21 november 1909
Op zondagavond 21 november 1909 werd omstreeks half tien aan het begin van de Dijkstraat een jongeman om het leven gebracht. Vier jongens en twee meisjes stonden daar met elkaar te praten, toen de 23-jarige koperslager Bernadus Rietberg uit Dale zich bij het gezelschap voegde. Hij begon één van de meisjes lastig te vallen en een woordenwisseling volgde. Daarop stak Rietberg één van de jongens, de 20-jarige fabrieksarbeider Johann Heinrich Kalberg uit Liedern (bij Bocholt), met een mes in de borst.
Terwijl de dader volgens de krantenberichten koelbloedig naar huis liep, strompelde het slachtoffer nog een eind de Kerkstraat in, maar zakte toen ineen. Zijn kameraden, waaronder zijn jongere broer, brachten hem bij het café van Bauhuis (Dijkstraat 1) naar binnen. In allerijl werd dokter Van Leuven opgetrommeld om hem te helpen. Kahlberg was echter dusdanig in zijn rechterlong getroffen dat deze niets meer kon betekenen. De zwaargewonde werd nog op een kar naar het ziekenhuis vervoerd. Daar blies hij een half uur later, na het ontvangen van de heilige sacramenten, zijn laatste adem uit. Doodgebloed.
Rechtszaak
Rietberg werd diezelfde nacht nog door de politie van zijn bed gelicht en naar de gevangenis overgebracht. De volgende dag kwamen gerechtsmedewerkers uit Zutphen naar Aalten voor onderzoek. Eind van de middag keerden zij met de trein van zes uur terug, ditmaal in gezelschap van de geboeide verdachte. Toen de trein vertrok gaf het aanwezige publiek door luid geschreeuw zijn woede te kennen.
De verdachte ontkende aanvankelijk dat hij de dader was en verklaarde ook dat hij het slachtoffer niet kende. Dat laatste werd wel in twijfel getrokken. De Twentsche Courant schreef enkele dagen later namelijk dat Rietberg een oogje zou hebben gehad op een zuster van Kalberg, maar dat laatstgenoemde zich daartegen had verzet. Dat zou een mogelijk motief zijn. Maar of dat feit is of enkel een gerucht, wordt niet duidelijk. Het verslag van de rechtszaak in de Graafschapbode van 15 januari 1910 vermeldt er in ieder geval niets over.
De kranten wisten destijds wel te melden dat Rietberg in Duitsland al met justitie in aanraking was geweest. Ook was hij al eerder veroordeeld voor mishandeling. Het mag dan ook geen wonder heten dat hij in Aalten als ‘zeer ongunstig’ bekend stond. Naar verluid zou hij op de avond van het misdrijf om negen uur uit het café van Bauhuis zijn gezet. Volgens getuigen kwam hij echter niet over als ware hij onder invloed van alcohol.
Rietberg werd op 19 januari 1910 veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf voor het om het leven brengen van Johann Heinrich Kalberg.
Landelijk nieuws
De moord in Aalten was destijds landelijk nieuws. Onderstaande fragmenten geven een vrij compleet beeld van wat er gepubliceerd werd.
Plaats een reactie