Auteur: Oud Aalten

  • Ds. Johannes Hendrik Frederik Gangel

    Ds. Johannes Hendrik Frederik Gangel

    Nederlands Hervormd predikant

    Johannes Hendrik Frederik Gangel werd geboren op 7 december 1839 in Appeltern als zoon van Bernardus Gangel, schoolonderwijzer van beroep en Christina Leemhorst. Hij studeerde theologie aan de Universiteit van Utrecht. In 1879 werd Gangel beroepen als predikant van de Nederlands Hervormde kerk in Aalten.

    Hij volgde de vrijzinnige ds. Klinkenberg op. De verhoudingen tussen de beide predikanten van Aalten, ds. Gangel en de vrijzinnige ds. C.F.S. Pape, werden al spoedig beschadigd. Pape had een waarnemer benoemd om zijn catechisaties te geven omdat hij zelf ziek was. De regels gaven echter de kerkenraad die bevoegdheid. Ds. Gangel en de kerkenraad hadden ongetwijfeld een rechtzinnige waarnemer willen benoemen.

    In Aalten werd Gangel al snel een geliefd figuur. Hij was zeer betrokken bij zijn gemeente en wist op een heldere en inspirerende manier te preken. Gangel was in zijn tijd een progressieve predikant die streefde naar vernieuwing binnen de kerk. Hij was voorstander van moderne bijbelkritiek en wilde dat de kerk zich meer zou richten op het dagelijks leven van de gelovigen. Ook was hij een groot voorstander van het gebruik van het Nederlands in de kerk, in plaats van het Latijn of het dialect dat in sommige gemeenten nog werd gebruikt.

    In Aalten was Gangel zeer actief in het verenigingsleven. Zo was hij oprichter van een zangvereniging en een toneelvereniging. Ook was hij betrokken bij het onderwijs en zette hij zich in voor de oprichting van een christelijke school.

    Gangel was niet alleen actief binnen de kerkelijke gemeenschap, maar ook daarbuiten. Zo was hij betrokken bij de oprichting van een ziekenfonds en de oprichting van een afdeling van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. Hij was daarnaast lid van de gemeenteraad en vervulde diverse andere maatschappelijke functies.

    Hoewel Gangel een geliefd predikant was in Aalten, kreeg hij in de loop der jaren te maken met diverse conflicten. Zo had hij aanvankelijk moeite om zich aan te passen aan de conservatieve en orthodoxe gemeente van Aalten. Het duurde dan ook even voordat hij hier zijn draai kon vinden.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    De schoolkwestie

    Een volgend conflict ontstond toen (de overigens niet altijd even tactische) ds. Gangel een vertegenwoordiger van de Unie School en Evangelie in de hervormde kerk een lezing wilde laten houden over het belang van het christelijk onderwijs. De kerkvoogden weigerden echter daarvoor toestemming te geven. Ruim zestig gemeenteleden, onder wie ds. Pape, waren het met de kerkvoogden roerend eens en lieten dat ook in een schrijven duidelijk blijken: ze hadden ‘met verontwaardiging’ gehoord van het plan van ds. Gangel en gaven blijk van hun ‘volle sympathie’ voor het besluit van de kerkvoogden, ‘het gedrag van genoemden predikant ten hoogste afkeurend’. De Christelijke Gereformeerde (c.q. Afgescheiden) Gemeente gaf echter wél toestemming om de lezing in haar kerkgebouw te houden. Gangels houding t.o.v. de christelijke school zorgde er overigens voor dat de School met den Bijbel in Aalten er veel leerlingen bij kreeg.

    Het schoolbestuur nodigde de hervormde leden echter niet uit wanneer er een bestuursverkiezing gehouden werd. Het bestuur wilde namelijk ‘de beginselen zuiver houden’, en wilde voorkomen dat er teveel hervormde invloed zou komen. Ds. Gangel was het daarmee natuurlijk niet eens en protesteerde, niet zonder enige drift. Ook een tweede vergadering was voor hen niet toegankelijk. Dat leidde tot een stevig conflict, zowel met ds. Breukelaar, voorzitter van het schoolbestuur, als met de Christelijke ‘Afgescheidene’ Gemeente, zoals de Christelijke Gereformeerden zich nog steeds noemden. Ook schoolhoofd Siebel vertrok naar de opgerichte hervormde lagere school.

    De Doleantie

    Intussen was de strijd tegen de vrijzinnigheid en tegen de macht van de kerkelijke besturen in hervormd Amsterdam tot een uitbarsting gekomen. De meerderheid van de kerkenraad was namelijk door de kerkelijke besturen geschorst, waarop dezen op 16 december 1886 de Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende) oprichtten, onder leiding van vooral (onder meer) dr. A. Kuyper (1837-1920), zelf een van de geschorste ouderlingen.

    In de hervormde gemeente te Aalten was ook de sfeer tussen ds. Gangel en zijn vrijzinnige collega ds. Van Oostrom-Soede, te snijden. Van Oostrom Soede kwam al enige tijd niet meer op de kerkenraad, en zijn vrouw wilde de beschuldiging die zij tegen ds. Gangel had uitgesproken niet terugnemen (ds. Gangel was volgens haar ‘het gemeenste sujet van de wereld’). Ze mocht daarom niet meer aan het avondmaal deelnemen. Verscheidene conflicten tussen beide predikanten maakten de sfeer er niet beter op. De gemeente merkte dat natuurlijk ook en daar ontstonden twee groepen van aanhangers (de Ganglianen en de Soedenezen). De liberale kranten schreven met welbehagen over de kerkelijke onrust in Aalten.

    Op 15 februari 1887 besloot de Aaltense kerkenraad in Doleantie te gaan, door zich te onttrekken aan de hervormde kerkelijke besturen. Drie kerkenraadsleden hadden op die vergadering laten weten dat zij “zich met smart genoodzaakt voelen het ambt neer te leggen”. De kerkenraad hakte toen de knoop door. Het besluit werd in een officiële kerkenraadsacte vastgelegd. In tegenstelling tot ds. Gangel had ds. Van Oostrom-Soede de kerkenraad meegedeeld niet met de Doleantie mee te gaan. De eerste zondag na het Doleantiebesluit verliep rustig en konden de Dolerenden gewoon van het hervormde kerkgebouw gebruik maken.

    Een onrustige zondag…

    Op zondag 6 maart 1887 verliepen de gebeurtenissen echter minder geruisloos. De hervormde classis had ds. Bergsma opdracht gegeven in de hervormde kerk van Aalten te preken; ds. Gangel was echter ook van plan de kerkdienst in die kerk te leiden. Zodra kerkvoogd G.J. Lammers de kerkdeuren had geopend renden aanhangers van beide predikanten de kerk in om de kansel te veroveren. “Een pootige Soediaan [volgens de Dolerende kerkenraad omgekocht door huisvrienden van ds. Oostrom-Soede] bezet de verheven domineesplaats, en van allerlei posteert zich op of bij de trap, dringt, stompt en krabbelt als soms op de Amsterdamse Beurs”, schreef een krant.

    De Dolerende kerkenraad notuleerde: “Treurig was daarbij de houding van den Burgemeester Hora Adema die bij die worsteling juist de kerk voorbij ging en niets deed om het te verhinderen, evenmin toen hij vijf minuten later door kerkvoogden geroepen, het tieren en vloeken bij den kansel aanschouwde en hoorde en weigerde het volk tot rede te brengen, waarop kerkvoogden hem verzochten de kerk te doen ontruimen”.

    De kerkenraad besloot de volgende zondag geen dienst te houden omdat E. van Eerden, een medestander van ds. Oostrom-Soede, had gedreigd ds. Gangel te zullen doodschieten zodra hij op de preekstoel zou staan.

    Kerkvoogd G.J. Lammers (foto: ‘Een kerk in de lens’).

    Ds. Gangel naar de autoriteiten

    Terwijl tegenstanders van ds. Gangel met zakken vol stenen zich op het station hadden verzameld toen ze hoorden dat hij ’s avonds zou terugkomen van zijn treinreis naar de commissaris van de koning, reed de predikant echter – samen met ouderling W. te Gussinklo – door naar Den Haag, om daar met de minister van justitie te spreken, Baron Du Tour van Bellinchave.

    Toen ds. Gangel ’s avonds dus niet met de trein in Aalten terugkwam liepen de teleurgestelde aspirant-stenengooiers naar de pastorie in de Hoekstraat, waar ze schreeuwden: “Hop, hop, hop, hang Gangel en de Ganglianen op“. Uiteindelijk moest ds. Gangel natuurlijk toch weer naar huis, maar ds. Van Dorsen van Varsseveld waarschuwde hem voor de zekerheid voor het gevaar dat dreigde.

    Om half twee ’s nachts kwam de predikant in Aalten aan, maar omdat niemand hem wilde rijden liep hij naar de pastorie, begeleid door een zeventigtal geestverwante boeren uit de Aaltense buurt Lintelo, met stokken gewapend.

    De zondag daarna bleef de kerk dicht; ze werd door soldaten bewaakt, evenals de hervormde pastorie. Zaterdag waren namelijk vijftien huzaren en veertig infanteristen in Aalten gearriveerd om de orde te handhaven. Dat verhinderde echter verdere ongeregeldheden niet. De burgemeester had voor de zekerheid de cafés gesloten.

    Een noodkerk

    Intussen was de kerkenraad aan de slag gegaan met de bouw van een houten noodkerk aan de Varsseveldsestraatweg (de ‘Plankenkerk’). Architect Van de Wilk had de bouwplannen gemaakt voor de ‘loodblauw geverfde keet met een inderdaad sober doleerend voorkomen’. Een avondmaalsstel en een doopstel werden aangeschaft en op 1 mei 1887 kon het gebouw in gebruik genomen worden. De preek ging over 1 Koningen 18 vers 21: “Toen naderde Elía tot het ganse volk en zeide: Hoelang hinkt gij op twee gedachten? Zo de HEERE God is, volgt Hem na, en zo het Baäl is, volgt hem na. Maar het volk antwoordde hem niet één woord“. Vierentwintig jongelui deden toen belijdenis en ’s middags werden zes kinderen gedoopt.

    Om de kerkelijke gegevens veilig te stellen schreef ds. Gangel de lidmatenboeken vanaf 1816 tot de Doleantie over, en bovendien kopieerde hij de notulen van de kerkenraad vanaf de vergadering waar besloten werd in Doleantie te gaan. De reden daarvan was dat men bang was dat op bevel van de rechter die boeken te eniger tijd zouden moeten worden teruggegeven. Dat gebeurde uiteindelijk in de zomer van 1888. Ook de hervormde pastorie moest toen worden teruggegeven op bevel van de rechtbank. In de Hogestraat werd in 1888 daarom een nieuwe pastorie gebouwd. De bouw ervan kostte fl. 5.100.

    Onenigheid over de kerkbouw en over meer

    Allerlei meningsverschillen en conflicten maakten het Dolerende kerkelijk leven er in de eerste jaren niet aangenamer op. Zo wilde ds. Gangel graag van de Plankenkerk af en een stenen kerk bouwen. Dat zou volgens hem kunnen worden gefinancierd door de zitplaatsen in de nieuwe kerk te verhuren, zoals op veel andere plaatsen ook het geval was. Daarmee konden volgens hem rente en aflossing betaald worden. De kerkvoogden vonden echter dat er beter ‘een vrijwillige jaarlijkse inschrijving kon worden gehouden voor de kosten van de eeredienst’. Ds. Gangel vreesde dat dit veel te lang ging duren terwijl de Plankenkerk ongerieflijk was: ’s zomers heet, ’s winters ijskoud. Het bleef wrijven.

    Ds. Gangel vond het nodig dat ook de ouderlingen het huisbezoek op zich zouden nemen. Maar dezen vonden dat het veel te veel tijd zou nemen om de intussen 1.700 leden tellende gemeente geestelijk te verzorgen. Men had de gemeente in vier wijken verdeeld: Dale en Barlo, IJzerlo en Heurne, Aalten en Haart en een wijk voor Lintelo, elk met twee ouderlingen.

    De classis komt er bij

    De verhoudingen in de Dolerende kerkenraad werden er ondertussen niet beter op. Tijdens een weekdienst op een woensdagavond had ouderling De Wijn voor opschudding gezorgd ‘door de ongehoorde openlijke verguizing’ van vermoedelijk de predikant. De Nieuwe Rotterdamsche Courant berichtte er over en ook de classis was uiteraard op de hoogte van de conflicten. Deze stuurde daarom een commissie naar Aalten die onder leiding stond van ds. J.C. van Schelven (1854-1904) te Dieren om een onderzoek in te stellen. Toen bleek dat ook ouderling Lammers het niet erg goed met de predikant kon vinden: “De gerezen onaangenaamheden hadden haar ontstaan de danken aan het drijven van ds. Gangel om in plaats van de houten noodkerk een stenen kerk te bouwen”. Ouderling Wijn bracht nog ter tafel dat ds. Gangel een ernstig ziek gemeentelid willens en wetens niet had bezocht.

    Ds. Gangel hield zich uiteraard ook niet stil en wees er op dat hij heel veel extra werk heeft moeten doen. De hele correspondentie met betrekking tot de rechtszaken na de Doleantie moest door hem verzorgd worden. Bovendien had hij te maken met veel werk voor de school, voor het Suppletiefonds (waaruit het schoolgeld voor kinderen van behoeftige gemeenteleden betaald werd), de Jongelingsvereniging en de zondagsscholen, zodat hij veel slaaptekort had opgelopen.

    Ds. Van Schelven drong op verzoening aan. Uiteindelijk sloten Gangel en Lammers vrede, maar De Wijn wilde de hele zaak aan de manslidmaten voorleggen, al werd later ook vrede met hem gesloten door bemiddeling van ds. P.C. Koster (1857-1929) van Velp. Ds. Gangel vond zijn werksfeer zo langzamerhand ondraaglijk worden en wilde zich in Velp vestigen, ‘omdat mijn werk afgezien van de verzoening, hier onmogelijk gemaakt is’. Toch trok hij dat besluit in februari 1889 weer in  omdat hij ‘na zwaren strijd voor zich zelven, bezweken is voor de aandrang van zoovele leden der gemeente op hem uitgeoefend’. Twee kerkenraadsleden bezochten hem en zeiden blij te zijn met zijn beslissing. De anderen zwegen in alle talen.

    Preeklezen en notulen schrijven

    Een andere oorzaak van de onenigheid tussen kerkenraad en predikant betrof het ‘preeklezen’ door ouderlingen bij afwezigheid van de predikant. Ouderling Lammers had op zekere dag dienst en kon een keuze maken uit een aantal preken die ds. Gangel aan hem overhandigd had. Hij wilde zich daartoe echter niet lenen en verkoos ‘zelf maar een woordje te spreken’ en verklaarde tussen neus en lippen door tegelijk ook even tegen het ‘preeklezen’ te zijn. De predikant bleef niets anders over dan mee te delen dat als er geen preeklezers waren hij zou moeten zorgen de zondagse dienst bij zijn afwezigheid niet te laten doorgaan.

    Ook het opstellen van de notulen bleek oorzaak van verwijdering. Ds. Gangel had tot nog toe de notulen altijd geschreven en deed daarin uitvoerig kond van alle onaangenaamheden die in de kerkenraad voorvielen. Dat wekte wrevel bij anderen in de kerkenraad. Vandaar dat ouderling W. te Gussinklo benoemd werd tot scriba. Deze moest echter zijn functie weer aan de predikant overdragen, omdat hij sommige zaken naar eigen zeggen ‘opzettelijk had weggelaten’.

    Ds. J.H.F. Gangel (1839-1908) op iets oudere leeftijd.

    De bouw van de Westerkerk (1891)

    In maart 1891 werd tijdens de manslidmatenvergadering rondvraag gedaan over de wens om een stenen kerk te bouwen en de Plankenkerk daarmee te kunnen sluiten. De stemming liet zien dat er vierennegentig voorstanders, dertig tegenstanders en twaalf blanco stemmers waren. De bouw ging dus door. De plaats was bepaald naast de nieuwe pastorie aan de Hogestraat. Niet het hele bedrag kon direct op tafel komen, dus werd een lening van fl. 15.000 afgesloten. De bouw verliep zeer voorspoedig, want al in hetzelfde jaar was de kerk gereed. Gemeenteleden hielden een rondgang om geld in te zamelen voor een luidklok. Ook kwam er een gedenksteen ter waarde van fl. 40. Die kon deels betaald worden van het restant van het geld voor de luidklok (fl. 15); ds. Gangel betaalde de resterende fl. 25.

    Op ‘een woensdag in februari 1892’ werd de kerk in gebruik genomen. Ook de kerkenraad van de Christelijke Gereformeerde Gemeente was uitgenodigd en aanwezig. Intussen waren de huurprijzen bepaald van de zitplaatsen in de nieuwe kerk. De duurste plaatsen kostten fl. 5, de prijs van de ‘middenklasse’ zitplaatsen bedroeg fl. 3,50 en de goedkoopste kostten fl. 2. “Aan de armen en minvermogenden werd een plaats van fl. 5 aangeboden, midden in kerk!”

    De kerk was voorzien van een zeshoekige preekstoel die op een centrale pilaar rustte. Aanvankelijk was er geen galerij in de kerk; die werd in latere jaren gebouwd. Wel was er een orgel, dat voorin de kerk stond, maar in 1898 zo slecht geworden was dat een commissie zich bezon op de aanschaf van een nieuw instrument. Toch vond de kerkenraad – de plannen ziende – het niet echt noodzakelijk, maar gaf uiteindelijk toch toestemming fl. 1.500 bij elkaar te halen onder voorwaarde dat de behoeftige gemeenteleden ontzien zouden worden bij de rondgang door de gemeente.

    Een jaar sparen leverde het benodigde geld op. De kerkenraad besloot dat het orgel geplaatst zou worden ‘op een plaats waardoor het orgel het minste licht wegneemt’, en dat was boven de preekstoel, waarvan de pilaar iets moest worden ingekort.

    Kerk A en Kerk B (17 juni 1892 tot 1 januari 1909)

    Zoals al eerder aangegeven was in 1892 de landelijke ‘Vereniging’ tot stand gekomen van de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken, respectievelijk afkomstig uit Afscheiding en Doleantie. De beide kerken gingen per 17 juni 1892 samen verder als De Gereformeerde Kerken in Nederland.

    De synodes hadden afgesproken dat in plaatsen waar de vereniging tussen de twee kerken niet zomaar voor elkaar was, beide kerken tóch Gereformeerde Kerk zouden heten. De oudste van de twee – meestal de Christelijke Gereformeerde Gemeente – zou een ‘A’ achter de kerknaam plakken; de jongste – meestal de Nederduitsche Gereformeerde Kerk – een ‘B’. Vanaf 17 juni 1892 bestonden in Aalten dus twee (geheel zelfstandige) Gereformeerde Kerken: De Gereformeerde Kerk te Aalten A (de vroegere Christelijke Gereformeerde Gemeente) en De Gereformeerde Kerk te Aalten B (de Dolerende kerk).

    Het kerkgebouw van Kerk A gezien van de achterkant met de consistorie.

    De samensprekingen in de ijskast

    Ook in Aalten zouden beide kerken met elkaar in gesprek moeten gaan om te trachten tot eenheid te komen. Zo nu en dan werden gecombineerde kerkenraadsvergaderingen gehouden. Maar vooral in Kerk A bestond bezwaar tegen de ‘Vereniging’ van beide gemeenten. De meerderheid van de leden van Kerk A was tegen, ook tegen het houden van gecombineerde kerkenraadsvergaderingen. Verder wilde men in Kerk A niet dat ouderlingen van beide kerken samen huisbezoek deden. Besloten werd de zaak van de ineensmelting vooralsnog te laten rusten.

    Voor kerkenraad A was een belangrijk punt om met de ineensmelting rustig aan te doen de vrees dat in eigen gelederen een scheuring zou ontstaan. Wat zouden de tegenstanders van ineensmelting doen als beide kerkenraden zouden besluiten samen te gaan? De voorbeelden waren elders in het land te zien. Zo hadden twee christelijke gereformeerde predikanten op hun synode een bezwaarschrift ingediend tegen de ‘Vereniging’ en hadden – toen de ‘Vereniging’ toch doorging – de ‘voortgezette’ Christelijke Gereformeerde Kerk gesticht.

    En zo hadden bijvoorbeeld in het Friese Suawoude de kerkenraad en de gemeente zich onder leiding van hun ds. J.W. Draijer (1851-1894) in 1893 zich losgemaakt van de Gereformeerde Kerken ‘om te blijven wat wij waren, namelijk christelijk gereformeerd’. Voor zoiets was men ook in Aalten bang. Dat remde ongetwijfeld het tot stand komen van de eenwording van beide kerken.

    Anderhalf jaar nadat kerkenraad A de samensprekingen in de ijskast had gestopt, vroeg kerkenraad B in een brief of kerkenraad A de ineensmelting van beide gemeenten eigenlijk wel wilde. En zo ja, wat deed de kerkenraad dan allemaal om tot samengaan te komen? Of was de kerkenraad misschien bang voor een scheuring in eigen gelederen? Kerkenraad A antwoordde toen dat de meerderheid van de kerkenraad intussen weliswaar voor samengaan was, maar dat wilde niet zeggen dat het dan ook meteen kon doorgaan. Kerkenraad A schreef niets over de houding van veel van de eigen gemeenteleden…

    Dat vond kerkenraad B jammer. Hij besloot de weekgodsdienstoefeningen – zo’n beetje het enige dat gezamenlijk gedaan werd – stop te zetten. En dat vond kerkenraad A weer jammer.

    Ds. Gangel vertrekt

    Ds. Gangel vertrok in 1895 naar de Gereformeerde Kerk te Rijswijk (Z.H.), na op 28 april afscheid genomen te hebben van de gemeente te Aalten. Het jaar daarop al werd hij gereformeerd predikant te Voorst, maar in 1900 ging hij van de Gereformeerde Kerken ‘terug’ naar de Nederlandse Hervormde Kerk. Hij overleed op 27 juli 1908 in Arnhem.

  • Prinsenstraat 18-20

    Prinsenstraat 18-20

    Bredevoort

    Prinsenstraat 18-20, Bredevoort
    Foto: Google Streetview

    Eigenaren

    Kadaster 1832

    Bredevoort B197
    Levy Mozes Haas
    230 m² huis en erf

    De familie van Levy Mozes woonde al vier generaties in Bredevoort. Een van zijn overgrootouders, ook Levy Moses geheten, was rond 1700 vanuit “Holland” naar Bredevoort gekomen. De ouders van Levy Mozes woonden in 1823 aan de Landstraat in huis 21, het latere nummer 11.

    In de notariële archieven komt Levy Mozes de Haas slechts eenmaal voor als koper van een huis. In januari 1820 verwierf hij een “huis en erf” in Bredevoort [link]. Dat moet dus het huis aan de Prinsenstraat zijn geweest.

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Bredevoort 52

    Levy Mozes de Haas (Bredevoort, 20-10-1788), koopman
    Hendrina Kaspers Cohen (Winterswijk, 15-01-1795)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Bredevoort 85

    Hendrina Kaspers Cohen (Winterswijk, 15-01-1795), winkelierster

    Volgende bewoners, dochter en echtgenoot:

    Casper van Gelder (Bredevoort, 19-01-1822), koopman
    Susanna Levy de Haas (Bredevoort, 17-03-1820)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Bredevoort 85

    Casper van Gelder (Bredevoort, 19-01-1822), koopman
    Susanna Levy de Haas (Bredevoort, 17-03-1820)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Bredevoort 85

    Casper van Gelder (Bredevoort, 19-01-1822), koopman
    Susanna Levy de Haas (Bredevoort, 17-03-1820)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Bredevoort 92

    Casper van Gelder (Bredevoort, 19-01-1822), slachter
    Susanna Levy de Haas (Bredevoort, 17-03-1820)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Bredevoort 109

    Casper van Gelder (Bredevoort, 19-01-1822), slachter
    (1) Susanna Levy de Haas (Bredevoort, 17-03-1820)
    (2) Sara Sander (Werth/D, 06-04-1849)

    Na het overlijden van Susanna Levy de Haas in 1885 hertrouwt Casper van Gelder met Sara Sander (1849-1938), aangekomen 1885. Na het overlijden van Casper in 1889 komt de broer van Sara naar Bredevoort: Levie Sander (1853-1938, veehandelaar.) Bijna vijftig jaar zullen ze samen op de hoek van de Landstraat en de Prinsenstraat wonen.

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Bredevoort 92

    Sara Sander (Werth/D, 06-04-1849)

    Levi Sander (Werth/D, 08-07-1853), slager

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Bredevoort 90 > 92

    Sara Sander (Werth/D, 06-04-1849)

    Levi Sander (Werth/D, 08-07-1853), slager

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Bredevoort 92 > 70

    Sara Sander (Werth/D, 06-04-1849)

    Levi Sander (Werth/D, 08-07-1853), slager

    Adresboek 1934

    Bredevoort 70 > Prinsenstraat 18

    Levi Sander

    Levi en Sara Sander overlijden beiden in 1938. De allerlaatste joodse inwoners van Bredevoort.

    Volgende bewoners:

    Adresgids 1954

    Prinsenstraat 18-20

    J.B.A. Boschker
    J.H. Boschker

    Kennelijk is het huis na de oorlog vervangen door een dubbele woning.

    Adresboek 1967

    Prinsenstraat 18

    G.H. Wichers
    J.H.A. Wichers

    Prinsenstraat 20

    J.B.A. Boschker

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.B-941/942
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar
    Monumentnee
  • Misterstraat 15

    Misterstraat 15

    Bredevoort

    Misterstraat 15, Bredevoort
    Foto: Google Streetview

    Beschrijving

    Hier zat vroeger de kruidenierswinkel van De Vries.

    Bewoners

    Adresboek 1967

    J.A. de Vries
    Mevr. M.A. de Vries-Rots

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.A-1395
    FunctieWoning,
    Winkel
    Bouwjaar1935
    Monumentnee

    Bronnen

  • Gerrit Jan Lammers

    Gerrit Jan Lammers

    Journalist, ambtenaar en oud-directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD)

    Gerrit Jan Lammers werd op 23 oktober 1903 geboren in Aalten, zoon van molenaar Johannes Christiaan Lammers en Maria Scheurer. Zij woonden in de Molenstraat op nummer 3. Gerrit Jan trouwde op 25 juli 1928 in Arnhem met Maria Evertje van Dreven (Wageningen, 28 december 1900).

    Sinds 1921 was hij werkzaam in de journalistiek en tot 1940 was hij parlementair redacteur bij de aan de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) gelieerde krant De Standaard.

    Lammers stond bekend als een starre en rechtlijnige calvinist. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd hij in 1940 medewerker van het door de Duitsers tot illegaal verklaarde blad Vrij Nederland. Voor zijn ondergrondse werkzaamheden werd hij in juni 1941 gearresteerd door de Duitse Sicherheitsdienst (SD) waarna hij tot eind 1943 gevangen werd gehouden in het Duitse Braunschweig.

    Na de oorlog maakte hij deel uit van de Commissie voor de Perszuivering die zich richtte op het zich ontdoen van journalisten en directeuren van kranten die in de oorlog pro-Duits waren.

    Lammers studeerde vóór en tijdens de oorlog rechten. In 1945 deed hij doctoraal examen aan de Vrije universiteit te Amsterdam en in 1952 promoveerde hij op een later beroemd geworden proefschrift met als onderwerp: “De Kroon en de kabinetsformatie”.

    Voor hij in 1952 naar de Rijksvoorlichtingsdienst ging, was Lammers chef van de afdeling voorlichting van het ministerie van Sociale zaken (1946-1947) en daarna hoofd van de afdeling algemene zaken van dat ministerie. Hij werd in 1952 benoemd tot hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst en bekleedde deze functie tot 1968.

    Gerrit Jan Lammers was Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Commandeur in de Huisorde van Oranje. Ook droeg hij tal van buitenlandse onderscheidingen. Lammers heeft tal van publicaties op staatsrechtelijk gebied op zijn naam.

    Dr. Gerrit Jan Lammers overleed op 7 november 1976, 72 jaar oud. Hij werd begraven op de algemene begraafplaats aan de Rodelaan te Voorburg.

    Zoon

    In 1931 werden Gerrit Jan en Maria Evertje verblijd met de geboorte van een zoon: Johannes Christiaan Jan (Han) Lammers. Toen vader Gerrit Jan in 1941 door de Duitsers gevangen was genomen, vertrok moeder Lammers met Han naar haar schoonouders in Aalten. Hier bezocht de jongen de MULO, waar hij vanaf 1942 orgelles kreeg. Het orgelspel zou later zijn grootste hobby worden.

    Tegen het einde van de bezetting vertrok Han, slechts veertien jaar oud, alleen op de fiets naar Den Haag, waar zijn beide ouders op dat moment verbleven. Han Lammers zou later, net als zijn vader, een indrukwekkende carrière opbouwen. Zo was hij onder andere journalist, raadslid en wethouder in Amsterdam, burgemeester van Almere en commissaris van de Koningin van de provincie Flevoland. Han Lammers overleed in 2000.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

  • Dela Maria Vaags

    Dela Maria Vaags

    Actrice

    Dela Maria (Marja) Vaags werd op 29 december 1956 geboren in Aalten. Als kind woonde ze aan de Bredevoortsestraatweg 105. Later verwierf ze nationale bekendheid als actrice, voornamelijk door haar rol als Regina Jongschaap in de dramaserie Vrouwenvleugel. In 1994 won de serie de Gouden Televizier-Ring voor beste televisieprogramma.

    Vaags studeerde in 1981 af aan de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar. Na deze studie volgde ze privélessen bij onder anderen Ton Lutz, Shireen Strooker, Hans Hoes, Rudolf Lucieer, Warren Robertson en Ad van Kempen. Na haar opleiding richtte zij met onder anderen Martine van Os de theatergroep Dames & Heren op.

    Verder heeft ze gastrollen gehad in Goede tijden, slechte tijden en Medisch Centrum West, en speelde ze onder andere in enkele van de Sinterklaasfilms van Martijn van Nellestijn. Daarnaast speelde ze een seizoen bij het Theater van de Lach van John Lanting. En speelde ze onder andere bij Stichting de Verwarring Zoo Story van Edward Albee en het stuk de Overgang bij Stichting de Nel.

    In 2007 werd bij Vaags baarmoederhalskanker geconstateerd. Vier jaar later, op 29 juli 2011, overleed zij op 54-jarige leeftijd in haar woonplaats Amsterdam aan de gevolgen van deze ziekte. Ze liet een zoon achter.

    Dela Maria Vaags in 1994
    Dela Maria Vaags in 1994

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

  • Johan Obbink

    Johan Obbink

    O.a. medeoprichter Zuivelfabriek, Landbouw en Boerenleenbank, raadslid en wethouder

    Johan Obbink werd op 23 januari 1869 geboren op boerderij de Rikkert in de Aaltense buurtschap Heurne. Hij was een tweelingbroer van theoloog en hofprediker Herman Theodorus Obbink. Op 25 juni 1891 trouwde hij met Berendina Hendrika Sondern van Groot Heinen in Lintelo. Samen kregen zij drie zonen en twee dochters.

    In 1919 kocht hij boerderij Nieuw Slaa, samen met zijn zoon Hendrik Willem, en ging daar wonen.

    Maatschappelijke verdiensten

    Johan Obbink heeft vele jaren een vooraanstaande plaats ingenomen in het openbare leven in Aalten. Zo was hij in 1896 één der oprichters van de Coop. Zuivelfabriek en in 1898 van de Coop. Landbouwvereniging, welke instellingen hij jarenlang als bestuurslid heeft gediend. Op zijn initiatief werd in 1903 de Coöp. Boerenleenbank opgericht, waarvan hij meer dan een kwart eeuw kassier was.

    Verder was Obbink voorzitter van de Ring van Boerenleenbanken ‘De Graafschap’, lid van de Prov. Staten van Gelderland, commissaris nam de P.G.E.M. en lid van de plaatselijke commissie der Stichting Crisissteun Landbouw Gelderland, raadslid en later wethouder voor de gemeente Aalten, bestuurslid van het Onderling Boerenverzekeringsfonds, poldermeester van het waterschap “De Baakse Beek”, medeoprichter van de Bond aankoopvereniging in Gelderland, lid van de Raad van Toezicht op de Rijkslandbouwwinterschool te Winterswijk en president-kerkvoogd van de NH kerk te Aalten.

    Het belang van vooral de landbouwende bevolking stond bij hem steeds op de voorgrond en dat leidde er toe, dat Obbink niet alleen geëerd, maar ook gevreesd werd om de felle onverzettelijkheid waarmee hij onbevreesd zijn mening verdedigde. En juist deze eigenschap heeft hem stellig gemaakt tot een pionier voor de idealen die hij stelde en in zijn strijd daarvoor heeft Obbink veel tot stand gebracht.

    Voor zijn uitzonderlijke verdiensten is Obbink door H.M. de Koningin benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau.

    Johan Obbink overleed op 9 mei 1957 op 88-jarige leeftijd, thuis in de Aaltense Heurne. Hij werd begraven op de Oude Begraafplaats aan de Varsseveldsestraatweg in Aalten.

    Begrafenis

    Zijn begrafenis vond plaats onder zeer grote belangstelling. Onder leiding van Ds. D. Groeneboer werd in de Oude Helenakerk de rouwdienst gehouden. Namens het gemeentebestuur werd deze dienst bijgewoond door burgemeester E.S. van Veen en wethouder J. te Roele, verder waren onder de aanwezigen vele bestuurders van de organisaties, waarin de heer Obbink een werkzaam aandeel heeft gehad, zowel uit plaatselijke kring als regionaal en ook landelijk.

    Na de rouwdienst vertrok om half drie een lange stoet, waarin tal van bloemstukken werden meegevoerd, naar de begraafplaats. Daar aangekomen werd de kist met het stoffelijk overschot door buren van de familie Obbink naar de laatste rustplaats gedragen.

    Hier sprak burgemeester E.S. van Veen namens de gemeente. De burgemeester schetste de heer Obbink als een gemeenschapsmens in de ruimste zin van het woord.

    In gelijke zin sprak de heer T.G. Elkink uit Ruurlo, voorzitter van de Ring de Graafschap van de Boerenleenbanken, de opvolger van Obbink. Elkink schetste de grote invloed die Johan Obbink bij de landbouwers had; ook buiten Aalten had de stem van de heer Obbink vaak een overwegende en beslissende invloed.

    Voor het landelijk verband der boerenleenbanken sprak de heer H.J. Hendriksen, adjunct-directeur van de Raiffeisenbank te Utrecht: “De naam van Johan Obbink is in de annalen dezer bank geboekstaafd, want dankbaar wordt daar herdacht wat een drietal, hooguit een viertal pioniers heeft gepresteerd aan zegenrijke arbeid voor honderdduizenden landbouwers en van deze pioniers was de heer Obbink uit Aalten niet de minste.”

    Johan Obbink (1869-1957)

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Bronnen


    • Graafschapbode, 15 mei 1957 (eigen archief)
    • Zutphens Dagblad, 16 mei 1957 (Delpher)
  • Boomkamp

    Boomkamp

    Boomkampstraat 30-32, Aalten (verdwenen)

    Beschrijving

    Boerderij Boomkamp lag ongeveer op de locatie van de huidige adressen Boomkampstraat 30 en 32. De boerderij bestond in de tweede helft van de 18e eeuw uit twee, wellicht drie, wooneenheden. Rond 1867 is de boerderij afgebrand. Daarna werden er twee afzonderlijke huizen gebouwd.

    Archieven

    Volontaire Protocollen

    Johan ten Boomkamp en zijn vrouw Christinen Venderboss kopen op 09-08-1614 een ‘Huiss und Hoff sampt toebehorigen goorden, inden Darpe Aelten‘ dat werd bewoond door Deeffken Anseminck en haar overleden echtgenoot Herman Leverdinck. Op 19-05-1630 geeft Warner Leverdinck genant Tubess, zoon van Herman en Deeffken, aan dat Johan Boomkamp en zijn vrouw Stijntken hem volledig hebben betaald voor zijn rechten op zijn voormalig ouderlijk huis.

    Verpondingscohier 1647 dorp Aalten

    Jan Boomcamps huis op 10 dlr. 15 – 0 -. Een hof op t’Rodt van 2 sp. 6 – 0 -. Een mdr. op den Esch thientbaer an Hof te Ahave 8 – 6 – 8.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-263
    I-264
    Gerrit Pakkebier
    Bernardus Gussinklo, timmerman
    340 m² huis en erf
    550 m² huis en erf
    1841
    1859
    I-263
    I-264
    Arend Jan Scholten, landbouwer
    Peter Arnoldus Gussinklo, timmerman
    340 m² huis en erf
    550 m² huis en erf
    (dj. 1868: afgebrand)
    1868I-2796
    I-2798
    Arend Jan Scholten, landbouwer
    Peter Arnoldus Gussinklo, timmerman
    410 m² huis en erf
    730 m² huis, schuur en erf
    1874I-3225
    I-3221
    Gerrit Hendrik Scholten, klompenmaker
    Peter Arnoldus Gussinklo
    400 m² huis en erf
    739 m² huis, schuur en erf
    1886
    1879
    I-4026
    I-3407
    Gerrit Hendrik Scholten, klompenmaker
    Peter Arnoldus Gussinklo, timmerman,
    machinist
    420 m² huis en erf
    692 m² huis, schuur en erf
    1898I-4779
    I-4780
    Gesina Hendrika te Slaa
    Lourens Prins, timmerman
    464 m² huis en erf
    852 m² huis, schuur en erf
    1965
    1946
    I-9096 (nr. 20)
    I-6202 (nr. 24)
    vof “H. Droppers & Co.”
    Derk Hendrikus Kuiperij, landbouwer
    3717 m² huis, erf, bouwland
    17.466 m² huis, schuur,
    bouw- en grasland

    Bewoners

    Eerst bekende bewoners:

    Johan ten Boomkamp
    Christinen Venderboss

    Volgende bewoner:

    Geesken in den Boomkamp (Aalten)

    Geesken was weduwe en betaalde de kerckenpacht tussen 1678 en 1683.

    Volgende bewoners:

    Roelof ten Rule alias Houwers alias in den Boomkamp (Aalten – Aalten < 1703),
    ⚭ (2) Aalten, 24-10-1686 Geesken Naeldenberghs alias Moddenborg (Aalten)

    Roelof in den Boomkamp betaalde in 1690 de kerckenpacht deels door dorsen, plaggen maaien en kruien.

    Volgende bewoners, (stief)zoon en (stief(dochter):

    T(on/eu)nis ten R(u/oe)le alias in den Boomkamp (Aalten, 26-11-1665 – Aalten < 1733)
    ⚭ Aalten, 13-03-1701 Der(ck)sken (te) Veenhuijs (Aalten, 30-09-1677)

    T(on/eu)nis en Der(ck)sken waren stiefbroer en -zuster. Hij was een zoon uit het 1e huwelijk van Roelof ten Rule met Aeltjen Bouwmeesters alias Houwers, zij was een dochter uit het 1e huwelijk van Geesken Naeldenberghs alias Moddenborg met Derck te Veenhuijs.

    Volgende bewoners, ongetrouwde halfbroer/zwager, zoon van Roelof en Geesken:

    Hen(d)rick ten R(u/oe)le alias in den Boomkamp (Aalten, 06-11-1687)

    T(on/eu)nis en Hen(d)rick in den Boomkamp betaalden de kerckenpacht voor 1719 en 1720.

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Roelof in den Boomkamp (Aalten, 13-06-1706 – Aalten, 22-01-1779)
    ⚭ (1) Aalten, 24-05-1733 Mechtelt R(ou/oe)hof (Aalten, 23-06-1700 – Aalten, 1736-1739)
    ⚭ (2) Aalten, 11-04-1739 Enneke Broekmans (Aalten – Aalten, 13-08-1769)

    Splitsing van het huis in een oostelijk en een westelijk gedeelte.

    Bewoners westelijk gedeelte:

    Bewoners oostelijk gedeelte:

    Volgende bewoners, dochter van Roelof en Enneken en schoonzoon:

    Pet(rus/er) Degen(aa/e)r(s) (Aalten – Aalten, 15-01-1771), ⚭ Aalten, 26-07-1765
    Magteld / Mech(t)elt Boomkamp (Aalten, 17-09-1741 – Aalten, 21-02-1806)

    Peter Degener was volgens vermelding in Tuteele en Curateele met zijn vrouw ook al eigenaar van het ½ Boomkamp.

    Volgende bewoners, dochter van Roelof en Enneken en schoonzoon:

    Wander Ligterink (Aalten, 20-04-1749 – Aalten, 30-12-1827), ⚭ 27-09-1772
    Magteld / Mech(t)elt Boomkamp (Aalten, 17-09-1741 – Aalten, 21-02-1806)

    Volgende bewoners, weduwnaar en 2e echtgenote:

    Wander Ligterink (Aalten, 20-04-1749 – Aalten, 30-12-1827), ⚭ 28-06-1807
    Hendrina te H(u/e)n(ne)pe (Aalten, 01-08-1762 – Aalten, 11-10-1831)

    Volgende bewoners:

    Volgende bewoners, dochter van Roelof en Enneken en schoonzoon:

    Derk Lui(j)ten (Aalten, 29-09-1737 – Aalten, 12-07-1812), ⚭ (1) Aalten, 06-01-1760
    Teuniske(n) Boomkamp (Aalten, 07-03-1734 – Aalten, 05-05-1781)

    Afgoeding door Derk Luiten weduwnaar van Teunisken Boomkamp aan zijn drie onmondige kinderen, waarbij word toegedeeld aan hem Derk Luiten ‘den halven Boomkamp, zoo van ’t huis (en wel de zijde van ’t huis na ’t oosten) als van den daaraan gelegen hof en landerijen, waar van de andere helft aan Wander Ligterink toebehoort‘ (Volontaire Protocollen 03-10-1781).

    Volgende bewoners, weduwnaar en 2e echtgenote:

    Derk Lui(j)ten (Aalten, 29-09-1737 – Aalten, 12-07-1812), ⚭ (2) Aalten, 28-10-1781 Janna (Klein) Hondorp (Aalten, 25-11-1742 – Aalten, 07-04-1812)

    Volgende bewoners, zoon van Derk en Teuniske(n) en schoondochter:

    Hendrik Jan Lui(j)ten / Lutten (Aalten, 12-08-1764 – Aalten, 19-01-1815)
    ⚭ (1) Aalten, 29-10-1797 Alei(j)da Essink (Aalten, 17-01-1762 – Aalten, 01-05-1805)
    ⚭ (2) Aalten, 06-10-1805 Christina Alei(j)da Koo(ps/bes) (Dale, 04-02-1774 – Aalten, 23-07-1806)
    ⚭ (3) Aalten, 19-04-1807 Christina (Catharina) Hond(a/o)rp (Lintelo, 09-09-1782 – Aalten, 18-05-1854)

    Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 234

    G(a/e)rrit Pakkebier (Barlo, 12-12-1772), timmerman
    ⚭ Aalten, 29-04-1810
    Alei(j)da Nonho(v/f) (Dale, 24-03-1789)

    Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:

    Aalten 233

    Bernardus Gussin(c/k)lo (Aalten, 13-05-1788), timmerman
    ⚭ Aalten, 15-03-1816
    Christina (Catharina) Hond(a/o)rp (Lintelo, 09-09-1782)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 217 (Nieuwstraat)

    Arent Jan Scholten (Aalten, 09-11-1800)
    Berendina Pakkebier (Aalten, 16-07-1816)

    Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:

    Aalten 216 (Nieuwstraat)

    Bernardus Gussinklo (Aalten, 13-05-1788)
    Christina Hondorp (Lintelo, 09-09-1782)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 217 (Nieuwstraat)

    Garrit Jan Kempink (Lintelo, 25-10-1819), landbouwer
    Berendina Pakkebier (Aalten, 16-07-1816)

    Aalten 216 (Nieuwstraat)

    Bernardus Gussinklo (Aalten, 13-05-1788), timmerman
    Christina Hondorp (Lintelo, 09-09-1782)

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Peter Arnoldus Gussinklo (Aalten, 07-05-1822), timmerman
    Johanna Bernhardina Baumann (Oeding, 24-02-1828)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 217

    Garrit Jan Kempink (Lintelo, 25-10-1819), arbeider
    Berendina Pakkebier (Aalten, 16-07-1816)

    Aalten 216

    Peter Arnoldus Gussinklo (Aalten, 07-05-1822), timmerman
    Johanna Bernhardina Baumann (Oeding, 24-02-1828)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 289

    Garrit Jan Kempink (Lintelo, 25-10-1819)
    Berendina Pakkebier (Aalten, 16-07-1816)

    Volgende bewoners, zoon van Arent Jan en Berendina en schoondochter:

    Gerrit Hendrik Scholten (Aalten, 07-09-1843), klompenmaker
    Gesina Hendrika te Slaa (Aalten, 28-12-1837)

    Aalten 288

    Peter Arnoldus Gussinklo (Aalten, 07-05-1822), timmerman
    Johanna Bernhardina Baumann (Oeding, 24-02-1828)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 329

    Gerrit Hendrik Scholten (Aalten, 07-09-1843), landbouwer
    Gesina Hendrika te Slaa (Aalten, 28-12-1837)

    Aalten 328

    Peter Arnoldus Gussinklo (Aalten, 07-05-1822), timmerman, fabr.arb.
    Johanna Bernhardina Baumann (Oeding, 24-02-1828)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 322

    Gerrit Hendrik Scholten (Aalten, 07-09-1843), landbouwer
    Gesina Hendrika te Slaa (Aalten, 28-12-1837)

    Aalten 321

    Peter Arnoldus Gussinklo (Aalten, 07-05-1822), fabr.arbeider

    Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:

    Louwrens Prins (Aalten, 24-04-1847), timmerman
    Dina Gussinklo (Aalten, 02-05-1861)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 371 > 607

    Gesina Hendrika te Slaa (Aalten, 28-12-1837)

    Aalten 373 > 608

    Louwrens Prins (Aalten, 24-04-1847), timmerman
    Dina Gussinklo (Aalten, 02-05-1861)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten C607

    Gesina Hendrika te Slaa (Aalten, 28-12-1837)

    Volgende (hoofd)bewoner, zoon:

    Aalten C607 > D721

    Hendrik Scholten (Aalten, 02-02-1876), timmerman

    Volgende (hoofd)bewoner, broer:

    Bernardus Scholten (Aalten, 29-11-1877), metselaar

    Aalten C608 > D722

    Louwrens Prins (Aalten, 24-04-1847), timmerman
    Dina Gussinklo (Aalten, 02-05-1861)

    Adresboek 1934

    Aalten D721 > Boomkampstraat 20

    B. Scholten

    Aalten D722 > Boomkampstraat 24

    Wed. L. Prins

    Adresboek 1967

    Boomkampstraat 20

    G.J. Krieger

    Boomkampstraat 24

    D.H. Kuiperij

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-11224/11920
    FunctieBoerderij
    Bouwjaaronbekend
    Slooponbekend
  • Restaurant Bertram

    Restaurant Bertram

    ’t Zand 1, Bredevoort

    Beschrijving

    ’t Zand 1 in Bredevoort ligt aan de oostzijde van ’t Zand, op de hoek met de Gasthuisstraat. Hoewel het bouwwerk in zijn huidige vorm omstreeks 1900 dateert, wijst het vakwerk in de linker zijgevel op een oudere kern.

    Het gebouw kenmerkt zich door een pannengedekt zadeldak met wolfseinde, een asymmetrische voorgevel en decoratieve muurankers. Langs de Gasthuisstraat is het verlevendigd met een siermetselwerklijst. Zowel in hoofdvorm als detaillering is het authentieke karakter van het pand goed behouden gebleven.

    Door de prominente ligging op de hoek van de Gasthuisstraat heeft het een grote beeldbepalende waarde. Het vormt een wezenlijk onderdeel van de historische gevelwanden aan zowel ’t Zand als de Gasthuisstraat. Bovendien heeft het object bouwhistorische waarde dankzij de vakwerkconstructie van de linker zijgevel.

    In 1972 werd het pand in opdracht van J.B. Eppink verbouwd door B.H. Kolenbrander, waarbij de achter gelegen deel opnieuw werd ingedeeld. Aan de voorzijde bevond zich destijds een winkel. Tegenwoordig is er een restaurant in middeleeuwse sfeer gevestigd.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832B-67Willem Pas, klompenmaker162 m² huis en erf
    1972B-67Hendrik Jan Eppink, groentehandelaar/melkventer162 m² huis en erf

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.B-67
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1704
    Monumentnee

  • Winterswijksestraat 24

    Winterswijksestraat 24

    Bredevoort

    Beschrijving

    Uit circa 1935 daterende en ruim opgezette villa, waarvan de architect vooralsnog onbekend is. Het pand bevindt zich op het uiterste puntje aan de zuidzijde van de bebouwde kom van Bredevoort. In het verleden bevonden zich hier de vestingwerken van het stadje. Vanaf het interbellum is dit deel van de stad steeds meer volgebouwd, met het onderhavige pand nog altijd als een markant aan de rand van het buitengebied gelegen object. Langs de westzijde stroomt hier een op de Slinge aansluitende waterverbinding.

    Het pand is uitgevoerd in een evenwichtige zakelijke trant, met een afgewolfd en hoog zadeldak met pannendekking en steekkap. Behalve door de samengestelde opzet van de kap verkrijgt het bouwwerk zijn levendigheid door de gevarieerde gevelindelingen. Aan de voorzijde bevindt zich op de hoek een markante loggia met bogen. Zowel in de hoofdvorm als de detaillering bleef het pand opmerkelijk gaaf behouden. Door zijn ligging markeert de villa de overgang van het buitengebied naar de bebouwde kom. Er is ensemblewaarde in combinatie met de naastliggende waterverbinding, waardoor de pittoreske uitstraling wordt versterkt.

    Bewoners

    Adresboek 1967

    Winterswijksestraatweg 24

    M. Grijsen

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.P-315
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1937
    Monumentnee

    Bronnen

  • Koppelstraat 7

    Koppelstraat 7

    Bredevoort

    Beschrijving

    Dit in vakwerk uitgevoerde pand ligt direct naast het gemeentelijk beschermde pand Officierstraat 2, en is in oorsprong vermoedelijk 17de-eeuws. Aan de voorzijde wijst het metselwerk op een vroeg 20ste-eeuwse verbouwing. Hier bevindt zich een getoogde inrit met een bovenlicht met verticaalroeden. Langs de bovenzijde van deze gevel bevindt zich evenwel nog steeds houtbeschot dat naar de vroegere situatie verwijst en verder is er rechts een venster met veelruits roedenverdeling, dat eveneens naar een oudere toestand verwijst.

    Mede door het vakwerk vertegenwoordigt het pand belangrijke bouwhistorische waarde in de oude binnenstad van de vroegere vestingstad Bredevoort. Als een wezenlijk onderdeel van de historische bebouwing langs de Officierstraat is er sprake van ensemblewaarde.

    Eigenaren

    Kadaster 1832

    Bredevoort B147
    Wed. Abraham Stoltenberg
    wever te Bredevoort
    157 m² huis en erf

    Bredevoort B146
    Wed. Abraham Stoltenberg
    wever te Bredevoort
    104 m² tuin

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Bredevoort 131

    Harmen Jan Weijenborg (Winterswijk, 29-11-1793), rademaker
    (1) Janna Geziena Grevink (Bredevoort, 17-10-1769), wed. Abraham Stoltenberg
    (2) Christina Loohuijs (Aalten, 19-03-1807)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Bredevoort 131a

    Harmen Jan Weijenborg (Winterswijk, 29-11-1793), ramaker
    Christina Loohuijs (Aalten, 19-03-1807)

    Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:

    Berend Hendrik Nijman (Aalten, 10-01-1828), landbouwer
    Christina Loohuijs (Aalten, 19-03-1807)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Bredevoort 131a

    Berend Hendrik Nijman (Aalten, 10-01-1828), landbouwer
    Christina Loohuijs (Aalten, 19-03-1807)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Bredevoort 140

    Berend Hendrik Nijman (Aalten, 10-01-1828), wever
    Christina Lohuijs (Aalten, 19-03-1807)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Bredevoort 164

    Berend Hendrik Nijman (Aalten, 10-01-1828), wever / landbouwer
    (1) Christina Lohuis (Aalten, 19-03-1807)
    (2) Berendina Lohuis (Aalten, 09-11-1856)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Bredevoort 152

    Berend Hendrik Nijman (Aalten, 10-01-1828), landbouwer
    Berendina Lohuis (Aalten, 09-11-1856)

    Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:

    Hendrik Jan Lubbers (Barlo, 14-04-1864), landbouwer
    Berendina Lohuis (Aalten, 09-11-1856)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Bredevoort 144 > 146

    Hendrik Jan Lubbers (Barlo, 14-04-1864), landbouwer
    Berendina Lohuis (Aalten, 09-11-1856)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Bredevoort 146 > 133

    Berendina Lohuis (Aalten, 09-11-1856)

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Bredevoort 133

    Berendina Lohuis (Aalten, 09-11-1856)

    Volgende bewoners:

    Bernardus Johannes Wilhelmus Wubbels (Aalten, 13-11-1892), fabrieksarbeider
    Johanna Wendelina Huls (Aalten, 08-06-1898)

    Adresboek 1934

    Bredevoort 133 > Koppelstraat 7

    B.J.W. Wubbels

    Adresboek 1967

    Koppelstraat 7

    Mevr. H.B. Nijman-Geessink

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.B-757
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1940
    Monumentnee
  • Misterstraat 27

    Misterstraat 27

    Bredevoort

    Beschrijving

    Fraaie vrijstaande villa uit 1932 i.o.v. J.D. Piek ontworpen door G.J. Nijman uit Bredevoort, die het pand ook bouwde. Het aan de noordelijke zijde van de Misterstraat gelegen pand is uitgevoerd in een voor de bouwperiode karakteristieke zakelijke trant en wordt gekenmerkt door een tamelijk hoog en breed overstekend tentdak, dat langs de onderzijde licht gezwenkt is. Asymmetrische gevelindeling met een erker met balkon. Nadruk is gelegd op zorgvuldig uitgevoerd metselwerk. Zowel in de hoofdvorm als de detaillering is het authentieke karakter goed behouden gebleven.

    Door zijn markante opzet neemt het in een bijbehorende tuin en in een bocht van de Misterstraat gelegen pand een belangrijke beeldbepalende positie in. Bovendien verwijst het object naar de historische ontwikkelingen langs de Misterstraat. Deze oude en oorspronkelijk in het buitengebied van Bredevoort gelegen verbindingsweg raakte vanaf ongeveer 1900 steeds meer verstedelijkt en is uiteindelijk opgenomen in de buiten de vesting gerealiseerde uitbreidingswijken van het stadje.

    Bewoners

    Adresboek 1934

    Winterswijkschestraat 27

    D.J. Piek

    Adresboek 1967

    Misterstraat 27

    J.D. Piek

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.A-2400
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1932
    Monumentnee
  • Bodendijk 72

    Bodendijk 72

    Aalten (verdwenen)

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1901I-4972
    I-4973
    Frederik Hendrik van Eerden en cons.,
    houthandelaar
    70 m² huis, erf
    110 m² huis, erf
    1951I-4972
    I-4973
    Hermanus Johannes Ebbers, kleermaker70 m² huis, erf
    110 m² huis, erf
    1955I-7893Willem Smees, arbeider4120 m² dubbel huis, gras-, bld.
    1971I-9878Willem Smees, arbeider3980 m² dubbel huis, bld., wld.
    1978K-987Willem Smees, arbeider6800 m² huis, weiland, uitweg

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Heurne 35 > 19

    Gerrit Jan Nijenkamp (Aalten, 18-02-1877), landbouwer / houtbewerker stoomhoutzaagmolen Gebr. Felix, Bocholt
    Sina Johanna Horn (Wisch, 27-01-1881)

    Volgende bewoners:

    Heurne 35a > 20

    Johanna Maria Boekhorst (Ulft, 23-09-1848), wed. Antonius Martinus Firing

    Volgende bewoners:

    Arent Jan Wensink (Aalten, 28-03-1830)
    Berendina Sturris (De Heurne, 18-05-1865)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Heurne 19 > 24

    Johanna Hendrina Klompenhouwer (IJzerlo, 01-02-1861), wed. H.J. Westerum

    Heurne 20

    Arent Jan Wensink (Aalten, 28-03-1830)
    Berendina Sturris (De Heurne, 18-05-1865)

    Volgende bewoner, zoon:

    Heurne 20

    Berend Hendrik Wensink (Lintelo, 01-06-1897)

    Volgende bewoners:

    Heurne 20 > 25

    Johannes Augustinus Albers (Dale, 04-12-1879), arbeider
    Johanna Elisabeth Wiltink (Aalten, 29-10-1887)

    Adresboek 1934

    Heurne 24 > 107

    Wed. H.J. Westerum

    Heurne 25 > 106

    B. Horn

    Adresboek 1967

    Adres wordt niet meer vermeld.

    Heurne 106 > Bodendijk 72

    W. Smees

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaarca. 1900
    Slooponbekend
  • Prinsenstraat 6

    Prinsenstraat 6

    Aalten

    Beschrijving

    Het onderhavige pand is in zijn huidige toestand in verschillende bouwfasen tot stand gekomen. Vermoedelijk kent het zijn oorsprong in het laatste kwart van de 19de eeuw (mogelijk met een oudere kern) en heeft het in de eerste en tweede kwart van de 20ste eeuw zijn huidige vorm en afwerking gekregen. Desalniettemin heeft het gebouw een zeer karakteristieke uitstraling. Door zijn prominente ligging vormt het pand een belangrijk beeldbepalend element in dit voorste gedeelte van de Prinsenstraat, aan de oostelijke zijde op de hoek met de Bredevoortsestraatweg.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1109Jan Prins, brouwer198 m² huis en erf, bierbrouwerij
    1859I-1109Gerhard Prins, bierbrouwer198 m² huis en erf, bierbrouwerij
    1879I-3522Hermina Johanna Prins, minderjarig84 m² bierbrouwerij en erf
    (dj. 1896: herbouw)
    1897I-4777Hermina Johanna Prins77 m² huis en erf
    (dj. 1931: verbouw)
    1934I-4777Gerrit Jan Prins,
    koffiehuishouder en bierbottelaar
    77 m² huis en erf
    (dj. 1944: verkoop)
    1944I-4777Berendina Gesina Grevink, caféhoudster77 m² huis en erf
    1963I-8798Berendina Gesina Grevink, caféhoudster132 m² 2 huizen

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 312/1

    Evert Hendrik Schoppers (Lintelo, 28-08-1840), kleermaker
    Johanna Reindina Klompenhouwer (Aalten, 15-02-1844)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 361 > 454

    Evert Hendrik Schoppers (Lintelo, 28-08-1840), kleermaker
    Johanna Reindina Klompenhouwer (Aalten, 15-02-1844)

    Volgende bewoners:

    Jan Berend Antonij Oberink (Aalten, 10-03-1874), fabr.arb. / pijpendraaier bij Becking & Vaags
    Gezina Willemina ter Haar (IJzerlo, 22-10-1874)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten B454

    Jan Berend Antonij Oberink (Aalten, 10-03-1874), fabr.arb.
    Gezina Willemina ter Haar (IJzerlo, 22-10-1874)

    Volgende bewoners:

    Aalten C509

    Petrus Gerhardus Albers (Aalten, 23-03-1874), fabr.arb.
    Gerritjen Brusse (Bredevoort, 01-10-1878)

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Aalten C509

    Gerritjen Brusse (Bredevoort, 01-10-1878)

    Volgende bewoners:

    Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868)

    Bevolkingsregister 1930-1940

    Aalten C509

    Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868), bierhandelaar

    Adresboek 1934

    Aalten C509 > Prinsenstraat 6

    G.J. Prins

    Adresboek 1967

    Prinsenstraat 6

    J.H. Hondelink

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-10786
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1930
    Monumentnee
  • Navisstedeken

    Navisstedeken

    Brassendijk?, Lintelo (verdwenen?)

    Beschrijving

    Er waren tot circa 1800 twee huizen die ‘Navis’ of ‘Navisstedeken’ werden genoemd, een huis in het 3e en een huis in het 5e rot van Lintelo. In 1748 (Liberale Gifte) stamden zowel de bewoners van het huis in het 3e rot als ook de helft van de bewoners van het huis in het 5e rot (dat dubbel bewoond werd) af van het echtpaar Derck Maetmans alias Navis en Hendrisken Brussen.

    Het huis dat in het 5e rot lag werd in de Liberale Gifte genoemd tussen Ebbers I en De Klaus. Behalve deze twee huizen stond er in de directe omgeving in 1832 geen ander huis. De Liberale Gifte vermeldt twee gezinnen, het huis werd dubbel bewoond (reeks 1 en 2).

    Onzeker is of de eerste twee echtparen van reeks 1 op Navis in het 3e of op Navis in het 5e rot woonden.

    Archieven

    Vertaling Pachtakte 1711

    Archief Ned. Herv. Kerk te Aalten
    Inv.nr. 172 folio 10.

    Pachtseedell van Garyt Naviste onder Linteloe geleegen

    Wij P Huyninck ende Jan Evers, titlicke karckmeesteren ende marken richters van Sunte Heeleenen Markten, bekennen voor ons ende onse nakomelingen verpagt te hebben gelijk wij verpaghten mits desen onse karkenstede het Navistedtken genant, geleegen in den karspell van Aelten buerschap Linteloe aen Garyt Jan te Hengevelt ende Navis genoom ende Dersken sijn huisvrouwe ende dat voor sijne titlicke karkenpagt ad twe dalder thin stui. jaerlijks hollands gelt, aenvank nemende met Martyni 1711, sall het erste jaer daervan verschenen sijn op Martine 1711 ende dat voor den tijt van ses achter een volgende jaren ende daer en boven mede te betalen allen heeren- ende landslasten soe itsige als comstige ende sall veerder het land in goeden essen holden ende dat alles onder verbant van parrate ende re(e)le execussy.
    Ten waerheyts oyrcunde ys dese met onse eygene christelijke handen ondergeteyckent in Aelten den 12 julylus 1711.

    Gerrit Jan

    Dyt …… Dersken Navis haer eygen handtmarckt

    Bewoners

    Reeks 1

    Derck Maetmans alias Navis (Lintelo – Lintelo < 1677)
    Hendrisken Brussen (Lintelo)

    Derck en Hendrisken waren lidmaat in Aalten, wonende in Lintelo, voor 1645 (Lidmatenboek).

    Volgende bewoners, zoon en echtgenote:

    Berent Maetmans alias Navis (Lintelo),
    trouwt op Aalten 11-11-1677 met
    Hendersken Navis (Lintelo)

    Hof van Gelre, huwelijksdispensaties 20-6-1677: ’Beernt Naewijs en Hendersken Naewijs, broederskinderen’. Hendersken was een dochter van Tönis Navis alias te Loo en Hendersken ter Braeck op ’t Loo (Arendsgoed) in Lintelo.

    Volgende bewoners, dochter en echtgenoot:

    Gerrit (Gerrit Jan) Hengevel(t/d) alias Navis (Aalten, 18-09-1687),
    trouwt (2) op 16-10-1707 in Aalten met
    Der(ck)sken Navis (Aalten, 07-11-1680)

    Gerrit (Gerrit Jan) was een broer van Willemina Hengeveld (reeks 2).

    Op 31-05-1729 verkochten Gerrit (Gerrit Jan) en Der(ck)sken ‘hun huijs en schoppe’ op het goed Navis aan hun aanstaande schoonzoon Jan Reimes en dochter Berentjen Navis (Volontaire Protocollen). Waarschijnlijk was dit het huis in het 3e rot van Lintelo dat ‘den Vogelsank’ werd genoemd. De verkoopacte vermeldt dat Gerrit (Gerrit Jan) dit huis ‘eenige jaren herwaarts’ had gebruikt.

    Op 15-03-1741 waren Gerrit (Gerrit Jan) en Der(ck)sken en zoon en schoondochter Jan en Geertjen 24 gulden en 10 stuiver kerckenpacht van het Navisstedeken in Lintelo verschuldigd over de jaren 1734 tot 1740 (Volontaire Protocollen).

    Volgende bewoners, zoon en echtgenote:

    Jan Navis (Aalten, 22-10-1719 – Lintelo, 09-1748),
    trouwt op 30-01-1740 in Aalten met
    Geertje(n) (in de) Voshoorn / Vosheurne alias Marode (Lintelo – Lintelo, 23-01-1780)

    25-04-1739 ‘Verpagt aan Jan Navis soon van Gerrit Jan Navis den ouden pachter, het Navisstedeken voor 2 daalder en 10 stuiver‘ (Kerkrekeningen).

    Jan en Geertjen vertrokken naar Marode in Lintelo.

    Op 14-10-1748 verkocht Geertjen in de Vosheurne wed. van wijlen Jan Navis haar recht van pacht van het Navisstedeken in Lintelo aan Gerrit Gelkink en Hendersken Brussen.

    Volgende bewoners:

    Gerrit Gelkink (Klein Breedenbroek – Lintelo, 04-04-1785), trouwt op 24-10-1734 in Dinxperlo met
    Hendersken Brussen (Dinxperlo, 27-11-1707 – Lintelo, 17-08-1788)

    Gerrit kwam van Seinhorst in Klein Breedenbroek en Hendersken van De Loare in De Heurne, ze woonden eerst op De Loare en daarna op Boskerslag.

    Reeks 2

    Hendrik Slotboom alias Navis (Varsseveld – Lintelo < 1740), trouwt < 1732 met
    Willemina Hengeveld (Aalten, 07-08-1701 – Lintelo, 1741)

    Willemina was een zuster van Gerrit (Gerrit Jan) Hengevel(t/d) alias Navis (reeks 1).

    Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:

    Arent Entink alias Navis (Varsseveld – Lintelo, 1748-1750), trouwt
    (1) op 29-05-1740 in Aalten met
    Willemina Hengeveld (Aalten, 07-08-1701 – Lintelo, 1741)
    (2) op 10-12-1741 in Dinxperlo met
    Hendrina ten Tuijnte / (ten) Tuunte / Teute (Dinxperlo, 11-10-1722 – Lintelo, 1758-1760)

    Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:

    B(e/a)ren(t/d) Hendrik Navis (Aalten, 24-12-1731 – Lintelo, 24-02-1809), trouwt
    (1) op 04-09-1750 in Aalten met
    Hendrina ten Tuijnte / (ten) Tuunte / Teute (Dinxperlo, 11-10-1722 – Lintelo, 1758-1760)
    (2) op 05-07-1760 in Aalten met
    Wilhelmina te(r) Beest (Bocholt, 06-01-1734 – Lintelo, 06-11-1803)

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.onbekend
    FunctieBoerderij
    Bouwjaaronbekend
    Slooponbekend
    Navisstedeken, Lintelo - Pachtakte 1711
    Pachtakte Navisstedeken, 1711
  • Emigratie naar Australië

    Emigratie naar Australië

    Emigratie - Reis- en Passagebureau Lichtenberg, Landstraat 21 - Aaltensche Courant, 10-03-1950
    Aaltensche Courant, 10 maart 1950

    Na WO2 emigreerden honderden Aaltenaren naar verre oorden, op zoek naar een beter bestaan. Hoewel het merendeel daarvan naar Canada vertrok, gingen sommige Aaltenaren naar andere landen, waaronder Australië.

    Heeft u interessante verhalen over familieleden die uit Aalten naar Australië zijn geëmigreerd, geschikt en goedgekeurd voor publicatie op Oud Aalten? Liefst vergezeld van één of enkele foto’s.

    Stuur ons een bericht!

  • Cementfabriek Te Winkel

    Cementfabriek Te Winkel

    Lichtenvoordsestraatweg 95a, Barlo

    Beschrijving

    In het begin van de vorige eeuw startte Aalbert te Winkel een fabriekje in betonnen dakpannen. Daarom werd het in de volksmond ook het “Pannenfabriekje” genoemd. Aalbert woonde aan de andere kant van de Lichtenvoordsestraatweg, op ’t Winkel. Later kwamen er allerlei andere betonnen producten bij en kwam er een einde aan de fabricage van dakpannen.

    Na de oorlog nam Marinus Tobertus (Bertus) te Winkel de zaak van zijn vader over. Er werden voornamelijk putringen, drinkbakken, funderingsblokken, palen en platen, voederbakken en dergelijke gemaakt. Maar ook werd op locatie gezorgd voor de fundering, inclusief vloer voor kalver- en kippenschuren of grote betonnen silo’s voor drijfmest. In de jaren 60 waren er naast Te Winkel nog twee werknemers in het bedrijf werkzaam. Rond 1990 is het bedrijf als zodanig gestopt in verband met de leeftijd van de eigenaar en het ontbreken van opvolging.

    Adresgeschiedenis

    Adresboek 1934

    Barlo 89/1 > 69

    Cementfabriek

    Adresboek 1967

    Barlo 69 > Lichtenvoordsestraatweg 97

    Cementfabriek

    Barlo 69/2 > Lichtenvoordsestraatweg 95

    M.T. te Winkel

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.N-670
    FunctieCementfabriek
    Oprichtingbegin 20e eeuw
    Sluitingca. 1990
  • Hondorps Schoppe

    Hondorps Schoppe

    Heurne

    Archieven

    Liberale Gifte 1748

    Bewoners

    Enig bekende bewoners:

    Jan Geurkink
    Geesken Uffink

    Hondorps Schoppe wordt alleen in de Liberale Gifte van 1748 (met bovenstaande bewoners) genoemd, zowel huisnaam als de bewoners komen niet in de dtbl-boeken van Aalten voor.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.
    FunctieBoerderij
    Bouwjaaronbekend
    Slooponbekend
  • Lijftucht van Hondorp

    Lijftucht van Hondorp

    Heurne

    Bewoners

    Enig bekende bewoners:

    Geert te Honderp, trouwt < 1648 met
    Jenneken Willinck

    Geert en Jenneken Willinck waren lidmaat in Aalten, wonende in Heurne met Pasen 1648 (Lidmatenregister). Geert woonde in 1650 op de Lijftucht van Hondorp (Verpondingscohier, origineel register) en is mogelijk identiek aan de Geert die in 1650 ’toestendig‘ was voor (Oude) Hondorp.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.
    FunctieBoerderij
    Bouwjaaronbekend
    Slooponbekend
  • Gebouw “De Toevlucht”

    Gebouw “De Toevlucht”

    Oosterkerkstraat 26, Aalten

    Beschrijving

    “De Toevlucht” was een initiatief van de Aaltense afdeling van de Nederlandsche Christelijke Geheel-Onthouders Vereniging (N.C.G.O.V.). Het doel was om jongeren van de straat en uit de kroeg te houden door leuke activiteiten voor hen te organiseren. Deze activiteiten bestonden onder meer uit handwerken, lezen, dammen, schaken en sjoelen. Het was dus als het ware een soort jongerencentrum, zonder alcohol.

    Op 10 mei 1932 schreef de Nieuwe Aaltensche Courant:

    De Toevlucht

    Het kranige bestuur van de N.C.G.O.V., afdeeling Aalten, heeft in samenwerking met zijn leden een uiterst practisch drankbestrijders-werk ter hand genomen. Vanuit de vereeniging werd aandrang op het bestuur uitgeoefend om meer te doen aan het jeugdwerk, door het organiseeren van clubs voor handenarbeid enz. De bewerking van de jeugd op deze wijze hen uit de kroeg en van de straat houdende is voor de drankbestrijding van geweldige beteekenis. Ook op dit terrein geldt de gulden regel, dat voorkomen beter dan genezen is, zeer sterk.

    Om daartoe te geraken heeft het bestuur de hand gelegd op een gedeelte van het huis van den heer Westendorp aan den Lichtenvoordschen weg, waar vroeger de wasscherij ,,De Volharding” werkte. Met behulp van de eigen leden was dit gedeelte ingericht tot een keurig zaaltje, met een schenkgelegenheid. Vroolijke frissche kleuren trekken aan en scheppen den bezoeker onmiddellijk een gezellige sfeer. Dit is trouwens de bedoeling er van, want behalve het werk dat verricht zal worden wil men de aantrekkingskracht door gezelligheid verhoogen.

    En de kosten? Het ondernemende bestuur heeft het benoodigde geld geleend en hoopt nu, dat de bazar, die reeds werd aangekondigd, zooveel opbrengen zal, dat dit bedrag daardoor zal worden gedekt, terwijl een reserve zal over blijven om de exploitatie te dekken. Dit alles vertelde ons de voorzitter van de Aaltensche N.C.G.O.V., de heer J. W. de Klerk, vrijdagavond, toen het gebouwtje officieel geopend werd.

    De burgemeester, de heer A.J.W. Monnik, sprak hierna een openingswoord, waarin hij zeide een oogenblik geaarzeld te hebben deze uitnoodiging te aanvaarden. Toch heeft spreker niet willen weigeren, omdat het werk, dat hier geschiedt, ongetwijfeld allen sympathiek is. Spr. ziet hier prachtig werk van het particulier initiatief, dat de overheid steunt in haar zware taak om de door de crisis getroffenen te helpen. Er is in de crisis een gevaar, n.l. dat men z’n verdriet gaat verdrinken en dan is dit practisch drankbestrijders-werk mooi. Spr. houdt daarvan meer, dan van meetings, tentoonstellingen of gezellige avonden. Volgens „De Standaard” bedraagt het jaarlijks gebruik aan alcoholica ƒ 183.000.000 per jaar en terecht merkt ze op: Dit cijfer moet omlaag. Moge dit stekje daartoe meehelpen. Moge het uitgroeien tot een Chr. jeugdhuis, ja kan het zijn tot een Chr. jeugdherberg.

    In de pauzes die volgden, werd thee geserveerd, waarna het woord werd gevoerd door de heeren Ds. Th. Delleman (Geref. Ver. voor Drankbestrijding); Ds. D. Stegeman (Kerkeraad Ned. Herv. Kerk); Ds. J.H. Visch (idem te Breedevoort en de afdeeling aldaar); Snel (districtscomité) en J. te Lindert (Ned. Ver. tot afsch. v. Alcoh. dranken).

    Ds. Stegeman deed z’n geestige speech vergezeld gaan van een gift ad ƒ 25.—. Aan het einde van den avond prees Ds. Stegeman het vele werk van het echtpaar de Klerk-Jonker, door wiens voorbeeldigen ijver hier zooveel tof stand kwam. Nadat de Avondzang gezongen was eindigde Ds. Stegeman met dank aan God. Wij wenschen „De Toevlucht” een druk bezoek en feliciteeren de vereeniging van harte met het voorloopig slagen van dit mooie werk.

    Propaganda-avond N.C.G.O.V.

    De Nat. Chr. Geh. Onth. Vereen., afdeeling Aalten, hield gisteravond een propaganda-avond in gebouw Elim. De Voorz., de heer De Klerk, opende de vergadering met gebed, nadat vooraf was gezongen Psalm 84 : 3. Spr. las voor Matth. 5 : 13—16 en memoreerde het doel van deze samenkomst. Eenigszins teleurstellend noemde spr. deze Vergadering, vooral nu juist het nieuwe werk in De Toevlucht is aangevangen. Voorloopig zal dit gebouw Zaterdagsavonds open zijn, terwijl steun voor deze arbeid verwacht wordt van de ingezetenen.

    Ds. Stegeman krijgt nu het woord om te spreken naar aanleiding van het onderwerp : „Bij het doodsbed eens Konings”. Na deze rede werd door den Voorz. medegedeeld, dat de bazaar voor De Toevlucht 31 Mei en 1 Juni zal gehouden worden en de meisjesclub, die daarvoor werkt, Vrijdagavond in De Toevlucht verwacht wordt.

    Adresgeschiedenis

    Adresboek 1934

    Oosterkerkstraat 26

    Gebouw “De Toevlucht”

    Adresboek 1967

    Adres wordt niet (meer) vermeld.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-11998
    FunctieJongerencentrum
    Bouwjaar1932
    Opheffingonbekend
    Monumentnee
  • Varsseveldsestraatweg 3

    Varsseveldsestraatweg 3

    Varsseveldsestraatweg 3, Aalten

    Beschrijving

    Dit huis stond aan het begin van de Varsseveldsestraat en vormde met de nummers 1 en 5 een obstakel voor het verkeer. De doorgang naar de Landstraat daar werd in de volksmond het ‘Nauw van Calais‘ genoemd. Begin jaren zeventig zijn deze woningen gesloopt om de Varsseveldsestraat daar te kunnen verbreden.

    In de panden op nummer 1 en 3 hadden jeugdgroepen een onderdak gevonden, genaamd Nirwana en De Keet.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1459Barend Maris, kleermaker93 m² huis en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 152

    Berend Maris (Aalten, 06-10-1795), kleermaker
    Grada Johanna Lenkhof (Aalten, 13-10-1797)

    Volgende bewoners:

    Arent Jan te Slaa (Aalten, 10-08-1802), nachtwaker
    Willemina te Stroete (Aalten, 22-02-1803)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 152

    Arent Jan te Slaa (Aalten, 10-08-1802), nachtwaker
    Willemina te Stroete (Aalten, 22-02-1803)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 152

    Arent Jan te Slaa (Aalten, 10-08-1802), nachtwaker
    Willemina te Stroete (Aalten, 22-02-1803)

    Volgende bewoners:

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 174

    Derk Hendrik te Slaa (Aalten, 28-04-1840), nachtwaker
    Johanna Willemina te Brake (Aalten, 05-08-1843)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 193

    Derk Hendrik te Slaa (Aalten, 28-04-1840), nachtwaker
    Johanna Willemina te Brake (Aalten, 05-08-1843)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 190

    Derk Hendrik te Slaa (Aalten, 28-04-1840), nachtwaker
    Johanna Willemina te Brake (Aalten, 05-08-1843)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 214 > 261

    Derk Hendrik te Slaa (Aalten, 28-04-1840), nachtwaker
    Johanna Willemina te Brake (Aalten, 05-08-1843)

    Volgende bewoners:

    Hendrik Jan Wiggers (Aalten, 10-10-1869), spoorwegarbeider
    Janna Geertruida Kempink (Aalten, 16-11-1871)

    Volgende bewoners:

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten B261 > B263

    Jan Willem Huitink (Bredevoort, 15-02-1886), metselaar
    Everdina Gesina Meijnen (Bredevoort, 15-01-1885)

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Aalten B263

    Jan Willem Huitink (Bredevoort, 15-02-1886), metselaar
    Everdina Gesina Meijnen (Bredevoort, 15-01-1885)

    Volgende bewoners:

    Jan Hendrik Vonhof (Bredevoort, 09-03-1898)
    Drika Johanna Fukkink (Aalten, 19-09-1901)

    Adresboek 1934

    Aalten B263 > Varsseveldschestraat 3

    J.H. Vonhof

    Adresboek 1967

    Adres wordt niet meer vermeld (nummers 1 en 5 nog wel).

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-10920/13266
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaaronbekend
    Sloop