Zwem- en Badinrichtingen

Vóór de aanleg van formele badinrichtingen zochten Aaltenaren tijdens warme dagen graag verkoeling in de Slingebeek.

Reeds in 1906 zocht ‘Aaltens Belang‘ naar een geschikte plaats om te zwemmen. De plaats moest betrouwbaar zijn, maar de beek was bij tijden te ondiep. De meest geschikte plaats vond men de kolk bij De Pol, waar de watermolen eens stond. Binnen een bekisting, een soort stuw, is daar ooit gezwommen. Rond 1920 kon men zich “te water laten” in de beek bij het Nannielaantje (Smeeslaantje), het waterschap echter trok de stuwen uit de beek.

In 1920 kocht de gemeente een terrein tussen Aalten en Bredevoort aan dat bekend stond onder de naam ‘Oosterman’ met de bedoeling daar een nieuwe algemene begraafplaats aan te leggen. Later kwam men op dit plan terug. Op 4 juli 1930 kwam in een vergadering van de gemeenteraad de vraag naar voren of B. en W. genegen waren met voorstellen te komen aangaande de vestiging van een gemeentelijke bad- en zweminrichting.

In 1933 besloot men om een zwembad aan te leggen op het terrein Oosterman. Zeventig werklozen werd ingeschakeld in het kader van de werkverschaffing en onder leiding van D. Roenhorst van de Nederlandse Heidemaatschappij kwam het werk tot stand. Met houten kruiwagens voorzien van wielen met ijzeren beslag en met de schop werd het zand verplaatst naar de zijkanten en hierdoor ontstond er een aarden wal om het zwembad. De aanlegkosten bedroegen circa 14.500 gulden. Op 23 juni 1934 werd het zwembad ‘Walfort’ geopend met zwem en springdemonstraties verzorgd door de Winterswijkse watersportvereniging en de dameszwemclub ‘Inter Nos’ uit Amsterdam.

Krantenberichten

Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.