Op bovenstaande foto zien we de Peperstraat in Aalten, vanaf de Markt, met links Stegers en rechts de Postiljon. We hebben ook doorkijkje naar het Hoge Blik, met in de verte de openbare lagere school aan de Herenstraat.
De naam Peperstraat wordt in het archief te Aalten voor het eerst in 1850 genoemd. Pas veel later worden de straatnamen in Aalten officieel vastgesteld. Hoe het straatje aan de naam gekomen is weet niemand met zekerheid te vertellen. Een theorie luidt: peper was vroeger een waardevol handelsartikel. En de Peperstraat was een echt handelsstraatje. Meerdere plaatsen in Nederland kennen een Peperstraat in het hartje van de oude binnenstad. Dat er ook daadwerkelijk sprake is geweest van handel in specerijen wordt niet aannemelijk geacht.
De Prinsenstraat in vroeger tijden (beeld gegenereerd met AI op basis van oude foto)
Het gedeelte van de huidige Prinsenstraat in Aalten tussen Bredevoortsestraatweg en Veemarkt werd tot 1934 Achterstraat genoemd. Deze naam was de bewoners een doorn in het oog. De straat was mooi opgeknapt met trottoirs aan weerszijden. Een nieuwe naam was gewenst. De kwestie van benoeming van straten en wegen werd in de Raad behandeld. De Achterstraat werd omgedoopt in Prinsenstraat, naar Schiller Prins en Slagerij Prinsen.
De nieuwe naamgeving werd in 1934 door de bewoners feestelijk gevierd met muziek, waarbij tevens een serenade werd gebracht aan een gouden bruidspaar dat in deze straat woonde. Het eerste deel van de huidige Prinsenstraat, dat begint bij café Schiller, heette vroeger Kruisstraat.
Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.
De huidige Haartsestraat werd vroeger Gasthuisstraat genoemd, naar het Gasthuis / Armenhuis van de hervormde diaconie dat hier tot 1904 stond, ongeveer tegenover café Schiller.
Op de onderstaande foto links zien we de Haartsestraat rond 1900. Linksvoor zien we nog een stukje van het Stiemenshuus. Aan de rechterkant, voorbij de burgemeesterswoning – het latere postkantoor – zien we het Gasthuis. Helemaal achteraan zien we ook nog net het Luutenshuus.
Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.
Het gebied dat van oudsher de Kattenberg genoemd wordt was lange tijd het meeste noordelijke en hoogst gelegen deel van het dorp Aalten. Tegenwoordig beslaat de Kattenberg ruwweg de buurt rond het begin van de Lichtenvoordsestraatweg en de Varsseveldsestraatweg, de Veemarkt, tot en met de splitsing met de Berkenhovestraat en het begin van de Oosterkerkstraat.
De herkomst van de naam ‘Kattenberg’ is niet geheel duidelijk. Mogelijk betreft het een verbastering van ‘Kaotenberg’ of ‘Kottenberg’, wat zou kunnen duiden op een ‘heuvel met kleine boerenhuisjes’. Een andere verklaring verwijst naar een sage die verbonden is aan de Kattenbergpomp.
De Kattenbergpomp
Op de Kattenberg staat een karakteristieke waterpomp met bovenop een beeltenis van een kat. De pomp stond oorspronkelijk op de splitsing Lichtenvoordsestraatweg-Berkenhovestraat, maar is ergens in de tweede helft van de 20e eeuw verplaatst naar de andere kant van de Lichtenvoordsestraatweg.
Vroeger was dit een buurtpomp, waar de buurtbewoners hun water kwamen halen. De pomp werd gezamenlijk onderhouden. Opmerkelijk is dat de Kattenbergpomp, ondanks de hoge ligging, zelfs tijdens de droogste zomers water bleef geven.
Volgens een oude overlevering werd op deze plek in 1612 een put gegraven, die sindsdien helder en koel water leverde. Dat er op een van de hoogste punten in de omgeving water werd gevonden, gold als een wonder. Ook de heks van Zieuwent (Triene Langhfeldes) hoorde hiervan. Ze kon zich met gemak in een kat veranderen, en in die gedaante vloog ze op haar bezem naar Aalten om het wonder met eigen ogen te aanschouwen.
Boven de put zou ze zo zijn geschrokken dat ze er vlakbij neerviel. Tientallen jaren zou de kat (de heks) daarna op de pomp hebben gezeten, tot ze op een dag plotseling was verdwenen. Jaren later stak ze haar kattenkop weer op en streek neer op haar vertrouwde plek, ditmaal in het gezelschap van drie jongen. Want bij heksen is tenslotte alles mogelijk.
Kadaster 1832
Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.
Kattenberg / Berkenhovestraat met rechts de Chr. Ger. KerkKattenberg omstreeks 1925Kattenbergpomp
De Bodendijk in Aalten maakte eeuwenlang deel uit van de belangrijkste hessenweg tussen het Münsterland en Zutphen. Vanaf het huidige Plein Zuid liep de Bodendijk 3 kilometer lang vrijwel kaarsrecht – op een knik ter hoogte van De Kiefte na – over de Kieftsheide, naar de Kesenbulte. Een deel van de weg draagt tegenwoordig de naam Kiefteweg. Zo ongeveer vanaf de Griesdijk tot aan de Kesenbulte.
De Bodendijk was van oudsher de belangrijkste weg van Aalten naar Bocholt. Voor de aanleg van de Bocholtsestraatweg was het de enige verbindingsweg naar Duitsland. Het was dan ook niet voor niets dat de bisschop van Münster na de reformatie – toen de katholieken in Nederland hun geloof niet mochten uitoefenen – in 1675 aan deze weg, aan Duitse zijde, de Kruiskapel liet bouwen.
Bij boerderij De Kiefte was lange tijd het grenskantoor gevestigd. In 1859 werd het verplaatst naar de huidige grensovergang aan de nieuwe weg naar Bocholt, nu de Hamelandroute. Bij de Kesenbult is nu een zogenaamde groene grensovergang, waar je alleen te voet of per fiets kunt passeren.
Bodediensten en naamgeving
De naam Bodendijk herinnert aan de vroegere bodediensten op Bocholt. Over de Bodendijk kwamen namelijk de bodes van kasteel Anholt naar Aalten, en dan verder naar Bredevoort. Ze kwamen te paard. Direct over de grens bij de Kesenbulte gingen de bodes ook wel eens rechtsaf om via de Ringkampsbulten naar Bredevoort te gaan. Maar dat was een gevaarlijke weg. Men heeft in de Ringkampsbulten ooit het dode lichaam van zo’n ruiter gevonden die daar begraven lag. Het blijft een vraag wat hem daar overkomen is. De route over de Bodendijk was aanzienlijk veiliger. Er kwamen ook wel eens koetsen over de Bodendijk met daarin belangrijke personen.
Kieftsheide
De Bodendijk liep over de Kieftsheide in de Aaltense Heurne. Een kieftsheide is een heidegebied met opslag van dennenbomen (in het Duits Kiefer). Als die opslag niet werd verwijderd, groeide er een dennenbos. Aan de kant van de Ongena was zo’n bos. Rond 1630 werd daar een zogeheten Engelsche Schans aangelegd. Lange tijd vroeg men zich af wat de paalgaten in de grond bij het bos betekenden. Dit bleken echter geen paalgaten, maar struikelgaten te zijn: gegraven om aanvallende ruiters te doen struikelen. Aanvallen hebben daar echter nooit plaatsgevonden, al werden er wel oefeningen voor ruiters gehouden. Er zijn onder meer knopen van een ruiteruniform gevonden.
Moderne bebouwing
Van de huizen Bodendijk 37 t/m 43, ter hoogte van de huidige kruising met de Koopmanstraat en Nijverheidsweg, gaat het verhaal dat deze gebouwd zijn van de zwartgeblakerde stenen, die nog te gebruiken waren na de brand van de katholieke kerk in de Dijkstraat. Daarom werden de huizen witgepleisterd. De huizen staan er nog steeds.
Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.
Café, Bierhandel & Bottelarij Te Linde aan de Dijkstraat in Aalten werd op 24 maart 1945 verwoest door een bombardement. In 1955 verrees een nieuw pand op deze plek. Niet lang daarna opende de zoon van de toenmalige eigenaar de radio-witgoedzaak Te Linde. In 1984 werd de winkel overgenomen door de familie Heinen. De winkel is al jaren gesloten.
Aaltensche Courant, 3 mei 1932Aaltensche Courant, 11 september 1945Dagblad Tubantia, 11 oktober 1956Meijerman. Foto: collectie Leo van der Linde, met dank aan Geb Garretsen (bron)Vakgarage JAWI (1985)
De Ahof of De Pol is een verdwenen havezate en voormalig landgoed aan de rand van het dorp Aalten. In oude geschriften wordt het vermeld als ‘Hof ten Ahave’, wat later werd afgekort tot Ahof. De naam is afgeleid van het woord ‘aa’ (water), dus Hof aan het water.
Vroege geschiedenis
De Ahof werd voor het eerst genoemd in een oorkonde uit 1281, horig aan de heerlijkheid Bredevoort. Later werd het in leen gegeven aan de Graaf van Lohn, die zetelde op het slot in Stadtlohn. Van het oorspronkelijke landgoed en havezate, boerderij en bijbehorende watermolen is weinig bewaard gebleven. Het is dan ook niet bekend hoe de oude havezate eruitzag.
De huidige monumentale herenboerderij ‘De Pol’ dateert uit 1743. Het is één van de oudste bouwwerken van Aalten en was lange tijd ook één van de voornaamste boerderijen. De naam ‘De Pol verwijst naar een verhoging in het landschap.
Gracht en watermolen
Aan het begin van de 20e eeuw schreef de Rotterdammer P. van de Weele een boekje over de havezathe. De oudste bewoonster die hij kon achterhalen was de weduwe Trijne van Ahave, die er in 1529 woonde. De naam van haar echtgenoot bleef echter onbekend.
Van der Weele schreef dat de gracht rond het gebouw nog niet zo lang daarvoor was gedempt. De gracht stond in verbinding met de Slingebeek. Aan de westkant van de havezathe stond een watermolen, die uit twee gebouwen bestond aan weerszijden van de beek. De molen diende zowel als koren- en oliemolen, maar raakte eind 19e eeuw in verval. In 1901 werden de molen en bijbehorende gebouwen door de gemeente gesloopt.
In de tijd dat Van der Weele het boekje over de havezathe schreef was Engelbartha Hendrika Arentzen de laatste van het geslacht dat lang op het huis heeft gewoond. Begin 20e eeuw kwam De Pol in bezit van de familie Prinsen, met Hente Prinsen als laatste bewoner.
Sociale functie
Burgemeester Bekius heeft zich ingezet om het gebouw in zijn oorspronkelijke staat te behouden. Door de eeuwen heen heeft De Pol een sociale functie vervuld. Eeuwen geleden was het een belangrijke ontmoetingsplaats omdat de voornaamste boer er woonde. In de Franse tijd was het een verzamelplaats voor verzetsactiviteiten en in 1906 het decor van de eerste voetbalwedstrijd in Aalten. In 1988 kreeg De Ahof een nieuwe bestemming als kinderboerderij.
Archieven
Verpondingskohier 1647
Reiner Grievinck Schulte ten Ahave. Huis end schuijr op 18 dlr. 27 – 0 -. Een hof groot 3 sp. gesaeis 9 – 0 -. t’Blijck 3 mdr. gesaeis 25 – 0 -. Op t’Bergh stuck 2 1/2 mdr. 20 – 16 – 8. Rovenkampken 2 sch. 4 – 3 -. t’Weideken an t’Blick 3 sch. 6 – 4 – 8. Klouvers camp 5 sch. 10 – 8 -. Den Meulencamp 1 mdr. 8 – 6 – 8. Inslagh t’Seechfrede gnt., 3 koeweidens is in de Haert angegeven. Op den Esch 2 sch. gesaeis 4 – 3 -.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-185
Roelof Arentzen, assessor
2.940 m² huis, schuur & erf
1881
I-185
Bernardus Arentzen, kunstdraaijer
2.940 m² huis & schuur
1894
I-4561
Engelbartha Hendrika Arentzen
6.411 m² huis, erf & tuin
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Reijntgen ten Ahoff (Aalten – Aalten, 1567), trouwt (1) < 1542 met Styne to Kortbeck (Heurne – Aalten, 1549/1550), d.v. Johan en Alyth te Cortbeeck (2) met Hilleken
Volgende bewoners, dochter van Reijntgen en Stijne en schoonzoon:
Johan Grevinck (Aalten – Aalten < 1598), z.v. Berent en Hermannen Grevinck Stijne ten Ahoff / Ahave (Aalten – Aalten, 1623)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Herman ten Poelhuijs (Meddo – Aalten, 1601), z.v. Coene Harmelinck alias ten Poelhuijs (den Olden) Stijne ten Ahoff / Ahave (Aalten – Aalten, 1623)
Volgende bewoners, zoon van Johan en Stijne en schoondochter:
Reiner Gr(i)evinck (Aalten) Hendrixken Theben (Winterswijk), d.v. Johan Theben en Joist Lebbinck
Reijner wordt tussen 1601 en 1664 als Scholte genoemd (Hofboek).
Volgende bewoners, zoon:
Gijsbert Gr(i)evinck (Aalten, ca. 1606 – Aalten, 1665/1666)
Gijsbert Reinerszoon Gr(i)evinck is in 1636 hofhorig en is dan 30 jaar oud (Hofboek).
Volgende bewoners, zoon en schoonzoon:
Berent Gr(i)evin(c)k (Aalten – Aalten, 1700/1701), trouwt (1) op 01-04-1667 in Aalten met Jenneken Scha(a/e)rs (Aalten – Aalten, 1678/1679) (2) op 05-03-1679 in Aalten met Gerritjen Locken (Aalten)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Berent Arentsen (Varsseveld), trouwt op 11-12-1701 in Aalten met Janna Gr(i)evink (Aalten – Aalten < 1748)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Roelof Aren(t/z)sen (Aalten, 23-01-1707 – Aalten, 1744-1747), trouwt op 26-12-1731 in Aalten met Barta Willemina (te) Bak (Aalten, 25-11-1714 – Aalten, 04-04-1771)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
B(e/a)rent ter Dam (Aalten, 01-11-1716 – Aalten, 10-03-1796), trouwt op 13-05-1747 in Aalten met Barta Willemina (te) Bak (Aalten, 25-11-1714 – Aalten, 04-04-1771)
B(e/a)rent was een neef van Roelof Aren(t/z)sen.
Volgende bewoners, zoon van Roelof en Barta Willemina en schoondochter:
Bernardus Arent(z/s)en (Aalten, 19-07-1733 – Aalten, 26-09-1780), trouwt (1) op 22-04-1758 in Aalten met Janna Geertruid Roerdink (Winterswijk, 02-11-1738 – Aalten, 27-07-1767)
Bernardus volgt vanaf zijn huwelijk met Janna Geertruid Roerdink zijn stiefvader Berend ten Dam op als scholte van de Ahof. Op 17-12-1760 vernieuwt hij de daarvoor vereiste leeneed. Bernardus wordt op 07-10-1777 als voogd van Roelof genoemd. Verder is hij na het overlijden van zijn zuster Johanna Willemina voogd over haar kinderen. Bernardus wordt op 30-09-1780 begraven te Aalten. De kinderen Grada, Roelof en Willem Lodewijk worden in het testament van zijn tante Gesina van 20-04-1785 genoemd (RA Bredevoort inv.nr. 601 besloten testamenten).
Volgende bewoners, weduwnaar en 2e echtgenote:
Bernardus Arent(z/s)en (Aalten, 19-07-1733 – Aalten, 26-09-1780), trouwt (2) op 20-08-1768 in Aalten met J(oh)anna Willemina Hijink (Winterswijk, 11-02-1751 – Aalten, 23-11-1808)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Garrit Jan Roerdink (Winterswijk, 26-02-1744 – Aalten, 09-01-1817), trouwt op 18-07-1784 in Aalten met J(oh)anna Willemina Hijink (Winterswijk, 11-02-1751 – Aalten, 23-11-1808)
Garrit Jan was een broer van Janna Geertruid Roerdink.
Volgende bewoners, zoon van Bernardus en Janna Geertruid en schoondochter:
Roelof Arent(s/z)en (Aalten, 12-08-1763 – Aalten, 07-10-1849), trouwt op 18-07-1784 in Aalten met Johanna Harmina L(i/e)essink alias Roerdink (Winterswijk, 11-02-1761 – Aalten, 01-12-1840)
Roelof en Johanna Harmina waren neef en nicht.
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Bernardus Arent(s/z)en (Aalten, 19-10-1788 – Dorpbuurt, 10-05-1840), trouwt (1) op 20-08-1811 in Aalten met Josi(e)na Aleida te Lintum (Woold, 12-12-1789 – Woold, 01-03-1823)
Bernardus vertrok rond 1820 naar Winterswijk, keerde na het overlijden van zijn vrouw terug naar Aalten en woonde na zijn 2e huwelijk in 1827 op Rikkers in Dorpbuurt.
Fragment kadastrale kaart, 1883De Pol met gracht, ca. 1900Opregte Haarlemsche Courant, 26 juli 1834Familie Prins op de PolDe Tijd, 20 maart 1904De Graafschapbode, 13 april 1904Aaltensche Courant, 23 juni 1933Graafschapbode, 24 maart 1973
De Ten Hietbrinks Bewaarschool was een kleuterschool in de Prinsenstraat in Aalten. De school werd vernoemd naar de familie Ten Hietbrink, die nauw betrokken was bij het ontstaan en het bestuur. Later kerkte hier de Ned. Protestantenbond. Tegenwoordig zit op dit adres het Euregionaal Historisch Documentatiecentrum.
De bewaarschool werd geopend op 6 januari 1887, toen in Nederland de eerste vormen van kleuteronderwijs steeds meer ingang vonden. Voor die tijd werden kinderen vaak pas vanaf hun zesde toegelaten tot de lagere school.
Het schooltje beschikte over een groot lokaal met houten vloer, een zandbak achter het gebouw en eenvoudige speelmaterialen, zoals autobanden. Achter de school stond een schuur die ook bij de speelruimte hoorde.
Oorlogsjaren
In de jaren van de Duitse bezetting (1940–1945) troffen de maatregelen tegen Joodse inwoners ook de Ten Hietbrinks Bewaarschool. Tot 1941 zaten er Joodse kinderen op de school, maar vanaf 1 september 1941 moesten zij verplicht verwijderd worden, in lijn met de anti-Joodse verordeningen.
Schoolleven
Herinneringen van oud-leerlingen geven een beeld van het schoolleven in de jaren ’40 en ’50:
Het hoofd van de school was mejuffrouw Stokreef; daarnaast wordt ook juffrouw Annie genoemd.
Er heerste een strenge discipline, door oud-leerlingen omschreven als “potjes-discipline”.
Naast het leren en spelen werden er ook schoolreisjes georganiseerd, bijvoorbeeld in 1946 naar het Loohuisbos.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-1059 I-1060
Hermanus Hietbrink, arbeider
148 m² huis & erf 17 m² huis
1882
I-3714
Gerrit Jan ten Hietbrink, koopman
185 m² huis & erf
1888
I-4203
De Departementale Bewaarschool van het Departement tot Nut van ’t Algemeen
Gebouw Nederlandse Protestantenbond, AaltenFragment kadastrale kaart, 1888 (perceel I-4203)Arnhemsche Courant, 8 december 1883Graafschapbode, 8 januari 1887Aaltensche Courant, 8 december 1939
In het jaar 1910 kwam hier een halte voor de stoomtram, tramhalte Lurvink. In het pand van Lurvink was in 1910 links een café gevestigd en rechts verkocht Lurvink zijn manufacturen. In 1954 vestigde zich hier slagerij Eppink. Het pand is in 2015 gesloopt en het terrein heeft jarenlang braak gelegen. In 2022 is er een moderne woning gebouwd.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-1222
Frederik Hendrik Bennink
140 m² huis en erf
Bewoners
1813
Aalten 41
Hendrik Jan Messink (Aalten, 21-02-1751), schoolhouder
De geschiedenis van café ’t Noorden begint in 1823. Op de plek waar het pand van ’t Noorden nu staat, bevond zich toen een huis met erf en een boomgaard. Aan de andere kant van de Koningsweg stond een korenmolen met erf maar zonder woonhuis.
Jan Hendrik Weenink (34 jaar) kwam in 1856 in het huis te wonen en werkte op de molen. In opdracht van Jan Hendrik vond er in 1866 een verbouwing plaats. Een deel van het bouwland veranderde in een “terrein tot vermaak”, zo valt in het gemeentelijk archief te lezen. Het was het begin van de speeltuin die nu nog steeds deel uitmaakt van ’t Noorden.
Weenink is er ook een café begonnen, want in 1870 staat in het gemeenteregister namelijk als zijn beroep vermeld: ‘Tapper’. Op 19 september 1876 vertrekken de Weeninks. Engelbartus Simmelink (30 jaar) uit Winterswijk wordt de nieuwe tapper en opent café Simmelink. Na zijn dood in 1888 neemt zijn weduwe Johanna Gesiena Simmelink-Nijenhuis de leiding over. Zij wordt na haar overlijden in 1895 opgevolgd door haar twee dochters, Janna Willemina en Janna Aleida Simmelink.
’t Noorden van Aalten
16 april 1918 neemt Bernardus Heersink uit Winterswijk het café over. Rond deze tijd vernoemt men de zaak ook naar ’t Noorden (van Aalten). In 1948 volgt Jan Bertus Keijzer Heersink op, die in 1957 op zijn beurt opgevolgd wordt door Abraham Grevink die in 1976 overlijdt. De zaak wordt voortgezet door zijn weduwe S.W. Grevink-Piepers en de families Grevink en Prinsen. In deze jaren worden er talloze bruiloften en feesten gevierd. Het café en de speeltuin worden goed bezocht en het softijs is ook een trekker. Zij doen dit tot 1997.
In 1997 nemen Martin en Monique Hüning de zaak over. Onder hun leiding wordt het zalencentrum uitgebreid en wordt het restaurant in 2011 omgebouwd tot pannenkoekenhuis. Ook breiden zij de de cateringfaciliteiten uit. Helaas moet de (verrotte) hoge glijbaan weg wegens nieuwe regels en instortgevaar, maar het treintje van Buesink (Modelspoor Panorama) in de speeltuin biedt nieuw vertier voor de kinderen. Sinds 2015 zijn zoon Wesley en schoondochter Nita Hüning bij in de zaak getreden.
Anno 2025 omschrijft de website van Het Noorden zichzelf als grand café met eet- speel- en biertuin, met als levensmotto: “Vier ‘t leven!”
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-63
E. Roerdink e.c., landbouwer
500 m² huis & erf
1841
I-63
Jan Willem Veldhuis, landbouwer
500 m² huis & erf
1863
I-63
Abraham van Eerden, logementhouder
500 m² huis & erf
1866
I-2716 I-2717 I-2718
Abraham van Eerden e.c., logementhouder
180 m² terrein van vermaak 70 m² bergplaats & erf 480 m² huis & erf
1874
I-3160 I-3161 I-3162
Jan Hendrik Weenink, molenaar & tapper
47 m² huis & erf 43 m² huis & erf 802 m² huis & erf
1883
I-3808
Engelbarts Simmelink e.c., steenbakker
892 m² huis & erf
1906
I-3808
Derk Willem Hakstege, kastelein
892 m² huis & erf
1916
I-3808
Albert Johan Frederik Kammeijer, steenkolenhandelaar & caféhouder
Voorheen stond hier het café en logement van Veldkamp. Zijn zoon gaf zangles aan het koor “Symphonia”. Tegenwoordig zit hier restaurant Olde Marckt. Het restaurant ontving in 2025 een Michelinster.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-1161 I-1162
Gerrit Jan Haring, broodbakker Arnoldus Lurvink, borstelmaker
250 m² huis & erf 188 m² huis & erf
1864 1871
I-1830 I-1162
Willem Wechgelaer, bakker Antoni Lurvink, borstelmaker
250 m² huis & erf 188 m² huis & erf
1880
1891
I-3643
I-3644
Johannes Hendrikus Keizer e.c., kleermaker en caféhouder Gradus Wilhelmus Veldkamp
138 m² huis & erf
300 m² huis & erf
1891
I-4453
Gradus Wilhelmus Veldkamp
299 m² huis & erf
1930
I-6343
Johannes Hendrikus Keizer e.c., kleermaker en caféhouder
Johannes Hendrikus Keizer (De Heurne, 27-01-1881), kleermaker, caféhouder (1) Johanna Elisabeth Kramer (Aalten, 31-05-1878) (2) Gerharda Catharina Winterink (Drempt, 20-01-1880)
Fragment kadastrale kaart, 1880 (percelen I-3643 en 3644)Fragment kadastrale kaart, 1891 (perceel I-4453)Fragment kadastrale kaart, 1930 (perceel I-6343). Het toont tevens de contouren van het vorige gebouw op deze plek.Aaltensche Courant, 12 september 1908Aaltensche Courant, 5 februari 1910Markt 10 (rechts), ca. 1902. Op het bordje naast de deur staat “E. Hogeweg, koperslager en loodgieter”.Hoek Markt-Bredevoortsestraatweg, begin 20e eeuwMarkt 10 (rechts), met bus van Veldhuis
De geschiedenis van Café Leuven gaat meer dan twee eeuwen terug. Aan het begin van de 19e eeuw was Hendrikus Vultink (1781-1861), naast borstelmaker, de eigenaar van een tapperij genaamd ‘De Leeuw.’
In de tijd van Napoleon waren er, naast de gelagkamer, enkele kamertjes waar officieren uit het Franse leger waren ondergebracht. Behalve voor de officieren in ‘De Leeuw’, voorzag de familie Vultink een deel van het Franse garnizoen van warme maaltijden. Een geliefd maal bij de soldaten en officieren was zuurkool met varkensvlees. Niet zomaar een stukje varkensvlees, nee een heel of een half varken naar gelang het uitkwam werd met de zuurkool meegekookt. De Franse soldaten waren echte rokkenjagers en het was voor de dienstbodes die het eten brachten verduveld goed oppassen.
Logement
Na de Franse overheersing werd de familie uitgebreid met de geboorte van een zoon, Hendrikus Georgius Vultink die op 6 juli 1821 het levenslicht zag. Hij trouwde in 1852 met Josephina Antonette van Ginther, een Winterswijkse schone met wie de familietraditie werd voortgezet, dat willen zeggen dat Vultink naast tapper het borstelmakersvak uitoefende. Vlak voor dit huwelijk werd ‘De Leeuw’ een echt logement; een minder voorname naam voor een hotel, waar mevrouw Vultink-Ginther voornamelijk de scepter zwaaide.
Ook dit huwelijk bleef niet kinderloos. Een van de dochters, Elisabeth Johanna Vultink trouwde in 1890 met Johannes Bernardus Kamps, bierbottelaar en logementhouder uit Winterswijk. Kamps zette de bierbottelarij voort in Aalten en richtte zich daarnaast volledig op het logement, dat toen al populaire ontmoetingsplaats was voor de lokale bevolking. Hier kwamen Aaltenaren bijeen om te kaarten en de kwesties van de dag te bespreken.
Marie Kamps
Op 17 april 1892 dronk vader Kamps een extra borrel, want zijn vrouw had het leven geschonken aan een flinke dochter, Maria Louisa Josephina. En het was deze dochter die op 10-jarige leeftijd tijdens de Meimarkt in 1902 met vaardigheid het dienblad hanteerde. Zeven decennia later vertelde zij daarover:
De bijna 80-jarige Marie Leuven-Kamps, nog steeds actief achter de tap
“Ik kan het me nog als de dag van gisteren herinneren. Het was die dag ongewoon druk en omdat ik met mijn smalle figuurtje mij gemakkelijk tussen de tafeltjes en stoelen kon bewegen dan mijn moeder kwam dat de omzet in het café vanzelfsprekend ten goede. De klanten hadden er blijkbaar schik in dat zij bediend werden door een ‘jong deerntje’, de kwinkslagen waren dan ook niet van de lucht.
Overigens viel het met de bediening nogal mee. Iedereen dronk een ‘klaorken’, de dames met en de mannen zonder suiker, af en toe schonken wij een glaasje rood, het beste te vergelijken met het glaasje bessen van vandaag. De borrel kostte 6 cent ofwel een grosch per glas, want het Duitse betaalmiddel was in die tijd net zo gangbaar als het Nederlandse geld.”
De vuurdoop had zij dus met glans doorstaan en omdat zij er zelf ook wel plezier in kreeg werd de jonge Marie hoe langer hoe meer ingeschakeld. Dat was vooral op zondagmorgen wanneer de kerk uitging. Velen hadden een vaste ‘angang’ om na afloop een kopje koffie te drinken en daarna het paard in te spannen om naar huis te rijden. Sommigen bleven na de ochtenddienst in ‘De Leeuw’ om ’s middags opnieuw ter kerke te gaan.
“In ‘De Leeuw’ kon men ook terecht om iets in de fles te halen. Een fles jenever kostte in mijn jonge jaren 64 cent, een maatje 8 cent en een half oord (2 maatjes) 16 cent.”
Over het cafébezoek in die tijd vertelde ze: “Het waren over het algemeen de oudere getrouwde mannen die een borreltje of een flesje bier kwamen drinken. Men keuvelde wat, legde een kaartje en naarmate de tijd verstreek werden de verhalen mooier en griezeliger. Als dan de ‘papklok’ luidde om 9 uur betekende dat het uur geslagen had om naar huis te gaan, want de andere dag was het al vroeg opstaan geblazen. Jonge mensen zag men zelden in een café, bij hoge uitzondering en dan nog in gezelschap van vader. De tijden zijn in dat opzicht wel veranderd. De rollen zijn nu omgekeerd.”
Ook vertelde zij over de inkwartiering tijdens de Eerste Wereldoorlog waarvoor 80 cent per dag voor inkwartiering werd ontvangen. Over de vluchtelingen uit het krijgsgevangenenkamp ‘Friederichsfeld’ bij Wesel die in Aalten terechtkwamen en door de familie Kamps op last van hogerhand van voedsel werden voorzien, voordat zij op transport gesteld werden. En in alles speelde Marie Kamps een voorname rol.
Zij was van alle markten thuis. Niet alleen in het café en in het huishouden, ook bij het bottelen stond zij haar mannetje. Zij spande het paard in voor de bierwagen, reed er mee naar de klanten in Aalten, zoals de Tolhutte, Mariënvelde, Zieuwent, Lichtenvoorde om maar een paar plaatsen te noemen. Ook in Bocholt was de bierwagen van Kamps een vertrouwd beeld.
Marie Kamps is praktisch haar hele leven het café trouw gebleven, ook na haar huwelijk in 1924 met Willem Leuven, schilder van beroep. Het café bleef het domein van Marie.
Na het overlijden van de heer Leuven in 1966 is er nieuw bloed in de zaak gekomen toen de zoon L. Leuven met zijn vrouw zo geleidelijk aan de leidsels ging overnemen. En als de voortekenen niet bedriegen dan zullen er nog ettelijke jaren aan het bestaan van de zaak worden toegevoegd. Een kleinzoon is pas 10 jaar maar schenkt nu al als het van vader mag een klein borreltje in.
Op zaterdagmiddag 15 oktober 1932 brandde het pand geheel uit, waarna in 1933 de eerste steen werd gelegd van het huidige pand aan de Landstraat.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-1275
Theodoor Wilhelm Meijerink
400 m² huis & erf
1846
I-1275
Joannes Bijnen, landmeter
400 m² huis & erf
1865
I-1275
Hendrikus Georgius Vultink, borstelmaker
400 m² huis & erf
1891
I-1275
Elisabeth Johanna Vultink en Johannes Bernardus Kamps, stoelenmaker & koffiehuishouder
400 m² huis & erf
1924
I-4839
Maria Louisa Josephina Kamps
504 m² huis, schuur & erf
1974
I-8120
Lourens Bernardus Antonius Leuven e.c., café-restauranthouder
663 m² huis, erf, café
Bewoners
1813
Aalten 65
Carel Jacob Engelbert Blücher (Elberfeld, 1783), drukker en verver Casper Hoff (1783), knegt
Het oude café De Leeuw, getekend door Piet te LintumHotel-Restaurant ‘De Leeuw’ geheel uitgebrand, 1932Graafschapbode, 17 oktober 1932Briefhoofd Schilders- en Behangersbedrijf Fa. Leuven, 1963
De Vergadering van Gelovigen, ook wel bekend als de Darbisten, hield in 1882 voor het eerst bijeenkomsten in Aalten. In de beginjaren kwamen de gelovigen samen in een woonhuis aan de Bodenvoor.
In 1902 werd een eenvoudig vergaderlokaal gebouwd aan een verbindingspad tussen de Oosterkerkstraat en de Meiberg. Het gebouwtje deed decennialang dienst als samenkomstplaats voor de gemeente.
Verhuizing en afbraak
In 1968, kort voor de sloop, werd het oude kerkje nog op foto vastgelegd. Enkele jaren later, in 1974, kreeg de gemeente een nieuw gebouw, eveneens gelegen aan de Meiberg.
Het oude vergaderlokaal werd na de verkoop eigendom van Spinkat en uiteindelijk afgebroken. Daarmee verdween een stuk vroeg-20e-eeuwse kerkgeschiedenis uit het straatbeeld van Aalten.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1904
I-5059
Bernadus Hermanus Brethouwer e.c., winkelier en landbouwer
185 m² vergaderingslocaal & erf
1958
I-8442
Stichting “Ons Vergaderlokaal”, Aalten
840 m² huis, vergaderingslokaal, tuin
1974
I-8442
N.V. “van Katwijk’s Industrieën”, Aalten
840 m² huis, vergaderingslokaal, tuin, schuren erf
Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.
Aan de Polstraat in Aalten staat de markante Villa Anna, een forse vrijstaande woning uit 1913, gebouwd naar ontwerp van de Aaltense architect Jan Brill. De villa diende oorspronkelijk als hervormde pastorie.
Hoewel de detaillering van de vensters in latere jaren zijn aangepast en deels vernieuwd, is de woning in hoofdvorm goed bewaard gebleven. Mede door de markante hoekligging, de opvallende hoofdvorm met veelhoekige erker en de laag ommuurde tuin met twee fraaie oude beuken is het pand zeer karakteristiek te noemen en is het zeer beeldbepalend in dit gedeelte van de Polstraat.
Ooit het woonhuis van de Aaltense notabele Adriaan Pieter Slicher van Bath. Het pand is een goed en gaaf voorbeeld van een villa in een stijl die invloeden vertoont van het neoclassicisme. De villa heeft esthetische kwaliteiten zoals goede verhoudingen, een vrij gave hoofdvorm en een bijzondere detaillering in vormgeving.
Menig Aaltenaar heeft dit pand van binnen gezien, maar bewaart er geen prettige herinneringen aan. Hier was namelijk ook jarenlang de woning en praktijk van tandarts Brandsma gevestigd.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
m²
Bewoners
Bevolkingsregister 1870-1880
Aalten 268
Adriaan Pieter Slicher (Middelburg, 07-06-1838) Johanna Geertruida van Hopbergen (Leeuwarden, 18-05-1849)
Bevolkingsregister 1880-1890
Aalten 299
Adriaan Pieter Slicher (Middelburg, 07-06-1838) Johanna Geertruida van Hopbergen (Leeuwarden, 18-05-1849)
Bevolkingsregister 1890-1900
Aalten 291
Adriaan Pieter Slicher (Middelburg, 07-06-1838) Johanna Geertruida van Hopbergen (Leeuwarden, 18-05-1849)
Bevolkingsregister 1900-1910
Aalten 326 > 385
Adriaan Pieter Slicher (Middelburg, 07-06-1838) Johanna Geertruida van Hopbergen (Leeuwarden, 18-05-1849)
Bevolkingsregister 1910-1920
B385 > C406
Adriaan Pieter Slicher (Middelburg, 07-06-1838) Johanna Geertruida van Hopbergen (Leeuwarden, 18-05-1849)
Adresboek 1934
C406 > Bredevoortsestraatweg 55
“Onbewoond”
Adresboek 1967
Bredevoortsestraatweg 55
J.A. Brandsma, tandarts Mej. J.J. Veening
Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.
Het pand aan de Kerkstraat 1, daterend uit 1876, heeft een rijke geschiedenis als postkantoor, modezaak en tegenwoordig een keukenzaak. Dit prominente gebouw op de hoek van de Markt en de Peperstraat was ooit het eerste postkantoor van Aalten.
In de loop der jaren heeft het verschillende functies gehad, waarbij de naam ‘De Postiljon’ steeds verbonden bleef aan het pand.
Het eerste postkantoor van Aalten
In het pand Kerkstraat 1 was het eerste postkantoor van Aalten gevestigd. Hier kon men terecht voor alle zaken die te maken hadden met Post, Telegraaf en Telefoon (PTT). Voor mensen zonder eigen telefoon beschikte het postkantoor over een ‘openbare spreekcel’. In 1915 waren er in Aalten slechts 27 telefoonaansluitingen, en Bredevoort telde er vier. Het waren vooral fabrikanten, middenstanders en huisartsen die een telefoontoestel hadden. Kammenfabriek Ten Dam & Manschot had de allereerste aansluiting in Aalten en kreeg dus telefoonnummer 1.
In 1922 verhuisde het postkantoor van de Kerkstraat naar de Haartsestraat, en later weer naar de Peperstraat. Tegenwoordig heeft Aalten geen eigen postkantoor meer en moet je voor postzaken naar de Primera.
Pension en modezaak
Hoewel het postkantoor verdween, bleef de naam van het gebouw verbonden met zijn geschiedenis. Na de verhuizing opende mevrouw Lammers-van Lochem ‘Magazijn De Post’ in het pand. Hier verkocht ze onder andere naaibenodigdheden en lingerie. Ook verhuurde ze kamers in het pand; het was tevens een pension.
In 1974 vestigde zich er ‘Postiljon Mode’ van Martin en Ann de Kruyf. De Postiljon was het adres voor jurken, blouses en overhemden. Men kon hier terecht voor kwaliteit en persoonlijke aandacht. Na 50 jaar in het modevak stopten Martin en Ann de Kruyf met hun zaak in het najaar van 2017.
Nieuwe bestemming
Na enkele jaren leegstand kreeg het historische pand in 2024 een nieuwe bestemming. Een keukenzaak opende haar deuren in het hart van Aalten, waarmee een nieuw hoofdstuk werd toegevoegd aan de geschiedenis van dit beeldbepalende gebouw.
Jacobus Johannes Klijnpennink (Nijmegen, 22-05-1794), med. docter (1) Sara van Raab van Cansteijn (Oosterboer, 18-08-1794) (2) Maria Christina Knappert (Schiedam, 05-12-1832)
Fragment kadastrale kaart, 1879 (perceel I-3504)Op de achtergrond van deze foto zien we nog net de Openbare Lagere School aan de Herenstraat. De kinderen van deze school zijn blijkbaar even uitgelopen om op de foto te mogen. Een fotograaf was honderd jaar geleden een bijzondere verschijning in het dorpsbeeld.Nederlandsche Staatscourant, 5 augustus 1876Zutphensche Courant, 12 augustus 1876Staatscourant, 2 september 1882Aaltensche Courant, 30 december 1899Graafschapbode, 9 september 1924
Beheer toestemming
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.