‘DE AANVAL OP AALTEN’
Eind september 1931 vonden grootschalige legeroefeningen plaats in de Achterhoek, waarbij ook de gemeente Aalten deel uitmaakte van het strijdtoneel. Troepen werden ingekwartierd bij burgers, en aan de Varsseveldsestraatweg in Lintelo verrees een compleet tentenkamp. De gefingeerde schermutselingen trokken veel nieuwsgierige toeschouwers en de pers deed uitgebreid verslag. Hieronder volgen enkele fragmenten uit krantenartikelen van die tijd.
Woensdag en hedenmorgen was onze plaats het centrum van de manoeuvres. Den heelen dag cirkelden de vliegmachines boven deze omgeving en vanaf de spoorlijn naar het Noorden, dwars door den Wolboom en den Aalter Esch was het één onafgebroken lijn van voorposten en mitrailleurgroepen.
Half Aalten en bovendien een zeer groot aantal vreemdelingen bezochten het „front”. Ook zeer veel Duitsche auto’s merkten we op. De nacht ging in, zonder dat het tot een treffen gekomen was. De posten bleven op hun plaats en overnachtten in de zgn. „hondenhokjes” op een flinke laag stroo en voorzien van een paar dekens. In enkele gedeelten van het dorp, waar de roode troepen dicht bij de huizen lagen, werd den heelen nacht koffie gezet en in heel wat gezinnen is er daar van slapen niet veel gekomen.
Toen wij om negen uur op de Aalter Esch stonden, had Blauw gevechtsaanraking verkregen en ook in het Noorden werd druk geschoten. De roode voorposten lagen met een of twee man in een bundel stroo als vogels in een nest. Het kon den schijn hebben, dat zij zooeven uit een wonderlijk ei waren gekropen, maar dat was toch niet zoo; zij hebben den heelen nacht op die winderige hoogte gelegen.
Blauw kon voorloopig niet verder vooruit en dit was, zooals we weten, de bedoeling ook niet. Ten Noorden en ten Zuiden van Aalten zou immers de beslissing worden geforceerd.
Bij een keukenwagen
Een sergeant-menagemeester schrijft ons van het gevechtsterrein: ’t Was drie uur in den morgen van Woensdag toen het 10e en 22e Regiment infanterie met alle voertuigen per trein van uit Ede vertrok, om de verdedigende stelling van de Roode partij nabij Aalten in te nemen. De organisatie — waarlijk geen sinecure bij zoo’n nachtelijk vervoer en masse — bleek uitstekend in orde en alles verliep in de grootste orde, zoodat troepen en bagagetrein prompt op den afgesproken tijd van 6.15 uur in Aalten arriveerden.
De stemming bij de troepen is flink, waaraan de goedgevulde broodzak (brood, kaas en extra krentebollen) zeker het zijne bijdraagt. Bovendien is het weer prachtig en niets werkt zoo goed op de stemming van de troep als goed weer en goede voeding.
„Als de bikkesementen maar in orde zijn, menagemeester”, zei net een boom van een kerel uit de troep in z’n stevig Rotterdamsch dialect, „dan zullen wij het wel sjouwen.” En dat de bikkesementen in orde komen, daar zorgen m’n koks wel voor. Even buiten Aalten staat een stel keukenwagens opgesteld en het personeel, bij iedere keukenwagen één kok en twee bijkoks, is al druk in de weer om te zorgen dat om 12 uur de koffie klaar is en om een uur of vijf een groote hoeveelheid hutspot voor den hongerenden troep gereed is.
De vuren branden, in de eene pot van mijn keukenwagen kookt het water voor de koffie en in de andere pot beginnen de peen en uien al te sutteren, zooals de kok dat noemt. Nu vanmiddag nog de aardappelen koken, het gekookte vleesch met vet er door stampen en de troep kan zich aan een stevige pot te goed doen.
Naar het front
Om 10 uur kwam het bevel „opstellen zoo dicht mogelijk bij de betreffende compagnie” en zoo trok de keukenwagen, terwijl onder het rijden voor de pot gezorgd werd, naar een buitencafétje in de buurt van Aalten, waar we ons onder de boomen, „gedekt voor vijandelijke vliegtuigen” zooals dat heet, opgesteld hebben. Onze mannen zijn in de verdedigende stelling en liggen, glunderend van genoegen omdat ze een „lijn” hebben, in ’t zonnetje op den vijand te wachten. En toen om 12 uur prompt de koffie hun gebracht werd, was het eenparig oordeel, dat die manoeuvres nog al meevielen.
De drukte in Aalten
Het anders zoo stille en rustige Aalten is thans vol krijgsrumoer. Vliegmachines zoemen boven het dorp en leveren spiegelgevechten, waar alle dorpsbewoners met de grootste aandacht naar kijken. Maar ook de keukenwagens met de steeds vuiler wordende koks trekken de aandacht. Motoren en auto’s met scheidsrechters schieten luid knallend door de dorpen en een uitgebreide staf van militaire politie zorgt dat het abnormaal drukke verkeer geen ongelukken veroorzaakt.
Eten uitdeelen
Vijf uur! De keukenwagen trekt met een volle pot hutspot de landwegen op om de compagnie in de verschillende onderdeelen, de secties, het eten te bezorgen. Met gejuich wordt de auto overal begroet. De soldaten hebben een stevigen honger, ondanks het gemakkelijke baantje in de verdedigende stelling. Het eten is uitstekend en voldoende, dus klachten of gemopper komen niet voor. Integendeel, grappen en moppen ketsen heen en weer.
Er is nog slechts één zorg onder de troep: waar slapen we vannacht en wanneer moeten we weer op. En dat is juist een vraag die voorloopig nog niet opgelost kan worden, want de troep ligt in een z.g. alarmstelling en er kan ieder moment een bericht komen, dat er vooruit of achteruit getrokken moet worden en dan wordt het in plaats van slapen in kwartieren, slapen in kleine tentjes, met de mogelijkheid dat men juist als de troep ingeslapen is bericht krijgt weer naar elders te vertrekken.
Daar in het Noorden waren zich verrassende dingen aan het afspelen. De blauwe Verkenningsafdeeling, die zich van Vossenberg den kant van Winterswijk uit begeven had, vond Vragender door rood bezet en had zich in Lichtenvoorde genesteld, het belangrijkste knooppunt van wegen ten Noorden van Aalten. Daar kwam nu de Lichte Brigade achter het net visschen. Zij had bevel gekregen van den rooden commandant Lichtenvoorde te bezetten, maar stuitte daar op de Verkenningsafdeeling van Blauw, die het hier nog wel even kon uithouden.
De commandant van Rood begon beducht te worden voor de bedreiging van zijn Noordelijken vleugel. Hij trok zijn, voor deze gelegenheid snelvoetige, Grenadiers aan, die van Groenlo op de Ford-wagens via Winterswijk ijlings in de richting Breedevoort werden geëxpedieerd, om aldaar den Noordelijken vleugel te verlengen. Zij namen stelling ter weerszijden van den weg Breedevoort—Lichtenvoorde, ten Noorden van Barlo, even voorbij den driesprong.
Einde oefening
Heden-, Donderdagmorgen, kwamen de blauwe troepen sterk opzetten, zoodat op het laatst het roode leger moest terugtrekken tot op den Lichtenvoordschen weg. Na half 12 was er voor het zeer talrijke publiek niet veel meer te zien. De meesten hadden zeker gedacht, dat een groote aanval nog komen moest, maar de legerleiding vond het blijkbaar welletjes en er gebeurde niets meer. Bijzonder mooi waren de prestaties der vliegmachines, die onophoudelijk boven Aalten koersten.
Om 12 uur was het einde der manoeuvres gekomen. Den heelen middag en avond was het een groote drukte in de straten van troepen die weer vertrokken, hetzij naar het station alhier, waar den heelen middag en nacht lange personen- en goederentreinen geformeerd werden en vertrokken, hetzij te voet naar Winterswijk, om daar op den trein te komen. Een groot gedeelte blijft dezen nacht nog hier, zoodat er zeer veel ingekwartierd is. Morgen zal de rust in het dorp wel langzamerhand terugkeeren.
Bronnen
via Delpher:
- Aaltensche Courant, 5 juni 1931
- De Graafschapper, 18 september 1931
- Nieuwe Hoornsche Courant, 18 september 1937
- De Nederlander, 18 september 1937
- Zutphensche Courant, 19 september 1931
- Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 24 september 1931
- De Maasbode, 25 september 1931
- De Zuid-Willemsvaart, 24 september 1931
- De Graafschapbode, 25 september 1931
- De Graafschapbode, 25 september 1931
- Aaltensche Courant, 29 september 1931
Plaats een reactie