Bastion Welgemoed is een voormalig bastion, zuidelijk gelegen tegen het stadje Bredevoort. Het was onderdeel van de Vestingwerken van Bredevoort. Doordat molen De Prins van Oranje op dit bastion werd gebouwd bleef deze gespaard van ontmanteling en is dit dan ook Bredevoorts enige overgebleven bastion.
Het bastion is niet echt herkenbaar meer. Ooit was het bastion acht meter hoog en voorzien van drie katten plus borstwering. Door het afgraven van de borstwering is het bastion nu zes meter hoog. Ook de onderwal is afgegraven, en de omringende grachten gedempt.
Reconstructie
Op de afbeelding een weergave van een reconstructie van het bastion Welgemoed. Zichtbaar gemaakt is de ligging ten opzichte van de huizen die er tegenwoordig staan. Ook zichtbaar de onderwal die voor het bastion ligt. Het deel aan de rechterkant is tevens het deel dat er tegenwoordig vormloos ligt. De courtine aan de linkerkant op de afbeelding is grotendeels verdwenen, alleen een verhoging ter hoogte van de Sint Georgiuskerk is een laatste restant van de hoofdwal die hier naar Bastion Ossenkop liep.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Bastion Onversaegt (Izerman in de volksmond) was een van de zes bastions van Bredevoort. Het lag ten noordoosten van Bredevoort, ter hoogte van school ’t Kleuterbastion aan de Izermanstraat en maakte deel uit van de Vestingwerken van Bredevoort. Het bastion werd in de jaren dertig van de vorige eeuw afgegraven.
Op het terrein van ’t Kleuterbastion en het naastgelegen voetbalveld lag het acht meter hoge volle bastion, voorzien van drie katten in iedere hoek. Het terreplein was toegankelijk middels oprillen vanaf de Hozenstraat, en mogelijk via ’t Zand.
Reconstructie
Op de afbeelding een weergave van een reconstructie van bastion Onversaegt. Zichtbaar is gemaakt de ligging ten opzichte van de huizen die er tegenwoordig staan, links het Breede Huus, rechts een hoek van het Meestershuus. Op een sommige kaarten lijkt het alsof dit bastion was voorzien van een waterreservoir. Zeker is dit niet, omdat veel Bredevoortse huizen eigen waterputten hadden.
De punt van dit bastion lag ongeveer op de middenstip van het voetbalveld. De flankerende straten naast het Kleuterbastion liggen parallel met de vorm van het bastion. De ligging van de courtine tussen de school en het Breede Huus is tegenwoordig nog goed zichtbaar aan de heg. Deze courtine verbond dit bastion met het naastgelegen Bastion Treurniet. De omtrekken van de gedempte gracht zijn op luchtfoto’s nog altijd goed zichtbaar, restanten van deze singel zijn nog altijd aanwezig.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Dit huis werd in 1927 gebouwd door aannemer Wikkerink. Bouwer en eerste bewoner was Johan Beking, opperman. Rond 1930 verhuisde de familie Beking naar Dale 151/1. Nog later, rond WO2, zijn ze naar Halle verhuisd.
Aalten kende ooit een beschuitfabriek, namelijk de ‘Aaltensche Beschuitfabriek E.J. Wijers’. De eerste vermelding die wij van deze onderneming vonden was een advertentie uit 1917.
Begin jaren 30 van de vorige eeuw had de beschuitfabriek blijkbaar opgehouden te bestaan. In de Graafschapbode van 4 maart 1932 vinden we namelijk het volgende bericht:
Vestiging eener nieuwe Industrie
Naar we uit zeer betrouwbare bron vernemen, heeft de heer Elsinghorst, fabrikant van fornuizen te Bocholt, de voormalige koek- en beschuitfabriek der firma Wijers gehuurd, met het doel ook in Aalten de fabricage van fornuizen ter hand te nemen. Daar deze firma hier te lande zeer goed ingevoerd is, worden, door hier te fabriceeren, de invoerrechten bespaard. Bij de fabriek wordt nog een opslagplaats gebouwd, terwijl waarschijnlijk ook een aansluitspoor zal gelegd worden. Een klein gedeelte dezer gebouwen, waarin een klompenfabriek is gevestigd, blijft als zoodanig bestaan. In dezen tijd van werkloosheid is de vestiging dezer industrie alhier zeer toe te juichen.
Op basis van dit bericht concluderen wij dat de beschuitfabriek waarschijnlijk gevestigd was aan de tegenwoordige Koopmanstraat, destijds Polstraat, op de plek / het terrein waar later de firma’s Martin en Garenveredeling Aalten (Agave) gevestigd waren.
In 1948 publiceert De Graafschapper een artikel waarin men schrijft dat de heer Leezer hier eerst zijn slachthuis heeft gehad, waarna het verkocht werd aan de firma Gebr. Wijers, die het pand verbouwde en er een beschuitfabriek van maakte. Nog later ging het over naar de firma Pothof, die het tot klompenfabriek promoveerde. In de oorlogsjaren werd het in beslag genomen door de Duitser Treppmann. Volgens het artikel zou de firma Koop Lenstra en Kramer uit Amsterdam er nu een machine- en apparatenfabriek willen vestigen.
Adresgeschiedenis
Adresboek 1934
Aalten D724 > Polstraat 62
Beschuitfabriek
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
De Graafschapper, 03-04-1917Aaltensche Courant, 23-04-1920Graafschapbode, 13-12-1929
Bernard Huinink was jarenlang wethouder van de PvdA in Aalten. Zijn bijnaam luidde daarom ‘Rooien Huunink’. Legendarisch waren de roerige raadsvergaderingen met Willem te Gussinklo (alias ‘Piepkes Willem’) van de AR.
Bernard Huinink werd op 11 februari 1886 geboren in Aalten (Hogestraat 64), zoon van Herman Huinink en Janna Geertruid Obrink. Op 8 februari 1912 trouwde hij in Aalten met Grada Wilhelmina Schepers. Zij gingen wonen in de Ormelstraat.
Bernard Huinink nam in 1919, op 33-jarige leeftijd, plaats in de gemeenteraad van Aalten. Hij zou die zetel bijna 45 jaar behouden, eerst voor de SDAP en later voor de PvdA. In september 1959 vierde hij zijn 40-jarig jubileum als zodanig en ontving hij een koninklijke onderscheiding. In 1964 nam Huinink, de ‘nestor van de gemeenteraad’, afscheid als raadslid ‘in verband met zijn vergevorderde leeftijd’ (77). Hij werd opgevolgd door zijn 37-jarige zoon, Jan Huinink, Admiraal de Ruyterstraat 21, chef van het plaatselijk PTT-bedrijf.
Bernard Huinink krijgt koninklijke onderscheiding opgespeld door burgemeester E.S. van Veen
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Deze vrijstaande voormalige boerderij van het type hallehuis is gebouwd rond 1880 (mogelijk met een oudere kern). Het herinnert aan de periode dat dit voormalig agrarische gebied nog nauwelijks bebouwd was. Hoewel de voorgevel in 1935 vernieuwd is waarbij ook de oorspronkelijke indeling van de gevel werd gewijzigd, is de karakteristieke hoofdvorm van het gebouw goed bewaard gebleven. De oorspronkelijke agrarische functie is nog duidelijk afleesbaar. Het pand vormt dan ook een beeldbepalend element binnen dit gedeelte van de Prinsenstraat waar veel van deze oorspronkelijke bebouwing door de decennia heen vernieuwd is.
Eigenaren
Kadaster 1832
Prinsenstraat 26
Aalten I1007 Derk Jan te Stroete 106 m² huis en erf
Prinsenstraat 26a
Aalten I1006 Johannes Bouwmeester 77 m² huis en erf
Breta, huis met daarachter het magazijn (afbeelding ontvangen van Joke Heinen-Brethouwer)
Beschrijving
Voorheen had dit pand huisnummer 46. Tegenwoordig is het onderverdeeld in appartementen en heeft het als huisnummers 50-56. Vroeger zat hier o.a. het woonhuis en de winkel van meubelmaker Houwers en later fietsengroothandel Brethouwer Aalten, oftewel ‘Breta’. Achter het huis bouwde Brethouwer een magazijn.
Het magazijn werd later gesloopt en hier staan nu de appartementen aan het pleintje dat de naam Veemarkt kreeg (wat historisch niet accuraat is, want de vroegere veemarkt werd hier niet gehouden).
Markant vormgegeven dubbele woning gebouwd in 1937 naar een ontwerp van B. Blekkink en B.W. Doornink. De voorgevel is voorzien van een opvallende betegelde verticale detaillering en heeft een diep portiek waarin beide voordeuren van de woningen zijn opgenomen. Het gebouw is in hoofdvorm nog zeer oorspronkelijk en neemt binnen dit gedeelte van de Prinsenstraat een karakteristieke en beeldbepalende positie in. Het vormt bovendien met name met het linker buurpand nummer 40 een aardig historisch ensemble.
Eigenaren
Kadaster 1832
Aalten I992 Tony Essink rietmaker te Aalten 470 m² huis en erf
Aalten I993 Tony Essink rietmaker te Aalten 24 m² huis
Het Bredevoorts volkslied is het volkslied van het Gelderse stadje Bredevoort. De tekst en de muziek zijn aan het begin van de 20e eeuw geschreven door dichter en organist Gerrit Rijks (24-03-1905 – 17-09-1987). Rijks was van 1921 tot 1984 organist van de Sint Joriskerk. Het lied wordt regelmatig op officiële gelegenheden ten gehore gebracht door onder andere het Bredevoorts stadskoor die het lied in haar repertoire heeft staan.
Tekst
Tussen natte, lage gronden, Tussen ‘t ruisend korenveld, Wordt “de heerlijkheid” gevonden, Die d’ historie vaak vermeldt. Daar waar in ’t grijs verleden, Zeer, zeer veel geleden is, Daar waar ook om onze vrijheid, Harde strijd gestreden is.
Daar waar eens mijn ouders woonden, Lief en leed steeds werd gedeeld, Daar, waar koning “Eendracht” troonde, En geen wanklank werd verheeld. Daar waar men elkander kende, En elkander steeds begreep, Open stond voor ieders noden, Samen torste menig leed.
Buiten dit beminde stadje; met zijn wallen en zijn gracht; Zijn de malse groene weiden, En de bossen vol van pracht; Daar hoort men de voog’lenkoren, Teder, lieflijk, ongestoord, Daar lacht de natuur u tegen, Wat den wand’laar steeds bekoort.
Is er door de loop der tijden, Zeer veel ouds te niet gegaan, De vaak onvolprezen “Eendracht”, Zal gewis niet ondergaan. Men waardeert elkanders streven, Men begrijpt elkanders taak, En vervult der buren plichten, Als de doodgewoonste zaak.
Bredevoort, mijn oude stadje, Met jouw grote kinderschaar, Blozend, stralend van gezondheid, Altijd lustig helpend klaar. Jullie zijn de hoop der toekomst, Maakt uw leven zo ’t behoort. Denkt vol trots aan het verleden, Van ons roemrijk Bredevoort.
Bredevoort, mijn oude stadje, Wat ge aan natuur ons biedt, Vindt men zeker, onomwonden, In de grote steden niet, Daarom zal mijn hartewens zijn, En van ieder, die het hoort: “Leve lang! M’n dierbaar plekje, Leve lang m’n Bredevoort”!
Bredevoort, m’n oude stadje, Bredevoort, m’n troetelkind, Bredevoort, m’n dierbaar plekje, Bredevoort de kindervrind, Bredevoort, de vriend van ouden, Bredevoort ons aller oord. Bredevoort, m’n oude stadje, Bredevoort, mijn Bredevoort.
Waar de ambachtslieden werken, En de nijv’re boerenstand Onverpoosd en onverdroten, ’t Land bewerkt met vaste hand, Waar men in volmaakte vrijheid, Mening en geloof waardeert, En de kennis van een ander, Met gepaste eerheid eert.
De tekst en de muziek van het Aaltens volkslied werden in 1935 geschreven en gecomponeerd door Johan Herman Janssen (16-02-1896 – 21-11-1966). Janssen werd geboren in Varsseveld en verhuisde op 14-jarige leeftijd met zijn ouders naar boerderij de Hiedtuunte in Lintelo. Later woonde hij in Doesburg.
Janssen was onder andere politieagent, fotograaf, wasbaas, orgelbouwer en carillonbouwer. Hij speelde trompet, piano, orgel en accordeon. Ook schreef hij revues en operettes en trad op als ‘Het boertje uut den Achterhoek’. Naast het volkslied van Aalten, schreef en componeerde Janssen ook het volkslied van Doesburg, Heelweg en Westendorp.
Het Aaltens volkslied wordt ook wel gezongen op de melodie van het Gelders volkslied. Maar hoewel dat ook heel mooi klinkt, is het – volgens onze bronnen – niet correct.
Muziek en tekst
Waar het oude Slingebeekje door een rustig dorpje vliedt waar een golvend heuvellandschap ons een prachtig uitzicht biedt waar de schitt’rende omgeving door een ieder wordt geroemd daar ligt in de oude Graafschap ’t dorp dat Aalten wordt genoemd. daar ligt in de oude Graafschap ’t dorp dat Aalten wordt genoemd.
Waar in ’t Loohuis en de Wolboom ons ’t natuurschoon tegenlacht waar het Walfort ons herinnert aan een vroeger voorgeslacht waar het bord “Verboden Toegang” ’t oog des wandlaars niet verstoort dat is Aalten, dat veel mensen kennen als hun liev’lingsoord. dat is Aalten, dat veel mensen kennen als hun liev’lingsoord.
Waar de nijvere bevolking ’t werk nog opgewekt verricht waar gastvrijheid vele jaren wordt beschouwd als ereplicht waar nog burenplicht vervuld wordt ’t zij bij vreugde of bij leed dat is ’t nooit volprezen Aalten ’t dorpje dat ik nooit vergeet dat is ’t nooit volprezen Aalten ’t dorpje dat ik nooit vergeet
Bronnen
‘Aalten, zoals het was – zoals het is’ (deel 2), E.M. Smilda & G.J. Timmer
Onderstaande bewonersreeks begint in 1813. Het perceel Dijkstraat 50 was echter tot circa 1894 bouwland. We vermoeden dat de familie Degenaar aanvankelijk woonde op het perceel met het toenmalige nummer I-1228, tussen het latere eierpakhuis van Weevers en de woning Dijkstraat 10b.
Midden 19e eeuw kocht Hendrik Jan Degenaar een perceel bouwland, 250 meter zuidwaarts aan dezelfde Dijkstraat. Rond 1894 laat zijn zoon Gerrit Jan Johannes daar een woning op bouwen.
In 1931 vestigde zich op dit adres slager Otto Kollenberg, begin 1942 vertrokken zij naar Winterswijk:
N.V. Geldersche Vleeschhal, voorheen W. Blom te Winterswijk Wooldstraat 63; Rund-, kalfs-, lams- en varkensslagerij, enz. Op grond van paragraaf 7 van de „Verordening tot verwijdering van joden uit het bedrijfsleven” is benoemd tot bewindvoerder, gerechtigd tot het beheer der N.V., O. K. H. Kollenberg te Aalten en tot bewindvoerder gerechtigd tot het vervreemden der onderneming de „Niederlandische Aktiengesellschaft für Abwicklung von Unternehmungen”, Den Haag.
Volgens Findagrave klopten tijdens de bevrijding van Haaksbergen op 1 april 1945 de Binnenlandse Strijdkrachten aan bij de familie Kollenberg. Otto kwam naar buiten met zijn handen hoog, zijn vrouw Wilhelmina weigerde en werd door de deur heen doodgeschoten. Zij ligt begraven op de Duitse Oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn (gem. Venray). Over het lot van Otto is ons niets bekend.
Ondertussen had Johan Eppink zijn slagerij ‘Nooitgedacht’ gevestigd in het voormalige pand van Kollenberg.
Later was op dit adres de bloemisterij van D.W. van der Beek te vinden.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-426
Jan Gerard Kraak ten Houten, winkelier
1390 m² bouwland
1848
I-426
Willem Georg Friedrich Evers, gepens. ritmeester
1390 m² bouwland
1849
I-426
Hendrik Jan Degenaar, landbouwer
1390 m² bouwland
1857
I-426
Gerrit Jan Johannis Degenaar, wever of landbouwer
1390 m² bouwland
1895
I-2071
Gerrit Jan Johannis Degenaar, wever of landbouwer
1350 m² huis, schuur, erf
1903
I-5040
Willem Albertus Degenaar, schoenmaker
740 m² huis, erf
1934
I-6567
1975
I-10401
Bewoners
1813
Aalten 38
weduwe van G.J. Degenaar (05-02-1790) Hk. Jan Degenaar (Aalten, 13-10-1781), wever
In de kamer:Berent Obelink (Aalten, 23-03-1760), gealimenteerd
Fragment kadastrale kaart, 1895 (perceel I-2071)Aaltensche Courant, 27 oktober 1931Aaltensche Courant, 4 juni 1937De Graafschapper, 31 december 1945Nieuwe Winterswijksche Courant, 25 november 1970Bloemsierkunst D.W. van der Beek, 1988