Boerderij Nijhof is al een oud erf en wordt in 1331 voor het eerst genoemd in een Latijnse akte van het Klooster in Vreden: “Item Bernardus dictus Paschedach colens anno Domini MCCCXXXI curtum dictam Nienhof in Alten dicitur ecclesie attinere, sed dubium dicitur esse, utrum sit cerocensualis an servus.“
Op Nienhof woont dus ene Bernardus Paschedach en het klooster vraagt zich af of het wel bij het klooster hoort en of het horig of alleen tijnsplichtig is. Later in hetzelfde jaar komt men tot de conclusie dat het bij het klooster hoort. Of het tijnsplichtig of horig is wordt niet duidelijk. Ondanks het feit dat Nienhof duidt op een nieuwe boerderij, duidt het feit dat het ‘curtum’ (=hof) wordt genoemd erop dat het geen kleine boerderij was.
Ergens in de honderd volgende jaren moet de boerderij in het bezit zijn gekomen van het klooster Schaer of Nazareth. Hier is geen akte van bekend, maar in ieder geval was het in 1457 in het bezit van het klooster Schaer. Het blijkt tijnsplichtig te zijn, en mogelijk was het dat dus ook in 1331.
In 1580 wordt nog eens bevestigd door de toenmalige prior, dat Nijenhove tot de ’tynslude’ hoorde. Rond die tijd werd het klooster opgeheven en werden de boerderijen van het klooster geestelijke goederen ten behoeve van de nieuwe protestantse kerk.
In een van de weinige overgeleverde stukken worden de inkomsten uit Nijhof in 1580 beschreven:
Blijkbaar leefde toen Anna ten Nijenhave op de boerderij. Zij bracht 24 molder rogge als derde garve op, wat voor Aaltense begrippen erg veel was, ondanks de oorlogstijd.
Bovendien had Jan Nijhof als toenmalige bewoner nog op “Kempinck 2 1/2 mdr. uitganck afgetrocken, blijft 17 – 7 – 8.“
De totale afdracht voor de verponding was hiermee bijna 140 Daler. Wat afdracht betreft, maar ook wat landbezit betreft was Nijhof daarmee een van de grootste boerderijen van Aalten. Ondanks deze grootte is Nijhof nooit Scholte geweest. Hoewel men in Barlo spreekt over Scholte Nijhof, is deze term waarschijnlijk pas in de 19e eeuw ontstaan en gebaseerd op de grootte. Pas in de 20e eeuw met de bouw van de villa kreeg boerderij Nijhof ook het aanzien van een scholte.
Nijhof had wel zijn eigen rot en Jan Nijhof was bij de verponding ook betrokken en tekende met zijn merk (een ploegstrang):
Dit merk werd door veel boeren gebruikt. Pas zijn kleinzoon Lubbert kon rond 1725 zijn eigen naam schrijven.
Tot eind 20e eeuw is de boerderij als boerderij in gebruik geweest. De villa is geheel gerestaureerd, maar de oude boerderij is – ondanks dat het een rijksmonument is – volledig vervallen.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
Bewoners
Afgezien van Bernardus Paschedach in 1331 zijn er tot 1580 nog geen bewoners gevonden.
In 1580 wonen op Nijhof:
Anna Nijenhove en haar dochter Elske (Bron: register van het klooster Schaer 1580-1581)
Hoe de bewoningsgeschiedenis zich na 1580 ontwikkelt is niet helemaal duidelijk, maar in 1617 duiken Warner en Wendele Nijenhove op in de volontaire protocollen. Hun nakomelingen blijven 150 jaar op Nijhof wonen.
Warner Nijenhove (Aalten, ca. 1585 – Aalten, vóór 1634), trouwt ca. 1610 in Aalten met Wendele Nijenhove (Aalten, ca. 1590)
Kinderen:
Jan Nieuwhoff (Aalten, ca. 1615 – Barlo)
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Jan Nieuwhoff (Aalten, ca. 1615 – Barlo), Rotmeester, trouwt in Aalten (1) ca. 1640 met Geesken Lenckhoff, geb. Aalten omstr. 1618, dr. van Hendrik (2) ca. 1650 met Hilleken Lenckhoff, geb. Aalten omstr. 1630, dr. van Hendrik
Mogelijk is de naam van Jan’s eerste vrouw in het lidmatenregister een vergissing. Uit o.a. een acte in het Volontair Protocol van Bredevoort van 13-07-1639 valt op te maken dat zijn eerste vrouw Geesken waarschijnlijk geen Lenckhof maar Welpsshoff heette.
Jan Nieuwhoff en Geesken Lenckhoff, lidmaten van de kerk in Aalten, 1645
Uit het eerste huwelijk:
Warner Nieuwhoff (Barlo, ca. 1640)
Wendele Nieuwhoff (Aalten, ca. 1646), trouwt in 1666 met Hendrik Winkelhorst; hij hertrouwt in 1680 met Geertjen Zwietink
Hendersken Nieuwhoff (Aalten, ca. 1648), trouwt met Derck ten Passche
Uit het tweede huwelijk:
Hendrik Nieuwhoff (Aalten), trouwt in 1683 met Lijsken Wicherts, wed. van Berent Wicherts, ze heten daarna Wijcherts
Coene Nieuwhoff (Aalten), trouwt (1) in 1689 met Jan ter Neet, (2) in 1698 met Derksken Overkempink en (3) in 1704 met Hilleken te Sligt
Geert Nieuwhoff (Aalten), trouwt in 1690 met Griete Lieverdincks, ze heten daarna Leefers. Zij hertrouwt in 1700 met Beert Hinkamp
Willem Nieuwhoff (Aalten), trouwt in 1690 met Fije Overkempincks, d.v. Hendrik Overkempink, ze heten daarna Overkempink
Lammert Nieuwhoff, (Aalten, okt. 1664), trouwt (1) in 1696 met Geesken ter Stroet, wed. van (1) Jeurden te Gussincklo alias Wensinck en (2) Hendrik ter Beest alias Wensinck en (2) in 1703 met Mette te Hengeveld, d.v. Jan in ‘ t Heegt alias Hengeveld
Volgende bewoners, zoon Warner:
Warner Nieuwhof (Barlo, ca. 1640), landbouwer, trouwt in Aalten (1) op 12-08-1666 met Hendersken te Passche (Aalten) (2) op 06-03-1681 met Hilleken Wamelincks (Vragender – Aalten, 1681), dr. van Hendrik Wamelinck (3) op 13-08-1682 met Hendersken Neerhof (Dale), d.v. Hendrik en Deve Neerhof en wed. van Lubbert Luijten
Uit het eerste huwelijk:
Geesken Nijhof (Aalten, 22-12-1667), trouwt (1) in 1691 met Berent Tolkamp en (2) in 1694 met Thobe Neerhof
Geert Nijhof (Aalten, 10-07-1670), trouwt in 1708 met Hendersken Kossink
Jan Nijhof (Aalten, 16-11-1673)
Jeurden Nijhof (Aalten, 14-09-1678)
Uit het derde huwelijk:
Lubbert (Aalten, 31-08-1684)
Hendrik Nijhof (Aalten, 17-04-1687), trouwt in 1717 met Tonniske Weggelaars, ze heten daarna Weggelaars
Tobe Nijhof (Aalten, 06-04-1690)
Gerrit Nijhof (Aalten, 08-04-1694), trouwt in 1722 met Engele Kleuvers, ze heten daarna Kleuvers
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Lubbert Nijhof (Aalten, 31-08-1684), trouwt in Aalten (1) op 25-10-1711 met Beerndeke Wissink (Varsseveld), d.v. Reijnd (2) op 25-04-1728 met Maria Pillen (Aalten)
Kinderen uit het eerste huwelijk:
Henric Nijhof (Aalten, 30-10-1712)
Reijner Nijhof (Aalten, 28-06-1715)
Lijske Nijhof (Aalten, 17-02-1717)
Jan Nijhof (Aalten, 30-03-1718), trouwt in 1752 met Gerritjen Luiten, dr. van Teunis, ze heten daarna Bruining
Warner Nijhof (Aalten, 14-12-1721), trouwt in 1764 met Janna Straks, ze heten daarna Straks
Garrijt Jan Nijhof (Barlo, 19-05-1726 – Winterswijk, 21-02-1775), trouwt in 1761 met Janna Geertruida Knuivers, wed. van Berent Stottelers
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Henric Nijhof (Aalten, 30-10-1712 – Aalten, <1750), trouwt in juni 1746 in Aalten met Jenneken Zwitink, zij hertrouwt op 25-04-1750 in Aalten met Jan Broens
Jan Broens (geb. De Heurne, ged. Dinxperlo, 15-11-1722 – Aalten, 16-09-1802), z.v. Cornelis en Marija Reussink, trouwt op 25-04-1750 in Aalten met Jenneken Zwitink (Aalten, begr. ald. 16 febr. 1811), d.v. Berent en wed. van Henric Nijhof
Kinderen:
Barend Hendrik Nijhof (Aalten, 20-06-1751 – Aalten, 17-12-1820)
Garrit Jan Nijhof (Aalten, 26-05-1754 – Aalten, 23-07-1820), ondertr. 03-05-1790 in Aalten met Jenneken Freers
Derk Willem Nijhof (Aalten, 13-01-1757 – Aalten, 28-03-1814)
Maria Nijhof (Aalten, juni 1763 – Aalten, 26-06-1853)
Jacoba Nijhof (Aalten, jan. 1767 – Aalten, juli 1850)
Cornelis Nijhof (Aalten, 30-12-1770 – Aalten, jan 1826)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Bevolkingsregister 1823-1850
“Nijhof”
Barlo 29
Derk Willem Nijhof of Broens (Aalten, 13-01-1757 – Aalten, 28-03-1814), trouwt op 13-07-1800 in Aalten met Johanna Maria te Bokkel (Aalten, 17-05-1777)
De boerderij dateert vermoedelijk uit de vroege 19e eeuw en heeft een opgehoogd voorhuis. Het gerenoveerde bouwwerk dat nu als een luxe woning in gebruik is, is uitgevoerd volgens het streekeigen hallehuistype. Het pand heeft een in hoofdzaak rechthoekige plattegrond en is opgetrokken in bruine baksteen, met gepleisterde gevelplinten. De zolderverdieping is gevat onder een zadeldak met roodkeramische pannendekking. Op het opgehoogde rechter schild staat een forse bakstenen schoorsteen.
Het voorhuis heeft links de ingang, met rechts daarvan twee vensters met opgeklampte luiken. Ze zijn voorzien van veelruits schuiframen en hebben gemetselde segmentbogen. Op de verdieping is er geen venster, en werd de topgevel van houten betimmering voorzien.
Op de Klokkemaker woonde klokken- en torenuurwerkmaker Gerrit Jan Heinen.
In 1823 droeg deze boerderij nog de naam Kleine Kampe, ter onderscheiding van het volle erf Grote Kampe. Vaak wordt deze katerstede (keuterboerderij) in één adem genoemd met Grote Kampe, zodat wij de indruk krijgen dat wij te maken hebben met een oorspronkelijke katerstede. Maar in een lijst van inkomsten van de kerk van Aalten uit 1609 blijkt, dat Johan ten Kamp toen een tuin en een aantal kampjes land bezat, die uit de Aalter Hemmel waren ontgonnen. Tevens bezat hij een schepel land van de oude katerstede de Gelkenborgstede, waarvan het huis toen in bezit was van Hendrik Hellenbarch. Wat met dit huis later is gebeurd, werd niet gevonden. Afgebroken en gevoegd bij ’t Kampe?
Archieven
Liberale Gifte 1748
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
F-517
Wessel Fukkink
620 m² huis en erf
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Jan Volckinck / Folckering alias te Kampe (Bocholt – IJzerlo < 1725), trouwt op 17-05-1668 in Aalten met Elsken te Kampe (IJzerlo – IJzerlo < 1697)
Elsken was een dochter van Hendrick te Kampe en Enneken Schroers van Groot Kampe.
Volgende bewoners:
Herman Thijs alias te Kampe (IJzerlo – IJzerlo < 1704), trouwt (2) op 23-06-1689 in Aalten met Gerritje(n) Freers (Lintelo)
Herman en Gerritje(n) kwamen rond 1690 van Thijs in IJzerlo.
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Geert Slotboom alias te Kampe (Haart), trouwt op 25-05-1704 in Aalten met Gerritje(n) Freers (Lintelo)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Herman te Kampe / Kleijnkampe (Aalten, 25-07-1706 – IJzerlo, 21-10-1789), trouwt (1) op 10-11-1726 in Aalten met G(a/e)rrit(i/j)e(n) Westervelt (Dinxperlo, 20-01-1704 – IJzerlo, 01-06-1765) (2) op 13-12-1765 in Aalten met Jenneken Wevers alias Klompers (Aalten, 04-11-1714 – IJzerlo < 1786)
Herman te Kampe / Kleijnkampe hertrouwde met, Enneken Grevink weduwe van Karst te Kampe op Groot Kampe en vertrok naar Groot Kampe.
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Herman Schelen / Scheel alias Rutgers alias Kleinkampe / te Kampe (Kleefsland – IJzerlo, 28-08-1794), trouwt (2) op 08-05-1756 in Aalten met Gerritje (te) Kleinkampe alias Westervelt (Aalten, 14-07-1737 – IJzerlo, 17-04-1810)
Herman woonde tijdens zijn 1e huwelijk op Rutgers in Lintelo kwam bij zijn 2e huwelijk op Klein Kampe in IJzerlo en vertrok tussen 1770 en 1773 naar de De Scheel in IJzerlo. Gerritje keerde na zijn overlijden terug op Klokkemaker.
Volgende bewoners:
Teunis Slu(u/i)skes (Aalten, 27-09-1739 – IJzerlo, 16-05-1810), trouwt op 09-09-1758 in Aalten met Mette ter Haar (Dinxperlo, 04-09-1735 – IJzerlo, 23-02-1803)
Teunis en Mette woonden tot 1768-1769 op het Olde Beester Ni-jhuus in De Heurne.
Volgende bewoners, dochter van Herman en Gerritje en schoonzoon:
Jan Willem Vardink alias Hilb(r/el)ink (Winterswijk, 16-08-1761 – IJzerlo, 29-12-1830), trouwt op 26-12-1787 in Aalten met Dersken (te) Klei(j)n Kampe (Aalten, 17-11-1765 – IJzerlo, 16-05-1827)
Bevolkingsregister 1823-1850
“Kleine Kampe”
IJzerlo 43
Jan Willem Vardink alias Hilbelink (Winterswijk, 16-08-1761 – IJzerlo, 29-12-1830) Dersken Kleijn Kampe (Aalten, 17-11-1765 – IJzerlo, 16-05-1827)
Volgende bewoners:
Berend Hendrik Ansink (Aalten, 14-09-1802) Aleida Winkelhorst (Aalten, 02-11-1795)
Bevolkingsregister 1850-1860
IJzerlo 54
Berend Hendrik Ansink (Aalten, 14-09-1802) Aleida Winkelhorst (Aalten, 02-11-1795)
Fragment kadastrale kaart, 1895Fragment kadastrale kaart, 1956 (perceel I-2144). De contouren van het oude huis én de huidige dubbele woning is zichtbaar.
Deze woning werd in 1906 gebouwd door Hendrik Heideman. Ernaast stond een ouder huis, ook eigendom van Heideman. Dat werd na het voltooien van de nieuwbouw afgebroken of tot schuur gedegradeerd.
Fragment kadastrale kaart, 1909 (perceel E-2263)Fragment uit ‘Boerderij- en Veldnamen in Aalten’Hendrik Heideman met dochter Mina en schoonzoon Jan Colenbrander met hun drie kinderen, Henk, Dinie en Willemien
Voormalige spekslagerij met rokerij, café en woonhuis op de hoek van de Prinsenstraat (voorheen Achterstraat) en de Landstraat.
Het huidige pand werd gebouwd tussen 1880 en 1890 in een sobere stijl met invloeden uit het neoclassicisme zoals bijvoorbeeld de pilasters en het hoofdgestel. In 1901 kocht slager J.H. Prinsen het pand. Hij liet vermoedelijk rond 1912 de winkelpui met art nouveau- invloeden bouwen. Na aansluiting op het elektriciteitsnet installeerde de slagerij als één van de eersten een koelinstallatie. In 1927 liet Prinsen een compleet winkelinterieur van de Duitse firma Bröcker uit Elberfeld komen.
Het interieur van de slagerij is tot 1976 in gebruik geweest en zowel het interieur als de inventaris is volledig bewaard gebleven. Opmerkelijk is onder meer het glazen plafond, de betegelde wanden met figuratieve tableaus, een met porselein beklede spiegel en de toonbank. In de kelder zijn de spekkuipen bewaard gebleven en in de werkplaats (voormalige slachterij) bevinden zich de vleeshaken en de plaats van de kookketel en op de kleine binnenplaats de rookoven.
De panden Dijkstraat 18, 20 en 22 zijn omstreeks 1979 afgebroken om plaats te maken voor de doorbraak van de Admiraal de Ruyterstraat tussen Dijkstraat en Stationsstraat.
Hiermee verdween ook het ‘gängeske‘, het pad tussen smederij Heijnen (Dijkstraat 20), en het woonhuis van de buren (nummer 22). Dit pad was eigendom van de familie Heijnen, maar werd dankbaar door de Aaltense bevolking gebruikt als verbindingspad. De pastoor kwam ieder jaar met een schaaltje perzikken naar de smederij als dank, want ook kerkgangers gebruikten het paadje op zondag.
De familie Heijnen liet het graag toe. Men had tenslotte een onderneming en voor de klandizie en de goede naam had men dat er wel voor over. Eens in de dertig jaar ging het pad echter dicht, een gebeurtenis die zelfs notarieel werd vastgelegd. Dat was bedoeld om te voorkomen dat het eigendomsrecht van het pad door publiekelijk gebruik zou verjaren.
Bernard Heijnen
Bernard Heijnen kwam op éénjarige leeftijd in het smederijpand te wonen. Tot kort voor de sloop oefende hij er het oude ambacht uit, dat hij van zijn vader leerde. Het was zwaar werk, maar Bernard vond het fijn. Zijn vader zei altijd tegen hem: “Eerst zorgen dat er wat op de boterham komt, dan pas naar de meisjes kijken”.
In 1938 kreeg Bernard zelf het beheer over de zaak. De werkzaamheden liepen in die tijd uiteen van schoppen uitslaan en hoefijzers maken tot de fabricage van hoepels en bijlen. De klantenkring van Heijnen bestond voornamelijk uit boeren van de Heurne en de Haart. Niet altijd de makkelijkste klanten, want het kwam wel eens voor, dat Heijnen in de stromende regen moest doorwerken aan een boerenwagen, die per se klaar moest. Nat en bezweet in de kille buitenlucht.
De inventaris van de smederij is behouden gebleven en overgebracht naar museum ’t Frerikshuus aan de Markt: het smidsvuur met kap, een hoepelwals, slijpstenen, een oude werkbank en verschillende soorten gereedschap. Met de sloop van deze smederij was wederom een karakteristiek stukje Aalten verleden tijd.
Hendrik Jan ten Broeke (De Heurne, 07-04-1873), fabrieksarbeider / wever bij stoomtapijtenfabriek Gebr. Prins, Dinxperlo Aleida Schoppers (Aalten, 22-01-1864)
Het ‘Neerhof’ is een eeuwenoud hofgoed in de Aaltense buurtschap Dale. Velen die tegenwoordig de achternaam Neerhof dragen – inclusief nazaten van emigranten in de VS en Canada – kunnen hun wortels herleiden naar deze plek. Er is zelfs een Facebook-groep waar zij zich kunnen aansluiten: I’m a Neerhof.
De laatste Neerhofs die er woonden, verlieten de boerderij in de tweede helft van de 19e eeuw. Daarna en sindsdien wordt de boerderij (voornamelijk) bewoond door de familie Houwers. De oorspronkelijke boerderij is verdwenen; de tegenwoordige woning is gebouwd in 1893.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog herbergde de familie Houwers onderduikers. Eén van deze onderduikers, een Franse onderofficier uit de Pyreneeën, stuurde hen na de oorlog nog een brief.
Leuk weetje: in Canada is een straat genaamd ‘Neerhof Lane‘.
Archieven
Rechterlijk Achief Bredevoort
Martis 6 Februarij Anno 1616 – Statholder Joannes ter Woert, Cornoten Jan ten Berge, Henrick Menekinck, Peter Cloeck.
In de marge: Anno 1629 den 19. Januarij bekande Jenneken Neerhave ditselve affgeloest te sijn. Ergo Vacat.
Erschenen Jan Filette Enneken Huijsinck eheluijde, die bekanden voer sich und haren erven voer eine ontfangene und walbetaelte Summa geldes rechter Jaerlicxer Pension verkofft te hebben ahn Juerden ten Neerhave Jenneken eheluijden und haren erven, Drie daler, den daler ad dertich stuver, den stuver tot Vijfftien placken toeberekenen. Jaerlicx op Lichtmiss, und op Lichtmiss 1617 eerst toe verschijnen. Stellende daervoer t’onderpande haren Hoff ant Benninck Vehne, sampt huijs und Hoff binnen Bredeforth, voort alle hare gereide und ongereide goeder, sich daeran obgemelter Jaerlicxer pension sampt Kosten und schaden mit pendong nae Landtrechte toe verhalen. Die Loese Jaerlicx een Vierendeell Jaers toe voren toe verkunden voerbeholden, und demnae op Lichtmiss purificatione Mariæ, viertien dage voer offt nae onverhaelt, mit de Summa van Vijfftich daler obgemelter geweerden, te loesen. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvong und vestnis gelaefft. Alles bij peen van pendong als voorschreven, Sonder exceptie und argelist.
Mercurij 19 februarij Aº 1617 – Statholder Herman van Munster, Cornoten Johan Nachtegaell, Herman Steinrot, Peter Evertz.
Erschenen Bernt Huijninck Enneken Snijders eheluide, die bekanden voer sich und haren erven, voer eine walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft toe hebben Joerden ten Neerhave, Jenneken eheluijden und haren erven, een stucke Landes, ongefehr van drie schepelsaet, opter Aelter Ess, mit eener sijdt an Mechtelt Snijders nu koeperen landt, mitter ander sijdt anden gemeinen Wech gelegen, mit einen eijnde an Peter Martens lant, mitten andern einde anden Barlschen Heelwech schietende, mit sijn toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtich kummerfrij, Deses erfflick gecediert und uthgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, beter Verschrijvong und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandong haerer goeder. Sonder exception und argelist.
Sabbati 10 Januarij 1618 – Drost und Richter Gosswin van Lawick, Cornoten Henrick Menekinck, Jan ten Berge.
Erschenen Gerrit Gijsberts Portier toe Bredeforth Mechtelt Snijders eheluijde, die bekanden voer sich und haeren erven, voer eene walbetaelte Somme geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft toe hebben, Joerden ten Neerhave Jenneken eheluijden und haren erven een stucke Bowlandes, ongefehr van twie Moldersaet, dat Snijders Stucke genant, opten Aelter Ess, mit eener sijdt neest Nonhaver Cruijss stuck, mitter ander sijdt negst Koperen Vairlandt gelegen, mit einen ende an Peter Martens lant, mitten anderen ende anden Barlschen wech schietende, mit sijn toebehoer und gerechticheit, vor doerslechtich Kummerfrij, voerbeholden den Hoff ten Ahave de thiende garve. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvong und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder exception und argelist.
Mercurij 29 Martij 1620 – Stadtholder Herman van Munster, Cornoten Herman Steinrotz, Lenardt van Elverfelt, Peter Evertss.
Erschenen Peter Evertz, Margareta Mächtes eheluide, die bekanden voer sich und haren erven, voer eine walbetaelte Somme geldes rechtes steden, ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft toehebben, Joerden ten Neerhave Henricke ten Ruell Geesken eheluiden und oeren erven, ein stuck Landes alsoe t’selve hierbevoren uth der Marcke angekofft, in in sijnengrafften, wellen und bepalong, inden Kerspell Aelten buerschap Lintell inde Aelter Hemell gelegen, mit eenen ende an Kortbeker Maet schietende, mit derselven toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtich kummerfrij, voerbeholden Heeren schattong so Kompslick daerop gestelt weerden mochte. Deses erfflick gecediert und uthgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvong und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandong harer Verkoperen gueder. Sonder exceptie und argelist.
Erschenen Willem ten Brincke Marrie eheluide, die bekanden voer sich und oeren erven, voer eene walbetaelte Somme geldes rechtes steden, ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft tehebben Joerden ten Neerhave Jenneken eheluiden und oeren erven, een stucke Landes, ongefehr van Een Moldergeseijs opten Aelter Esch, mit eener sijdt an Ebbert Wevers landt mitter ander sijdt an Geerdten Locken Lenderie in sijner Vohr und bepalong gelegen, mit eenen ende anden Heelwech, mitten anderen ende an Hoeneper Landt schietende mit desselven alinge olde und nije toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtich kummerfrij, Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvong und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte, onder hijpotecatie harer Verkoperen goeder. Sonder Inrede und argelist.
5 Mtr. gesaeis, Jorden Neerhof, hier gaet af 1½ sch. an Kerck, blijft 4 mdr. 2½ sch. 38 – 10 – 8. An de Kerck te Aelten 2 dlr. 3 – 0 -. Een stuck groen lants in Lintel gelegen van 3 voeder hoij gewass of 2 koeweidens 9 – 0 -.
Liberale Gifte 1748
Hieronder staat een fragment uit deze Liberale Gifte met vermelding van zowel Hendrik Neerhof en Janna Eppink alsmede hun zoon Rosier Neerhof en zijn echtgenote Beerndeken Beestman. Zij verklaren onder ede dat hun vermogen 1800 respectievelijk 700 gulden bedraagt en hebben de belasting netjes betaald.
Direct daaronder staat vermeld dat ‘in Neerhofs Spikker’ (oftewel ‘Spieker‘) het echtpaar Hindrik ter Beek en Lisebeth op den Heuvel woont. Zij beschikken over minder dan 500 gulden, maar hebben blijkbaar wel een vrijwillige bijdrage betaald (‘iets gefurneert’).
J(oe/o/ue)rden was bouwman op Neerhof in 1650 (Verpondingscohier, origineel register).
Kind:
Salike Nerhofs (Dale), trouwt in 1664 in Dinxperlo met Wendel Brunsinck
Volgende bewoners:
Hendrik Neerhof (? – < 04-1697) ⚭ ca. 1654 Deve (Eva) te Gantvoort (? – > 03-1697), dit was haar tweede huwelijk
Op 29 maart 1697 verschijnen voor de stadhouder in Bredevoort, Deven Neerhoff, weduwe van Hendrick Neerhoff, met al haar kinderen ‘in haere eerste en tweede ehe geteelt’. De kinderen kwamen dus blijkbaar uit twee huwelijken van de moeder. Wie de eerste echtgenoot was weten we niet.
Voor zover bekend was Deve het enige kind van Thoebe te Hondorp genannt Gantvoort en Lotte te Welpshof. Deve was erfgenaam van het goed Gantvoort en haar kinderen dus ook. Het document beschrijft hoe Deve en zeven kinderen hun erfdeel in het goed Gantvoort verkopen aan het achtste kind en (half-)zuster Hendersken en haar man Wander Nijhof.
(Stief-)kinderen:
Hendersken Neerhof (ca. 1655), ⚭ (1) 1679 Aalten Lubbert Luiten, (2) 1682 Warner Nijhof op Nijhof in Barlo
Jenneken / Jannetie Neerhof (Bredevoort, ged. jan. 1658 – < 1700), ⚭ 1693 Aalten Antonij ten Hietbrink, zij vertrekken naar Amsterdam
Geertjen Neerhof (ca. 1662), ⚭ 1684 Aalten Hendrik ter Sligt op Gantvoort in Barlo
Derck Neerhof (Bredevoort, ged. mei 1665), ⚭ 1694 Aalten Wendele in ’t Heegt
Geert Neerhof (Aalten, ged. 04-10-1668), ⚭ 1702 Aalten Geesken Hoopmans, zij vertrekken naar Varsseveld
Thobe Neerhof alias Tolkamp (Dale – Barlo, 1720/1721), ⚭ 1694 Aalten Geesken Nieuwhof op Tolkamp in Barlo
Hendrik Neerhof alias Hondorp alias Lijsen, ⚭ 1690 Aalten Grietjen Lijsen op Liezen in Dale
Antonij / Tonis Neerhof alias Vrieseler (Aalten, ged. 02-04-1671 – < 1760), ⚭ 1705 Bocholt Schwantgen Frieselaer (Swenneken Vrieseler), zij wonen vanaf 1707 op de Haesencamp in Silvolde (bron)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Derck Neerhof (Bredevoort, ged. mei 1665) ⚭ 18-11-1694 Aalten Wendele aan ’t Heeght (Aalten, ged. 02-12-1666)
Kinderen:
Hendrik Neerhof (1695 – 1763), ⚭ 1717 Janna Eppink
Dersken Neerhof (1697 – 1719)
Janna Neerhof (1700 – ?)
Eva Neerhof (1697 – 1719)
Jan Neerhof (Buunk) (1700 – 1787), ⚭ 1724 Berentje Buunk op Beunk in Lintelo
Dela Johanna Neerhofin dienst (Dale, 06-02-1843), dochter van Willem Neerhof en Engelina Heusinkveld op Krieger. Zij is dus een nicht van de vier eerstgenoemde broers *
* Zij vertrekken (vermoedelijk in het voorjaar van 1868) naar Haart 19 (Lievers) en in 1869 naar Amerika. Tegelijkertijd verhuist het pasgetrouwde echtpaar Houwers van Lievers naar Neerhof.
Volgende bewoners:
Arent Jan Houwers (Dale, 28-04-1824 – Dale, 28-10-1880), landbouwer ⚭ 02-04-1868, Aalten Grada Aleida Ormel (De Heurne, 13-10-1843 – Dale, 12-04-1875)
Na het overlijden van hun vader werden de drie weeskinderen bij familie op andere boerderijen ondergebracht (staat erachter vermeld). ‘Bouwplaats Het Neerhof’ zou voorlopig worden verhuurd:
Fragment kadastrale kaart, 1876Kadastrale hulpkaart, 1930
Geschiedenis
In de buurtschap Dale lag vroeger het hofgoed Neerhof. Een stukje geschiedenis over ‘t Neerhof dat we ergens in een boekje hebben gevonden:
“Toen de Saksen door de Franken werden onderworpen en Karel de Grote de landheer werd, stichtte hij Frankische landhoeven waar de ‘schout’ of ‘scholte’, de vertegenwoordiger van de heer, woonde. Die zorgde voor de inning van de belastingen, en de Saksische boeren werden onderhorig aan de “hof” van de landheer.
In elke buurtschap van Aalten vinden we een oud, voornaam landgoed, welke alle sterk de indruk vestigen, dat zij van de zoëven genoemde oorsprong zijn. Al deze hoeven waren vroeger omgeven door een gracht. Elke hoeve is aan de zoom van een ‘es’ gelegen en wel zodanig, dat deze zich vrijwel in de vorm van een halve maan daarbij uitstrekt, zodat de Hof het centrum vormt. Dit wijst er op, dat de grote ontginning van de essen van de Hof zal zijn uitgegaan en telkens verder naar buiten voortgezet.
De Aaltense Es is eigenlijk de es van de boerschap Dale (= laagte). Hij ligt binnen een halve cirkel met een straal van ongeveer twee kilometer om Havezathe de Pol, met deze als middelpunt.
Nu doet zich nog de merkwaardige omstandigheid voor, dat wij in Dale nog twee aan elkaar grenzende goederen vinden, ‘Nonhof’ en ‘Neerhof’ geheten. Beide hoeven liggen vrij ver van de Ahof ‘de Pol’ verwijderd, maar dit is duidelijk als we de ligging en uitgestrektheid van Dale in aanmerking nemen; deze hoeven konden rustig in het lager gelegen westen van Dale hun plaatsen innemen. Hier zouden ook ordebroeders en ordezusters hebben gewoond.
Vroeger hebben de goederen Neerhof en Nonhof toebehoord aan het vicarie St. Antonie, dat in de Aaltense Kerk gevestigd was. Later werden zij domein van de landsheer.
De naam is volgens sommigen afgeleid van ‘d’n Heerhof’, wat ineen vloeide tot ‘de Neerhof’.”
Begin 17e eeuw komen we ook de schrijfwijze ‘Neerhave’ tegen.
ORA Bredevoort, voluntaire protocollen 29 maart 1697In 1748 werden er op Neerhof 5 soldaten ingekwartierd.Fragment kadastraal leggerartikel, d.j. 1876Graafschapbode 4 december 1880Nieuwe Vlaardingsche Courant, 25 augustus 1888Graafschapbode, 31 augustus 1889Fragment kadastraal leggerartikel, 1960
In het Hofboek van het Hof te Bredevoort worden tussen 1512 en 1578 diverse personen onder de naam ‘ten Slade’ (diverse schrijfwijzen) genoemd. Zij woonden waarschijnlijk op boerderij ‘Het Slaa’ in de Heurne. Toch was het Slaa geen ‘horige’ boerderij van het Hof te Bredevoort. Waarschijnlijk waren de bewoners dienstbaar aan het Hof en/of waren zij ‘hoofdtijnsplichtig’. In de Judiciële Protocollen van Bredevoort rond 1550 worden ’them Slade’/’ten Sla’ genoemd. Ook in de 14e en 15e eeuw wordt de boerderij ‘Slade’ genoemd. De boerderij (Groot) Slaa bestond dus al voor 1500 en behoort tot de middeleeuwse boerderijen onder Aalten.
De toevoegingen ‘Groot’ en ‘Klein’ worden overigens sinds eind 18e eeuw niet meer gebruikt. In een advertentie in 1918 wordt de boerderij (Klein) Slaa aangeduid als ‘Oud Slaa’, ter onderscheiding van ‘Nieuw Slaa’ dat in dezelfde advertentie wordt vermeld. In 1823 vinden we in het bevolkingsregister drie huishoudens/boerderijen onder de naam ‘Slaa’ (Heurne 2, 3 en 4).
Archieven
Liberale Gifte 1748
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
E-289
Jan Matthijs Prins en cons., assessor
2490 m² huis, schuur en erf
1873
E-288
Johannes Becking, jeneverbrander
2490 m² huis, schuur
1909
E-1506
Willem te Hennepe, landbouwer
2620 m² huis, schuur en erf
1958
E-2522
Johan Gesinus van Eerden en cons., landbouwer
86.700 m² huis, schuur, erf, bouw-, grasland, weg
1979
E-2852
Johan Gesinus van Eerden, landbouwer
83.220 m² huis, schuren, weiland
1983
E-2914
“Stichting Woonprojekt ’t Slaa”, Aalten
745 m² huis, erf, schuur
1985
R-637
“Stichting Woonprojekt ’t Slaa”, Aalten
10.150 m² woongebouw, schuur, erf
Bewoners
Eerst bekende bewoners, 1512 (Hofboek Bredevoort):
Gillie (Heile?) ten Slade + 4 kinderen: Werner, Fenne, Johan en Henrich
Volgende bewoners (Judiciële Protocollen Bredevoort):
1533 Derck them Slade 1534 Tonis ten Sla
Volgende bewoners, ca. 1565 (Hofboek Bredevoort):
Henrich ten Slade Geese Meijnen / Schaer +3 kinderen: Derixken, Lotken en Mariken
Hiaat in bewonersgeschiedenis.
Volgende bewoners (1650):
Herman te Slaa (Heurne)
Herman was bouwman op Groot Slaa in 1650 (Verpondingscohier, origineel register).
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Geert te / op ‘t Slae (Heurne), trouwt op 04-01-1657 in Lichtenvoorde met Agnees Herberts (Harreveld)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Herman te Sla(a/e) (Heurne – Heurne < 1740), trouwt (1) op 05-02-1688 in Aalten met Stijntjen (te) (K/C)ortbeeck (Aalten, 10-12-1665 – Heurne, 1704)
Volgende bewoners, weduwnaar en 2e echtgenote:
Herman te Slaa (Heurne – Heurne < 1740), trouwt (2) op 14-09-1704 in Aalten met Willemken (te) Koldenbarch / Colenberg (Winterswijk, 05-02-1671)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Jan te (C/K)ortbeek alias te Slaa (Aalten, 23-12-1703), trouwt op 26-05-1726 in Aalten met Stijne te Slaa (Aalten, 05-08-1705)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Jan te Sla(a/de) (Aalten, 02-02-1727 – Heurne, 15-06-1778), trouwt op 30-03-1759 in Aalten met H(e/a)rmina te Sla(a/de) (Aalten, 20-08-1729 – Heurne, 09-07-1797)
Hendrik Jan / Henricus Joannes Degelin(c)k (Bocholt, 07-07-1738 – Heurne, 24-10-1808), trouwt op 21-02-1779 in Aalten met H(e/a)rmina te Sla(a) (Aalten, 20-08-1729 – Heurne, 09-07-1797)
Volgende bewoners, zoon van Jan en Hermina en schoondochter:
Hendrik te Slaa (Aalten, 27-01-1760 – Heurne, 18-04-1821), trouwt (1) op 24-06-1792 in Aalten met Hendersken Stapelkamp (Aalten, 01-03-1769 – Heurne, 17-01-1794)
Volgende bewoners, weduwnaar en 2e echtgenote:
Hendrik (te) Slaa (Aalten, 27-01-1760 – Heurne, 18-04-1821), trouwt (2) op 24-02-1799 in Aalten met Geesken ter Horst (Aalten, 12-10-1774 – Heurne, 09-07-1814)