“We hebben het beter dan ooit”

Brieven van Gradus Heinen uit Amerika

Gradus Heinen werd geboren op 19 oktober 1827 op boerderij Nijenhuis in Dale, als zoon van Jan Heinen en Harmina ten Brinke. Op 21 juli 1854 trouwde hij in Aalten met Willemina Wandrina Wisselink, die op 30 januari 1826 werd geboren op boerderij Bullens in Barlo, als dochter van Garrit Jan Wisselink en Johanna Nijeboer.

Toen Gradus trouwde, was hij dienstknecht bij geneverbrander Salomon ten Bokkel in de Hoekstraat in Aalten.

Enkele weken na hun huwelijk, op 21 augustus 1854, vertrokken Gradus, Willemina, Gradus’ broer Abraham met diens vrouw Johanna Scholten en drie van hun kinderen met de driemaster Leila vanuit Rotterdam naar de Nieuwe Wereld. Willemina’s broer Berend Hendrik Wisselink en zijn vrouw Fredrika Wamelink, reisden met hen mee.

De overtocht

Gradus Heinen beschreef het verloop van de reis in een brief aan zijn familie, gedateerd 31 oktober 1854:

Op 21 augustus vertrok het gezelschap vanuit Rotterdam naar Hellevoetsluis. De volgende dag, op 22 augustus, begon de oversteek naar Amerika. De zee was echter onstuimig, waardoor vrijwel iedereen aan boord zeeziek werd. Gelukkig herstelde het merendeel binnen twee dagen. De rest van de reis verliep voorspoedig, met gunstig weer. Van de ongeveer 224 passagiers aan boord overleden er drie tijdens de overtocht: de oudste dochter van de familie Gantvoort en twee kinderen.

Op de ochtend van 29 september zagen ze land. Om vijf uur ’s middags kwamen ze aan in New York. Na één dag reisden ze verder. Eerst voeren ze twee uur met een stoomboot (vermoedelijk naar Piermont, het startpunt van de New York & Erie Railroad), daarna volgde een treinreis naar Dunkirk. Van daaruit namen ze opnieuw een stoomboot naar Toledo, reisden per trein naar Chicago, vervolgens per stoomboot naar Milwaukee en daarna met een andere stoomboot naar Sheboygan. Tot slot volgde nog een reis van twee uur, waarna ze hun eindbestemming bereikten in Lima Township.

Er stonden daar drie leegstaande huizen, dus ze hadden onderdak.

Werk en dagelijks leven in Amerika

In zijn brieven aan familie in Nederland beschreef Gradus hoe hij samen met zijn neef Hendrik naar het werk ging. Hij verdiende 25 stuivers per dag, inclusief kost en inwoning. Volgens hem was het mogelijk om in één dag evenveel te verdienen als in Nederland in een week, terwijl de kosten van levensonderhoud er lager waren. Hij beschreef ook het dagelijkse dieet en de omgeving: er werd weinig roggebrood gegeten; tarwebrood was gebruikelijk. Rundvlees en varkensvlees waren goedkoop, en aardappelen waren overvloedig aanwezig.

Volgens de compilatie Dutch Immigrants to America, 1820–1880 van Robert P. Swierenga stond Gradus bij aankomst geregistreerd als “dienstknecht”, werd hij ingedeeld bij de “mingegoeden” (armen), en gaf hij als reden voor emigratie op: “om zich bij familie en/of vrienden te voegen”.

Er zijn drie brieven van Gradus aan zijn ouders en broers en zussen bewaard gebleven. In alle drie sprak hij zijn tevredenheid uit over het leven in Amerika. Zo schreef hij op 31 oktober 1854:
“We hebben geen spijt gehad. We hebben het hier beter dan we ooit in Nederland hebben gehad.”

Op 27 januari 1856 meldde hij:
“We kunnen nu vrij goed Engels spreken en begrijpen. Het is een moeilijke taal om te leren, maar niet zo moeilijk als men in Nederland denkt, omdat we tussen Amerikanen wonen die erg aardige mensen zijn… We hadden het goed in Nederland, maar hier is het veel beter. Ik wil daarom niet terug naar Nederland.”

En op 6 december 1856 schreef hij:
“De Amerikanen zijn goede mensen. We kunnen de Heer niet genoeg bedanken dat Hij ons naar Noord-Amerika heeft gestuurd. We hebben hier echt een goed leven.”

Verder schreef Gradus over het bewerken van het land, de oogsten, prijzen en het vee. In zijn brief van 27 december 1856 kondigde hij de geboorte aan van zijn eerstgeborene: Johanna Harmina, geboren op 2 september 1856.

Veteraan van de Amerikaanse Burgeroorlog

Van meer dan twintig Oud-Aaltense emigranten is bekend dat zij vochten in de Amerikaanse Burgeroorlog (voor de Noordelijke staten, ofwel de Unie). Eén van hen was Gradus Heinen. Op 21 augustus 1862 meldde hij zich aan bij het 27th Wisconsin Volunteer Infantry Regiment, company F. In maart 1863 vertrok het regiment vanuit Milwaukee naar Columbus, Kentucky.

Gradus raakte gewond tijdens de slag bij Jenkins’ Ferry in Arkansas op 30 april 1864, één van de bloedigste gevechten van de oorlog. Op 29 augustus 1865, na de Burgeroorlog, werd Gradus ontslagen uit militaire dienst.

Holland Township

Gradus bezat land in de 11th section van Holland Township, Sheboygan County — naar schatting 50–60 hectare, doorsneden door de Onion River. Dit land en de gebouwen daarop gingen over op volgende generaties van de familie Heinen. Een huis op deze grond, dat mogelijk door Gradus zelf is gebouwd, stond in 2021 nog langs Highway 32, hoewel het duidelijk aan een opknapbeurt toe was.

Overlijden en begraafplaats

Willemina overleed op 12 maart 1879 en Gradus op 24 oktober 1908. Beiden overleden in Holland Township en werden begraven op Union Cemetery in Oostburg, Sheboygan.

Na Gradus’ overlijden meldde de plaatselijke krant:

G.J. Heinen, die bij zijn zoon Gerret Heinen woonde, is afgelopen zaterdagochtend overleden, nadat hij enkele weken geleden een beroerte had gekregen. De overledene was een veteraan uit de Burgeroorlog. Hij liet twee kinderen na, Gerret en mevrouw A. te Stroete, meerdere kleinkinderen en vier achterkleinkinderen. De begrafenis heeft maandag plaats gevonden vanuit de gereformeerde kerk. Dominee Beckering leidde de dienst.”

Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.