Auteur: Oud Aalten

  • Hotel Keizer

    Hotel Keizer

    Markt 10, Aalten

    Voorheen stond hier het café en logement van Veldkamp. Zijn zoon gaf zangles aan het koor “Symphonia”. Tegenwoordig zit hier restaurant Olde Marckt. Het restaurant ontving in 2025 een Michelinster.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1161
    I-1162
    Gerrit Jan Haring, broodbakker
    Arnoldus Lurvink, borstelmaker
    250 m² huis & erf
    188 m² huis & erf
    1864
    1871
    I-1830
    I-1162
    Willem Wechgelaer, bakker
    Antoni Lurvink, borstelmaker
    250 m² huis & erf
    188 m² huis & erf
    1880

    1891
    I-3643

    I-3644
    Johannes Hendrikus Keizer e.c.,
    kleermaker en caféhouder
    Gradus Wilhelmus Veldkamp
    138 m² huis & erf

    300 m² huis & erf
    1891I-4453Gradus Wilhelmus Veldkamp299 m² huis & erf
    1930I-6343Johannes Hendrikus Keizer e.c.,
    kleermaker en caféhouder
    375 m² huis & erf
    1936I-6343N.V. Grolsche Bierbrouwerij, Enschede375 m² huis & erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 261

    Christiaan Harink (Aalten, 07-11-1751), bakker
    Janna te Stroete (Aalten, 04-08-1765)

    Volgende bewoners:

    Gerrit Jan Haringh (Aalten, 18-07-1800), trouwt op 24-10-1823 in Aalten met
    Margaretha Scheffen (Aalten, 22-05-1789)

    Aalten 260

    Arnoldus Lurvink (Aalten, 24-10-1789), borstelmaker
    Johanna Geertruid Feldkamp (Bocholt, 07-07-1779)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 275

    Gerrit Jan Haringh (Aalten, 18-07-1800), broodbakker
    Margaretha Scheffen (Aalten, 22-05-1789)

    Zij vertrekken op 16-08-1847 naar Amerika.

    Volgende bewoner:

    Magdalena Berendina Catharina Becking (Keppel, 29-11-1791), wed. Adolph Wechgelaer

    Aalten 276

    Arnoldus Lurvink (Aalten, 24-10-1789), borstelmaker
    Johanna Geertruid Feldkamp (Bocholt, 07-07-1779)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 275

    Magdalena Berendina Catharina Becking (Keppel, 29-11-1791)

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Aalten 276

    Arnoldus Lurvink (Aalten, 24-10-1789), borstelmaker

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 275

    Willem Wechgelaer (Aalten, 10-06-1824), bakker
    Berendina Winkelhorst (Haart, 25-08-1824)

    Volgende bewoners:

    Bernardus Arentzen (Haart, 21-10-1842), kunstdraaijer
    Willemina Schokkin (Lintelo, 12-12-1842)

    Aalten 276

    Arnoldus Lurvink (Aalten, 24-10-1789), borstelmaker

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 352

    Bernardus Arentzen (Haart, 21-10-1842), kunstdraaijer
    Willemina Schokkin (Lintelo, 12-12-1842)

    Volgende bewoners:

    Bernardus / Berend Berendsen (Gaanderen, 24-05-1817), postbode
    H(a/e)rmina Wentink (Ambt Doetinchem, 18-11-1821)

    Aalten 352a

    Reintje(n) te Bokkel (Aalten, 18-11-1824), boekverkoopster

    Aalten 353

    Arnoldus Lurvink (Aalten, 24-10-1789)

    Volgende bewoners:

    Henricus Gielink (Aalten, 15-11-1806), arbeider
    Christina Harmina Margrieta Jentink (Bredevoort, 07-09-1818)

    Volgende bewoners:

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 395

    Reintje(n) te Bokkel (Aalten, 18-11-1824), boekverkoopster

    Aalten 396

    Gradus Wilhelmus Veldkamp (Bredevoort, 28-01-1844), tapper
    Anna Berendina Gielink (Aalten, 03-02-1843)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 389

    Reintje(n) te Bokkel (Aalten, 18-11-1824), boekverkoopster

    Aalten 390

    Gradus Wilhelmus Veldkamp (Bredevoort, 28-01-1844), logementhouder
    Anna Berendina Gielink (Aalten, 03-02-1843)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 461

    Reintje(n) te Bokkel (Aalten, 18-11-1824), boekverkoopster

    Volgende bewoners:

    Engbert Hogeweg (Borculo, 22-08-1871), koperslager
    Aaltjen Wormgoor (Borculo, 03-01-1871)

    Volgende bewoners:

    Gerrit van Ulsen (Deventer, 17-11-1876), drogist
    Egberdina Schutten (Den Haag, 01-09-1886)

    Volgende bewoners:

    David van Rijn (Alphen a/d Rijn, 07-01-1882), drogist
    Jannetje Molenaar (Beverwijk, 14-02-1872)

    Volgende bewoners:

    Jan Boersbroek (Deventer, 25-08-1879), kapper
    Elisabeth Dolman (Amsterdam, 15-03-1884)

    Volgende bewoners:

    Aalten 461 > 515

    Hendrikus Emsbroek (Warnsveld, 28-04-1891), kapper

    Volgende bewoners:

    Aalten 462 > 516

    Anna Berendina Gielink (Aalten, 03-02-1843), tapster

    Volgende bewoners:

    Johannes Hendrikus Keizer (De Heurne, 27-01-1881), kleermaker
    Johanna Elisabeth Kramer (Aalten, 31-05-1878), huishoudster

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten 515 > 568

    Berend Hendrik Lammers (Varsseveld, 11-03-1895), slager
    Jansje Gerharda Lammers (Aalten, 03-09-1899)

    vervalt

    Aalten 516 > 569

    Johannes Hendrikus Keizer (De Heurne, 27-01-1881), kleermaker, caféhouder
    (1) Johanna Elisabeth Kramer (Aalten, 31-05-1878)
    (2) Gerharda Catharina Winterink (Drempt, 20-01-1880)

    Adresboek 1934

    Aalten D569 > Markt 10

    Wed. J.H. Keizer

    Adresboek 1967

    Markt 10

    Hotel Keizer

    H.F. Keizer

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-6343
    FunctieHotel,
    Restaurant
    Bouwjaar1928
    Monumentnee
  • Café Leuven

    Café Leuven

    Landstraat 9, Aalten

    De geschiedenis van Café Leuven gaat meer dan twee eeuwen terug. Aan het begin van de 19e eeuw was Hendrikus Vultink (1781-1861), naast borstelmaker, de eigenaar van een tapperij genaamd ‘De Leeuw.’

    In de tijd van Napoleon waren er, naast de gelagkamer, enkele kamertjes waar officieren uit het Franse leger waren ondergebracht. Behalve voor de officieren in ‘De Leeuw’, voorzag de familie Vultink een deel van het Franse garnizoen van warme maaltijden. Een geliefd maal bij de soldaten en officieren was zuurkool met varkensvlees. Niet zomaar een stukje varkensvlees, nee een heel of een half varken naar gelang het uitkwam werd met de zuurkool meegekookt. De Franse soldaten waren echte rokkenjagers en het was voor de dienstbodes die het eten brachten verduveld goed oppassen.

    Logement

    Na de Franse overheersing werd de familie uitgebreid met de geboorte van een zoon, Hendrikus Georgius Vultink die op 6 juli 1821 het levenslicht zag. Hij trouwde in 1852 met Josephina Antonette van Ginther, een Winterswijkse schone met wie de familietraditie werd voortgezet, dat willen zeggen dat Vultink naast tapper het borstelmakersvak uitoefende. Vlak voor dit huwelijk werd ‘De Leeuw’ een echt logement; een minder voorname naam voor een hotel, waar mevrouw Vultink-Ginther voornamelijk de scepter zwaaide.

    Ook dit huwelijk bleef niet kinderloos. Een van de dochters, Elisabeth Johanna Vultink trouwde in 1890 met Johannes Bernardus Kamps, bierbottelaar en logementhouder uit Winterswijk. Kamps zette de bierbottelarij voort in Aalten en richtte zich daarnaast volledig op het logement, dat toen al populaire ontmoetingsplaats was voor de lokale bevolking. Hier kwamen Aaltenaren bijeen om te kaarten en de kwesties van de dag te bespreken.

    Marie Kamps

    Op 17 april 1892 dronk vader Kamps een extra borrel, want zijn vrouw had het leven geschonken aan een flinke dochter, Maria Louisa Josephina. En het was deze dochter die op 10-jarige leeftijd tijdens de Meimarkt in 1902 met vaardigheid het dienblad hanteerde. Zeven decennia later vertelde zij daarover:

    “Ik kan het me nog als de dag van gisteren herinneren. Het was die dag ongewoon druk en omdat ik met mijn smalle figuurtje mij gemakkelijk tussen de tafeltjes en stoelen kon bewegen dan mijn moeder kwam dat de omzet in het café vanzelfsprekend ten goede. De klanten hadden er blijkbaar schik in dat zij bediend werden door een ‘jong deerntje’, de kwinkslagen waren dan ook niet van de lucht.

    Overigens viel het met de bediening nogal mee. Iedereen dronk een ‘klaorken’, de dames met en de mannen zonder suiker, af en toe schonken wij een glaasje rood, het beste te vergelijken met het glaasje bessen van vandaag. De borrel kostte 6 cent ofwel een grosch per glas, want het Duitse betaalmiddel was in die tijd net zo gangbaar als het Nederlandse geld.”

    De vuurdoop had zij dus met glans doorstaan en omdat zij er zelf ook wel plezier in kreeg werd de jonge Marie hoe langer hoe meer ingeschakeld. Dat was vooral op zondagmorgen wanneer de kerk uitging. Velen hadden een vaste ‘angang’ om na afloop een kopje koffie te drinken en daarna het paard in te spannen om naar huis te rijden. Sommigen bleven na de ochtenddienst in ‘De Leeuw’ om ’s middags opnieuw ter kerke te gaan.

    “In ‘De Leeuw’ kon men ook terecht om iets in de fles te halen. Een fles jenever kostte in mijn jonge jaren 64 cent, een maatje 8 cent en een half oord (2 maatjes) 16 cent.”

    Over het cafébezoek in die tijd vertelde ze: “Het waren over het algemeen de oudere getrouwde mannen die een borreltje of een flesje bier kwamen drinken. Men keuvelde wat, legde een kaartje en naarmate de tijd verstreek werden de verhalen mooier en griezeliger. Als dan de ‘papklok’ luidde om 9 uur betekende dat het uur geslagen had om naar huis te gaan, want de andere dag was het al vroeg opstaan geblazen. Jonge mensen zag men zelden in een café, bij hoge uitzondering en dan nog in gezelschap van vader. De tijden zijn in dat opzicht wel veranderd. De rollen zijn nu omgekeerd.”

    Ook vertelde zij over de inkwartiering tijdens de Eerste Wereldoorlog waarvoor 80 cent per dag voor inkwartiering werd ontvangen. Over de vluchtelingen uit het krijgsgevangenenkamp ‘Friederichsfeld’ bij Wesel die in Aalten terechtkwamen en door de familie Kamps op last van hogerhand van voedsel werden voorzien, voordat zij op transport gesteld werden. En in alles speelde Marie Kamps een voorname rol.

    Zij was van alle markten thuis. Niet alleen in het café en in het huishouden, ook bij het bottelen stond zij haar mannetje. Zij spande het paard in voor de bierwagen, reed er mee naar de klanten in Aalten, zoals de Tolhutte, Mariënvelde, Zieuwent, Lichtenvoorde om maar een paar plaatsen te noemen. Ook in Bocholt was de bierwagen van Kamps een vertrouwd beeld.

    Marie Kamps is praktisch haar hele leven het café trouw gebleven, ook na haar huwelijk in 1924 met Willem Leuven, schilder van beroep. Het café bleef het domein van Marie.

    Na het overlijden van de heer Leuven in 1966 is er nieuw bloed in de zaak gekomen toen de zoon L. Leuven met zijn vrouw zo geleidelijk aan de leidsels ging overnemen. En als de voortekenen niet bedriegen dan zullen er nog ettelijke jaren aan het bestaan van de zaak worden toegevoegd. Een kleinzoon is pas 10 jaar maar schenkt nu al als het van vader mag een klein borreltje in.

    Op zaterdagmiddag 15 oktober 1932 brandde het pand geheel uit, waarna in 1933 de eerste steen werd gelegd van het huidige pand aan de Landstraat.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1275Theodoor Wilhelm Meijerink400 m² huis & erf
    1846I-1275Joannes Bijnen, landmeter400 m² huis & erf
    1865I-1275Hendrikus Georgius Vultink, borstelmaker400 m² huis & erf
    1891I-1275Elisabeth Johanna Vultink en
    Johannes Bernardus Kamps,
    stoelenmaker & koffiehuishouder
    400 m² huis & erf
    1924I-4839Maria Louisa Josephina Kamps504 m² huis, schuur
    & erf
    1974I-8120Lourens Bernardus Antonius Leuven e.c.,
    café-restauranthouder
    663 m² huis, erf, café

    Bewoners

    1813

    Aalten 65

    Carel Jacob Engelbert Blücher (Elberfeld, 1783), drukker en verver
    Casper Hoff (1783), knegt

    1 man
    1 vrouw
    1 dogter
    1 knegt
    1 meid

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 65

    Theodoor Wilhelm Meijrink (Aalten, 31-12-1787), winkelier
    Henrina Christina Joanna Schreven (Bocholt, 02-08-1796)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 63

    Theodoor Wilhelm Meijrink (Aalten, 31-12-1787), winkelier
    Henrina Christina Joanna Schreven (Bocholt, 02-08-1796)

    Volgende bewoners:

    Hendrikus Brethouwer (Aalten, 06-08-1823), winkelier

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 63

    Hendrikus Brethouwer (Aalten, 06-08-1823), winkelier

    Volgende bewoners:

    Hendrikus Georgius Vultink (Aalten, 06-07-1821), borstelmaker
    Josephina Louisa Antonetta Ginther (Winterswijk, 11-05-1820)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 63

    Hendrikus Georgius Vultink (Aalten, 06-07-1821), borstelmaker
    Josephina Louisa Antonetta Ginther (Winterswijk, 11-05-1820)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 77

    Hendrikus Georgius Vultink (Aalten, 06-07-1821), borstelmaker
    Josephina Louisa Antonetta Ginther (Winterswijk, 11-05-1820)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 86

    Hendrikus Georgius Vultink (Aalten, 06-07-1821), borstelmaker
    Josephina Louisa Antonetta Ginther (Winterswijk, 11-05-1820)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 81

    Hendrikus Georgius Vultink (Aalten, 06-07-1821), logementhouder

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten A103 > A132

    Hendrikus Georgius Vultink (Aalten, 06-07-1821), herbergier

    Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:

    Johannes Bernardus Kamps (Winterswijk, 20-07-1861), bierbottelaar
    Elisabeth Johanna Vultink (Aalten, 24-11-1861)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten A132 > A133

    Johannes Bernardus Kamps (Winterswijk, 20-07-1861), bierbottelaar

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Aalten A133

    Johannes Bernardus Kamps (Winterswijk, 20-07-1861)

    Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:

    Willem Gerhardus Johan Leuven (Aalten, 09-04-1897)
    Maria Louisa Josephina Kamps (Aalten, 17-04-1892)

    Adresboek 1934

    Aalten A133 > Landstraat 9

    W.G.J. Leuven

    Adresboek 1967

    Landstraat 9

    Mevr. M.L.J. Leuven-Kamps
    L.B.A. Leuven
    G.A.H.B. Kamps
    A.J.M. van Eerden

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-8120
    FunctieCafé
    Bouwjaar1933
    Monumentnee
    Hotel 'De Leeuw' Aalten uitgebrand - Graafschapbode, 17-10-1932
    Graafschapbode, 17 oktober 1932
  • Koppelkerk

    Koppelkerk

    Koppelstraat 35, Bredevoort

    De Koppelkerk is een monumentale voormalige gereformeerde kerk in Bredevoort, gelegen op de hoek van de Koppelstraat en de Prins Mauritsstraat. Het gebouw, opgetrokken in de sobere stijl van de Delftse School, werd in 1947–1948 gerealiseerd en is tegenwoordig een centrum voor kunst en cultuur.

    Tot de Tweede Wereldoorlog moesten de gereformeerden uit Bredevoort uitwijken naar Aalten om kerkdiensten bij te wonen. Na de oorlog kreeg de gemeente de beschikking over eigen grond op het terrein dat bekend stond als De Koppele. Deze locatie lag bij de gedempte gracht en moest eerst worden opgehoogd omdat het terrein laag en vaak drassig was. De naam Koppelkerk verwijst naar dit gebied.

    De kerk werd ontworpen door architect W. Geels. In 1947 werd de eerste steen gelegd en in 1948 nam men het gebouw officieel in gebruik.

    Uitbreidingen en toren

    De oorspronkelijke kerk kreeg in de loop der tijd verschillende uitbreidingen:

    • In 1956 werd de toren, aanvankelijk zonder toestemming, clandestien aangebouwd.
    • In 1958 voegde architect W. van der Zee uit Aalten de betonnen torenbekroning toe, waardoor de toren circa vijf meter hoger werd.
    • In 1966–1967 ontwierp architect Willem Hebly, eveneens uit Aalten, een uitbreiding aan de achterzijde met vergaderruimtes.
    • In 1988 werd de toren voorzien van een luidklok, gegoten door klokkengieterij De Klok in Aarle-Rixtel.

    Architectuur

    De Koppelkerk is terugliggend gesitueerd in een ruime tuin en valt op door haar eenvoudige maar krachtige vormgeving. De kerk geeft een helder beeld van de protestantse kerkbouw kort na de Tweede Wereldoorlog. Zowel in de hoofdvorm als in de detaillering is het authentieke karakter goed bewaard gebleven.

    Nieuwe functie

    In 2013 werd het gebouw aangewezen als gemeentelijk monument. Kort daarop verloor de kerk haar oorspronkelijke functie. Na overleg gaf de kerkenraad toestemming om het gebouw een nieuwe bestemming te geven. In 2015 werd de voormalige kerk verbouwd tot een multifunctioneel centrum voor kunst en cultuur.

    Vandaag de dag vervult de Koppelkerk een prominente rol in het culturele leven van Bredevoort:

    • Kunst komt aan bod in wisselende exposities en concerten.
    • Verdieping wordt geboden via lezingen, discussieavonden en colleges.
    • In het boekencafé, ingericht als huiskamer vol boekenkasten, vinden maandelijkse literaire cafés plaats.

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.B-1943
    FunctieKerk
    Bouwjaar1948
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • Sint Georgiuskerk

    Sint Georgiuskerk

    Kerkstraat 16, Bredevoort

    Op het oude bastion Ossenkop in Bredevoort staat sinds 1876 de katholieke H. Hart en H. Georgiuskerk, een eenbeukige, neogotische kerk, ontworpen door architect Alfred Tepe. Het is een gemeentelijk monument.

    Tot het einde van de 16e eeuw kerkten de Bredevoortse rooms-katholieken in de oude Sint Joriskerk aan de Markt. Na het beleg van Bredevoort en de invoering van de Reformatie in 1597 werd het hen verboden kerkdiensten te houden. Lange tijd maakten zij gebruik van de Kruiskapel, net over de grens in Duitsland.

    In 1798 werd er weer een rooms-katholieke kerk gesticht in Bredevoort. Dit eerste kerkje stond tegenover de huidige kerk, op het perceel dat tegenwoordig het adres Koppelstraat 9 draagt. Het bestond uit twee samengevoegde huizen, waarvan de daken waren verwijderd en de muren opgehoogd. Het altaar was van baksteen en de muren waren wit geverfd om het gebouw een kerkelijke uitstraling te geven. In 1855 werd de kerk tot parochie verheven.

    De huidige kerk

    In 1871 werd A.E. Smorenburg pastoor in het vestingstadje en kreeg hij van de bisschop de opdracht om een nieuwe kerk te bouwen. Nadat de vestingwerken van Bredevoort in de negentiende eeuw voor een groot deel werden geslecht werd de Sint-Georgiuskerk gebouwd op de courtine tussen twee bastions. Hierdoor staat de kerk nog altijd iets hoger dan de omliggende straten.

    Van de gemeente Aalten kreeg de parochie het bastion Ossenkop deels (1420 m²), inclusief het stuk gracht en kade eromheen. De resterende 1420 m² werd aangekocht voor 795,20 gulden. Het eerste ontwerp voor Bredevoort was van Pierre Cuypers, naar voorbeeld van de Ruurlose kerk. Het ontwerp van Alfred Tepe uit 1874 werd uiteindelijk uitgevoerd. Aannemer was A. Ubbink.

    Voor de bouw van de kerk waren 230.000 stenen en 150 mud kalk nodig. De eerste 100.000 stenen werden op kruiwagens aangevoerd door parochianen uit het Duitse Barlo, die op deze wijze hun verbondenheid met de Nederlandse katholieken wilden tonen. De resterende stenen werden vermoedelijk gebakken in de steenoven op de Haart. De bouw begon in 1875 en al op 3 oktober 1876 werd de kerk door pastoor Smorenburg ingewijd. Het oude kerkje werd daarop afgebroken en de grond verkocht.

    Renovatie en uitbreiding

    In 1897 werd de kerk onder pastoor Mulder gerenoveerd en uitgebreid met een uurwerk en drie klokken. Een jaar later werd een terrazzovloer gelegd door Felice Monasso uit Bocholt, en werden de muren beschilderd door Muermans en zoon uit Roermond, waaronder een voorstelling van Christus en de apostelen in de Hof van Olijven.

    Onttrekking aan de eredienst

    De Sint Georgiuskerk is in het voorjaar van 2021 aan de eredienst onttrokken en verkocht aan een maatschappelijk ondernemer.

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.B-457
    FunctieKerk
    Bouwjaar1876
    MonumentGemeentelijk
    monument

    Bronnen


  • Darbistenkerkje

    Darbistenkerkje

    Meiberg 13, Aalten (verdwenen)

    De Vergadering van Gelovigen, ook wel bekend als de Darbisten, hield in 1882 voor het eerst bijeenkomsten in Aalten. In de beginjaren kwamen de gelovigen samen in een woonhuis aan de Bodenvoor.

    In 1902 werd een eenvoudig vergaderlokaal gebouwd aan een verbindingspad tussen de Oosterkerkstraat en de Meiberg. Het gebouwtje deed decennialang dienst als samenkomstplaats voor de gemeente.

    Verhuizing en afbraak

    In 1968, kort voor de sloop, werd het oude kerkje nog op foto vastgelegd. Enkele jaren later, in 1974, kreeg de gemeente een nieuw gebouw, eveneens gelegen aan de Meiberg.

    Het oude vergaderlokaal werd na de verkoop eigendom van Spinkat en uiteindelijk afgebroken. Daarmee verdween een stuk vroeg-20e-eeuwse kerkgeschiedenis uit het straatbeeld van Aalten.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1904I-5059Bernadus Hermanus Brethouwer
    e.c., winkelier en landbouwer
    185 m² vergaderingslocaal & erf
    1958I-8442Stichting “Ons Vergaderlokaal”, Aalten840 m² huis, vergaderingslokaal, tuin
    1974I-8442N.V. “van Katwijk’s Industrieën”, Aalten840 m² huis, vergaderingslokaal, tuin,
    schuren erf

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-11924
    FunctieVergaderlokaal
    Bouwjaar1902
  • Klooster Schaer

    Klooster Schaer

    Kloosterdijk, Aalten

    Het klooster Schaer was een klooster nabij Bredevoort, gesticht in 1429 en behorend tot de orde van de Moderne Devotie. Het lag in de buurtschap ’t Klooster, ongeveer twee kilometer ten noorden van Bredevoort, aan de linkeroever van de Schaarsbeek.

    De vrome edelman Derck van Lintelo en Conraedt Slindewater, schrijver van de drost te Zutphen en afkomstig uit een voornaam patriciërsgeslacht uit de Hanzestad, schonken in 1429 grond en boerderijen aan verdreven kloosterlingen uit Windesheim bij Zwolle.

    De Windesheimers behoorden tot de laatmiddeleeuwse beweging van de Moderne Devotie, die was ontstaan onder leiding van Geert Grote (1340–1384) in Deventer. Vanuit de IJsselsteden verspreidde deze hervormingsbeweging zich over West-Europa en leidde tot de stichting van ruim honderd kloosters. De Moderne Devotie streefde naar vernieuwing van kerk en maatschappij en vormde daarmee een overgang tussen de middeleeuwen en de nieuwe tijd.

    Stichting

    De Windesheimers vestigden zich bij voorkeur op afgelegen plaatsen. De schenking van de grond bij de Schaersvoorde — in de huidige buurtschap ’t Klooster — in 1429 sloot daar goed bij aan. Het betrof een hooggelegen gebied aan de rand van de uitgestrekte Schaersheide, grenzend aan het laaggelegen en drassige Bredevoortse Broek. Met de klei die vlak onder het oppervlak aanwezig was, bakten de kloosterlingen hun eigen kloostermoppen.

    Het klooster Domus Beatae Mariae in Nazareth (Huis van de Gelukkige Maria in Nazareth) verrees kort daarna. In de volksmond stond het bekend als klooster Schaer, naar de heide waarop het lag. Al spoedig hielden de bewoners zich actief bezig met de zorg voor studerende jongeren en de verbetering van de leefomstandigheden van de bevolking.

    Bidden en werken bepaalden ook bij de Windesheimers het dagelijks leven. Door noeste arbeid wisten de monniken de directe omgeving van het klooster te ontginnen. Rond 1500 was er sprake van een vruchtbare, ei-vormige oase in de eenzaamheid, met Nazareth als middelpunt, omgeven door een buitengracht.

    In 1522 bracht men nog diverse verbeteringen aan. Het uurwerk en de klepklok van het klooster werden in 1596 overgebracht naar de Sint-Joriskerk in Bredevoort — waar de klepklok nog altijd hangt.

    Legende en goudschat

    In 1597, toen het leger van prins Maurits op weg was naar Bredevoort, sloeg de laatste prior van klooster Schaer op de vlucht. Ook de overige kloosterlingen vonden het veiliger hun toevlucht elders te zoeken. Kort daarna werd het verlaten klooster door rondtrekkende soldaten verwoest.

    Sindsdien doet het verhaal de ronde dat de vluchtende monniken een schat hebben verborgen in de grond — onder de derde hulststruik achter de schaapskooi. Niemand weet echter meer waar die schaapskooi precies heeft gestaan. Volgens de legende zal de schat ooit weer gevonden kunnen worden, aangewezen door ‘hemelse tekenen’: er zal een vreemd licht aan de hemel verschijnen, tot een zwarte haan kraait.

    In de nacht van 13 op 14 september 1943 werd er inderdaad een ongewoon licht waargenomen: een nachtregenboog. Er waren die nacht veel bommenwerpers in de lucht, waardoor nog velen wakker waren die dit zeldzame verschijnsel hebben gezien. Of er toen ook een zwarte haan kraaide, is niet bekend.

    Omvang

    Uit veld- en archiefonderzoek blijkt dat het klooster Schaer van bescheiden omvang was. De omtrek van het kloostergebied is goed te traceren: veldnamen zijn nog herkenbaar en op een boerenerf zijn nog restanten te vinden. Begin twintigste eeuw vond men bij graafwerkzaamheden een kruisbeeld en een schedel. Op het terrein bevindt zich bovendien nog de zogenoemde Kloosterschans. In 1978 werden de laatste bovengrondse muurresten gesloopt, maar onder de boerderij ter plaatse bevindt zich nog een kloosterkelder met tongewelf.

    Het ovale kloostergebied — ook wel corpus genoemd — besloeg circa 118 hectare en vertoonde van west naar oost een hoogteverschil van ruim tien meter. De monniken maakten optimaal gebruik van het reliëf, het water en de bodemgesteldheid. Kwel- en regenwater, maar ook het water dat vanaf de hoge Schaerheide toestroomde, bewoog zich vlak onder de oppervlakte over ondoordringbare kleilagen richting het Bredevoortse Broek. Dwars door het gebied wierpen de kloosterlingen een dijk op om het water te stuwen en te benutten voor de aandrijving van een koren- en oliemolen.

    Met een stelsel van waterlopen en vijvers, onderling verbonden, hielden de kloosterlingen de voeten droog en voorkwamen zij dat het water ongebruikt naar de lage broekgronden wegstroomde. Aan de oostzijde van het kloostercomplex creëerde men een opmerkelijk aardwerk: de Eremus in Aquis — letterlijk ‘de wildernis in de wateren’ — een kluizenaarsplaats tegen de rand van het drassige Bredevoortse Broek. De grachten rond deze hermitage diende als waterberging.

    Restanten

    Na de verwoesting van het klooster in 1597 raakten de landerijen overwoekerd door heide en hakhout. De kloostermoppen van het complex werden deels hergebruikt voor het herstel van fortificaties en woningen in Bredevoort. De bezittingen van het klooster werden geconfisqueerd door het hertogdom Gelre. De Eremus in Aquis werd in latere jaren mogelijk gebruikt als schans tijdens de krijgshandelingen rond Bredevoort. In 1672 stond de westelijke vleugel van het rechthoekige kloostercomplex nog overeind.

    Met de inbeslagname van het kloostergebied kreeg het landschap een tweede historische laag: de aanleg van houtplantages. Gelre verpachtte de gronden voor de productie van eikenhout. Rond 1700 ging men aan de slag met de nodige ontwatering. Rechte watergangen voerden het water snel af naar de Schaarbeek, en dezelfde beek — ooit deel van de buitengracht — werd kaarsrecht doorgetrokken naar Bredevoort om daar de grachten van water te voorzien. De waterlopen bij de Eremus in Aquis verzandden, en op het voormalige kloosterterrein legde men zogenoemde rabatten aan, smalle ophogingen waarop men de jonge eiken plantte.

    Door enkele zeer strenge winters mislukten de eerste aanplantingen. Gelre besloot daarop het kloostergebied te verkopen. De nieuwe eigenaren zetten de houtteelt voort volgens hetzelfde systeem van rabatten en afwateringen. Het huidige Kloosterbos, 25 hectare groot, bewaart nog altijd de sporen van de laatmiddeleeuwse waterhuishouding die ooit door de kloosterlingen van Schaer werd aangelegd.


    Archieven

    Verpondingskohier 1647

    t’Clooster te Schaer en sijn becirck?, Geestl.
    2 Huisen, met etlicke koolhoven, 3 sch.
    Boulant 27 mdr., 3de gerve 225 – 0 -.
    Inslagh en hoeijmate van 4 daghen meijens, slechten waterigen gront.

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    FunctieKlooster
    Stichting1429
    Verwoesting1597
  • Villa Anna

    Villa Anna

    Polstraat 3, Aalten

    Aan de Polstraat in Aalten staat de markante Villa Anna, een forse vrijstaande woning uit 1913, gebouwd naar ontwerp van de Aaltense architect Jan Brill. De villa diende oorspronkelijk als hervormde pastorie.

    Hoewel de detaillering van de vensters in latere jaren zijn aangepast en deels vernieuwd, is de woning in hoofdvorm goed bewaard gebleven. Mede door de markante hoekligging, de opvallende hoofdvorm met veelhoekige erker en de laag ommuurde tuin met twee fraaie oude beuken is het pand zeer karakteristiek te noemen en is het zeer beeldbepalend in dit gedeelte van de Polstraat.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1945I-6512de Hervormde Gemeente van Aalten1960 m² pastorie, tuin
    1963I-8825de Hervormde Gemeente van Aalten1933 m² pastorie, tuin

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten C568/1 > D645

    Gerrit Schotman (Aalten, 15-12-1847), postdirecteur
    Barendina Gerharda Freriks (Aalten, 29-02-1848)

    Volgende bewoners:

    Aalten D645

    Frederik Cornelis van de Plassche (Aardenburg, 17-02-1870), predikant
    Helena Wilhelmina Alida van Iterson (Meteren, 19-07-1868)

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Frederik Cornelis van de Plassche (Aardenburg, 17-02-1870), predikant
    Helena Wilhelmina Alida van Iterson (Meteren, 19-07-1868)

    Volgende bewoners:

    Henry Jacobus Drost (Wemeldinge, 13-06-1902), predikant
    Catharina Adriana Lamberta Felix (Utrecht, 10-10-1906)

    Adresboek 1934

    Aalten D645 > Polstraat 3

    H.J. Drost

    1953-1959

    In deze periode werd de pastorie bewoond door het gezin van ds. D. Groeneboer.

    Adresboek 1967

    Polstraat 3

    Ds. M. v. d. Heiden

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-9258
    FunctieWoonhuis
    ArchitectJan Brill
    Bouwjaar1913
    Monumentnee
    Aanbesteding villa Schotman, architect J. Brill - Aaltensche Courant, 22-02-1913
    Aaltensche Courant, 22 februari 1913
  • Villa Welgelegen

    Villa Welgelegen

    Bredevoortsestraatweg 55, Aalten

    Ooit het woonhuis van de Aaltense notabele Adriaan Pieter Slicher van Bath. Het pand is een goed en gaaf voorbeeld van een villa in een stijl die invloeden vertoont van het neoclassicisme. De villa heeft esthetische kwaliteiten zoals goede verhoudingen, een vrij gave hoofdvorm en een bijzondere detaillering in vormgeving.

    Menig Aaltenaar heeft dit pand van binnen gezien, maar bewaart er geen prettige herinneringen aan. Hier was namelijk ook jarenlang de woning en praktijk van tandarts Brandsma gevestigd.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 268

    Adriaan Pieter Slicher (Middelburg, 07-06-1838)
    Johanna Geertruida van Hopbergen (Leeuwarden, 18-05-1849)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 299

    Adriaan Pieter Slicher (Middelburg, 07-06-1838)
    Johanna Geertruida van Hopbergen (Leeuwarden, 18-05-1849)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 291

    Adriaan Pieter Slicher (Middelburg, 07-06-1838)
    Johanna Geertruida van Hopbergen (Leeuwarden, 18-05-1849)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 326 > 385

    Adriaan Pieter Slicher (Middelburg, 07-06-1838)
    Johanna Geertruida van Hopbergen (Leeuwarden, 18-05-1849)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    B385 > C406

    Adriaan Pieter Slicher (Middelburg, 07-06-1838)
    Johanna Geertruida van Hopbergen (Leeuwarden, 18-05-1849)

    Adresboek 1934

    C406 > Bredevoortsestraatweg 55

    “Onbewoond”

    Adresboek 1967

    Bredevoortsestraatweg 55

    J.A. Brandsma, tandarts
    Mej. J.J. Veening

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-7387
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1870
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • De Postiljon

    De Postiljon

    Kerkstraat 1, Aalten

    Het pand aan de Kerkstraat 1, daterend uit 1876, heeft een rijke geschiedenis als postkantoor, modezaak en tegenwoordig een keukenzaak. Dit prominente gebouw op de hoek van de Markt en de Peperstraat was ooit het eerste postkantoor van Aalten.

    In de loop der jaren heeft het verschillende functies gehad, waarbij de naam ‘De Postiljon’ steeds verbonden bleef aan het pand.

    Het eerste postkantoor van Aalten

    In het pand Kerkstraat 1 was het eerste postkantoor van Aalten gevestigd. Hier kon men terecht voor alle zaken die te maken hadden met Post, Telegraaf en Telefoon (PTT). Voor mensen zonder eigen telefoon beschikte het postkantoor over een ‘openbare spreekcel’. In 1915 waren er in Aalten slechts 27 telefoonaansluitingen, en Bredevoort telde er vier. Het waren vooral fabrikanten, middenstanders en huisartsen die een telefoontoestel hadden. Kammenfabriek Ten Dam & Manschot had de allereerste aansluiting in Aalten en kreeg dus telefoonnummer 1.

    In 1922 verhuisde het postkantoor van de Kerkstraat naar de Haartsestraat, en later weer naar de Peperstraat. Tegenwoordig heeft Aalten geen eigen postkantoor meer en moet je voor postzaken naar de Primera.

    Pension en modezaak

    Hoewel het postkantoor verdween, bleef de naam van het gebouw verbonden met zijn geschiedenis. Na de verhuizing opende mevrouw Lammers-van Lochem ‘Magazijn De Post’ in het pand. Hier verkocht ze onder andere naaibenodigdheden en lingerie. Ook verhuurde ze kamers in het pand; het was tevens een pension.

    In 1974 vestigde zich er ‘Postiljon Mode’ van Martin en Ann de Kruyf. De Postiljon was het adres voor jurken, blouses en overhemden. Men kon hier terecht voor kwaliteit en persoonlijke aandacht. Na 50 jaar in het modevak stopten Martin en Ann de Kruyf met hun zaak in het najaar van 2017.

    Nieuwe bestemming

    Na enkele jaren leegstand kreeg het historische pand in 2024 een nieuwe bestemming. Een keukenzaak opende haar deuren in het hart van Aalten, waarmee een nieuw hoofdstuk werd toegevoegd aan de geschiedenis van dit beeldbepalende gebouw.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1169Evert van Eerden420 m² huis en erf

    Bewoners

    1813

    Aalten 1

    Weduwe G.W. Arendsen, huis, schuur en tuin

    Wessel Mierdink (Aalten, 06-02-1780), horlogiem.
    Christiaan Benjamin Lesturgeon (Aalten, 16-03-1791), silversmit

    1 weduwe
    1 man
    1 vrouw
    1 kostgang.
    1 meid
    1 kind

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 1

    Josina Aleida Stumph (Aalten, 30-07-1747), wed. van Gerrit Willem Arentzen

    Volgende bewoners:

    Jacobus Johannes Klijnpennink (Nijmegen, 22-05-1794), Med. Dr. en Vroedm.
    Sara van Raab van Canstein (Oosterboer, 18-08-1794)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 12

    Jacobus Johannes Klijnpennink (Nijmegen, 22-05-1794), med. doctor en vroedmeester
    Sara van Raab van Canstein (Oosterboer, 18-08-1794)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 12

    Jacobus Johannes Klijnpennink (Nijmegen, 22-05-1794), med. doctor
    Sara van Raab van Canstein (Oosterboer, 18-08-1794)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 12

    Jacobus Johannes Klijnpennink (Nijmegen, 22-05-1794), med. docter
    (1) Sara van Raab van Cansteijn (Oosterboer, 18-08-1794)
    (2) Maria Christina Knappert (Schiedam, 05-12-1832)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 12

    Maria Christina Knappert (Schiedam, 05-12-1832)

    Volgende bewoners:

    Abraham van Eerden (Aalten, 17-02-1812)
    Johanna Willemina Lindenhovius (Aalten, 13-12-1819)

    Volgende bewoners:

    Gerrit Schotman (Aalten, 15-12-1847), dir. telegraafkantoor
    trouwt op 28-02-1873 in Aalten met
    Barendina Gerharda Freriks (Aalten, 29-02-1848)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 12

    Gerrit Schotman (Aalten, 15-12-1847), directeur v.h. post- en telegraafkantoor
    Barendina Gerharda Freriks (Aalten, 29-02-1848)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 13

    Gerrit Schotman (Aalten, 15-12-1847), postdirecteur
    Barendina Gerharda Freriks (Aalten, 29-02-1848)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 15 > C528

    Gerrit Schotman (Aalten, 15-12-1847), postdirecteur
    Barendina Gerharda Freriks (Aalten, 29-02-1848)

    Volgende bewoners:

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten C528 > D596

    Lambertus Meijer (Zwolle, 01-02-1880), dir. post- en tel.kantoor
    Johanna Catharina Gosuina Nolen (Rotterdam, 05-07-1881)

    Volgende bewoners:

    Bevolkingsregister 1930-1940

    Aalten D596

    Gerrit Jan Lammers (Aalten, 13-10-1878), manufacturier
    Engelina Klein Nibbelink (Lichtenvoorde, 24-11-1876)

    Adresboek 1934

    Aalten D596 > Kerkstraat 1

    G.J. Lamrners

    Adresboek 1967

    Kerkstraat 1

    Mevr. A.C. Lammers-van Lochem

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-13284
    FunctieWoonhuis,
    Postkantoor
    Winkel
    Bouwjaar1876
    Monumentnee
  • Dinxperlosestraatweg 112 / Kruisdijk 18

    Dinxperlosestraatweg 112 / Kruisdijk 18

    IJzerlo

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1910-1920

    IJzerlo 60/1 > 64

    Hendrik Prinzen (IJzerlo, 16-01-1896), kleermaker
    Elise Schepers (Spork/D, 22-02-1897)

    Adresboek 1934

    IJzerlo 64 > 112

    H.J. Kämink

    Adresboek 1967

    IJzerlo 112 > Dinxperlosestraatweg 112

    H.J. Kämink

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.S-708/707
    FunctieWoonhuis
    ArchitectW. Hebly
    Bouwjaar1936
    Monumentnee
  • Grevinkweg 1

    Grevinkweg 1

    Aalten

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Dale 2 > 2

    Arnoldus Stronks (Dale, 01-04-1851)
    Johanna Gesina Elferink (Barlo, 18-04-1850)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Dale 2 > 2

    Arnoldus Stronks (Dale, 01-04-1851)
    Johanna Gesina Elferink (Barlo, 18-04-1850)

    Dale 2

    Roelof Heinen (Aalten, 09-01-1896)
    Dina Johanna Hendrika Lammers (Lintelo, 06-06-1900)

    Adresboek 1934

    Dale 2 > Grevinkweg 1

    R. Heinen

    Adresboek 1967

    Grevinkweg 1

    H. te Ronde

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.L-913
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1984
    Monumentnee
  • Logement Stad Munster

    Logement Stad Munster

    Peperstraat, Aalten (verdwenen)

    Logement Stad Munster was ooit een belangrijk rustpunt voor reizigers en postkoetsen. Het stond in de Peperstraat, tussen het voormalige postkantoor en de Postiljon, tegenover Stegers. Na de gemeentelijke herindeling van 1816 werd het korte tijd ook als Rechthuis gebruikt. In 1873 werd het pand door een brand volledig verwoest en het is daarna nooit herbouwd.

    Pleisterplaats voor de diligence

    In vroeger eeuwen, toen de postwagen of diligence het officiële vervoermiddel was, fungeerde ‘Logement Stad Munster’, ook wel bekend als ‘Hotel Wamelink’, als pleisterplaats voor de diligence en als rustpunt voor vermoeide reizigers. Wie een verre reis moest maken en het zich kon veroorloven, stapte in bij Hotel Wamelink, waarna de reis hortend en stotend werd voortgezet naar de eindbestemming. Wie minder te besteden had, trok de ‘steffels’ (laarzen) aan en ondernam de reis te voet. Een wandeling naar Arnhem of Zutphen was geen zeldzaamheid. Men had de tijd. Logement Stad Munster verwelkomde reizigers van allerlei pluimage, zoals een fabrikant uit Armentiers in Frankrijk, een koopman uit Stadlohn en een commies te voet uit Oosterwijk. Drie Engelse fabrieksarbeiders uit Manchester, Asthon en Oldham, verbleven er twee maanden.

    In 1823 stond Johanna Maria Martha Mensinck op dit adres geregistreerd als logementhoudster. Zij was de weduwe van Gerrit Jan Wamelink, die in 1822 overleed. Johanna overleed in 1854. Hun zoon Lambertus Hermanus Wamelink zette het logement voort. Hij was in 1852, op 39-jarige leeftijd, getrouwd met Johanna Catharina Heming. Nadat zij in 1854 overleed, hertrouwde hij in 1856 met Wilhelmina Louisa Hendrina Meijrink.

    Brand

    Op 2 april 1873 barstte er een hevig onweer los boven Aalten. De arbeiders op het land vluchtten schuren en tuinhuisjes in. De donder rolde af en aan, en de bliksem was niet van de lucht. Plotseling klonk er een knal en kort daarna hoorde iedereen, boven het geruis van de regen uit, het luiden van de brandklok in de kerktoren. Een blikseminslag had het pand naast het logement getroffen, dat bewoond werd door de heer Van Eerden en rijksontvanger Boudewijn.

    Toen de brandwachten arriveerden, stonden beide panden al in lichterlaaie. Tegen dit geweld konden de brandspuiten weinig beginnen. Het oude logement, de trots van de Wamelinks, die er begin 18e eeuw al woonden, brandde tot de grond toe af, evenals het naastgelegen huis op de hoek van de Kerkstraat. Het logement werd niet herbouwd, en sindsdien is de plek een open doorgang gebleven tussen de Peperstraat en het Hoge Blik.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1152wed. Gerrit Jan Wamelink490 m² huis, schuur
    1858I-2011
    I-2012
    wed. Gerrit Jan Wamelink
    erven Lambertus Hermanus Wamelink
    490 m² huis, erf
    260 m² schuur, stalling
    1863I-2011
    I-2012
    Wilhelmina Louisa Hendrina Meijerink,
    logementhoudster
    490 m² huis, erf
    260 m² schuur, stalling

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 256

    Johanna Maria Martha Mensinck (Winterswijk, 16-08-1788), logementhoudster

    Zij was de weduwe van Gerrit Jan Wamelink.

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 271

    Johanna Maria Martha Mensinck (Winterswijk, 16-08-1788), logementhoudster

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 271

    Johanna Maria Martha Mensinck (Winterswijk, 16-08-1788), logementhoudster

    Volgende bewoners, zoon en echtgenote:

    Lambertus Hermanus Wamelink (Aalten, 18-02-1813)
    (1) Johanna Catharina Heming (Vreden/D, 02-07-1822)
    (2) Wilhelmina Louisa Hendrina Meijerink (Aalten, 06-11-1823)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 271

    Wilhelmina Louisa Hendrina Meijerink (Aalten, 06-11-1823), logementhoudster

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 348

    Wilhelmina Louisa Hendrina Meijerink (Aalten, 06-11-1823), logementhoudster

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-11441
    FunctieLogement
    Bouwjaaronbekend
    Afgebrand1873

    Bronnen


  • Café Stegers

    Café Stegers

    Markt 2, Aalten

    Café-Restaurant Stegers, gelegen op de hoek van de Markt en de Peperstraat in Aalten, heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de 18e eeuw. Het pand begon als herberg en jeneverstokerij en is in de loop der tijd een slijterij en uiteindelijk een bekend café-restaurant geworden. Stegers is niet alleen een populaire ontmoetingsplek, maar ook een belangrijk onderdeel van het lokale erfgoed.

    De familie Becking

    In 1717 bevond zich op deze locatie een brouwerij met voortuin van Lemmert te Kavestede. Bekend is dat op deze plek eertijds de herberg van Schaars was gevestigd. Rond 1800 krijgen we meer zekerheid over de bewoners. Omstreeks die tijd woonde de in Varsseveld geboren Lourens Becking in Aalten. Het pand werd in 1799, blijkens een inscriptie op een gevelsteen, door Lourens Becking en Willemina Geertruid Schaars verbouwd tot woonhuis, branderij en landbouwschuur.

    In 1804 liet Becking, jeneverstoker van beroep, een nieuw huis bouwen aan de Markt. Boven in zijn nieuwe huis liet hij een gevelsteen inmetselen met een cryptische rebus die als volgt vertaald kan worden: “Het naaihuis van Tabitha”. Volgens pater Reinders heeft de rebus echter een andere betekenis: “Tabitha begeert verkwikt te worden door de verdiensten, die Christus op Kalvarië heeft verworven”.

    Rond 1828 nam zoon Hendrik Jan de jeneverstokerij over. In 1864 stopte hij met het stoken en ging verder als slijter. Waarschijnlijk combineerde hij deze activiteit met een tapperij. Er had een verbouwing plaats en het gedeelte van het pand in de Peperstraat werd verhuurd aan bakker Lourens Prins.

    Na het overlijden van Hendrik Jan in 1889, zonder mannelijke opvolgers, nam zijn dochter Johanna Geertruida Klazina de slijterij over. Met haar overlijden in 1894 kwam er een einde aan 90 jaar stokerij en slijterij van de familie Becking in Aalten. De erfgenamen verkochten het pand in de Peperstraat aan koopman Salomon Goedhart. Het pand aan de Markt werd verhuurd aan timmerman H.B. Lelieveld.

    Tante Mina

    In 1922 werd het pand aan de Markt eigendom van ‘Tante’ Mina Heersink-Geerdes, geboren in de Brinkheurne bij Winterswijk. Zij opende hier een café en breidde haar activiteiten later uit met een pension en restaurant. Later werd ze bijgestaan door haar dochter Leis, die getrouwd was met Gert Prins. Hij drijft later een rookwarenwinkel opzij van het pand, en in de jaren twintig was er in de achterkeuken zelfs een fietsenmakerij gevestigd. Het café van tante Mina stond bekend om de grote potkachel in het midden van het lokaal. In 1952 raakte de voorgevel van het monumentale pand zwaar beschadigd toen de eeuwenoude lindeboom voor het etablissement omwaaide tijdens een hevige storm.

    De familie Stegers

    Begin jaren zestig van de vorige eeuw waren Riek en Jan Stegers uit Groenlo op zoek naar een horecagelegenheid. Riek had al ervaring in de horeca. Jan was verzekeringsagent, maar werkte in zijn vrije tijd ook in de horeca. Het pand aan de Markt in Aalten stond te koop en in april 1961 nam de familie Stegers de grote stap. Omdat ze niet de benodigde papieren hadden voor een rookwarenwinkel, sloten ze deze en openden in oktober van dat jaar een snackbar in de voormalige winkel. Sinds 1990 wordt Café-Restaurant Stegers geleid door Bertus en Jolanda Lammers, samen met Raymund en Sophia Stegers.

    Nieuw hoofdstuk

    Begin 2025 werd aangekondigd dat Café-Restaurant Stegers en De Geste worden overgenomen door Zila en Kayra Ertunç, van het naastgelegen Krul Bar & Restaurant. Zij verklaarden trouw te blijven aan de oorspronkelijke naam en het concept. Met respect voor het levenswerk van de families Stegers en Lammers willen zij de sfeer en traditie van deze historische horecagelegenheid in Aalten voortzetten.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1153Lourens Becking580 m² huis, schuur & erf
    1844I-1153Hendrik Jan Becking, jeneverbrander580 m² huis, erf, jeneverbranderij
    1895I-4652Hendrik Jan Becking, jeneverbrander390 m² huis & erf
    1909I-4652Hendrikus Bernadus Lelivelt, aannemer390 m² huis & erf
    1922I-4652Mina Aleida Geerdes, landbouwster & winkelierster390 m² huis & erf
    1937I-6928Mina Aleida Geerdes, landbouwster & winkelierster387 m² huis & erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1850

    Aalten 257

    Laurens Becking (Varsseveld, 28-04-1773), geneverbrander
    Willemina Gertruid Schaars (Aalten, 07-08-1773)

    Volgende bewoners, zoon en echtgenote:

    Hendrick Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), geneverbrander
    Gesina Sophia Gussinklo (Aalten, 16-04-1806)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 279

    Hendrick Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), geneverbrander
    Gesina Sophia Gussinklo (Aalten, 16-04-1806)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 279

    Hendrik Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), geneverbrander
    Gesina Sophia Gussinklo (Aalten, 16-04-1806)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 356

    Hendrik Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), slijter
    Gesina Sophia Gussinklo (Aalten, 16-04-1806)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 399

    Hendrik Jan Becking (Aalten, 20-05-1804), slijter

    Volgende bewoners, dochter:

    Johanna Geertruida Klazina Becking (Aalten, 21-01-1837), slijter

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 393

    Johanna Geertruida Klazina Becking (Aalten, 21-01-1837), slijtster

    Volgende bewoners:

    Hendrikus Bernadus Lelivelt (Aalten, 18-02-1866), timmerman
    Johanna Berendina Reijers (Gendringen, 13-12-1872)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 465 > 519

    Hendrikus Bernadus Lelivelt (Aalten, 18-02-1866), tapper
    Johanna Berendina Reijers (Gendringen, 13-12-1872)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten C519

    Hendrikus Bernadus Lelivelt (Aalten, 18-02-1866), tapper
    Johanna Berendina Reijers (Gendringen, 13-12-1872)

    Volgende bewoner:

    Aalten D572

    Mina Aleida Heersink-Geerdes (Brinkheurne, 02-10-1878), caféhoudster

    Adresboek 1934

    Aalten D572 > Markt 2

    Wed. J.W.A. Heersink

    Adresboek 1967

    Markt 2

    J.F.J. Stegers

    Hotel Stegers

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-6928
    FunctieCafé-Restaurant,
    Snackbar
    Bouwjaar1804
    MonumentRijksmonument
  • Oerkroeg Schiller

    Oerkroeg Schiller

    Prinsenstraat 4, Aalten

    In het hart van Aalten bevindt zich Oerkroeg Schiller, een begrip in de regio. Bezoekers komen er voor de originele sfeer, een goed glas speciaalbier, een maaltijd met groenten uit eigen tuin of het filmtheater, maar vooral voor de muziek: Schiller heeft een stevige reputatie als poppodium opgebouwd.

    De oorsprong van het café ligt in de 17e eeuw, toen Hendrik Westerveld, brouwer van beroep, een herberg met brouwerij begon onder de naam ‘Café Brouwerij De Halve Maan’. Daarmee behoort het pand tot de oudste horecagelegenheden van Aalten en omgeving.

    Halverwege de 19e eeuw kwam het café in handen van Gerrit Jan Prins. Hij leerde het horecavak in het beroemde Hotel Café Schiller in Amsterdam. Na zijn leertijd kreeg hij toestemming van de eigenaar om de naam ‘Schiller’ ook in Aalten te voeren. Terug in zijn geboortedorp richtte Prins in Aalten een herensociëteit op. De originele ledenlijst hangt nog altijd zichtbaar in het eetlokaal van het café.

    Monumentale waarde

    Het pand van Oerkroeg Schiller kent meerdere bouwfasen. De oudste delen dateren vermoedelijk uit het einde van de 16e eeuw, mogelijk met een oudere kern. In de loop van de 20e eeuw volgden verschillende uitbreidingen. Vanwege de karakteristieke uitstraling en de prominente ligging is het gebouw door de gemeente Aalten aangewezen als gemeentelijk monument.

    Ontwikkeling tot muziekcafé

    Vanaf 1977 heeft Theo de Gier het café omgevormd tot muziekcafé. Daarmee kreeg Oerkroeg Schiller haar huidige karakter: een warm, bruin café met poppodium. Bekende artiesten en bands als Herman Brood, De Staat, Donnerwetter en Go Back To The Zoo stonden hier op het podium.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1110Jan Prins, brouwer270 m² huis & erf
    1859I-2014Gerhard Prins, bierbrouwer270 m² huis & erf
    1897I-4778Hermina Johanna Prins1.236 m² huis & erf
    1900I-4912Hermina Johanna Prins1.606 m² huis, schuur & erf
    1934I-5302Gerrit Jan Prins,
    koffiehuishouder & bierbottelaar
    1.600 m² huis, garage & erf
    (dj. 1944: verkoop)
    1944I-5302Berendina Gesina Grevink, caféhoudster1.600 m² huis, garage & erf
    1965I-9177vof “G.J. Prins” te Aalten1.400 m² slijterij, bottelarij,
    huis, café, erf, magazijn

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 228

    Hendrik Westerveld (03-03-1755), brouwer
    ⚭ (1) Keppel, 25-04-1790 Berendjen Smeitink (Keppel, 07-09-1760)
    ⚭ (2) Aalten, 13-08-1803 Willemina Geertruid Evers (Aalten, 19-01-1766), wed. Jan Hendrik Hiebink

    Volgende bewoners, dochter uit Hendriks 1e huwelijk en schoonzoon:

    Jan Prins (Aalten, 06-07-1786), landbouwer
    Harmina Westerveld (Aalten, 05-02-1791)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 209

    Jan Prins (Aalten, 06-07-1786), bierbrouwer
    Harmina Westerveld (Aalten, 05-02-1791)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 209

    Jan Prins (Aalten, 06-07-1786), bierbrouwer

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Gerhard Prins (Aalten, 05-11-1827), bierbrouwer
    Harmina Johanna Westerveld (Aalten, 12-02-1838)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 209

    Gerhard Prins (Aalten, 05-11-1827), bierbrouwer
    Harmina Johanna Westerveld (Aalten, 12-02-1838)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 281

    Gerhard Prins (Aalten, 05-11-1827), bierbrouwer
    Harmina Johanna Westerveld (Aalten, 12-02-1838)

    Volgende (hoofd)bewoner, zuster:

    Anna Geertruid Prins (Aalten, 02-10-1819)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 321

    Anna Geertruid Prins (Aalten, 02-10-1819)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 313

    Anna Geertruid Prins (Aalten, 02-10-1819)

    Volgende bewoners:

    Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868), tapper, z.v. Louwrens Prins en Everdina Johanna Voltman
    Harmina Johanna Prins (Aalten, 15-10-1861), d.v. Gerhard Prins en Harmina Johanna Westerveld

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 362 > 455

    Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868), caféhouder
    Harmina Johanna Prins (Aalten, 15-10-1861)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten B455 > C510

    Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868), caféhouder

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Aalten C510

    Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868)

    Volgende (hoofd)bewoner, zoon:

    Louwrens Prins (Aalten, 22-07-1895), caféhouder

    Adresboek 1934

    Aalten C510 > Prinsenstraat 4

    L. Prins

    Adresboek 1967

    Prinsenstraat 4

    Café Prins

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-10726
    FunctieCafé,
    Bierbrouwerij
    Bouwjaar16e eeuw
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • Nijverheidsschool

    Nijverheidsschool

    Haartsestraat 8, Aalten (verdwenen)

    De School voor Nijverheidsonderwijs aan de Haartsestraat in Aalten werd in 1928 geopend als de eerste Nederlandse landbouwhuishoudschool met de toevoeging ‘christelijk’ in de naam. Het gebouw stond op de plek waar nu de Hema is gevestigd. De school begon met twee leerjaren en ontwikkelde zich snel.

    Onderwijs en schoolleven

    Het was destijds gebruikelijk dat meisjes naar de huishoudschool gingen. Zij werden voorbereid op hun toekomst als huisvrouw. Iedere leerling droeg een voorgeschreven uniform: een lichtgroene katoenen jurk met korte mouw, witte manchetten en kraag, aangevuld met een witte schort en kookmuts.

    Het lesprogramma omvatte voortgezet lager onderwijs, huishoudelijk werk, koken, naaien en verstellen, wassen en strijken, kinderverzorging, natuur- en scheikunde. Ook werd telefoonles gegeven, waarbij leerlingen werd geleerd hoe ze iemand per telefoon konden bereiken buiten de regio. Dat ging in die tijd via een telefoniste op het postkantoor.

    Praktijklessen namen een belangrijke plaats in. Er werd gekookt op elektrische fornuizen, gasfornuizen of een kolenfornuis. De tafels moesten netjes gedekt worden voordat de door de leerlingen bereide maaltijden werden opgediend en gegeten. Voor netheid en smaak werden cijfers gegeven.

    De was moest keurig volgens een bepaalde methode opgehangen worden. Het strijken gebeurde met kleine ijzeren strijkbouten die verhit werden op het fornuis of de kachel. Ook waren er een paar elektrische strijkijzers. In de schooltuin werden groenten en fruit verbouwd, die later door de leerlingen werden geoogst en verwerkt.

    Er was ook ruimte voor ontspanning: Toen een nieuwe schooldirectrice haar intrede deed, werd een welkomstfeest georganiseerd in het toenmalige Feestgebouw. Alle leerlingen verschenen als echtpaar in Achterhoekse kledij, compleet met knipmuts of pet. Verschillende meisjes hadden liedjes en sketches ingestudeerd.

    Ook vormden de meisjes bij een bepaalde gelegenheid een orkest, waarbij de muziekinstrumenten bestonden uit huishoudelijke voorwerpen zoals stoffer en blik, bezems, pannen en pannendeksels. Op het podium van de Sociëteit brachten ze, getooid in boerendracht, hun boerendansen ten tonele die ze tijdens de gymlessen hadden ingestudeerd.

    Oorlogsjaren

    Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest het onderwijzend personeel improviseren. Leerlingen brachten ingrediënten van huis mee voor de kooklessen — zoals aardappels, melk of een geslachte kip, vaak afkomstig van boerenbedrijven waar deze nog aanwezig waren. Oude kledingstukken werden tijdens de naailessen op trapnaaimachines vermaakt tot nieuwe. Leerlingen brachten vuil ondergoed van huis mee om te wassen in een teil, met een wasbord en borstel.

    In september 1944 werd de school door de Duitsers gevorderd en kwamen de lessen stil te liggen. Het gebouw bood geen bescherming bij luchtalarm, waardoor onderwijs te gevaarlijk werd.

    Na de oorlog en verhuizing

    Na de bevrijding werden de leerlingen in staat gesteld alsnog hun diploma te behalen. Van het Amerikaanse Rode Kruis had iedere leerling een schooltas, een etuitje met naaibenodigdheden en een schaar gekregen.

    In de jaren na de oorlog breidde het onderwijsaanbod zich verder uit. Er werden veel cursussen georganiseerd voor plattelands- en andere vrouwen, en er kwamen middelbare beroepsopleidingen bij.

    Omdat het schoolgebouw aan de Haartsestraat te klein werd, verhuisde de huishoudschool in 1956 naar een nieuw pand aan de Oranjelaan. Aansluitend werd het oude gebouw tot 1960 gebruikt door de net opgerichte HBS. Daarna deed het tot 1977 dienst als dependance van de Technische School. In 1982 verrees op deze locatie een filiaal van de HEMA.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1140Gerrit Vaags, bakker240 m² huis & erf
    1861I-2591Lodewijk Vaags, bakker240 m² huis & erf
    1882I-3729Anna Christina Vaags
    Mr. Leonard Roelvink, burgemeester
    400 m² huis, schuur & erf
    1888I-4248Gerrit Vaags e.c., bakker695 m² huis, schuren & tuin
    1922I-5843Gemeente Aalten1840 m² school, ged. huis & erf
    1925I-6101Gemeente Aalten1739 m² school & erf
    1946I-6101Gemeente Aalten1739 m² school & erf

    Archieven

    Adresboek 1934

    Aalten D604 > Haartschestraat 8

    Nijverheidsschool

    Adresboek 1967

    Haartsestraat 8

    Chr. Techn. School

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-11205
    FunctieMiddelbare school
    Bouwjaar1928
    Sloop1982
  • J. van Eijck & Co.

    J. van Eijck & Co.

    Misterstraat 2, Bredevoort

    De firma J. van Eijck & Co. is een voormalige weverij in Bredevoort, gelegen aan de Misterstraat, net voorbij de Munsterbrug en aan de Slingebeek (rechts op bovenstaande foto). Deze weverij speelde een belangrijke rol in de textielindustrie van Bredevoort.

    Het bedrijf werd rond 1867 opgericht door Josephus Godefridus Henricus van Eijck, geboren in Helmond en van oorsprong afkomstig uit een familie uit Sint-Niklaas, België. In Bredevoort werd hij kortweg ‘Sjef’ genoemd. J. van Eijck & Co. was de tweede textielfabriek in Bredevoort. Bij de eerste fabriek, van H. van Eijck & Zoon, werd intussen gestaakt. Hoewel de staking eind januari was beëindigd, werd het 25-jarig jubileum van die fabriek slechts sober gevierd door de werknemers.

    Na het overlijden van Josephus G.H. van Eijck in 1898 nam zijn vrouw, Hendrika Maria Kavelaar, de leiding van het bedrijf over. Zij benoemde de broers Henricus en Johannes Müter tot directeuren. Johannes Müter liet de monumentale Villa Maria bouwen, gelegen naast de fabriek (ook op bovenstaande foto te zien). Na de dood van Hendrika Maria Kavelaars zetten de broers het bedrijf voort. Ondertussen was een deel van het oude familiebedrijf in handen gekomen van A. Ubbink uit Bredevoort.

    Vermoedelijk heeft Sjef van Eijck geprobeerd dit deel van het familiebezit terug te verwerven en is daar anno 1893 in geslaagd, zoals blijkt uit akten met betrekking tot de familie Ubbink. Na het overlijden van Sjef in 1898 werd de firma ‘J. van Eijck & Co.’ op contractbasis voortgezet door zijn weduwe, H.M. Kavelaars, samen met vennoot J.H.J. Müter, voor een periode van tien jaar.

    Na een periode van leegstand werd het gebouw in 1956 in gebruik genomen door het bedrijf Aparta, dat er een snoepfabriek vestigde. Later huisvestte het gebouw onder meer een dozenfabrikant, een Coca-Colafabriek, een groothandel in hangsloten en de bontweverij/tuftingfabriek van Jos Rusink. In 1993 werd het complex door brand verwoest, waarmee een markant gebouw uit het stadsbeeld verdween.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1868A-867Jean Leander van Eijck1645 m² stoomfabriek, weverij en erf
    1898A-1142de Firma J. van Eijck4215 m² stoomfabriek en erf
    1910A-1142Johannes Henricus Josephus Müter,
    fabrikant
    4215 m² huis, stoomfabriek,
    tuin en erf
    1935A-1591N.V. J. van Eijck en Co.’s Bontweverijen5210 m² 2 huizen, fabriek, erf
    1957A-1798N.V. “Delicatessen Industrie Aparta”6390 m² textielfab., huis en tuin
    1974A-1798N.V. “Nederlandse Apparatenfabriek Rivièra”6390 m² huis, tuin, textielfabriek

    Adresgeschiedenis

    Adresboek 1967

    Bredevoort 168 > Winterswijkschestraat 2

    Fabriek

    Adresboek 1967

    Misterstraat 2

    Fabriek “Aparta”

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.A-2520
    FunctieTextielfabriek
    Oprichting1867
    Sluiting> 1934
  • Nationaal Onderduikmuseum

    Nationaal Onderduikmuseum

    Markt 12, Aalten

    Beschrijving

    Op de locatie van de huidige adressen Markt 12-18 in Aalten stonden waarschijnlijk al in de zeventiende eeuw twee dorpsboerderijen, vakwerkhuizen met een sterk agrarisch karakter. De twee panden waren van elkaar gescheiden door een smalle osendrop. Een bredere steeg aan de linkerzijde leidde naar een achtererf waaraan een vakwerkschuur stond. Aan de achterzijde strekten twee diepe, onbebouwde landbouwpercelen of tuinen zich uit tot aan de Prinsenstraat. In de achttiende en negentiende eeuw werden de oorspronkelijke vakwerkhuizen aan de Markt vervangen door bakstenen huizen. Het huidige pand Markt 12 is ontstaan na nieuwbouw omstreeks 1843.

    Tweede Wereldoorlog

    Het pand Markt 12 in Aalten is een huis met een bijzonder verhaal. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het huis bewoond door de familie Kempink, een gezin met twee jonge kinderen. Aan het begin van de oorlog werd de voorkamer gebruikt door het Rode Kruis en later gevorderd door de nazi’s als Ortskommandantur. Tegelijkertijd waren er op de zolder acht onderduikers verstopt. Deze onderduikplek is nog steeds aanwezig. De gewelfde kelder diende tijdens bombardementen als schuilplek voor de buurtbewoners. Soms kwamen er wel 20 mensen schuilen.

    Aan het einde van de oorlog moest het gezin halsoverkop van de aanwezige Duitsers vertrekken. Sauerland was namelijk flink gebombardeerd en huizen waren daar vernield. Duitse moeders en kinderen werden op verschillende plekken ondergebracht; waaronder ook in Markt 12 in Aalten. Na de oorlog keerde het gezin terug en heeft er jarenlang gewoond.

    Museum

    Na 1970 onderging het complex enkele belangrijke stedenbouwkundige veranderingen. Het werd in fasen gerestaureerd en onderdeel van museum ’t Frerikshuus, later het Nationaal Onderduikmuseum. In 2004 werd achter Markt 12 nieuwbouw van het museum gerealiseerd. Het terrein achter het pand werd ingericht als parkeerplaats. De nieuwbouw en de drie historische panden Markt 12-16 werden met elkaar verbonden door een glazen overkapping waarin de hoofdentree en een entreehal werden opgenomen.

    In 2024 maakte het Nationaal Onderduikmuseum bekend dat het opnieuw uitbreidingsplannen heeft en dat daarvoor het naastgelegen pand Markt 18 is aangekocht.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1080Wolter Huinink430 m² huis, schuur en erf
    1881I-1694Johan Gerhard Becking, winkelier290 m² huis en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 265

    Wolter Hunink (Aalten, 13-12-1779), landbouwer
    Johanna Willemina Vreede (Aalten, 11-06-1799)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 244

    Wolter Hunink (Aalten, 13-12-1779), landbouwer
    Johanna Willemina Vreede (Aalten, 11-06-1799)

    Volgende bewoners:

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier
    trouwt op 01-09-1843 in Aalten met
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 244

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 244

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier en tapper
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 321

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 364

    Johannes Gerhardus Becking (Aalten, 20-02-1807), winkelier
    Catharina Maria ten Bokkel (Aalten, 16-10-1812)

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Johannes Catharinus Becking (Aalten, 17-07-1848), winkelier
    trouwt op 19-05-1881 in Aalten met
    Anna Wilhelmina Theodora Becking (Varsseveld, 08-09-1855)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 360

    Johannes Catharinus Becking (Aalten, 17-07-1848), winkelier
    Anna Wilhelmina Theodora Becking (Varsseveld, 08-09-1855)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 428 > 499

    Johannes Catharinus Becking (Aalten, 17-07-1848), winkelier
    Anna Wilhelmina Theodora Becking (Varsseveld, 08-09-1855)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten B499

    Johannes Catharinus Becking (Aalten, 17-07-1848), winkelier
    Anna Wilhelmina Theodora Becking (Varsseveld, 08-09-1855)

    Volgende (hoofd)bewoner:

    Aalten B499 > C553

    Hendrica Wilhelmina Vultink (Silvolde, 06-09-1861), wed. Bernard Bölte

    Adresboek 1934

    Aalten C553 > Markt 12

    Wed. B. Bölte

    Adresboek 1967

    Markt 12

    G.C. Kempink
    Mevr. G.C. Keizer-Winterink
    J.B. Vaags

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-12360
    FunctieDorpsboerderij,
    Woonhuis,
    Museum
    Bouwjaar1750
    MonumentRijksmonument
  • Kalverslachterij Aalten

    Kalverslachterij Aalten

    Industriestraat 5, Aalten (verdwenen)

    Aan de Industriestraat, direct bij het station van Aalten, stond bijna een eeuw lang een slachterij. De oorsprong ligt in het begin van de 20e eeuw, toen de gemeente ruimten begon te verhuren voor de slacht. Vanaf 1903 kreeg het slachten een meer industrieel karakter. In 1916 verrees hier een exportslachthuis van koopman B.J. Rathmer, ontworpen door gemeentearchitect Jan Brill. In 1922 kocht de gemeente het complex en werd het officieel het Gemeenteslachthuis.

    In 1964 namen Bram Kropveld en André van Schipstal de slachterij van de gemeente over en sprak men van KSA (Kropveld Schipstal Aalten). Vroeger slachtte men er ook varkens. Door aangescherpte regelgeving richtte het bedrijf zich voortaan uitsluitend op kalveren. Later heette het bedrijf dan ook Kalver Slachterij Aalten.

    In 1976 nam KSA een nieuwe kantoorruimte in gebruik op de plaats waar voorheen een woning stond. De eerste steen werd gelegd door het personeel van KSA. In de loop der jaren werd de productie aanzienlijk vergroot. Er kwamen koelruimtes bij voor de opslag. Rond 1990 is de expeditie geheel vernieuwd. Vanaf dat moment konden er twee vrachtwagens tegelijk laden en was de aan- en afvoer grotendeels aan het oog onttrokken.

    Overnames

    In 1988 kwam de slachterij in handen van de Coöperatieve Centrale Veevoederfabriek. In het jaar 1992 werd het bedrijf verkocht aan de Van Drie Group en specialiseerde men zich in het slachten van Friander of rosé-kalveren. KSA groeide in de jaren negentig uit tot een modern bedrijf met circa 65 medewerkers, met op het hoogtepunt zelfs meer dan honderd werknemers.

    In april 1996 kwam de slachterij in Aalten in het wereldnieuws. Er werden 64.000 Britse kalveren gedood in opdracht van de Nederlandse regering vanwege BSE, ook wel ‘gekke koeienziekte’ genoemd.

    In 2001 waren er plannen voor de realisatie van een etage bovenop de slachterij om in Aalten ook uitbenen en verdere verwerking mogelijk te maken. Maar vergunningstrajecten strandden en de MKZ-crisis met bijbehorende vervoersverboden legde het bedrijf wekenlang stil, waardoor men van de plannen afzag.

    Sluiting

    Om kosten te besparen besloot de Van Drie Group in 2012 om haar activiteiten te concentreren. Dit pakte nadelig uit voor KSA, want hier kon men alleen kalveren slachten; voor de verwerking moesten ze naar zusterbedrijven worden vervoerd en dat was kostbaar. Het gevolg was dat KSA op 31 december 2012 haar deuren sloot.

    Na een aantal jaren werden de gebouwen gesloopt en het terrein werd, samen met dat van de voormalige houthandel Te Paske, verkocht aan de gemeente. Deze verkocht het op haar beurt weer aan de firma Beele Engineering. Beele ontwikkelde hier zijn R&D-campus “Sealing Valley”. Daarmee kreeg het voormalige slachterijterrein een nieuwe, industriële bestemming in de maakindustrie.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1918I-4164Bernard Johan Rathmer, koopman4100 m² exportslagerij, stalling,
    politiebarak en grasland
    1925I-6098Gemeente Aalten4070 m² slachthuisplts.,
    loods, barak en erf
    1963I-8955Gemeente Aalten3954 m² abattoir, huis, schuur,
    loods, barak, erf, werkplaats
    1978K-1043Kropveld-Schipveld Aalten B.V.3320 m² slachthuis, schuur, erf
    1987K-1683Kropveld-Schipveld Aalten B.V.4441 m² slachthuis, erf

    Archieven

    Adresboek 1934

    Aalten A36 > Industriestraat 5

    Slachthuis

    Adresboek 1967

    Industriestraat 5

    Gemeente Slachthuis

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.K-2117
    FunctieSlachthuis
    Bouwjaar1916
    Sloopca. 2015
  • Fa. Gebroeders Muller

    Fa. Gebroeders Muller

    Haartsestraat 142-144, Aalten (verdwenen)

    Burchard Diederik Gerhard Muller was eigenaar van twee manufacturen-, ijzer- en galanteriewinkels. Ook dreef hij een graanhandel en had hij een kruidenierszaak. Hij was getrouwd met Elisabeth Manschot en zij woonden aan de Lichtenvoordsestraatweg in Aalten.

    In 1870 startte hij een stoomblekerij op het Geurken aan de Haartseweg. Twee jaar later werd het bedrijf uitgebreid met een ververij en een drukkerij. Enkele jaren daarna breidde de firma Muller verder uit met een stoomweverij.

    Het benodigde water onttrok men aan de nabijgelegen beek. Drie broers van deze familie hebben nog geprobeerd de watermolen op de Pol te kopen, nadat deze op 1 mei 1853 was afgebrand. De watermolen met stuw werd echter door de gemeente aangekocht en rond de eeuwwisseling gesloopt.

    Na het overlijden van Burchard Diederik Gerhard Muller in 1873 zetten zijn kinderen het familiebedrijf voort.

    Brand

    Op 6 mei 1902 brandde de fabriek van Muller af en werd niet meer herbouwd of voortgezet.

    Aalten, 6 Mei – Hedenmiddag omstreeks 4 uur ontstond er brand in de fabriek van de hh. Gebrs. Muller op ongeveer 10 minuten buiten de kom van ’t dorp gelegen. Van de verschillende gebouwen zijn geheel in de asch gelegd: de drukkerij, stoomdrogerij en het magazijn met vele goederen. De oorzaak is onbekend. Het oude gedeelte is afgebrand. De gebouwen voor de weverij zijn behouden gebleven.

    Zutphensche Courant, 8 mei 1902

    Dinsdagmiddag tegen 4 uur werden we plotseling opgeschrikt door het luiden der brandklok. Het was spoedig een buitengewone drukte op de straat en de brandspuiten trokken achter elkaar in de richting van den Haartschen grintweg, want al spoedig wist men dat de brand woedde in de fabriek van de heer Muller, aan dien grintweg gelegen.

    Het hooge gebouw, waar de weverij, drukkerij en drogerij was, is geheel door het vuur vernield en de machines zijn natuurlijk onbruikbaar geworden, terwijl ook het magazijn met vele goederen een prooi der vlammen werd. De weverij heeft niet geleden, terwijl de machinekamer, door het flink optreden der brandweer, die daar ook voldoende water had, eveneens kon behouden blijven. Dat er overigens veel waterschade is aangericht, spreekt van zelf.

    Nieuwe Winterswijksche Courant, 10 mei 1902

    Tegenwoordig staat er een dubbele woning met bouwjaar 1938.

    Bewoners

    Adresboek 1934

    Haart 1 > Haartschestraat 82

    J.B. Roters

    Haart 1a > Haartschestraat 82a

    J.H.Th. te Beest

    Haart 2 > Haartschestraat 84

    H.J. Testerink

    Adresboek 1967

    Haartsestraat 82

    A.A. Lammers

    Haartsestraat 84

    H.J.G. Lensink

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.D-4560/4561
    FunctieTextielbedrijf
    Bouwjaarca. 1870
    Slooponbekend
  • H. van Eijck & Zoon

    H. van Eijck & Zoon

    Misterstraat 39, Bredevoort

    Beschrijving

    De firma H. van Eijck & Zoon werd in 1834 opgericht door Henricus van Eijck (Helmond, 02-04-1780 – Sint-Niklaas (B), 08-04-1846). Het was de eerste textielfabriek in Bredevoort. Aanvankelijk kreeg Van Eijck geen toestemming van de Nederlandse Handel Maatschappij, maar door persoonlijk ingrijpen van koning Willem I kwam die toestemming alsnog.

    Henricus kwam uit Sint-Niklaas (België) met zijn familie, omdat daar de textielindustrie stagneerde in verband met de Belgische Opstand die in 1830 was uitgebroken. Doordat die toestand zich bleef voortslepen zagen veel Belgische fabrikanten de oplossing door zich te vestigen in noord-Nederland.

    De Bredevoorters waren dankzij de huisnijverheid niet onbekend met weven, desalniettemin liet Van Eijck meesterknechten uit België overkomen. De eersten vertrokken al spoedig naar Doetinchem, Peter Lavinus van den Broek, bleef met vrouw en kinderen tot zijn dood in Bredevoort wonen.

    Ontwikkeling

    De fabriek stond aan de Misterstraat, ter hoogte van de Bekendijk. H. van Eijck & Zoon was een weverij voor met name katoen. Bij de aanvang werd gewerkt met een stoommachine van 4 pk en een ketel. Het hoogtepunt werd bereikt in 1839 toen hier 225 wevers werkten. Het uitbreken van de Amerikaanse Burgeroorlog veroorzaakte een dip in de activiteiten, omdat de import van Amerikaans katoen praktisch stil kwam te liggen. In 1865 kwam er echter een opleving en twee jaar later werd er een stoommachine aangeschaft. In 1878 kwam het bedrijf stil te liggen, doordat de vrouw van Jean Leander van Eijck overleed.

    Mogelijk is er een ruzie over de erfenis ontstaan, want nog datzelfde jaar werd er een nieuwe fabriek geopend. De helft van het oorspronkelijke familiebedrijf werd aangekocht door Josephus Godefridus Henricus (‘Sjef’) van Eijck en met zijn vennoot J.H.J. Müter uit Amsterdam voortgezet onder de firmanaam J. van Eijck & Co.

    Stakingen

    In januari 1903 brak een staking uit, nadat bekendgemaakt werd dat werknemers niet langer meer op de vloer mochten spugen richtte men een afdeling van de vakbond Unitas op. In Aalten bleken de fabrieksarbeiders van de pijpen- en kammenfabriek solidair te zijn en stortten 30 gulden in de stakingskas. Eind januari was de staking voorbij.

    In september 1903 waren er wederom grimmige stakingen rondom de uitbetaling van salaris in Nederlands geld, waar de werknemers gewoonlijk in Duits geld uitbetaald kregen. Vanaf 1 oktober legden de arbeiders het werk neer. Voorzitters van de vakbond Unitas waren onder anderen predikant Johan Henri Ledeboer, pastoor Joannes Mulder en W.W.M. Moll. Het bedrijf negeerde de staking en wierf nieuwe arbeiders. De politie moest ingrijpen om de stakers en de ‘vreemde werknemers’ te scheiden. Burgemeester W.C. Tack liet de politie ingrijpen toen tijdens het Volksfeest van Bredevoort een spotlied ten gehore werd gebracht.

    Eind december werden 109 ruiten van de fabriek ingegooid. Op 15 januari 1904 moesten dertien mensen zich in Groenlo voor de kantonrechter verantwoorden voor het zingen. Een week later nog een viertal. De boete bedroeg 5 gulden of twee dagen hechtenis. Twee personen werden vrijgesproken. Na een jaar staken had de helft van de stakers intussen een andere baan gekregen, de rest ontving ondersteuning uit de stakingskas. Het is onbekend of de stakers ooit zijn teruggekeerd. Na 17 maanden was de staking in elk geval voorbij. Na de staking werkten er nog maar 10 mannen en 10 jongens.

    Sluiting

    In 1905 werkten er bij H. van Eijck & Zoon 29 mannen, 6 jongens en 5 meisjes. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verving Van Eijck de 8 pk machine voor een 45 pk machine, later nog vergroot tot 60 pk. Begin 1924 sloot de fabriek. Dutch Button Works kocht het complex, en maakte er een knopenfabriek van.

    J. van Eijck & Co. heeft nog bestaan tot in de Tweede Wereldoorlog.

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.A-2623
    FunctieTextielfabriek
    Oprichting1834
    Sluiting1924

    Bronnen

    • Delpher
    • ‘Bredevoort een Heerlijkheid’, Staring Instituut, 1988 (ISBN 90-900213-5-3)
    • ‘Ne göpse vetelsels ovver Aalten en Brevoort’, v.v. Volkshuisvesting, 1984
    • Wikipedia
    • Kadastrale kaart