In augustus 2024 werd op een terrein op De Hoven in Aalten archeologisch onderzoek uitgevoerd, kort voordat er appartementen worden gebouwd. Dit onderzoek, uitgevoerd door leden van de oudheidkundige vereniging ADW onder leiding van archeoloog Willem Doodeheefver, leverde waardevolle inzichten op over de vroegmiddeleeuwse geschiedenis van Aalten.
De vondsten, waaronder resten van hutkommen, afvalputten en metalen objecten, bieden een unieke inkijk in het leven rond het jaar 900 na Christus.
Bij eerdere opgravingen in dit gebied, in 1982 en 1892, waren al sporen gevonden van een zogenaamde Frankisch-Merovingische nederzetting.
Hutkommen
De meest opvallende vondsten tijdens de opgravingen in 2024 zijn de resten van enkele hutkommen, die zichtbaar werden door donkere verkleuringen in de bodem. Een hutkom was een half ingegraven, rechthoekig gebouwtje, ongeveer drie meter breed en vier meter lang. De kuil was 0,5 tot 1 meter diep en had geen bovengrondse wanden; de dakconstructie rustte gedeeltelijk op het maaiveld. Deze bouwmethode bood beschutting tegen de zomerse hitte en zorgde voor relatieve warmte in de winter.
Hutkommen deden dienst als ambachtsruimtes, meestal op een boerenerf. Ze werden gebruikt voor activiteiten zoals weven, houtbewerking, metaalbewerking of het bewerken van bot. Bij één van de gevonden hutkommen op De Hoven werden slakken aangetroffen, restanten van gesmolten gesteente. Dit kan erop wijzen dat de hut mogelijk als smederij heeft gediend.
Afvalputten
Verspreid over het terrein zijn verschillende afvalputten gevonden. Het afval dat de bewoners destijds achterlieten, biedt waardevolle informatie over hun dagelijkse leven, gebruiksvoorwerpen en de datering van de hutkommen. In de afvalputten zijn onder andere scherven van aardewerk gevonden, gedateerd rond het jaar 900 na Christus.
1100 jaar bewoning
De vondsten geven een beeld van het landschap zoals het er meer dan 1100 jaar geleden uitzag. Een gunstige omstandigheid is dat de bodem van De Hoven gedurende de afgelopen duizend jaar grotendeels onaangetast is gebleven. De naam ‘De Hoven’ verwijst naar de tuinen die hier eeuwenlang lagen, en het gebied is tot op heden grotendeels onbebouwd gebleven.
Deze en eerdere archeologische vondsten op De Hoven, maar ook aan de Damstraat, bevestigen dat er 1100 jaar geleden al mensen in Aalten woonden, hoewel die naam toen vermoedelijk nog niet bestond (een vermelding van de naam ‘Alladna’ uit 828 is omstreden).
Waarom deze plek?
De keuze voor deze woonplek in de vroege middeleeuwen is goed te verklaren. Aalten ligt op zeven glooiingen die zijn gevormd in de ijstijd. De Hoven zich op één van de hoger gelegen, droge en veilige delen bevindt. Voor de bewoners was het slechts een korte wandeling naar de Slingebeek, waar ze water konden halen en vissen. De Hoven ligt bovendien op steenworp afstand van de Landstraat. Mogelijk was dit ook toen al een belangrijke verkeersroute in de Achterhoek, een gebied dat destijds nog vrij leeg en grotendeels onontgonnen was.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Plaats een reactie