De Telegraaf, 20 juli 1950
Winkeliers houden gezamenlijk opruiming
AALTEN, 19 Juli. — Alle manufacturiers van Aalten hebben hun opruimingsgoederen bijeengebracht in een verenigingsgebouw en maken er een massa-opruiming van. De dames uit de stad en de verre omgeving komen op dit nieuwtje af, en denken: hoera. Nu hoeven we niet meer alle winkels af te „grazen”.
Primeur voor ons land
Aalten heeft de primeur. Een opruiming in deze vorm is nog nooit in ons land voorgekomen. Het lijkt wel of de winkeliers zich hebben verbroederd, in opruimingstijd ten minste, en alsof ze gezamenlijk uitroepen: — Kom maar kopen. Onze waren zijn allemaal even best en even goedkoop. Althans in deze periode van drie dagen afslag.
Het was een succes en sloeg erg in bij de dames. Het witte gebouw „De Sociëteit” stond rondom in een haag van zwarte damesfietsen. Opruiming is toch al zo iets moois. En dan zulk een. — Halt. Niet meer naar binnen zeiden de twee politiemannen, die volgnummers afgaven en slechts 50 personen tegelijk mochten binnen laten. Even wachten, en dan: los…
Propaganda
— Maar waarom toch op die manier? vroeg een nieuwsgierige aan het enthousiaste bestuur van de Manufacturiers- en Kleermakersvereniging. Heel m’n leven heb ik in opruimingstijd van winkel tot winkel gelopen. En nu houden jullie „sociëteit”. Propaganda, mejuffrouw, zei de organisator. Bovendien blijft het rustiger in onze winkels, en de goede verstandhouding van de manufacturiers groeit er nog door.
De eerste morgen werd al voor drieduizend gulden verkocht. Dat viel mee. Maar er zijn goederen ter waarde van een halve ton. De cliënten kunnen dus nog voort. Ondergoederen en coupons gaan het beste. Er is een speciale lappen-étalage gemaakt op het toneel en zelden zagen winkelende vrouwtjes zulk een brillante scène, wat malen zij om Shakespeare of om de opera Faust als het om lappen gaat?
De winkeliers stonden eerst voor een moeilijkheid, want de wet laat zulk een opruiming niet toe. Twee winkeliers stemden er echter in toe hun zaak tijdelijk te sluiten: een briefje naar de Kamer van Koophandel, en toen kon dit magazijn „De Sociëteit” worden geopend. Wet is wet, al begrijpt ieder dat niet direct. — En de klanten komen toch wel „achteromme” — zullen ze gedacht hebben. Want het mes snijdt van twee kanten. De gewone winkelverkoop bij de deelnemers gaat immers door.
Politie pakte in
De inpaktafel was eerst te slecht bezet. Maar de politie pakte mee aan, en twee uur lang stond de Hermandad onderjurkjes en baby-goed in te pakken. Twee speciale autobussen kwamen er ook al op af, nl. een paar damesclubs uit Groenlo en Dinxperlo. Zij wierpen zich met de anderen op de grote voorraden, die op lange tafels waren uitgestald. Klanten en winkeliers hadden er allen pleizier in. De concurrenten kwamen nog nader tot elkaar. — Jan, riep een hunner, — ik heb weer een lap van jou verkocht. Urenlang stonden de dames in de coupons te „graven”. Eenmaal raakte een lap japonstof van vier meter helemaal in de knoop, en de verkoper moest hem weer ontwarren, het was of de dames op zoek naar een goudschat waren.
Grote belangstelling
In vakkringen heeft men grote belangstelling voor de proef. De vakgroep volgt de resultaten nauwgezet, evenals de winkeliersbonden. De Bond van Detailhandelaren zond een telegram, waarin succes werd toegewenst. Een groot aantal gegadigden trachtte langs andere wegen binnen te komen, en zelfs deden een paar dames een run op de biljartzaal, om zodoende de beide verkooplocaliteiten te bereiken. Ook stond er een groepje in een zaal waar alleen maar kasten met zilveren bekers en medailles te vinden waren. Dit waren echter de prijzen van de club „Alles of Dalles”. De vrouwtjes waren in de kegelzaal beland en werden later weer in de file buiten, gezet.
De deelnemende winkeliers controleerden voor de aanvang zelf de prijzen. Dit moesten opruimingsprijzen zijn. Maar met de meeste goederen was dat ook in orde. Er gingen vloerkleden weg voor twintig gulden die honderd hadden gekost en een paar mantels voor vijftien gulden die eerst voor tachtig in de étalages hadden gestaan. Doch dit waren uitzonderingen. Gemiddeld echter lagen de prijzen dertig procent lager dan tevoren. De cliënten konden niet zien van welke winkelier ze eigenlijk hadden gekocht, want de goederen droegen slechts een nummer. het deed niet ter zake: als het maar goedkoop was en naar de zin.
Originele zet
De Aaltense winkeliers hebben met deze gemeenschappelijke uitverkoop wel een originele zet gedaan. Het publiek was er gevoelig voor. Het vond dat nieuwe systeem wel aardig, en toonde dat door een grote belangstelling. Het gebouw draagt de naam: “Vereniging ter Bevordering van Gezellig Verkeer”. Nu, gezellig was het er. Zelfs buiten stonden nieuwsgierigen naar dit typische magazijn met het bordje „Volledige Vergunning” te kijken. In de omgeving was zelfs de luidspreker te horen die vermaande: „Dames en heren, doe nu vlug uw keus. Want u moet direct de zaal veriaten. Een andere groep staat weer te wachten. Maar verzuim niet nog even naar de afdeling confectie te gaan. Daar zijn reuzekoopjes bij.”
Plaats een reactie