Eeuwenlang is er in de Achterhoek en Westfalen vlas verbouwd, waarvan op boerderijen linnen werd geweven. In Aalten herinneren namen van boerderijen en wegen aan deze thuiswevers: de Weversborg, de Bleeke of – vanwege het zuivere water – de Zilverbekendijk. Er ontstond in de streek een levendige handel in geweven goed tussen wevers en handelaren aan weerszijden van de grens.
De opkomende textielindustrie haakte in op deze oude traditie van huisnijverheid. Toen aan het begin van de 19e eeuw de invoerrechten werden verhoogd, besloten Duitse textielbedrijven zich in de Achterhoek te vestigen. De firma’s Gebrüder Driessen en Peter Driessen & Sohn kwamen vanuit Bocholt naar Aalten, wat het begin betekende van een bloeiende textielindustrie in het dorp.
Over een periode van ruim 140 jaar (1826-1969) ontwikkelden de fabrikanten Driessen zich tot de belangrijkste werkgevers in Aalten en omgeving. De fabrieksgebouwen en privéwoningen van de Driessens waren beeldbepalend in het dorp. De fabrikanten hebben een belangrijke stempel gedrukt op het maatschappelijke en economische leven van Aalten tot in de tweede helft van de 20e eeuw.
Plaats een reactie