Rotterdammertjes in Aalten

Rotterdam na het Duitse bombardement van 14 mei 1940

Rotterdam na het Duitse bombardement van 14 mei 1940

Tijdens de Tweede Wereldoorlog boden Aaltense gastgezinnen onderdak aan zo’n 800 kinderen uit het zwaar gebombardeerde Rotterdam. Het initiatief kwam van ds. Th. Delleman, predikant in Kralingen, die tot kort daarvoor dominee was geweest in Aalten. Dankzij zijn inzet en het netwerk van beide kerkgemeenten konden Rotterdamse kinderen tijdelijk tot rust komen in de Achterhoek – ver weg van het oorlogsgeweld.

In mei 1940 werd Rotterdam zwaar getroffen door een Duits bombardement. Bijna de volledige historische binnenstad werd verwoest. In de wijk Kralingen maakte dominee Thomas Delleman de gevolgen van dichtbij mee. Hij zag hoe vooral kinderen getekend waren door angst en verdriet.

Te midden van deze chaos besloot Delleman actie te ondernemen. Hij kende de Achterhoek goed: van 1930 tot 1938 was hij predikant in Aalten, waar hij de gastvrijheid van de mensen had leren kennen. Hij geloofde dat een tijdelijk verblijf in de rustige omgeving van Aalten kinderen goed zou doen – een plek waar stilte en zorg de oorlog even konden doen vergeten.

Al snel werd een comité gevormd, met steun van diakenen en gemeenteleden uit zowel Rotterdam als Aalten. In juli 1940 vertrokken de eerste groepen kinderen naar de Achterhoek, waar ze werden ondergebracht bij gastgezinnen.

In de loop van de oorlog zijn naar schatting circa 800 kinderen uit Rotterdam in Aalten en omgeving opgevangen. Bij hun vertrek naar huis namen ze vaak geschenken mee: eieren, spek, roggebrood, soms zelfs levende dieren. Later werden de bezoeken ondersteund door de plaatselijke diaconieën. De laatste groep kinderen reisde in februari 1945 terug naar Rotterdam. Maar het contact bleef: veel kinderen keerden ook na de oorlog jaarlijks terug naar hun Achterhoekse gastgezinnen.

Een brief uit oorlogstijd

Eén van de kinderen die dankzij ds. Delleman naar Aalten kwam, was Anneke Hijmans. Zij verbleef bij de familie Aalbers op boerderij ’t Slat in IJzerlo. Na haar verblijf fietste ze in een week tijd terug naar Rotterdam. Kort daarna, op 26 januari 1945, schreef ze een brief aan haar gastgezin — een persoonlijk document vol herinnering en dankbaarheid.

De brief is hieronder weergegeven.

Gedenkraam als dank

Na de oorlog werd in de Gereformeerde Kerk van Kralingen een comité gevormd om, namens de gezamenlijke kerken en de Joodse gemeenschap, een gedenkraam aan te bieden aan de burgerij van Aalten. Een blijvend geschenk als dank voor de geboden gastvrijheid tijdens de oorlogsjaren.

Het gedenkraam, ontworpen door kunstenaar Marius Richters, toont onder meer hoe Aaltense boeren en gezinnen kinderen uit Rotterdam opvangen. Het werd geplaatst in de Oosterkerk in Aalten en op 13 juli 1946 officieel onthuld door ds. Delleman zelf.

Krantenberichten

Rotterdammertjes in Aalten

Dank zij de welwillende gastvrijheid van de Aaltensche Gemeente werden wij in staat gesteld circa 100 kinderen, grootendeels afkomstig uit geteisterd Rotterdam, naar Aalten uit te zenden, aldus de heer B. Hoving in de Rotterdamsche Kerkbode. Deze kinderen genieten nu ver weg van hun verwoeste stad van de vredige rust en goede verzorging, die Aalten hun nu biedt.

Rotterdamsch Nieuwsblad, 17 augustus 1940

De Rotterdammertjes vertrekken

Zes weken geleden plaatsten wij een foto van de aankomst van de eerste Rotterdammertjes. Vanmorgen vond de aftocht plaats. In „Elim” werd afscheid genomen door de Hervormde kinderen. Aan ieder kind werd een aardig souvenir aan deze vacantie ter hand gesteld. Een vulpen en potlood in étui door den heer F. Buesink, „Febea”, welwillend ter beschikking gesteld.

Het was een gezellige drukte. De kinderen verschenen in vol ornaat, dat in dit verband wil zeggen: met gemiddeld drie keer zooveel bagage als waarmede ze gekomen waren. Natuurlijk allerlei doozen, pakken en zakken met appels en peren, (wat een geluk, dat dat net allemaal rijp is), verder boeketten van allerlei soorten bloemen, die met de heibossen een hartelijk welkom thuis moeten geven. Eén was er zoo gelukkig bij een vriendelijken bakker gelogeerd te hebben en dat had ten gevolge, dat de kleine nu met een krentenbrood naar huis gestuurd werd, dat bijna net zoo groot was als het Rotterdammertje zelf.

Op het station was er een ongekende drukte, naar schatting waren er ruim 500 menschen aanwezig. Ds. Th. Delleman sprak namens alle groepen een kort woord van dank. Spr. had niet durven hopen dat Aalten zoo gastvrij zou zijn geweest. Rotterdam is in veel dingen verarmd, maar uw liefde heeft ons rijk gemaakt. Nimmer zal Rotterdam vergeten de weldaad aan haar kinderen betoond, waarin zoo wonderlijk schoon is beleefd de liefde tot Christus. Allen hartelijk dank !

De Graafschapper, 30 augustus 1940

Rotterdammertjes teruggekeerd na een vacantie van vier weken te Aalten

Luid gejuich steeg op uit den extra trein, die Vrijdagmiddag tegen vier uur 128 kinderen uit getroffen Rotterdamsche gezinnen in de Maasstad terugbracht. De zwaaiende en roepende kinderen zouden het liefst maar ineens uit de raampjes van den trein zijn gesprongen om hun moeders, broertjes en zusjes te begroeten en hun te vertellen hoe zij het in den Gelderschen Achterhoek, in het vriendelijke dorpje Aalten, hadden gehad.

En niet zoodra had men elkaar ontdekt, of daar toonden de kinderen wat zij zooal hadden meegekregen van hun pleegouders. Bijna allen hadden zij een doos met bloemen en geschenken bij zich, de één had een konijn, een ander een kip ontvangen en zelfs was er een Rotterdammertje getracteerd op een krentenbrood van… een meter lang! En iedereen had als aandenken aan het verblijf te Aalten een vulpen en een vulpotlood ontvangen.

De Aaltensche burgerij heeft de Rotterdammertjes dus wel verwend. Spontaan had men zich tot de Diaconie van de Nederduitsch Hervormde Gemeente gewend met het verzoek kinderen uit getroffen gezinnen te sturen, om hun gedurende een maand een onbezorgde vacantie te bezorgen. In die lange vacantie hebben de kinderen, dank zij den predikant, ds. Klijn en het hoofd van de school, den heer Hopman, tal van mooie plekjes in den Achterhoek bezocht, terwijl ook door filmmiddagen voor de noodige afwisseling werd gezorgd.

Het behoeft nauwelijks te worden gezegd. dat de kinderen het in Aalten naar den zin hebben gehad. De kennismaking blijkt wederzijds in den smaak te zijn gevallen, want bij het afscheid nemen hebben vele Aaltensche pleegouders den kinderen voor het volgend jaar weer uitgenoodigd de vacantie bij hen door te brengen.

Rotterdamsch Nieuwsblad, 31 augustus 1940

Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

Bronnen


  • Rotterdamsch Nieuwsblad, 17-08-1940 (Delpher)
  • De Graafschapper, 30-08-1940 (Delpher)
  • Rotterdamsch Nieuwsblad, 31-08-1940 (Delpher)