Deze verdwenen boerderij was een leengoed van de heer van Anholt, dat in diens leenboeken vanaf 1425 voorkomt. In een boek, waarin alle landerijen van de heer van Anholt zeer uitvoerig worden beschreven door de Nijmeegse landmeter Claes Kymp in 1552, lezen wij dat de boerderij toen 9½ molder bouwland omvatte, bestaande uit het Cloetgen, de Brey, de Middelbrey en de Wuert.
Het huis zelf stond in een bos dat de Huls werd genoemd. Waarschijnlijk grensde dat aan het hulstbos van Thijs. Er behoorde ook nog zeven molder weiland bij. De voerdiensten voor de heer van Anholt waren kennelijk drukkend, want in 1611 werden die afgekocht met 225 dalers. In 1697 wordt gemeld dat het huis enige jaren tevoren was afgebrand. Wat overbleef was de grote hof, waar het huis had gestaan.
‘Boerderij- en Veldnamen in Aalten’ vermeldt de veldnaam Warmelinkhof, tussen de huidige school en boerderij Welink.
De naam van de hof heeft het mogelijk gemaakt de plaats terug te vinden van het middeleeuwse goed Warmeldinck, waarnaar de huidige school is vernoemd.
Archieven
Verpondingskohier 1647
Warmelinck, Aeltien en Jan Grevinck. Boulant 7½ mdr., 3de gerve 62 – 9 – 8. 1 Voeder hoeij gewas, 1 hof van 1/2 sp. gesaeis 5 – 0 -.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Dit adres werd in 1967 aangeduid als “Tuunte”. Het naastgelegen nr. 159 stond van oudsher vermeld als Tuunte. Wellicht is hier sprake van ‘Oud’ en ‘Nieuw’ Tuunte?
Deze boerderij komen wij zowel tegen onder de naam Tuunte als onder de naam Nijenhuis bij Westendorp. In 1356 verkoopt Bitter van Raesveld de smalle tiend en 15 mud rogge per jaar uit het goed Nijenhuis. Maar in 1381 is sprake van een betaling van 4 schepel rogge uit ten Tuynte aan de heer van Anholt. Die spreekt in 1438 echter weer over ’t Nijenhues, dat 5 molder rogge zal geven in plaats van diensten te verrichten. En ook in de akten van 1467 tot 1720, waarin de heren van Empel worden beleend met dit goed door de bisschoppen van Munster, is steeds sprake van Nienhuus in IJzerlo. Maar in 1647 en later jaren wordt het goed herhaaldelijk “Nijenhuis of Tuynte” genoemd, zodat er geen twijfel behoeft te bestaan. Met 10 molder bouwland en drie koeweiden behoorde het tot de grotere volle erven.
Het woord tuun of tuin heeft een aardige ontwikkeling doorgemaakt. Het betekende oorspronkelijk omheining of omtuining. Later ging de betekenis van hetgeen omtuind was op dit woord over. De Tuunte lag aan het einde van de es en dus ook aan het einde van de omtuining van de es. De Tuunte heeft waarschijnlijk eens deel uitgemaakt van het goed Westendorp.
Archieven
Verpondingskohier 1647
Nijenhuis of Tuijnte, Engelbert van Dieren en Goossen Alerts. Huis hof, 2 sp. boulant 10 mdr., 3de gerve 83 – 6 – 8. Groenlants 3 koeweidens voor 5 gl. Geeft 6 hoendren, 3 pont vlass, een vercken of 2 Rijxdlr., 5 – 18 -.
Liberale Gifte 1748
Kadaster 1832
Aalten F1021 Andries ter Maat 1740 m² huis, schuur en erf
Bewoners
Eerst bekende bewoner:
Hendrick ten Tuijnte of Nijenhuijs (IJzerlo, < 1678)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Hendrick ten Tuijnte (IJzerlo – IJzerlo, 1693-1694), trouwt (1) Grietjen Keminck (Suderwick? – IJzerlo, < 1680) (2) op 28-03-1680 in Aalten met Nellisken Overkempinck (IJzerlo – IJzerlo, 1682/1683) (3) op 10-06-1683 in Dinxperlo met Aeltien te Rehorst (Dinxperlo)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Derck Westerveld (Klein Breedenbroek), tr. Aalten 2-12-1694 Aeltien te Rehorst (Dinxperlo)
Volgende bewoners, dochter van Hendrick en Aeltien en schoonzoon:
Ceupe Kappers alias te Teunte (Heurne – IJzerlo < 1757), tr. Aalten 11-10-1716 Aeltjen te Tuijnte / ten Teunte (Aalten 25-5-1684)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Gerrit te Teunte alias Kappers (Aalten, 29-08-1723 – IJzerlo, 21-09-1798), tr. Dinxperlo 10-04-1757 Teunisken Lensink (Megchelen, 1736/1737 – IJzerlo, 03-04-1807)
Het begraafboek vermeldt Teunisken als Reesink, het ’burgerlijk’ begraafboek vermelde eerst ook Reesink maar dit is doorgehaald en ’Lensink’ is er boven geschreven.
Volgende bewoners, ongetrouwde zoon en ongetrouwde dochter:
Hendrik Johan Bernard Klein Hesselink (Aalten, 26-03-1869) Hendrina Jacoba Tieltjes (Dinxperlo, 10-04-1863)
Bevolkingsregister 1910-1920
IJzerlo 40 > 44
Hendrik Johan Bernard Klein Hesselink (Aalten, 26-03-1869) Hendrina Jacoba Tieltjes (Dinxperlo, 10-04-1863)
Adresboek 1934
IJzerlo 44 > 84
H.J.B. Klein Hesselink
Adresboek 1967
IJzerlo 84 > Dinxperlosestraatweg 159
H.J. Klein Hesselink
Deze bewonersreeks sluit volledig op elkaar aan. Het adres komt ook overeen met de kaart. In het adresboek van 1967 wordt de naam Tuunte echter vermeld bij het naastgelegen adres, nummer 161.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Als Tyhues of Thiehues komen wij deze boerderij vanaf 1423 tegen als eigendom van de heren van Anholt. Er behoorde een bos bij, dat in 1552 ruim 17 morgen groot was. Waarschijnlijk aan de westzijde lag een bos van 2 morgen met hulstbomen. Er behoorde ook nog 13 morgen bouwland bij, zodat het tot de grootste goederen in IJzerlo behoorde.
Omdat Lubbert ten Tyhuys in 1437 zelf de tienden betaalde, had de heer van Anholt afstand gedaan van zijn recht varkens in het bos van Thyhues te laten lopen. Het bos is langzamerhand verdwenen, zodat in 1828 alleen nog maar een groot heideveld bij de boerderij ligt.
Archieven
Verpondingskohier 1647
Tijhuis, Rentmr. Jan Verhaegen. Huis, hof 2 sp. boulant 10 mdr., 3de gerf 83 – 6 – 8. Geeft 2 hoender, 1 vercken of 4 dlr. 6 – 0 -. end de pontschatt. Eijcken holt.
Herman Thijs alias te Kampe (IJzerlo – IJzerlo < 1704), trouwt (1) op 31-01-1687 in Aalten met Geesken Kempinck (Heurne – IJzerlo, 1687-1689) (2) op 23-06-1689 in Aalten met Gerritjen Frericks alias Freers (Lintelo)
Herman en Gerritjen vertrokken waarschijnlijk rond 1690 naar Klein Kampe (Klokkemaker).
Volgende bewoner:
Gerrit Thijs (IJzerlo)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Derk Nienhuijs alias Thijs (Winterswijk), trouwt op 11-03-1714 in Aalten met Jenneken Thijs (IJzerlo)
Volgende bewoners:
H(e/a)rm(a/e)n Brunsin(c)k alias Tijs / Tijhuis (Dinxperlo, 04-12-1692 – IJzerlo, 17-04-1775), trouwt op 01-12-1715 in Dinxperlo met Willemken Heesen alias te Rehorst (Dinxperlo, 06-03-1692 – IJzerlo < 1748)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Arent Westend(a/o)rp alias Tijs(sen) / Tijhuis (Aalten, 26-11-1699 – IJzerlo, 09-12-1774), trouwt op 18-05-1743 in Aalten met Lijsbeth / Elisabet Brunsink alias Thijhuis (Aalten, 02-06-1721 – IJzerlo, 18-12-1809)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Gerrit Jan te Westendorp alias Tijs (Aalten, 11-04-1734 – Dinxperlo, 19-06-1806), trouwt op 18-10-1766 in Aalten met Anna Willemina Tijs(sen) (Aalten, 01-03-1744 – Dinxperlo, 03-01-1812)
Gerrit Jan en Anna Willemina vertrokken naar De Tol (Abramskamp) in De Heurne.
Volgende bewoners:
H(e/a)rmen Ligterink (Aalten, 24-09-1741 – IJzerlo, 19-02-1827), trouwt op 08-08-1773 in Aalten met Aaltje(n) L(e)ijsen (Aalten, 27-03-1746 – IJzerlo, 24-08-1814)
H(e/a)rmen en Aaltje(n) woonden eerst op Eskes op de Haart, vertrokken rond 1775 naar Varsseveld en kwamen in 1793 terug naar Aalten.
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Willem Ligterink (Haart, 05-11-1774 – IJzerlo, 03-07-1854), trouwt op 30-12-1810 in Aalten met Willemina te (C/K)loese (IJzerlo, 11-03-1792 – Lintelo, 05-08-1874)
Geert Sums was degene, die zijn naam blijvend aan het door hem bewoonde huis heeft gegeven. Hij betaalde in 1633 drie daalders kerkepacht voor de grond. Het huis zelf was zijn eigendom, zoals in 1647 ook met Herman Somps het geval was. Welke naam de boerderij voor 1633 had, weten wij niet. Als bewoner wordt in het midden van de voorafgaande eeuw Lubbert Alberts genoemd, misschien een jongere zoon van Aalbertshuis? In 1609 pachtte de familie Grievinkhof de grond van de kerk. Zij hadden toen ook Klein Rengerdinck, waarover wij verder niets vonden.
Verpondingskohier 1647
Somps Stedeken, Herman Somps. t’Huis op 6 gl. De rest de Kerck t’Aelten, geeft 3 dlr. 4 – 10 -.
Liberale Gifte 1748
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
F179
Hendrik Wolterink, logementhouder te Zutphen
1570 m² huis, schuur en erf
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Coepe Rengerdinck alias Sumps ( < 1685) Jenneken Geesinck
Coepe betaalt kerckenpacht voor de periode 1674-1682, zijn weduwe betaalt in 1687 voor de jaren 1683, 1684 en 1685 en daarna betaalt Roelof Sumps die ‘de kerckensteede Sompssteede‘ op 25-07-1686 van de kerk in Aalten pacht voor zes jaar.
Volgende bewoners:
Roelof Geelkinck alias Sumps / Somps (De Heurne), trouwt op 29-03-1663 in Dinxperlo met Geesken Rensen / Rensinck (De Heurne)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Geert Boeinck / Boejnck alias Somsen (Lintelo), trouwt op 27-05-1689 in Aalten met Mechtelt Sumps (Dinxperlo, 25-08-1662)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Roelof Boejnck alias Somsen (Aalten, 06-11-1692 – > 1748), trouwt op 20-07-1721 in Aalten met Willemken Eekink (IJzerlo)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Lubbert Som(p)sen (Dinxperlo, 23-08-1722 – IJzerlo, 03-09-1799), trouwt op 21-06-1745 in Aalten met Engele Broens alias Aalbers (IJzerlo – IJzerlo, 20-08-1780)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Jan Somsen (Aalten, 07-10-1746 – IJzerlo, 24-09-1811), trouwt op 20-07-1770 in Aalten met Berendina Essink (Aalten, 20-02-1746 – IJzerlo, 02-12-1799)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Jan Teube Somsen (IJzerlo, 04-07-1773 – IJzerlo, 14-01-1832), trouwt op 13-05-1804 in Aalten met Garritjen te Loo (IJzerlo, 30-07-1774 – IJzerlo, 17-07-1861)
Siebelink is een boerderij in de Aaltense buurtschap IJzerlo. Het is een hallehuisboerderij, waarop aan de linkerzijde een bijbehorende schuur/zomerhuis aansluit (twee-kapper). Verder is er op het op de Klokkemakersweg gerichte achtererf nog een vrijstaande schuur. De drie bouwdelen vormen een markante historische eenheid met hoge ensemblewaarde, hetgeen wordt versterkt door de combinatie met hoge erfbeplanting. Karakteristiek zijn de in baksteen opgetrokken gevels, deels met gepleisterde plinten. De daken hebben keramische pannendekking. Ter hoogte van de hoofdmassa zijn eenvoudige makelaars toegepast. Verder vallen de onder korfbogen met sluitstenen gevatte ingangen van deel en schuren op.
Bij de boerderij stond ooit een slagboom, die de toegang tot de buurtschap afsloot. Misschien waren de bewoners van het oude Siboldinck belast met het openen. Zij moesten wel vele diensten voor de heer van Anholt verrichten, want in 1438 werd bepaald, dat zij niet minder dan 6 molder rogge moesten betalen in plaats van diensten te verrichten. Wat veel is voor een boerderij, waarbij slechts 6 molder bouwland behoorde. En als roggetiend moest ook nog 5 schepel en de smalle tiend betaald worden aan Jenneken Gebbinck, zoals in 1538 wordt opgegeven.
Archieven
Verpondingskohier 1647
In het Verpondingskohier van 1647 staat het volgende:
Sijboldinck, Vooght Elverfelt, en Mr. Paul erfgen. Huis, hof 1/2 sch. boulant 6 mdr., 3de gerve 50 – 0 -. Geeft 2 pont vlass 0 – 12 -. en pontschatt.
Herman Schelen / Scheel alias Rutgers alias Kleinkampe / te Kampe (Kleefsland – IJzerlo, 28-08-1794), trouwt (2) op 08-05-1756 in Aalten met Gerritje te Kleinkampe alias Westervelt (Aalten, 14-07-1737 – IJzerlo, 17-04-1810)
Herman was in zijn 1e huwelijk getrouwd met Derske Rutgers in Lintelo. Zijn 13 kinderen die in het doopboek van Aalten voorkomen worden in zijn 1e huwelijk als Rutgers en in zijn 2e huwelijk eerst als Kleinkampe of te Kampe en vanaf 1773 als Scheel gedoopt. Hij heeft tijdens zijn 1e huwelijk op Rutgers in Lintelo gewoond, is bij zijn 2e huwelijk op Klein Kampe in IJzerlo gekomen en vervolgens naar de De Scheel vertrokken tussen 1770 en 1773. Het was waarschijnlijk een nieuwe boerderij of eerder onder een andere naam bekend. In 1748 was Herman rotmeester van het 4e rot in IJzerlo en werd Harmen Kleijnkampe genoemd.
Nieuwe bewoners, zoon en schoondochter:
Manes Scheel (IJzerlo, 18-06-1779 – Heurne, 19-06-1853), trouwt (1) op 16-05-1802 in Aalten met Dersken Sluiskes (IJzerlo, 08-09-1777 – IJzerlo, 20-11-1845)
Hendrik Jan Legters (Heurne, 19-10-1811 – Clymer/VS, 1900), weduwnaar van Dora Boeijink; hij woonde eerst op Bullens in Lintelo, trouwt (2) op 26-01-1842 in Aalten met Willemina Scheel (IJzerlo, 20-02-1814 – IJzerlo, 16-03-1844) (3) op 30-08-1844 in Aalten met Gezina Hendrika Winkelhorst (Barlo, 29-03-1820 – Clymer/VS, 08-1912)
Roelofshuis is waarschijnlijk vernoemd naar Roelof Prins die voor 1696 overleed. Achterkleinzoon en bewoner Roelof Prinsen werd bij zijn overlijden ‘op de Stokkert’ genoemd, een verwijzing naar het gebied waar Roelofshuis lag.
Archieven
Liberale Gifte 1748
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
F-951
wed. Roelof Prinsen, arbeidster
450 m² huis en erf
1921
F-2397
Bernard Prinsen, landbouwer
1300 m² huis, schuur en tuin
1937
F-3190
Arend Jan Tieltjes, timmerman en landbouwer
23.680 m² huis, bouw- en grasland
Bewoners
Eerst bekende bewoner:
Roelof Prins (IJzerlo – IJzerlo < 1696)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Willem(Wijer) Prins(en) (IJzerlo), trouwt op 17-05-1696 in Aalten met Heijl(tj)e(n) Gelckinck alias Sumps / Somsen (Dinxperlo, 20-02-1670)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Fre(d)rik Prins(en) (Aalten, 07-12-1704 – IJzerlo, 05-07-1769), trouwt op 11-12-1729 in Aalten met Lotte Bolan(t/d) (Dinxperlo, 21-09-1704 – IJzerlo, 31-12-1787)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Roelof Prins(s)en alias op de Stokkert (Aalten, 28-10-1736 – IJzerlo, 21-05-1807), trouwt op 07-07-1759 in Aalten met Kunera / Kunne / Cornelia Lieftink (Aalten, 15-08-1734 – IJzerlo, 29-03-1803)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
(Hendrik) Jan Prinsen (Aalten, 28-10-1779), trouwt op 25-12-1807 in Aalten met Berendjen Lens(ink) (Dinxperlo, 25-06-1776)
Foto: G. Schreurs, 2023Fragment kadastrale kaart uit 1937 (perceel F-2397), met tevens de contouren van het afgebroken Devenhuis Projectie uit ‘Boerderij- en Veldnamen in Aalten’ op Google luchtfoto, met huisnummers in 1967Fragment kadastraal leggerartikel (1966-1985)Aaltensche Courant, 15 oktober 1920Aaltensche Courant, 26 oktober 1920
In 1538 moest het goed Ten Passche de smalle tiend en een molder rogge betalen aan Jenneken Gebbinck te Bocholt. De boerderij waarbij ruim zeven molder bouwland en wat heide behoorde, was in de 17e eeuw van de jonker Voerst van Hagen.
Archieven
Rechterlijk Archief Bredevoort 1615
Mercurij 18 Januarij A° 1615 – Drost und Richter Gosswin van Lawick, Cornoten Johan (Nachtegaell), Herman Steinrott
Erschenen Meine Wensinck voer sich ……..(gat in papier) mede als Vader und Momber sijner (Kinderen) Derick, Geertken und Aelken /: daervoer hij wegen ratification und approbation deses cavierde : / voort Essel Wensinck sijn soon voer sich selffs und Lubbert Eekinck voer sich selfss und mede als echte M(an) und Momber Stijnen Wensincks, (daer)voer hij cavierde, die bekanden in (quali)teit vorschreven, voer sich, haren Kinderen respective huijsfrouwen und erven, Voer eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplichen erffkoops avergelaten und verkofft thoe hebben, den Edlen, Ernvesten Ehr und voeldoegentrijcker Anthonius van Voorst then Hagen, Margarieten Schenck sijner Edl. Huijsfrouwen und haren erven, Haer verkoeperen Erff und guet Passche, in den Kerspell Aelten buerschap Iserloe, tusschen Meckinck und Ruel, in sijner ferner voor und bepalung gelegen, mit sijn toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtich Kummerfrij, Voerbeholden den Huijse Anholt Eenen Meijrijder, Bernt Ruessinck Een Molder Roggen thendt, den Pastoir ’t Aelten Vierdehalff schepell Mancksaets Molts, und den Huijse Bredeforth Een schepell Richthaver Jaerlicx und gewontlicken dienst. Deses in mathen vorschreven erfflick gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, und beter vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandung hares selven erffs und guets Eeckinck, voorth aller harer gereiden und ongereeden guederen. Sonder exception und argelist.
Verpondingskohier 1647
Ten Passche, Jor. Voorst van Haghen erfgen. Huis, hof 2 sp. boulant 7 1/2 mdr., derde gerve 62 -9 – 8. Geeft 3 hoender, 3 pont vlass, 1 vercken of 3 dlr. 5 – 8 -. Eijcken boomen.
Liberale Gifte 1748
Overdrachtsbelasting Heerlijkheid Bredevoort 1786
Den 11 februarij ontfangen van Sara Wagemans, weduwe van den predikant Adrianus Rudolphus de Rooij, wonende binnen Zutphen, 16 guldens, wegens een derde part van ’t goed ’t Paske in de buurschap Estijserlo onder Aalten geleegen, uit den boedel en nalatenschap van wijlen Agnis Isabella van Hambroick, in leeven weduwe van den predikant Philippus de Rooij, overleden te Aalten den 13 augustus 1785, voor 800 guldens aangekogt, dus.
Kadaster 1832
Aalten F699 Jan Hendrik Lageschaar en cons. landbouwer te Lichtenvoorde 2540 m² huis, schuur en erf
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Cope ten Pass(ch)e (IJzerlo – IJzerlo < 1677)
Cope was bouwman op ten Passche in 1650 (Verpondingscohier, origineel register).
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Tobe te(n) Passche / te Paske (IJzerlo – IJzerlo < 1707), trouwt op 14-10-1677 in Aalten met Jenneken te Woert (IJzerlo)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Cope te Passche / te Paske (Aalten, 30-10-1681 – IJzerlo < 1716), trouwt op 27-03-1707 in Aalten met Enneken Hermelink (Miste)
Volgende bewoners, zwager/broer en schoonzuster:
Joost Hermelink alias te Paske (Winterswijk, 13-03-1689), trouwt op 05-09-1717 in Aalten met Jenneken Heusinkveld (De Heurne)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Hermannus Bu(i)nin(c)k ook genaamd te Paske ook genaamd Doeing (Bocholt 01-03-1705), trouwt op 13-06-1739 in Aalten met Hendersken te Paske (Aalten 26-01-1721)
Hermannus en Hendersken vertrekken kort voor 1747 naar Doeing in Hemden.
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Jan Fredriks alias te Paske (Goor), trouwt op 15-02-1747 in Aalten met Stijne te Paske (Aalten, 02-10-1718)
Volgende bewoners:
Gerrit te Veenhui(j)s alias te Paske (Aalten, 30-01-1724), trouwt op 17-03-1759 in Aalten met Li(j)s(a)bet(h) Kappers (Aalten, 20-09-1733)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Harmen te Paske (Aalten, 01-11-1761 – Aalten, 10-02-1838), trouwt (1) op 30-07-1797 in Aalten met D(e/i)rsken Tammel (Aalten, 22-12-1765 – IJzerlo, 10-05-1802) (2) op 24-06-1804 in Aalten met Berendken Hemmink (Winterswijk, ca. 1769 – Meddo, 29-09-1836)
Berendken overleed op boerderij Wesselsmaat in Meddo, Herman op Stapelkamp in Heurne bij zijn schoonzoon en dochter Jan Stapelkamp en Janna te Paske.
Volgende bewoners:
Jo(h)annes Henricus Gries(s) (Bocholt, 10-01-1793 – Barlo, 15-07-1873), trouwt op 14-02-1818 in Aalten met Gertrudis Knipe (Bocholt, 26-07-1790 – IJzerlo, 25-07-1854)
De naastgelegen boerderij op Klokkemakersweg 6 heet(te) ook Roele. Is dat een afsplitsing van deze boerderij? Of juist andersom?
Als Ruel komen wij de boerderij in 1438 tegen. In 1618 was ook deze boerderij van jonker Voorst van Hagen. Er behoorde toen 10 molder bouwland bij, een dagwerk groenland en wat hout en heidegrond.
Archieven
Verpondingscohier 1647
In de transcriptie van het verpondingscohier van 1647 komt in IJzerlo t‘ Rule niet voor terwijl de boerderij toen al eeuwenlang bestond. Wel komt een boerderij voor die ‘Lammers Vule‘ wordt genoemd: “Lammers Vule, Jor. Smullincks erfgen. Huis, hof 1 1/2 sp. boulant 10 mdr., 3de gerve 83 – 6 – 8. Geeft 2 hoender, end pontschatt. Eijcken boomen.” Deze naam komt in geen enkel ander document voor.
Eigenaars waren de erfgenamen van Jor. Smullincks en bouwman was Nellis ten Rule. In 1658 was Jan Smullinck eigenaar van ‘het Erff ende guedtt t’Grote Ruijll inden Buhrschap Iserloe‘ (Volontaire Protocollen). Michaelis 1647 werd Lammert Keveskamp op t‘ Rule, wonende in IJzerlo, lidmaat in Aalten.
Nadere bestudering van de naam ‘Lammers Vule‘ in het originele verpondingscohier doet vermoeden dat dit een leesfout van de transcribenten betreft en dat er in werkelijkheid ‘Lammert Rule’ staat. Het Rule van Lammert Keveskamp dus.
Liberale Gifte 1748
Kadaster 1832
Aalten F567 G.J. Smalbraak en cons. predikant te Kootwijk 270 m² huis, schuur en erf
Bewoners
Van de oudste bewonersreeks is niet duidelijk of die bij deze boerderij hoort of bij de naastgelegen boerderij op Klokkemakersweg 6. Vanaf 1823 wordt de bewonersgeschiedenis pas duidelijk.
Eerst bekende bewoner:
Lammert Keveskamp op t’ Rule
Lammert werd lidmaat Michaelis 1647 en woonde in IJzerlo (Lidmatenregister).
Volgende bewoners:
Nellis te Roele (IJzerlo) Geertjen
Nellis was bouwman op ‘Lammert Rule‘ in 1650 (Verpondingscohier, origineel register).
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Roelof te(n) R(u/oe)le (IJzerlo – IJzerlo 1669-1672), trouwt op 25-04-1664 in Dinxperlo met Jenneken te(n) Ormel (De Heurne)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Jan Brussen alias te R(u/oe)le (Lintelo), trouwt op 01-09-1672 in Aalten met Jenneken te(n) Ormel (De Heurne)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Der(c)k ter Beest alias te Roele (Dinxperlo – IJzerlo < 1718), trouwt op 23-06-1695 in Aalten met Aeltjen te Roele (Aalten, 20-07-1673)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
T(o/eu)n(n)is te Roele (Aalten, 26-04-1696 – IJzerlo < 1739), trouwt op 06-02-1718 in Aalten met Henderske(n) Navis (Aalten, 01-05-1698 – IJzerlo, 27-11-1764)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Barent Lumes alias te Roele (Breedenbroek – IJzerlo, 27-12-1782), trouwt op 14-02-1739 in Aalten met Henderske(n) Navis (Aalten, 01-05-1698 – IJzerlo, 27-11-1764)
Volgende bewoners:
Wander St(u/o)rris alias te R(oe/u)le (Aalten, 15-09-1754 – Hemden, 21-09-1807), trouwt op 10-03-1782 in Varsseveld met Trijntjen (Catarina) Meinen (Aalten, 01-06-1749 – IJzerlo, 30-04-1805)
Wander vertrok na het overlijden van zijn vrouw naar Degeling in Hemden.
‘IJzerLoe of Nestiezeren’, red. H.J. Westervelt, 1983
Een scheerdoos met ingebouwde scheerspiegel en met inhoud betreffende negentien losse onderdelen: zeepkom met steen, scheermes in doosje, los mes in drie onderdelen, zes Gillette scheermesjes, scheerkwast, zeep in scheerstaaf, houder voor scheerstaaf, ‘styptic pencil’ tegen bloeden en een reclamefolder. De heer Jan Scheelhaas ontving deze doos met inhoud als afscheidscadeau bij zijn vertrek als boerenknecht van boer H.Th. Kämink van ’t Roele, waar hij woonde en werkte van 27-10-1949 tot 02-11-1953. [Bron: Stedelijk Museum Zutphen]
De naastgelegen boerderij op Klokkemakersweg 8 heet ook Roele. Is deze boerderij een afsplitsing daarvan? Of juist andersom?
Als Ruel komen wij de boerderij in 1438 tegen. In 1618 was ook deze boerderij van jonker Voorst van Hagen. Er behoorde toen 10 molder bouwland bij, een dagwerk groenland en wat hout en heidegrond.
Archieven
Verpondingscohier 1647
In de transcriptie van het verpondingscohier van 1647 komt in IJzerlo t‘ Rule niet voor terwijl de boerderij toen al eeuwenlang bestond. Wel komt een boerderij voor die ‘Lammers Vule‘ wordt genoemd: “Lammers Vule, Jor. Smullincks erfgen. Huis, hof 1 1/2 sp. boulant 10 mdr., 3de gerve 83 – 6 – 8. Geeft 2 hoender, end pontschatt. Eijcken boomen.” Deze naam komt in geen enkel ander document voor.
Eigenaars waren de erfgenamen van Jor. Smullincks en bouwman was Nellis ten Rule. In 1658 was Jan Smullinck eigenaar van ‘het Erff ende guedtt t’Grote Ruijll inden Buhrschap Iserloe‘ (Volontaire Protocollen). Michaelis 1647 werd Lammert Keveskamp op t‘ Rule, wonende in IJzerlo, lidmaat in Aalten.
Nadere bestudering van de naam ‘Lammers Vule‘ in het originele verpondingscohier doet vermoeden dat dit een leesfout van de transcribenten betreft en dat er in werkelijkheid ‘Lammert Rule’ staat. Het Rule van Lammert Keveskamp dus.
Liberale Gifte 1748
Kadaster 1832
Aalten F653 Gerrit Jan Smalbraak en cons. predikant te Kootwijk 1940 m² huis en erf
Bewoners
Van de oudste bewonersreeks is niet duidelijk of die bij deze boerderij hoort of bij de naastgelegen boerderij op Klokkemakersweg 8. Vanaf 1823 wordt de bewonersgeschiedenis pas duidelijk.
Eerst bekende bewoner:
Lammert Keveskamp op t’ Rule
Lammert werd lidmaat Michaelis 1647 en woonde in IJzerlo (Lidmatenregister).
Volgende bewoners:
Nellis te Roele (IJzerlo) Geertjen
Nellis was bouwman op ‘Lammert Rule‘ in 1650 (Verpondingscohier, origineel register).
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Roelof te(n) R(u/oe)le (IJzerlo – IJzerlo 1669-1672), trouwt op 25-04-1664 in Dinxperlo met Jenneken te(n) Ormel (De Heurne)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Jan Brussen alias te R(u/oe)le (Lintelo), trouwt op 01-09-1672 in Aalten met Jenneken te(n) Ormel (De Heurne)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Der(c)k ter Beest alias te Roele (Dinxperlo – IJzerlo < 1718), trouwt op 23-06-1695 in Aalten met Aeltjen te Roele (Aalten, 20-07-1673)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
T(o/eu)n(n)is te Roele (Aalten, 26-04-1696 – IJzerlo < 1739), trouwt op 06-02-1718 in Aalten met Henderske(n) Navis (Aalten, 01-05-1698 – IJzerlo, 27-11-1764)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Barent Lumes alias te Roele (Breedenbroek – IJzerlo, 27-12-1782), trouwt op 14-02-1739 in Aalten met Henderske(n) Navis (Aalten, 01-05-1698 – IJzerlo, 27-11-1764)
Volgende bewoners:
Wander St(u/o)rris alias te R(oe/u)le (Aalten, 15-09-1754 – Hemden, 21-09-1807), trouwt op 10-03-1782 in Varsseveld met Trijntjen (Catarina) Meinen (Aalten, 01-06-1749 – IJzerlo, 30-04-1805)
Wander vertrok na het overlijden van zijn vrouw naar Degeling in Hemden.
Volgende bewoners:
Engelbart(u)s Harmelink (Winterswijk, 11-02-1761 – IJzerlo, 03-12-1818), trouwt op 02-11-1794 in Winterswijk met Jenneken Brummelstroete (Winterswijk, 10-10-1760 – Barlo, 08-04-1837)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon
Hendrik Willem Weeversborg (Aalten, 13-10-1786), trouwt op 03-09-1818 in Aalten met Hendrika Harmelink (Aalten, 24-01-1799)
Na het overlijden van hun ouders emigreren Derk Reinder met zijn zus Hendrika Willemina, zijn vrouw Johanna Wesselina, hun zoontje Jan Hendrik (25-01-1855) naar Amerika.
Rengerdinck, zoals de boerderij vroeger heette, was een leengoed van de jonkers van Bronckhorst. Jaarlijks moest 10½ schepel rogge en de tienden van het op de boerderij geboren vee gegeven worden aan de begijnen in Bocholt. Het was één van de grootste erven in de buurtschap. Er behoorde 14 tot 16 molder bouwland bij, drie koeweiden en wat bos en heide.
Merkwaardig is het pachtcontract uit 1756, dat bepaalde dat in de twaalf jaren van de verpachting de bouwman een derde deel van het land mocht bezaaien met mestrogge, een derde deel met braakrogge, terwijl het overige land niet bezaaid mocht worden, maar voor de volgende pachter moest blijven liggen. Hieruit kunnen wij opmaken dat een deel van het land permanent met rogge werd bebouwd en om het andere jaar werd gemest, terwijl een derde deel van het bouwland 12 jaar lang braak bleef liggen.
Bij de boerderij behoorde ook nog een veenplas op Reierdinkveen, waar men turf kon steken.
Archieven
Rechterlijk Archief Bredevoort
Mercurij 6 Septembris A° 1615 – Statholder Joannes ter Woert, Cornoten Lehnardt van Elverfelt, Peter Evertz.
Erschenen Seigneur Wessel Schenck voer sich und mede als Volmechtiger van Seigneur Salomon Voerknecht, Janneken Hooffden eheluiden, daervan genoegsame speciall volmacht voer Borgermeisteren und Regierders der Stadt Amstelredamme onder derselver Stadt Segell ten Zaecken, in dato den lesten Augusti, Sestienhondert Vijfftien gepasseert, vorbrachte, voort Johan Brunss, Gertruidt Tols eheluide, voer sich und mede in namen und sich sterck maeckende voer haren Vaeder Henrick Toll, sampt broeder und susteren Henrick Toll und Jenneken Tols, huijsfrow Gerhardt Brandts, und Willemken Tols huisfrow Reinholdten Brandts burgeren der Stadt Dantzick /: daervoer sie sonderlich cavierden :/ die bekanden voer sich, haren respective Principalen Constituenten und Consorten vorschreven, und erven, voer eine walbetaelde Summa geldes, derwelcken sie sich gueder volnkomener betalongh bedanckten, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft toe hebben, Henrick Lobeeck, borger der stadt Bocholdt Merrijken sijner huisfrouwen und haren erven, dat Erve und guet Rengerdinck mit desselven Cavenstede sampt alinge olden und nijen toebehorungen und gerechticheiten, in water, top, twijgh, landt und sandt, in mathen wijlandt Johan Voerknecht dieselvige erfflick angekofft und bis in sijnen dootlicken affscheidt in possessie en gebruick gehadt, inden Kerspell Aelten buerschap Iserloe, tuischen die gueder Eeckinck und Woert gelegen, voer doerslechtich kummerfrij, uthbescheiden den Susteren Huijse van Schonenberch binnen Bocholdt Elfftehalff schepel Thendtrogge und bloedigen thendten, und den Huise Bredeforth Elff Paer hoender, item Twie groten Thinss, und Een schepell Richthaver Jaerlicx, voorth natuerlicken inliggenden beschweer. Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvongh und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandung aller und jeden Ihren der Verkoeperen und mitbeschrevenen semptlichen und sonderlichen gereiden und ongereiden guederen, woe, waer oder in wat Heeren Landen die gelegen und antoetreffen wehren, giene aver all uthbescheiden, sich daran pro evictione toe verhaelen Sonder exception und argelist.
Veneris 9. Maij 1651 – Stattholder Joost ter Vile, Coernoten Peter Cloeck, Joannes ter Woort
Erschenen Henrick ten Hagen Commis Engele Lobeeck Eheluijden, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene welontfangene Summa geldes ondergemelt rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Jan Hardes, Henrica Rumps Eheluijden und haeren erven, Sess und dartich Caroli gulden, Jaerlix op Meij und op Meij des Jaers sestijnhondert twie und vijfftich eerst toe verschijnen, stellende daervoor t’onderpande haer Erff undt goedt Reijnerdinck in den Kerspell Aelten Buhrschap Iserloe, voorts alle haere andere goederen in dese Heerlickheit gelegen, om sich daeran gemelter Pension sampt hoofftsum hinders kosten und schaden wegens missbetalongh und uhtmanongh erleden und angewendt mitt pendinge nae Landtrechte te verhaelen, die Loese een Vierendeel Jaers te voren te verkundigen voorbeholden, und demnae op Meij Philippi et Jacobi, Viertijn dage daernae onverhaelt mitt die Somma van Sess hondert Caroli gulden te loesen, alles bij poene van pendinge als voorss. Sonder exception und argelist.
In de marge: A° 1662 den 15. Augusti Erschenen Jan Hardes ende bekande voor hem ende sijnen erven van dese obligatie voor den Hr. Commissaris Henrick ten Hagen ende sijn l. huijsfrouw te dancke voldaen ende betaelt te sijn Ergo Vacat T. Bronckhorst Landtschrijver
Liberale Gifte 1748
Kadaster 1832
Aalten F53 Steven Ovink landbouwer te Dinxperlo 2900 m² huis, schuur en erf
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Willem Rengerdinck (ovl. < 1684) Gerdgen Bouwhuijs
In 1634 al als echtpaar genoemd.
Volgende bewoners:
Berent Rengerdinck ( < 1685) Geertjen Rengerdinck
Volgende bewoners:
Herman Ekinck alias Rengerdinck (IJzerlo), trouwt op 24-11-1689 in Aalten met Gerritjen Tambel (Lintelo)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Tobe (Teube / Tomas) Rengerdinck / Rengelink (Aalten, 11-01-1691 – IJzerlo, 18-03-1764), trouwt op 24-11-1739 in Aalten met Janna (Johanna) Hoftieser (Aalten, 18-07-1717)
Volgende bewoners:
Gerrit Kappers alias Rengerdink / Rengelink (Dinxperlo, 02-04-1719 – IJzerlo, 30-03-1795), trouwt op 16-05-1750 in Aalten met Janna (Joanna) te Kotte (Bocholt, 11-01-1728 – IJzerlo, 24-03-1799)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Hendrik Rengerdink / Rengelink (Aalten, 06-05-1759 – IJzerlo, 20-06-1833), trouwt op 17-11-1793 in Aalten met Gezina Pakkebier (Aalten, 17-06-1770 – IJzerlo, 20-07-1840)
Deze boerderij werd vroeger ook wel Lutke Eeckinck of Klein Ekink genoemd (‘lutke’ betekent ‘klein’).
In tegenstelling tot bijna alle katersteden (keuterboerderijen) was de Prins niet op markegrond gesticht, maar een afsplitsing van de oude boerderij Eekink. In 1529 blijkt, dat de bewoner van de Prins een derde van het aantal honden moest huisvesten, die de heer van Bredevoort in de jachttijd op Eekink placht onder te brengen. Kennelijk was een deel van de verplichtingen van Eekink overgegaan op de Prins, die soms ook Klein Eekink werd genoemd. In 1529 woonde hierop een broeder van Gerdt Eekinck of Eekink, namelijk de “jonge Eekinck. die men noempt den Princen”. Waarom Jan Eekinck zo werd genoemd, zullen wij nooit te weten komen. Maar zijn bijnaam werd tot naam van de boerderij, die hij misschien gesticht heeft.
Aalten F119 Jan Willem Stottelder en cons. landbouwer te Winterswijk 230 m² huis, schuur en erf
Bewoners
Zusters Stine Lutken Eeckinck en Gertken Lutken Eeckinck, getrouwd met Tonis ter Maetop Tönnishuus in De Heurne, verkochten respectievelijk in 1626 en 1628 hun van hun ouders aangeërfde aandeel in het Erff en Goet Lutken Eeckinck aan hun zwager en zuster Johan ter Wocht genannt Lutken Eeckinck en zijn vrouw Jenneken ten Lutken Eeckinck. Hun schoonzoon Berndt Everkinck alias Goerkinck en dochter Biele ter Wocht kochten in 1640 een vierde deel van Klein Eeckinck van Tonis ter Maet en zijn 2e echtgenote Aelken Benninck alias te Laer en in 1641 twee keer een vierde gedeelte van Garrit opt Loe en zijn vrouw Reintken en van Geesken Huetinck weduwe van Gerrit ter Wocht (Volontair Protocol). Het goed ging over naar hun dochters Stijne Goerkinck, getrouwd met te Derck Hengevelt, en Berentgen Goerkinck, getrouwd met Jan Stortelers op Stortelers in het Woold. Via Jan en Berentgen‘s zoon Geert, diens zoon Jan, die in 1771 eigenaar was (Verponding, Maandcedullen), en diens zoon Gerrit Jan kwam het in het bezit van zijn zoon Jan Willem Stottelers, getrouwd met Jenneken Mennink, die (met consorten) in 1832 eigenaar was (Kadaster).
Eerst bekende bewoners:
Johan ter Wocht genannt Lutken Eeckinck (Corle?) Jenneken ten Lutken Eeckinck (IJzerlo)
Volgende bewoners:
Jan Prins (IJzerlo – IJzerlo < 1693) Maria Ansinck (IJzerlo)
Jan wordt genoemd als bouwman op de Princen Stede in 1650 (Verpondingscohier, origineel register). Berndt Everkinck alias Goerkinck was eigenaar. Jan werd lidmaat Kerst 1648, Maria, als huisvrouw van Jan Prins, Pasen 1649 (Lidmatenboek).
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Hendrick Prins(en) (IJzerlo), trouwt op 05-03-1693 in Aalten met Geesken Beeckink / Overbeeck (IJzerlo – IJzerlo < 1708)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Jan Prins(en) (Aalten, 12-04-1696), trouwt op 06-07-1727 in Aalten met Jenneken Ebbers (Aalten, 10-03-1700)
Volgende bewoners, neef (oomzegger) en echtgenote:
Jan Prins/Prinsen ook genaamd Reint (Bocholt, 17-12-1728 ‘Joes Printzen’) Geeske Somsen (IJzerlo, 15-10-1730).
Jan wordt als bewoner van de ‘Prinsenstede’ genoemd o.a. in 1776 in het register van de overdrachtsbelasting (50e penning). Jan en Geeske waren volle neef en nicht via hun moeders, resp. Maria en Eva Prins.Jan Prins/Prinsen was een buitenechtelijke zoon van Maria Prins (IJzerlo, 05-11-1693). Jan woonde in 1748 (zie Liberale Gifte) met zijn moeder bij zijn kinderloze oom en tante Jan Prins (IJzerlo, 12-04-1696) en Jenneken Ebbers (Dale, 10-03-1700). Zijn nicht en latere echtgenote, Geeske Somsen, woonde er toen ook als ‘meit’. Ze woonden in IJzerlo in het 2e rot, de boerderijnaam wordt niet genoemd maar vermoedelijk was dat ook De Prins.
“Onder de handwevers waren ook enkelen bekend als ‘pelleweevers’. Dat waren wevers die fijner goed weefden, o.a. damast, tafellinnen enz. Lang niet alle wevers waren dit vak machtig.” [G.H. Rots, ‘Uit Aalten’s verleden’, Aaltensche Courant, 31 december 1937 (via Delpher)]
Nabij het dorp Aalten was ook ooit een boerderij te vinden met de naam Pellewever.
In 1438 komen wij de boerderij voor het eerst tegen als Averkampinck. Eeuwen lang behoorde het goed aan de juffers in het Witte Klooster te Bocholt. In 1618 behoorde er 7 molder bouwland en een dag maaien aan groenland bij.
Archieven
Verpondingskohier 1647
Averkempinck, Juffru. op t’Stift te Boeckholt. Huis, hof 2 sp. boulant 5 1/2 mdr., 3de gerve 45 – 16 -. Bouman betaelt de pontschatt. Eijcken holt.
Liberale Gifte 1748
Kadaster 1832
Aalten F1074 Domeinen 1000 m² huis, schuur en erf
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Nellis Overkempinck (IJzerlo < 1676) Trine
Nellis was bouwman op Overkempink in 1650 (Verpondingscohier, origineel register).
Volgende bewoners zoon?:
Hendrick Overkempinck (IJzerlo – IJzerlo < 1709)
Hendrick betaalde de kerckenpacht voor de jaren 1674-1687.
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Willem Nieuw(en)hof alias Overkempinck (Barlo), trouwt op 16-03-1690 in Aalten met Fij(tj)e(n) Overkempinck(s) (IJzerlo)
Willem betaalde de kerckenpacht voor de jaren 1719-1720.
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Nellis Nieuwenhof alias Overkempink (Aalten, 09-10-1692), trouwt op 06-08-1724 in Aalten met Henderke(n) Tolkamp (Aalten, 16-01-1701 – IJzerlo, 21-10-1769)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Teube Overkempin(k/g) (Aalten, 17-03-1731 – IJzerlo, 28-02-1804), trouwt (1) op 25-06-1777 in Aalten met Aaltjen Prins (IJzerlo – IJzerlo, 29-06-1789) (2) op 06-05-1792 in Aalten met Janna Geertruid Smee(t)s (Aalten, 13-06-1745 – IJzerlo, 09-08-1822)
Volgende bewoners, neef (oomzegger) en echtgenote:
Antoni(j) te Loo (Aalten, 19-07-1771 – IJzerlo, 14-06-1818), trouwt op 17-06-1809 in Aalten met Jenneken Lankhof (De Heurne, 25-03-1786 – IJzerlo, 27-09-1868)
De moeder van Antoni(j), Harmina Smees, was een zuster van Janna Geertruid Smee(t)s.
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Hendrik Jan Westerveld (De Heurne, 13-09-1799 – IJzerlo, 27-10-1852), trouwt op 19-06-1819 in Dinxperlo met Jenneken Lankhof (De Heurne, 25-03-1786 – IJzerlo, 27-09-1868)
Dit was één van de boerderijen, die eerst in bezit was van de heer van Anholt. In 1377 verpandde deze de boerderij aan Gert Meckinck. Frederick, heer van Zulen en Anholt kon de boerderij weer inlossen voor 100 goudstukken of 50 mud rogge, aan Gert Meckinck uit te betalen op de kerkhoven te Aalten, Bocholt of Dinxperlo. Dit gebeurde echter niet en de heer van Anholt gaf als leenheer het goed sedert 1402 als leengoed aan zijn leenmannen; in 1402 aan Johan Meckinck, in 1452 aan (diens zoon?) Johan Meckinck, in 1488 aan Wenemar Meckinck. Nadien raakte het uit de familie en ook Mekkink werd een pachtboerderij van de jonkers Voerst van Hagen.
Op een perceel bouwland, dat de Leemhorst heette, werd in de 18e eeuw een nieuwe boerderij van die naam gebouwd. De abdis van Vreden kreeg als tiend ieder jaar een mud rogge uitgekeerd.
Archieven
Verpondingskohier 1647
Meckinck, Voorst van Haghen erfgen. Huis, hof 1 sch. boulant 12 mdr., 3de gerve 1 (of 11?) koeweidens, 99 – 19 – 8. Geeft 6 pont vlass, 6 hoender, 1 vercken of 4 dlr. 7 – 16 -. End pontschatt.
Liberale Gifte 1748
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
F-761
Jan M. Prins en cons., assessor
780 m² huis, schuur en erf
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Derck Meckinck Elisabeth
Volgende bewoners:
Karst Meckinck (IJzerlo – < 1681), trouwt (1) met Lijsbeth Rouwbroeck (De Haart) (2) op 30-09-1666 in Aalten met Geertjen Entinck (Varsseveld)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Tonnis te Rule (IJzerlo), trouwt op 19-06-1681 in Aalten met Geertjen Entinck (Varsseveld)
Volgende bewoners, dochter van Karst en Geertjen en schoonzoon:
Gerrit Jentinck alias Mekkink (Lintelo – < 1741), trouwt op 10-05-1696 in Aalten met Lijsbeth Meckinck (Aalten, 11-07-1667)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Karst Mekkink (Aalten, 16-07-1702 – IJzerlo, 20-08-1779), trouwt op 20-04-1732 in Aalten met Dersken (Hendersken) te(r) Stroet (Aalten, 25-09-1698)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Derk Neerhof, op Mekkink (Aalten, ged. 17-03-1731 – IJzerlo, 30-11-1811), trouwt op 17-07-1763 in Aalten met Lijsbeth Mekkink (Aalten, ged. 26-06-1735 – IJzerlo, 26-05-1797)
Garrit Jan Neerhof, op Mekkink (Aalten, 15-02-1767), z.v. Dirk Neerhof en Elizabeth Mekkink, trouwt op 09-11-1800 te Aalten met Aleida Winkelhorst (Aalten, 09-12-1779)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Toni Koskampe (Barlo, 03-01-1814) Hanna Mekkink (IJzerlo, 03-05-1818)