Eppin(c)k (Aalten, 14-02-1692 – Dale, 29-02-1764), trouwt (4) op 21-01-1745 in Aalten met Janna Drentel (Haart)
Volgende bewoners, zoon van Hen(d)ric(k) en Janna en schoondochter:
Berend Rouhof (Aalten, 01-01-1729 – Bredevoort, 16-08-1798), trouwt op 21-10-1745 in Aalten met Stijne Eppink (Aalten, 08-04-1725 – Bredevoort, 27-01-1803)
Berend en Stijne waren stiefbroer en -zuster. Zij was een dochter uit het 2e huwelijk van Willem Eppin(c)k met Aeltjen Wamelinck. Berend en Stijne vertrokken naar Bredevoort in 1778 (attestatie 15-04-1778 Bredevoort).
Volgende bewoners:
Jan Hillen alias Rouho(f/v) (Aalten, 24-02-1743 – Dale, 24-06-1790), trouwt op 15-02-1778 in Aalten met Catharina op Kreijl alias Lutgers / Lutjes (Winterswijk, 12-04-1758 – Dale, 07-09-1819)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Derk Huinink (Aalten, 21-01-1770 – Dale, 02-02-1848), trouwt op 20-03-1791 in Aalten met Catharina op Kreijl alias Lutgers / Lutjes (Winterswijk, 12-04-1758 – Dale, 07-09-1819)
De woonboerderij is in 2014 volledig gerestaureerd.
Archieven
Hofboek Bredevoort 1598-1686
Lunæ 20 Februarij 1637 – Stadholder Joost ter Vile, Tegeders, Derick Schulte ten Borninckhave, Gissbert Grievinck Erschenen Berndt Huijninck voer sich, Berndeken Doornincks sijner Huijsfrouwe, daervoor de rato cavierende, die bekande voer sich, Huijsfrouwe vorschreven und sijnen erven, voer eene walbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Gerrit Roerdinck, Derissken Wehninck eheluijden und haren erven sijn alinge recht und gerechticheit dess Hoffhoerigen Erffs uund Goedes Huijninck in den kerspell Aelten, Buerschap Dale gelegen, niet daervan uthgesondert, mit desselven alinge olde und nije toebehoer und gerechticheit, sijnde den Huijse toe Bredevoort Hoffhorich. Deses gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verder und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Haves- und Landtrechte. Bij veronderpandongh sijner goederen. Sonder exception und argelist.
Voorts Erschenen Gerrit Roerdinck Derissken Wehninck eheluide, Und bekanden voer sich und haren erven rechter wetlicker und berekender schuldt schuldich te sijn Berndt Huijninck, Berndeken Doonincks eheluiden, Die Somma van driehondert Dall. den dall. ad dertich str. den str. tot Vijfftijn placken gerekent, gelavende dieselve halff op naestanstaende Maij, edoch viertijn dage daernae onverhaelt, und d’ander helffte op Maij 1638 gewisslick und onfeilbaer te betalen bij veronderpandongh des Erff und goedes Huijninck und poene van parate executie. Sonder exception und argelist.
Martis 22 Januarij 1639 – Stattholder Joost ter Vijle Rentmeister, Tegeders Reiner Grievinck Schulte ten Ahave, Derick Schulte ten Borninckhaffe.
Erschenen Garrit Roerdinck und referierde hoe dat naedemaell hem Roerdinck ten deele iure hæreditario van wegen sijner huijsfrouwen ten deele iure cessionis toegevallen ende overgelaten was het Hoffhorige goedt Huijninck in den Kerspell van Aelten Buerschap Dalen gelegen, ende alsoe t’hem Comparant niet gelegen was t’selve goedt selver te bewonen ende te cultivieren, Soe hefft hij een sijner hoerigen Kinder onbenoembt nae voorgemelten guedt gequalificiert ende gegeven, gelijck hij dan oock qualificiert en geeft mits desen, welck onbenoembdt Kindt hij Comparant, wanneer hett tott sijnen mannelicken ouderdom sall gecomen sijn, sall schuldich sijn naemhafftich te maecken, om alsdan den Hoffrechten sich vollenkomentlick te onderwerpen ende denselven naeteleven. Alles sonder exception und argelist.
Jan en Wubbe waren lidmaat in Aalten, wonende in Dale voor 1645 (Lidmatenregister). Jan was bouwman op Hunink in 1650 (Verpondingscohier, origineel register), mogelijk was hij een zoon van het echtpaar Scholte Gerrit Roerdinck alias ‘de Grijze Wolf‘ en Derrisken (Theodora) Wehninck uit Woold die als eigenaars van Hunink in 1639 een zoon in hofhorigheid gaven om het hofgoed Hunink als bouwman te kunnen bewonen en cultiveren.
Volgende bewoners:
Herman Huijninck (Dale – Dale < 1682) Berentjen
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Geert Huijninck (Dale – Dale < 1717), trouwt op 28-12-1687 in Aalten met Geertruijt Jentinck (Haart)
Volgende bewoners:
Jan Jasink alias Huijnink (Ratum – Dale < 1728), trouwt op 13-07-1710 in Winterswijk met Jenneken Sambargh alias te Dunnewik (Winterswijk, 21-02-1675)
Jan Jasink was een kleinzoon van Scholte Gerrit Roerdinck alias ‘de Grijze Wolf‘ en Derrisken (Theodora) Wehninck. Zijn moeder was een dochter van dit echtpaar.
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon en ongetrouwde (schoon)zuster:
Jan te Kreijl alias te Kolstee alias Scholte Huinink (Winterswijk 14-10-1699 – Dale 22-01-1785), trouwt op 06-06-1728 in Aalten met Beerndeken / Berentjen / Barendina Huijnink / Huninck (Dale – Dale 02-03-1772)
Volgens het begraafboek overleed op 22-01-1785 Scholte Huenink. In een akte van de Collaterale Successie van 15-07-1785 werd dit overlijden ook vermeld maar werd hij Jan te Kolstee op Huinink genoemd. Jan woonde met zijn vader en beide stiefmoeders tussen 1705 en ca. 1720 op Kolstee in Dale.