Schoolmeester werd wereldreiziger en uitvinder
Gerrit Johan Kaemingk werd geboren op 2 november 1890 op Overbeek in IJzerlo, zoon van Theodor Johann Kaemingk en Johanna Hendrika Pennings. In 1917 verliet de toen 27-jarige onderwijzer Nederland om te gaan werken in het ‘verre Indië’.
De reis was inderdaad zeer ver, want de Eerste Wereldoorlog had de normale reiswegen versperd. Na een reis van vier maanden via IJsland, Amerika, Honolulu, Japan en China bereikte hij tenslotte zijn ideaal. Hij werd daar onder andere hoofd van de Idenburgschool in Solo (Surakarta).
Kaemingk trouwde in 1921 met Geertruida Johanna Sophia (Truus) ten Boom.
Na twintig jaar werd hij gepensioneerd en ging hij opnieuw op reis. Onderweg naar Nederland wilde hij Zuid-Afrika zien. Daar kwam hij in 1937 aan. En omdat hij zichzelf nog niet ‘versleten’ achtte, werd hij daar tijdelijk onderwijzer. Voordat hij zijn plan om terug te keren naar Nederland kon verwezenlijken, brak de Tweede Wereldoorlog uit.
Het gevolg was, dat hij pas in de zomer van 1953 zijn geboorteland weer zag. De tweemaal gepensioneerde onderwijzer logeerde daar tijdelijk in Hoogeveen bij zijn broer Gerrit Willem Kaemingk (1887-1979), destijds voorzitter van de Chr. Emigratiecentrale in Drenthe.
Uitvinding van elektrisch onderwijs, de ‘Elucator’
Eénmaal terug in Nederland presenteerde Kaemingk zijn uitvinding, namelijk het ‘elektrische onderwijs’. Hij noemde zijn methode „Elucator”, een samenvoeging van elektriciteit en educator (oftewel opvoeder). In Zuid-Afrika had hij patent aangevraagd op zijn uitvinding. Het werkte als volgt:
Met behulp van een batterij wordt zwakstroom gevoerd door twee geïsoleerde aanwijsstokjes. Met het ene stokje wijst men op een kaart een plaats aan en met het andere één van de plaatsnamen die rechts op de kaart op een rijtje staan. Als de juiste plaats wordt aangewezen wordt dit door een licht- of geluidssignaal gemeld. Zo kan men ook omgekeerd bij een plaatsnaam de juiste plaats zoeken.
Behalve voor aardrijkskunde had Kaemingk ook kaarten ontworpen voor onder meer tekenen, taalonderwijs, leesles, plantkunde en geschiedenis. In totaal konden ongeveer 50 kaarten worden samengesteld. In een handig bakje dat gemakkelijk in aktetas paste, kon de Elucator met toebehoren worden meegenomen. Hiermee had hij een onderwijsmethode ontwikkeld die verschillende voordelen zou hebben. Zo zou de onderwijzer (vrijwel) overbodig zijn geworden. Het kind kon thuis of in de klas alleen studeren en een fout werd onmiddellijk gecorrigeerd.
De Elucator werd vooral geschikt geacht voor (landen als) Zuid-Afrika, waar kinderen die afgelegen woonden moeilijk een school konden bezoeken. Maar ook een aantal onderwijsexperts in Utrecht, die met de uitvinding van de heer Kaemingk kennis maakten, waren enthousiast. Kinderen vonden de Elucator ‘een betrekkelijk goedkoop gezelschapsspel met vele mogelijkheden’. Het visueel verband, dat hier direct werd gelegd tussen een voorwerp en een woord, een plant en de naam daarvan of een som en de uitkomst scheen ‘zeer gunstig te werken op de bevattelijkheid van het kind’.
Terug naar Zuid-Afrika
Na zijn bezoek aan Nederland keerde hij terug naar Zuid-Afrika, waar twee van zijn schoonzoons een boerderij hadden. Hij overleed op 22 februari 1963 in Glencoe, Natal, Zuid-Afrika.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Plaats een reactie