Categorie: Personen

  • Cato Kothuis

    Cato Kothuis

    Onderwijzeres

    Catharina Cecilea (Cato) Kothuis werd op 23 november 1908 geboren in huis nr. 8 te Aalten (Landstraat 4), als dochter van borstelmaker Johannes Kothuis en Helena Theodora Vultink.

    Cato Kothuis (1908-2001)

    Cato Kothuis woonde samen met haar zus aan de Landstraat 4. Beide zussen waren ongetrouwd. Cato stond bekend als een bijzondere vrouw: diep gelovig, maar tegelijkertijd ruimdenkend. Ze was jarenlang leerkracht op de RK St. Jozefschool, waar ze generaties kinderen heeft onderwezen. Tijdens de lessen begeleidde ze het klassikaal zingen op een loodzwaar elektrisch orgeltje, waar een nogal jengelend geluid uit kwam.

    Cato Kothuis overleed op 30 maart 2001. Zij werd begraven op begraafplaats Berkenhove.

    Meer informatie is welkom!

  • Ds. Tjeerd Radsma

    Ds. Tjeerd Radsma

    NH predikant

    Tjeerd Radsma werd geboren op 20 februari 1772 in Harlingen, als zoon van Hermanus Radsma en Aafke Steffanij. Hij trouwde op 11 augustus 1799 in Meppel met Anna Dina Kniphorst. Na haar overlijden in 1805 hertrouwde Radsma op 6 oktober 1808 in Leeuwarden met Doedtje Nieuwenhuis, die eerder gehuwd was met Heert Jans Kingma.

    In 1812 werd Tjeerd Radsma geregistreerd als inwoner van Hempens, bij Leeuwarden. Hij was daar predikant van Hempens en Teerns. Er staat tevens bij vermeld dat hij op dat moment vier kinderen had. Wij wisten er drie te achterhalen, allen uit zijn eerste huwelijk:

    1. Johanna (Hempens, 1800 – Aalten, 1847)
    2. Aafke (Hempens, 1801 – Aalten, 1824)
    3. Anna Dina (Hempens, 1805 – Meppel, 1806)

    Naar Aalten

    In 1817 kwam Radsma, op 45-jarige leeftijd, als predikant naar Aalten. Vijf jaar later, op 11 augustus 1822, herdacht hij zijn 25-jarig ambtsjubileum. Bij deze gelegenheid hield hij een preek naar aanleiding van 2 Korinthiërs 5:9. De eerste zin van de preek luidde: “Het leven van een ieder levert tijden en dagen op, welke boven andere merkwaardig zijn en aan dezelve feestelijk te gedenken kan – zoo geene menigvuldigheid daarvan den indruk te zeer verslapt – zeer nuttig zijn.”

    Radsma woonde in de Oude Hervormde Pastorie aan de Wehmerstraat.

    Overlijden en graf

    Tjeerd Radsma overleed op 4 december 1839 in Aalten, op 67-jarige leeftijd. Hij werd begraven op de Oude Begraafplaats aan de Varsseveldsestraatweg. Zijn grafsteen is één van de oudste daar nog aanwezige grafmonumenten. In hetzelfde graf liggen ook zijn weduwe Doedtje, die in 1855 overleed, en haar kleindochter Maria Elizabeth Dodina Bianka Lans, die in 1835 op achtjarige leeftijd stierf. Maria’s moeder was Janke Kingma, een dochter van Doedtje uit haar eerste huwelijk.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

  • Toni Stapelkamp

    Toni Stapelkamp

    Veteraan van de Belgische Opstand

    Toni Stapelkamp was een boerenzoon uit de Aaltense Heurne. Hij diende in de Nationale Militie en werd onderscheiden voor zijn deelname aan de Tiendaagse Veldtocht en de verdediging van de Citadel van Antwerpen.

    Toni (ook wel geschreven als Tonij en Antonij) Stapelkamp, werd geboren op 30 juli 1807, in de Franse Tijd. Hij was de derde zoon van Hendrik Willem Stapelkamp en Johanna Elisabeth Slotboom en de betovergrootvader van onze huidige burgemeester, Anton Stapelkamp. Toni was de laatste Stapelkamp die werd geboren op de gelijknamige boerderij in de Aaltense Heurne.

    In 1814, toen Toni pas zeven jaar oud was, overleed zijn vader. Dit zal de financiële omstandigheden van het gezin aanzienlijk verslechterd hebben, vooral in een tijd waarin men al zuchtte onder de negatieve gevolgen van de Franse overheersing. Stadhouder Willem V, de Heer van Bredevoort, was zijn rechten kwijtgeraakt en daardoor ook de Drossaard Van Palland zijn positie. Boerderij Stapelkamp werd dan ook verkocht in deze periode.

    Beroep

    Toni moest als jongste zoon al heel vroeg elders emplooi vinden. Zonder de kostwinner zou de in omvang beperkte boerderij Stapelkamp zoveel monden niet hebben kunnen voeden.

    Volgens het bevolkingsregister van 1809-1823 woonde en werkte hij destijds als knecht bij Derk Jan Haartman op boerderij Haartman op de Haart. Hij was toen hoogstens vijftien jaar oud en was mogelijk al op zijn twaalfde of dertiende het huis uit gegaan. Zijn oudere zus Engelina woonde en werkte er ook, als meid.

    Opmerkelijk is dat deze Haartman zijn boerderij verkocht aan de familie Te Roele en in 1846 met zijn gezin met de SS Hector naar de VS emigreerde. De familie Te Roele woont in 2022 nog steeds op de boerderij.

    In het bevolkingsregister van 1823-1838 staat Toni ingeschreven, nog steeds als knecht, bij Jan Hendrik Drenthel op boerderij Drenthel, ook op de Haart, maar nu zonder zijn zus Engelina. In de bevolkingsregisters van 1838-1861 staat Toni eerst als arbeider vermeld en later als landbouwer (1860-1890).

    Militaire dienst en onderscheidingen

    Blijkens het in het Provinciaal Blad van Gelderland gepubliceerde Besluit van 15 februari 1827 werd Toni opgeroepen om op 27 februari om 08.00 uur in Arnhem bij het ‘Gouvernements-gebouw’ te verschijnen als reservist van de Nationale Militie. Samen met 223 andere mannen – waaronder nog vijf Aaltenaren – moest hij dienstdoen bij de 7e Afdeeling Infanterie.

    Per 1 maart moest hij zich bij zijn korps melden. De gemeentebesturen dienden er zorg voor te dragen dat ze voorzien waren van verlofpassen. Naast deze 7de Afdeeling Infanterie werden ook nog 373 Geldersen opgeroepen voor een 13de Afdeeling Infanterie, met ook hier een vijftal Aaltenaren, een 4de Bataljon Artillerie met 59 man en een 1e Bataljon Veldartillerie met 28 man.

    Toni ontving onderscheidingen voor zijn inzet tijdens de Belgische Opstand: namelijk zijn deelname aan de Tiendaagse Veldtocht in 1830 (het Bronzen Kruis) en de verdediging van de Citadel van Antwerpen tegen Franse troepen in 1832 (de Citadelmedaille en de Medaille van de Commissie van Verdienste).

    Huwelijk en gezinsleven

    Na zijn militaire loopbaan vestigde Toni zich op boerderij Lichterink in Barlo, waar hij als knecht werkte. In 1839 vertrok hij naar boerderij Wissink in Miste, ook als knecht. Hij trouwde op 7 mei 1842, op bijna 35-jarige leeftijd, met de bijna 33-jarige Janna Geertruid Westerveld (1809-1887) uit Dinxperlo. Zij was weduwe van Derk Lammers.

    De huwelijksakte, opgesteld door burgemeester Roelvink, vermeldt dat Toni en Janna landbouwers waren. De akte vermeldt ook dat Toni, Janna en drie van de vier getuigen – waaronder zijn broer en Garrit Hendrik – niet kon lezen en schrijven “als hebbende zulks niet geleerd”, zoals zo velen in die tijd.

    Toni trok in 1842 bij haar in, in de woning aan de Hogestraat (tegenwoordig nummer 26). Naast Toni en Janna stonden op dit adres ook twee dochters en een zoon uit Janna’s eerste huwelijk ingeschreven: Aleida, Rebekka Berendina en Evert Hendrik Lammers. Verder werden als inwonende personen nog vermeld: Janna’s voormalige schoonmoeder Elisabeth Loos en Aleida Klompenhouwer, naaister.

    Toni en Janna kregen drie kinderen: Dora Willemina (1843-1924), Gerrit Jan (1846-1848) en Gerrit Jan (1849-1935), overgrootvader van onze burgemeester. In 1855 werd er nog een kind dood geboren. Vanaf 1875 woont ook zijn schoondochter Hendrika te Sligte bij hen in en ook de eerste drie kinderen.

    In 1853 liet Janna een testament opstellen. Uit een onderhandse akte blijkt dat Toni in 1862 “een huisje met erf, staande en gelegen aan de Hoogestraat binnen het dorp Aalten en aldaar kadastraal bekendstaand in Sectie I nummer 1372, groot een roede dertig ellen” kocht voor 150 gulden. Een van de verkopers was de toen in Leeuwarden gevangenzittende Jan Hendrik Schepers. Het genoemde perceel betreft Hogestraat 26.

    Latere leven en overlijden

    In een bericht van 30 november 1882 werd Toni genoemd als een van de laatste twee nog levende verdedigers van de Antwerpse citadel. Er staat bij vermeld dat beiden in “behoeftige omstandigheden” verkeerden. Dit is opmerkelijk, aangezien zijn drieëndertigjarige zoon Gerrit Jan met diens vrouw bij hem inwoonde en die zal toch een inkomen gehad hebben.

    Toni overleefde al zijn broers en overleed op 8 december 1889, op 82-jarige leeftijd. De aangifte van overlijden werd gedaan door zijn naobers Derk Jan Heusinkveld (Hogestraat 28) en Berend te Slaa (Hogestraat 24). Zijn vrouw Janna was in 1887 al gestorven, 78 jaar oud. Ondanks hun late huwelijk vierden ze nog hun gouden huwelijksjubileum. Dat zal niet velen gegeven zijn in die negentiende eeuw op het verarmde Achterhoekse platteland.

    Toni moet gehoord hebben van de kerkelijke ontwikkelingen rond de Afscheiding en de eerste afgescheiden gemeente in 1843. In het bevolkingsregister van 1838-1851 stond hij te boek als Gereformeerd, maar in alle latere vermeldingen tot aan zijn overlijden als Nederlands-Hervormd. Rond 1850 vertrokken er ook enkele Stapelkampen met andere afgescheiden Achterhoekers naar Iowa, Wisconsin en Michigan in de Verenigde Staten.

  • Mr. Johan (Hans) Pruim

    Mr. Johan (Hans) Pruim

    Kantonrechter en boekhandelaar

    Johan (roepnaam: Hans) Pruim werd in 1931 geboren in Hilversum. Van 1959-1987 was hij jurist en van 1987-1990 advocaat te Den Haag. Vervolgens bekleedde hij van 1990-1997 de functie van kantonrechter in Terborg. Hij woonde met zijn echtgenote Loeki op Beekhuize, de voormalige woning van textielfabrikant Driessen aan de Dijkstraat in Aalten. Loeki dreef hier een hotel.

    Na zijn afscheid als kantonrechter verhuisden hij en zijn echtgenote Loeki naar de Hozenstraat 2 in Bredevoort. Daar begonnen zij een boekhandel en antiquariaat.

    In Bredevoort was de heer Pruim actief als bestuurslid bij het Boekbindersgilde Hameland. In 1997 schreef hij een boekje getiteld: ‘Een spijl in het hek’. Dit boekje vertelt de geschiedenis van de herovering van Bredevoort door Prins Maurits op de Spanjaarden in 1597. Bredevoort was tijdens de Tachtigjarige Oorlog omringd door moerassen. Door gebruik te maken van kurkmatten wist Prins Maurits met zijn troepen Bredevoort te heroveren. Bij de presentatie van het boekje werden enkele exemplaren met een omslag van kurk aangeboden aan wethouder Udo-van Helden en de eredrost van Bredevoort, oud-burgemeester Bekius.

    De heer Pruim heeft zich ook verdienstelijk gemaakt voor ouderenzorgorganisatie Stichting Zorgcombinatie Marga Klompé. Vanaf 1993 was hij betrokken als begeleider van de fusie tussen de Winterswijkse huizen en vanaf 1995 als voorzitter van de Raad van Toezicht. In die functie heeft hij zich met overgave ingezet voor het welzijn van hen die binnen Zorgcombinatie Marga Klompé wonen en werken. Na zijn terugtreden in 2006 bleef hij de stichting volgen als erevoorzitter.

    Na een periode van afnemende gezondheid overleed Mr. Hans Pruim op 4 mei 2014, op 83-jarige leeftijd. Hij werd begraven op begraafplaats Berkenhove.

    [Bron: FilmAalten]

  • Willem Catharinus Krijgers Janzen

    Willem Catharinus Krijgers Janzen

    Notaris

    Willem Catharinus Janzen werd op 21 oktober 1899 geboren in Est en Opijnen (Gelderland), als zoon van Ernst Janzen en Catharina Krijgers. In 1929 liet hij zijn achternaam officieel wijzigen in Krijgers Janzen.

    Op 5 juni 1929 trouwde hij in Amsterdam met Gerria Noteboom uit Rhoon. Uit dit huwelijk werden, zover bekend, vier kinderen geboren, waarvan er één levenloos ter wereld kwam.

    Hij volgde in 1939 J.H.W. Mensink op als notaris in Aalten.

    Krijgers Janzen woonde met zijn gezin aan de Bredevoortsestraatweg 67 in Aalten.

    Hij overleed op 3 april 1991 en ligt begraven op begraafplaats Berkenhove.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Bronnen


  • Lourens Navis

    Lourens Navis

    Arts, Ridder in de orde van Oranje-Nassau

    Lourens Navis werd op 28 mei 1870 geboren als Lourens Schokkin op boerderij Borninkhof in de Aaltense buurtschap Haart, zoon van de ongehuwde Janna Geertruid Schokkin. Enige maanden later, op 12 augustus 1870 trouwt zijn moeder met de onderwijzer Hendrik Navis en wordt door hem erkend en aldus gewettigd als zijn zoon. Zij gingen wonen op de Kattenberg in Aalten, tegenwoordig Lichtenvoordsestraatweg 11. Later verhuisde het gezin naar de hoek Landstraat/Markt.

    In 1900 vestigde Navis zich als huisarts aan de Prinsegracht 53 in Den Haag. Op 30 januari 1902 trouwde hij met Johanna Theodora Hulsebos. Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren: Elisabeth (1903), Janna Geertruid (1904), Johanna Theodora (1906), Hendrik (1909), Thomas Haulog (1913) en Margaretha Catharina (1919).

    Bij zijn 40-jarig jubileum als arts werd hij geridderd in de Orde van Oranje-Nassau vanwege zijn vele verdiensten op maatschappelijk gebied.

    Lourens Navis overleed op 13 mei 1940 in Den Haag en werd aldaar begraven op begraafplaats Oud Eik en Duinen.

    Loopbaan

    • 1 Juli 1875-1 Juli 1882 lager onderwijs;
    • 1 Juli 1882-1 Juli 1885 kweekeling;
    • 1 September 1885-1888 H.B.S. 3-j. c. Winterswijk;
    • 1888-1890 H.B.S. 5-j. c. Zutphen;
    • 1890 diploma eindexamen;
    • September 1890-19 Juni 1897 student medicijnen Universiteit van Amsterdam;
    • 19 Juni 1897 artsexamen;
    • 1 October 1897-1 Maart 1899 assistent-arts Wilhelmina Gasthuis Amsterdam;
    • tot 1 Februari 1900 2e geneesheer krankzinnigengesticht „Bloemendaal” Loosduinen;
    • sinds 12 Februari 1900 huisarts ’s-Gravenhage;
    • 1 Januari 1911-1 Juli 1935 keurend geneesheer Ned. Spoorw.;
    • sinds 1 Januari 1911 spoorwegarts;
    • was bestuurslid, later voorz. Algem. Ziekenfonds voor ’s-Gravenhage;
    • oprichter en pres.-comm. N.V. „Het Nieuwe Ziekenfonds”;
    • medeoprichter en van 1917-1932 voorz. van het algem. afdeelingsziekenfonds van de afd. ’s-Gravenhage en omstreken van de Ned. Maatschappij tot bevordering der geneeskunst;
    • 1930 eerelid van Bestuur idem;
    • 15 Januari 1914-15 Februari 1919 2e secr. afd. ’s-Gravenhage en Omstreken Ned. Mij. tot bevordering der geneeskunst;
    • 1914 medeoprichter en bestuurslid Ver. Medisch Leesmuseum en Bibliotheek;
    • 1916-1936 penningmeester idem;
    • 1930 eerelid idem;
    • 1903 lid Bureau voor raad en hulp ’s-Grav. Ver. tot bestr. der t.b.c.;
    • 1 Januari 1910 lid Dagelijksch Bestuur idem;
    • sinds 1 Januari 1932 penningmeester idem;
    • meermalen bestuurslid van Ned. Ver. van Spoorwegartsen;
    • in 1935 en 1937 voorz. idem;
    • 1927 medeoprichter en voorz. Ver. „H.A.M.E.A.”, Haagsche Medici en Apothekers;
    • bestuurslid Haagsche Huisartsenvereeniging;
    • 1916-1919 voorz. idem;
    • tot de opheffing in 1921 lid van comm. voor distribueering van bons voor noodrantsoenen (Wereldoorlog);
    • vertegenwoordiger Centrale Organisatie voor het Ziekenfondswezen van de Ned. Mij. tot bevordering der geneeskunst voor afd. ’s-Gravenhage en Omstreken;
    • lid en rapporteur Comm. inzake het beroepsgeheim van den Medicus;
    • 25 jaar lid Raad van Advies Werklieden vereen, afd. ’s-Gravenhage van Chr. Nat. Werkmansbond;
    • 13 Maart 1928 secr. Stichting Pensioenfonds voor beambten der Ned. Centr. Ver. tot bestrijding der t.b.c.;
    • sinds October 1936 secr.-penn. idem;
    • 1932 bestuurslid Ned. Centr. Ver. tot bestrijding der t.b.c.;
    • 1916-1919 lid Afdeelingsraad afd. ’s-Gravenhage en Omstreken Ned. Mij. ter bevordering der geneeskunst;
    • daarna tot opheffing lid Districtsraad idem.

    Publicaties

    • „Moeilijke geboorte van een kind met groote encephalocele”

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Bronnen


    Lourens Navis - Haagsche Courant, 21-06-1937
    Haagsche Courant, 21 juni 1937
    Lourens Navis - Aaltensche Courant, 21-05-1940
    Aaltensche Courant, 21 mei 1940
  • Pieter Hendrikus Boer

    Pieter Hendrikus Boer

    Drukker

    Pieter Hendrikus Boer werd op 2 september 1862 geboren in Hollandscheveld, gemeente Hoogeveen. Op 1 april 1899 treedt hij in het huwelijk met de 12 jaar jongere Margaretha Dorothea Harjes. Hij overleed op 22 januari 1927 en werd begraven op de Oude Begraafplaats aan de Varsseveldsestraatweg.

    Hoewel zijn achternaam in de officiële archieven ‘Boer’ luidde, noemde hij zijn drukkerij in Aalten ‘De Boer’. Wellicht omdat deze naam veel gebruikelijker is en iedereen hem daarom toch al zo noemde?

    In Memoriam

    Reeds sedert eenigen tijd was het bekend, dat de heer P.H. de Boer ernstig ongesteld was, maar toch zal het voor velen nog onverwacht geweest zijn, toen Zaterdagavond bekend werd, dat de patiënt overleden was. De heer De Boer, „De Boer van de Krante”, was hier in onze plaats en in de naburige gemeenten, een zeer bekende persoonlijkheid.

    In October 1894, begon hij met zijn broer in de Ormelstraat, op zeer bescheiden wijze de eerste Aaltensche drukkerij. Oorspronkelijk werd alleen een Predikbeurtenblaadje uitgegeven, maar in 1896 verscheen voor het eerst de „Aaltensche Courant”, die eenige jaren later ook onder de hoofden: Dinxperlosche-, Lichtenvoordsche- en Varsseveldsche Courant uitkwam.

    Van de Ormelstraat werd de zaak verplaatst naar het huis, waarin nu de heer Wagterveld woont. Weer later naar de Kruisstraat, het tegenwoordige gebouw, waar ook de handkracht plaats moest maken voor motorische kracht. In 1902 werd een filiaal in Winterswijk gesticht en ook de Nieuwe Winterswijksche Courant verscheen. Inmiddels kwam ook de boekhandel meer en meer tot bloei, en werd het van een klein bedrijf een flinke zaak.

    In zijn familieleven was de heer De Boer niet zoo gelukkig. Het overlijden van zijn echtgenoote en van zijn eenigste dochter, heeft hem zeer aangegrepen. Misschien door deze omstandigheden kreeg een buitenstaander den indruk van een stille, gesloten persoonlijkheid. Degenen echter, die den heer De Boer nader kenden, wisten, dat er achter dit alles een warm hart klopte voor zijn kinderen, voor zijn personeel en voor verschillende instellingen, waarvoor de nu overledene zich interesseerde. Met den heer De Boer is een goed burger van Aalten heengegaan.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Bronnen

    • De Graafschapbode, 22 januari 1927 (Delpher)
  • Dirk Stegeman

    Dirk Stegeman

    Onderwijzer

    Dirk Stegeman was in de tweede helft van de 19e eeuw 45 jaar lang hoofdonderwijzer op de Openbare Lagere School, eerst aan de Landstraat en vanaf 1886 aan de Herenstraat te Aalten.

    Dirk Stegeman werd op 4 juli 1830 geboren in de buurtschap Tonden bij Brummen, als zoon van schoenmaker Johannes Stegeman en Johanna Evers. Hij trouwde op 25 november 1854 in Ruurlo met Hendrietta Engelina van Heuven. Uit dit huwelijk werden maar liefst 11 kinderen geboren, waarvan er twee al jong overleden.

    Dirk Stegeman overleed zelf op 6 juni 1910 in Deventer op 79-jarige leeftijd.

    In 1937 beschreef G.H. Rots in een serie artikelen hoe het er in vroeger tijden in Aalten aan toeging. Zo schreef hij over de school:

    “In het dorp Aalten gingen de kinderen allen naar één school. Splitsing kende men niet. De kinderen van alle godsdienstige richtingen zaten naast elkaar op de schoolbanken. De school was gevestigd in een gebouw aan de Landstraat naast de Herv. Kerk. Beneden was de wacht en op de verdieping was de school. Meester Stegeman zwaaide er den scepter. Met nog 2 hulponderwijzers werd aan de Aaltensche jeugd onderwijs gegeven. Met zes kinderen in een bank, had men ’s winters zoo’n 60 à 70 leerlingen per onderwijzer. Elken morgen werden de lokaaldeuren opengezet, en deed het hoofd der school een gebed.

    De orde in de klas werd gehouden met de roede, want wie niet wilde luisteren, werd met een eindje hout bewerkt. En meester Stegeman had de schrik er in. Maar hij was een werkzaam man en spaarde zich geen moeite om het onderwijs zoo goed mogelijk te doen zijn. De avondschool was nog een goede gelegenheid om kinderen, die al vroegtijdig van school moesten, nog een beetje kennis bij te brengen. Dan had meester een kleinere klas en was het onderwijs geven gemoedelijker.”

    Let op: Dirk Stegeman dient niet te worden verward met dominee Jan Derk Stegeman, waar later de Stegemanschool naar werd vernoemd.

    Bronnen

    • Opregte Haarlemsche Courant, 1 mei 1857 (Delpher)
    • Zutphensche Courant, 26 augustus 1879 (Delpher)
    • De Graafschapbode, 25 augustus 1894 (Delpher)
    • Arnhemsche Courant, 24 oktober 1899 (Delpher)
    • Aaltensche Courant, 19 november 1937 (Delpher)
    Vacature ondermeester, Aalten - Opregte Haarlemsche Courant, 01-05-1857
    Opregte Haarlemsche Courant, 1 mei 1857
    Jubileum hoofdonderwijzer Stegeman, Aalten - Zutphensche Courant, 26-08-1879
    Zutphensche Courant, 26 augustus 1879
    Dirk Stegeman - Graafschapbode, 25-08-1894
    De Graafschapbode, 25 augustus 1894
    Ontslag D. Stegeman, OLS Aalten - Arnhemsche Courant, 24-10-1899
    Arnhemsche Courant, 24 oktober 1899
  • Willem Hebly

    Willem Hebly

    Architect

    Willem Hebly werd op 17 oktober 1908 geboren in Rotterdam. Eind 1934 vestigde hij zich in Aalten als architect. Hebly is verantwoordelijk voor het ontwerp van een groot aantal woonhuizen, winkelpanden, bedrijfspanden, boerderijen en scholen enzovoort in Aalten en omgeving. Veel van deze gebouwen verfraaien het straatbeeld ook vandaag nog.

    Het architectenbureau dat Willem Hebly heeft opgericht, werd in 1995 opgeheven. Begin 2011 besloot zoon Just Hebly, opvolger van zijn vader Willem en zelf architect in ruste, zijn architectenarchief in bewaring te geven bij Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers in Doetinchem. Hem werd gevraagd hierover een kort historisch overzicht te schrijven. Delen van dit verhaal worden hieronder weergegeven:

    Vestiging Willem Hebly in Aalten

    Willem Hebly was in 1934 afgestudeerd aan de Academie van Bouwkunst in Rotterdam als architect. Het was in die crisisjaren zeer moeilijk om zich als architect te vestigen in Rotterdam, omdat de bestaande architectenbureaus hun markt stevig afschermden tegen nieuwkomers.

    Een broer van Willem, Gon Hebly, kwam in die tijd in Aalten, als medewerker van een accountantskantoor, om de boeken te controleren bij de Dutch Button Works in Bredevoort. In het lokale krantje dat hij las in zijn hotel, ontdekte hij een sollicitatieoproep voor een echte architect in Aalten. Hij knipte de advertentie uit en nam hem mee naar huis voor zijn broer Willem.

    Na overleg met zijn familie en verloofde besloot Willem naar Aalten af te reizen en zich te melden bij de secretaris van de toenmalige Aaltense aannemersbond, dhr. Vreeman aan de Meiberg te Aalten. Hij was het die de oproep had geplaatst. Deze was zeer verbaasd dat een architect uit Rotterdam gehoor gaf aan de advertentieoproep in de lokale krant in Aalten. Hij legde uit dat de oproep eigenlijk een pest-advertentie was geweest naar een oud-collega timmerman, welke zich recentelijk voor architect uitgaf en over de ruggen van oud-collegae aannemers, zijn tekortkomingen corrigeerde.

    Willem was wel verbaasd over deze mededeling, maar liet zich niet van de wijs brengen. Van een goede bekende van zijn vader, waar hij de groeten aan overbracht, ontving hij meer informatie over Aalten. Inderdaad was er geen afgestudeerde architect in Aalten en waren er wel regelmatig goede opdrachtgevers met name voor de betere woningbouw in de vrije sector. Voor wat betreft de volksaard van de Achterhoekers werd hem meegedeeld dat deze nog al verschilde met die van de Rotterdammers. Echter wanneer je het vertrouwen van de bevolking eenmaal gewonnen had, dan kon je een potje breken bij de Aaltenaren.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Eerste opdracht

    Via deze kennis kreeg hij ook een adres waar hij eventueel voorlopig in de kost zou kunnen gaan, te weten mevrouw de weduwe Lammers aan de Stationsstraat. Daar heeft hij zich direct gemeld. Behalve dat hij een kamer met kost en inwoning kon huren, werd hij door haar ook in contact gebracht met Jan Ackerman welke naast haar woning een perceel grond had aangekocht, waarop hij een woning met bedrijfspand wilde gaan bouwen. De dag kon niet beter eindigen. Verheugd keerde hij terug naar huis, naar zijn familie en zijn verloofde, Lenie Bosman.

    Hij hoefde niet lang na te denken over een definitief besluit, nadat hij van Jan Ackerman zijn eerste opdracht had ontvangen, om zich in Aalten als architect te vestigen. Het werd een voor Aaltense begrippen in die tijd zeer modern huis dat sinds 2002 een Rijksmonument is. Blijkbaar viel het ontwerp van het woonhuis van Jan Ackerman bij veel Aaltenaren in de smaak, gelet op de vele opdrachten welke volgden.

    Al snel kreeg hij ook een opdracht voor de bouw van een woonhuis voor Henk te Paske aan Plein Zuid. Dit was een bouwmaterialenhandelaar en vriend van Jan Ackerman. Hij gaf kort daarop tevens opdracht voor de bouw van twee dubbele woonhuizen aan de Whemerstraat te Aalten. Een van die woningen (Whemerstraat 7) kon Willem huren. Hij trouwde in 1936 en heeft daar tot 1967 gewoond en vormde daar een gezin met negen kinderen. In de eerste jaren had hij de grootste slaapkamer als kantoor ingericht.

    Wederopbouw

    Na de crises- en oorlogsjaren was er volop werk aan de winkel, o.a. veel wederopbouw van gebombardeerde woonhuizen en boerderijen. De kantoorruimte werd al snel te klein vandaar dat het verplaatst werd naar de bovenverdieping van een groot woonhuis aan de Bredevoortsestraat van mevr. Manschot. Al snel was er werkgelegenheid voor drie/vier medewerkers, bouwkundige tekenaars en opzichters.

    Willem Hebly dateerde nog uit de tijd dat de architect als de spil in het bouwproces fungeerde. Hij zag zichzelf dan ook niet alleen als ontwerpend architect voor zijn opdrachtgevers, maar ook als hun bouwkundig adviseur en vertrouwensman in alle zaken betreffende de bouw: na het ontwerp het bestek met bestektekeningen, de kostenbegroting, de aanbesteding, de werktekeningen, de directievoering en toezicht op de uitvoering.

    In 1957 deed Willem’s oudste zoon Just Hebly als aankomend tekenaar zijn intrede binnen het inmiddels nieuwe kantoor aan de Hofstraat in Aalten. Na een jaar vertrok Just naar Rotterdam om ervaring op te doen en verder te studeren. Na het behalen van zijn HTS-diploma, voelde Just er nog niet voor om weer bij zijn vader in dienst te treden, maar koos voor het architectenbureau Nicolai in Emmen.

    Willem Hebly - Nieuwe Winterswijksche Courant, 28-05-1958
    Nieuwe Winterswijksche Courant, 28 mei 1958

    Bouwsysteem voor scholen

    In het midden van de zestiger jaren was er volop werk. De babyboomers uit 1946 traden in het arbeidsproces. Ieder dorp en stad werkte aan uitbreidingsplannen. Er werden bouwsystemen ontwikkeld voor woning- en scholenbouw. Willem Hebly had op het terrein van scholenbouw in Aalten al het een en ander gepresteerd. De LTS, de HBS in samenwerking met buro Geels uit Arnhem en de lagere landbouwschool. De eerste en laatste school zijn inmiddels al weer afgebroken. Laatstgenoemde school was het paradepaardje van het Ministerie van Landbouw. De school werd vanuit Den Haag met buitenlandse gasten bezocht.

    In die tijd kwam Willem Hebly in contact met architectenbureau Nuyt en Heikens te Vlaardingen. Zij hadden een bouwsysteem voor kleuter- en lagere scholen ontwikkeld met het zogenaamde Simplex-element. Dit was een element van gasbeton, 60 cm breed en lokaal-hoog. In 1964 gingen beide bureaus een samenwerking aan onder de naam Buro Rationeel Bouwen, ofwel BRB.

    Al snel werd Willem Hebly geheel in beslag genomen door de activiteiten van BRB. In die tijd werd ook nog besloten om het bestaande architectenbureau uit te breiden met een nevenvestiging in Beilen (Drenthe).

    Midden jaren zestig benaderde Willem Hebly zijn zoon Just, welke het in Emmen goed naar zijn zin had, met het verzoek om medefirmant te worden in zijn architectenbureau. Na goed overleg binnen de familie werd de firma ‘Architectenbureau Wm en M.J. Hebly’ opgericht.

    Toetreding zoon Just

    Just Hebly trad in 1965 als firmant in wat sommige buitenstaanders beschouwden als een ‘gespreid bedje’. In werkelijkheid heeft hij zich duur moeten inkopen, zodat Willem Hebly zijn oudedagvoorziening kon bekostigen. Bovendien wilde Willem zijn overige acht kinderen niet benadelen door zijn oudste zoon te bevoordelen. Het was daarom hard werken voor Just en in de avonduren studeren voor het diploma van architect. Een van de eerste ontwerpen van Just Hebly was het woonhuis voor zijn ouders aan de Bonifaciusstraat te Aalten.

    In 1972 kreeg Willem Hebly een hartinfarct, met als gevolg dat Just Hebly zijn activiteiten in BRB erbij kreeg.

    Aan het eind van de zeventiger jaren werd het Bureau Rationeel Bouwen (BRB) opgeheven. In de loop van de jaren 80 werd de werkgelegenheid in de bouwwereld steeds slechter. Het architectenbureau Hebly verhuisde in 1986 van Aalten naar Winterswijk. In de tweede helft van de 80er jaren verslechterde de werkgelegenheid in de bouwwereld nog meer. Voor een aantal medewerkers moest de ontslagprocedure in gang worden gezet.

    Begin jaren 90 werkte Just in zijn eentje de lopende opdrachten af. Zestig jaar na de oprichting sloot architectenbureau Hebly in 1995 haar deuren.

    Willem Hebly overleed op 7 januari 1996 op 87-jarige leeftijd. Hij en zijn echtgenote liggen begraven op begraafplaats Berkenhove te Aalten.

  • Ds. Derk Breukelaar

    Ds. Derk Breukelaar

    Chr. Gereformeerd predikant

    Derk Breukelaar werd op 28 december 1814 geboren in Varsseveld als zoon van ‘stoelendraaier’ Wessel Breukelaar en Grada Johanna te Rietstap. Hij trouwde in 1847 in Aalten met Janna Hendrika Pennings (Aalten, 12 november 1825). Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren.

    Na de oprichting van de Christelijke Afgescheidene Gemeente te Aalten in juli 1843, wilde de jonge kerkgemeente een predikant beroepen. Op advies van dominee Brummelkamp werd de jonge Derk Breukelaar uit Varsseveld gevraagd. Hij stemde toe en vertrok naar Ommen om bij ds. A.C. van Raalte (1811-1876) – een van de eerste Afgescheiden predikanten in ons land – zijn studie te volgen.

    Predikant in Aalten

    Nadat Breukelaar zijn studie achter de rug had, werd hij op 24 september 1846 bevestigd als predikant van de gemeente in Aalten. Dit zou zijn enige gemeente blijven; hij diende er 44 jaar tot zijn emeritaat in 1888. Toen in 1852 ds. Wildenbeest van Varsseveld plotseling was overleden, bracht die gemeente een beroep op hem uit. Aanvankelijk nam hij het aan, maar – zich realiserend dat hij nu de enige Afgescheiden predikant in de Achterhoek was – bedankte hij alsnog en bleef aan de kerk van Aalten verbonden, al werkte hij ook veel in de omgeving.

    ’t Grotenhuis

    Breukelaar woonde met zijn gezin in het boerderijtje ’t Grotenhuis, aan de huidige Hessenweg net buiten het dorp. Hier verbouwde hij zelf voedsel om zijn bescheiden traktement van ƒ 225 aan te vullen, dat later opliep tot ƒ 600 per jaar. Gemeenteleden droegen ook bij in natura door voedsel, zoals vlees en aardappelen, aan huis te brengen. In ’t Grotenhuis werden ook catechisaties gehouden, omdat daarvoor in de kerk geen ruimte was. In drukke tijden, zoals tijdens de oogst, nam zijn vrouw de catechisaties over.

    Evangelisatie en jongerenwerk

    Het evangelisatiewerk lag de predikant na aan het hart. Dat was de reden dat Derk Breukelaar het initiatief nam tot het oprichten van verschillende zondagsscholen, waarmee hij niet alleen de kinderen, maar ook hun ouders bereikte. Voor kinderen in de omliggende buurtschappen werd de zondagsschool bij iemand thuis op een boerderij gehouden, zodat de kinderen niet helemaal naar het dorp hoefden te gaan. Later, ruim na Breukelaars dood, zouden in de buurtschappen van Aalten diverse zondagsschoolgebouwtjes worden opgericht.

    In 1868 richtte Breukelaar de Gereformeerde Jongelingsvereeniging „Uw Koninkrijk kome” op.

    Moeilijke jaren en waardering

    Eind jaren ’70 van de negentiende eeuw waren voor de predikant niet de makkelijkste jaren. In 1876 overleed zijn vrouw, en enkele jaren later raakte hij betrokken bij de schoolstrijd in Aalten als voorzitter van het schoolbestuur.

    Toch ontving Breukelaar veel waardering. Bij zijn veertigjarig ambtsjubileum in 1886 kreeg hij van zijn gemeente een Statenbijbel op een mooi bewerkte houten lessenaar cadeau. Op de classis kreeg hij ter gelegenheid van hetzelfde heuglijke feit een gravure aangeboden, ‘Golgotha voorstellende’. En toen hij in 1888 met emeritaat ging, gaven zijn catechisanten hem een theeservies en een gebakstel cadeau.

    Overlijden en nalatenschap

    Dominee Breukelaar overleed op 10 januari 1891 op 76-jarige leeftijd in Aalten. Hij werd begraven op de Oude Begraafplaats aan de Varsseveldsestraatweg. De kerkenraad eerde hem met een grafmonument. Het tegenwoordig nog nauwelijks leesbare opschrift op de grafsteen is opmerkelijk vanwege het merkwaardige gebruik van de kerknaam ‘Christelijke Afgescheidene Gemeente’ (in plaats van ‘Christelijke Gereformeerde Gemeente’).

    Drie van zijn zonen traden in zijn voetsporen en werden ook predikant: Gerrit Jan, Willem en Johannes. De laatste wordt wel beschouwd als de grondlegger van het christelijk onderwijs in Aalten. In juni 1918 opent hij zelf de naar hem vernoemde Breukelaarschool aan de Piet Heinstraat.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

  • Bernard Manschot

    Bernard Manschot

    Kammenfabrikant

    Barend Johannis (Bernard) Manschot werd op 17 augustus 1850 geboren in de Prinsenstraat te Aalten, zoon van Gerrit Willem Manschot (grofsmid) en Johanna Geertruid Becking). Bernard trouwde op 18 juli 1878 in Utrecht met Maria Harting (Breda, 4 december 1848). Uit dit huwelijk werden een zoon en een dochter geboren.

    In 1871 stichtten Bernard Manschot en zijn zwager Abraham (Bram) ten Dam een kammenfabriek aan de Damstraat in Aalten. Bernard en Bram woonden tegenover elkaar aan de Bredevoortsestraatweg, Bernard in de witte villa op nummer 51 en Bram er tegenover, in het huis waar nu Fysiotherapie van Panhuis is gevestigd.

    Bernard Manschot overleed op 27 juni 1920, op 69-jarige leeftijd.

    Begrafenis

    Woensdagmiddag werd het stoffelijk overschot van den heer B. J. Manschot grafwaarts gedragen. Toen de kist was neergelaten, sprak de heer Slicher van Bath een kort woord van afscheid en van dank. Gij geniet thans de rust – aldus spr. – die gij welverdiend hebt. Toch hadden we zoo gaarne u nog wat in ons midden gehouden, waar gij in al uw daden door zoo edele beginselen werd gedreven.

    Veel hebben wij geleerd van uw wijsheid en genoten van de goedheid uws harten. Dit alles zullen wij nu moeten missen. Maar wij zullen u niet vergeten. Het geestelijke, dat gij gezaaid hebt, zal in ons innerlijk blijven en wij zullen u trachten na te volgen in alles wat gij aan edels en groots hebt gedaan.

    Wij zijn hier niet gekomen om uw lof te verkondigen. Dien zoudt gij hier niet wenschen te aanvaarden. Daar waart gij te eenvoudig voor. Wij mogen echter niet vergeten u een woord van dank te brengen voor hetgeen gij gedaan hebt voor het Departement tot nut van ’t algemeen. Meer dan 30 jaren zijt gij daarvan secretaris geweest en hebt uw uiterste kracht en liefde aan dit instituut gegeven.

    Meer dan 30 jaren had gij de leiding van de bewaarschool. Door uw toewijding is zij geworden wat zij thans is. Noode zuilen wij u ook daar missen. Wij willen evenwel niet versagen, doch in uw voetstappen blijven wandelen en hopen dat te doen met uw levensleus: Excelsior, excelsior!

    Nogmaals onzen hartelijken dank namens het Departement, ook namens de kinderen der bewaarschool, die nu volwassen zijn geworden, en namens de ouders der kinderen voor alle door u betoonde vriendelijkheid. Het instituut, door u gesticht, willen wij niet meer missen. Slaap zacht!

    De.heer Ten Dam dankte hierop, mede namens zijn nicht, zichtbaar aangedaan, allen, ook de werklieden, die de laatste eer aan den onvergetelijken doode hadden bewezen.

    De nieuwe Aaltensche Courant, 2 juli 1920

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

  • John Bernard William Maitland

    John Bernard William Maitland

    Notaris, plaatsvervangend kantonrechter en lid Provinciale Staten

    John Bernard William Maitland (1826-1894) was onder andere notaris in Dinxperlo en van 1882 tot 1894 in Aalten. Daarnaast was hij plaatsvervangend kantonrechter en lid van de Provinciale Staten van Gelderland.

    John Bernard William Maitland werd op 7 mei 1826 geboren in Vorden, zoon van gepensioneerd kapitein John Maitland en Catharina Willemina Mellink. Hij trouwde op 28 oktober 1862 in Dinxperlo met Bernarda Aleida Schepers. Uit dit huwelijk werden drie zonen en een dochter geboren, allen in Dinxperlo.

    Alle drie de zonen overleden op jonge leeftijd, eveneens in Dinxperlo; één al na 15 dagen (Bernard), de andere twee werden slechts 8 (John) en 17 (Dirk) jaar oud. Alleen dochter Catharina Antoinette Bernarda werd volwassen, trouwde en kreeg zelf ook kinderen.

    Beroep en woonplaats

    Op 16 december 1859 werd Maitland bij koninklijk besluit benoemd tot notaris te Dinxperlo. Hij was tot dat moment nog kandidaat-notaris in Vorden. Twee maanden later, op 16 februari 1860, werd hij tevens benoemd tot plaatsvervangend kantonrechter te Aalten. Deze functie bekleedde hij tot het kantongerecht Aalten in 1877 werd opgeheven.

    Op 18 juli 1882 werd Maitland benoemd tot notaris te Aalten, als opvolger van notaris B.A. Roelvink, die eerder dat jaar was overleden. Samen met zijn vrouw en dochter neemt hij zijn intrek in het huis van wijlen notaris Roelvink aan de Gasthuisstraat (tegenwoordig Haartsestraat). Omstreeks 1886 verhuizen zij naar een statig huis in de Landstraat, wat tegenwoordig nummer 41 heeft.

    Maatschappelijke nevenfuncties

    Naast zijn werk was Maitland ook actief op maatschappelijk vlak. Zo is hij in Dinxperlo directeur geweest van zangvereniging ‘Aurora’. Van 1877 tot 1885 was Maitland lid van de Provinciale Staten van Gelderland namens het kiesdistrict Aalten.

    En in 1892 nodigde Maitland ‘een aantal ingezetenen’ van Aalten uit in de sociëteit, om van gedachten te wisselen over de oprichting van een plaatselijke VVV. Om dat doel te bereiken zouden “van de schoonste punten photographiën genomen worden en wandelkaarten gemaakt”. Wij hebben echter geen aanwijzingen kunnen vinden dat dit ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.

    Overlijden

    John Bernard William Maitland overleed op 11 oktober 1894 in Aalten. Hij werd begraven op de Oude Begraafplaats aan de Varsseveldsestraatweg.

    Hij werd opgevolgd door P. Losecaat Vermeer, die tot dan kandidaat-notaris was in Nijmegen.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Bronnen


    • ECAL
    • Wiewaswie.nl
    • Nederlandsche Staatscourant, 18 december 1859 (via Delpher)
    • Nederlandsche Staatscourant, 18 februari 1860 (via Delpher)
    • De Tijd, 25 mei 1877 (via Delpher)
    • De Graafschapbode, 26 april 1884 (via Delpher)
    • De Graafschapbode, 30 juli 1892 (via Delpher)
    • Nederlandsche Staatscourant, 21 juli 1882 (via Delpher)