Bovenstaande foto toont de later gebouwde woning en de schoppe. Het oude Beusink is hierachter gesitueerd.
Archieven
Verpondingskohier 1647
Buesinck, Geestelick. 10 Mtr. gesaeis, op den derde gerve. Voor bourecht 10 dlr. afgetrocken 6 sch. rogg. blijft 6 – 15 -.
Liberale Gifte 1748
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verborgen de bewoners van boerderij Beusink, de familie Reiring, in totaal bijna 25 Franse onderduikers. De Fransen kwamen in Dale terecht nadat ze bijvoorbeeld in de buurt met een vliegtuig waren neergestort. Ook ontsnapten er Fransen uit het krijgsgevangenkamp bij Bocholt. Op het Youtube-kanaal FilmAalten staat een filmopname uit 1995 van een interview met dochter Anne Klein Nijenhuis-Reiring waarin zij vertelt over deze periode.
De jonge Anne werd ook ingeschakeld bij de onderduikactiviteiten; ze bracht de Fransen naar het station in Aalten, waar verzetsmensen hielpen bij het verdere vervoer. Op de Dalese boerderij kwam ook een Rus terecht, Iwan genaamd. “Een hele nette jongen”, volgens Anne. Iwan hielp ook mee op de boerderij en als er naar werd gevraagd wie dat was kreeg diegene als antwoord: “Dat is Herman, die is doofstom”. “Armer Kerl”, zeiden de Duitsers dan.”
In 1947 werd het echtpaar Reiring door de Franse president De Gaulle onderscheiden voor hun hulp aan de Franse onderduikers. In 2017 gaf de toen 91-jarige dochter Anne Klein Nijenhuis-Reiring de onderscheidingen in bruikleen aan het Nationaal Onderduikmuseum in Aalten.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
C-429
Engelbertus Beekhuis, koopman te Stadloon
1100 m² huis en erf
Bewoners
Eerst bekende bewoner:
Geert Boesinck (Dale 1679)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Hendrick Boesinck / Busink (Dale – Dale < 1702), trouwt op 09-10-1687 in Aalten met Hendersken L(i)everdin(c)k (Haart)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Fredrik Vriesen alias Boesink / Buessink (Winterswijk), trouwt op 08-02-1702 in Aalten met Hendersken L(i)everdin(c)k (Haart)
Volgende bewoners:
T(eu/o)n(n)is Wamelin(c)k (Winterswijk, 23-03-1700 – Dale < 1741), trouwt op 04-03-1725 in Aalten met Stijn(tj)e Eppink (Aalten, 04-07-1706 – Dale, 01-07-1783)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Hen(d)ri(c/k) Ni(j)enhui(j)s (Aalten, 09-09-1714 – Dale < 1783), trouwt op 01-11-1743 in Aalten met Stijn(tj)e Eppink (Aalten, 04-07-1706 – Dale, 01-07-1783)
Volgende bewoners, zoon van T(eu/o)n(n)is en Stijn(tj)e en schoondochter:
Rosier Wamelink alias Bu(s/z)ink (Aalten, 14-04-1726 – Dale, 09-11-1802), trouwt op 16-07-1757 in Aalten met Jenneken Smalbraak (Winterswijk, 13-06-1723 – Dale, 25-01-1774)
Volgende bewoners:
H(e/a)rm(a/e)n Schreurs (Aalten, 08-04-1759 – Dale, 22-03-1821), trouwt op 30-05-1802 in Aalten met Henderske(n) Veenhui(j)s (Aalten, 03-10-1756 – Aalten, 21-09-1833)
Volgende bewoners:
Gerardus Wilhelmus Sche(e)nk (Hemden (Kruiskapel), 08-08-1777 – Dale, 03-05-1855), trouwt op 06-08-1812 in Bocholt met Joanna Gertrudis Nienhus alias Wiesche (Bocholt, 15-01-1785 – Dale, 01-05-1855)
Gerardus Wilhelmus was eerder getrouwd met Joanna Gesina te Lohe uit Barlo (Bocholt) en woonde op Epping in Spork waar Joanna Gesina op 06-06-1812 overleed.
Boerderij ’t Olde Baôten staat momenteel leeg. Op het terrein is nu een mini-camping gevestigd.
Archieven
Verpondingskohier 1647
Baeten stedeken, Jan te Buckel. Huis, hof 1 sch. boulant 6 sch. 3de gerve, doet 15 – 0 -. Sluiskes stede, de Kerck t’Aelten. Hutken op 3 dlr. 4 – 10 -. Voor pacht an Kerck en pontschatt. 1 – 17 – 8.
Liberale Gifte 1748
Kadaster 1832
Aalten C896 Gerrit Jan Baten landbouwer te Aalten 1040 m² huis, schuur en erf
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Wessel Baten (Dale – Bredevoort < 1660), trouwt < 1623 met Aelcken Lutgers
In 1630 verkopen Wessel Bathen en zijn vrouw Aelcken Lutgers hun rechten op de Baten stede, die hij en zijn ouders in bezit en bewoond hadden, aan Johan thoe Bockell en zijn vrouw Luijcken.
Volgende bewoners:
Storris Huijninck alias Baten (Dale – Dale, 1681/1682), trouwt op 09-08-1677 in Aalten met Jan (Jenneken) te Bockel (Dale – Dale < 1714)
Storris betaalt kerckenpacht in 1678-1681, in 1682-1684 betaalt zijn weduwe.
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Hendri(c)k ten Have alias Baten alias Batenman (Winterswijk – Dale < 1733), trouwt (1) op 25-07-1686 in Aalten met Jan (Jenneken) te Bockel (Barlo – Dale < 1714)
Hendri(c)k betaalt kerckenpacht in 1687. Hendri(c)k en zijn vrouw pachten de Batensteede in 1688 voor zes jaar voor 2 daelder en 15 stuijver per jaar.
Volgende bewoners, weduwnaar en 2e echtgenote:
Hendri(c)k ten Have alias Baten alias Batenman (Winterswijk – Dale < 1732), trouwt (2) op 02-09-1714 in Aalten met Henderske(n) Rijckers / Rikkers (Aalten, 24-01-1669)
05-07-1732 magescheid tussen Henderske(n) Rijckers / Rikkers weduwe van Hendri(c)k ten Have alias Baten en de kinderen van Hendri(c)k: Saeltjen, Berent, Geertjen (getrouwt op met Derck Derksen), Enneken (getrouwt op met Hendrik Bruggeman) en Geesken (getrouwt op met Willem Klomps). Henderske(n) behoudt de Batensteede tegen een betaling van 765 gulden aan de kinderen.
Volgende bewoners, (stief)dochter en schoonzoon:
Harmen te Kortbeek alias Ba(a)ten (Dale < 1779) Geertruijd Ceunen (Dale – Dale, 04-01-1779)
Onduidelijk is wie Harmen te Kortbeek alias Ba(a)ten was. Wellicht is hij identiek aan Hermannus te Kotte (Bocholt, ged. 15-08-1705), z.v. Jan te Kortbeek alias Gebinck alias te Kotte en Enneken te Velthaer. Geertruijd Ceunen was een dochter van Henderske(n) Rijckers / Rikkers uit haar 3e huwelijk met Herman Ceunen.
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Harmen (Hermanus) Jan Ba(a)ten (Aalten, 01-01-1734 – Dale, 22-02-1790), trouwt op 28-04-1764 in Aalten met Aaltje(n) te Boske (Aalten, 12-01-1738 – Dale, 23-03-1813)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Gerrit Jan Kortbeek alias Baten (Aalten, 05-03-1758 – Dale, 04-04-1831), trouwt op 16-05-1790 in Aalten met Aaltje(n) te Boske (Aalten, 12-01-1738 – Dale, 23-03-1813)
Volgende bewoners, zoon van Harmen (Hermanus) Jan en Aaltje(n) en schoondochter:
Garrit Jan Baten (Dale, 15-06-1779 – Dale, 06-07-1841), trouwt op 05-06-1807 in Aalten met Hendrina Kortbeek (Heurne, 24-02-1792 – Dale, 17-01-1868)
Bevolkingsregister 1823-1850
“Baten”
Dale 54
Garrit Jan Baten (Dale, 15-06-1779 – Dale, 06-07-1841) Hendrina Kortbeek (Heurne, 24-02-1792 – Dale, 17-01-1868)
Hoewel deze boerderij, die in de 16e eeuw steeds Bettenkamp genoemd wordt, een oud goed is, als vol erf belast met voerdiensten voor de heer van Bredevoort, komen wij haar in 1529 pas voor het eerst tegen. Al in 1647 wordt vermeld, dat op het goed twee huizen staan. Dat tweede huis was de katerstede, die nu ’t Kampe heet. Bij de beide boerderijen behoorde 6 molder bouwland en voor IJzerlo veel hooi- en weiland, nl. 2 voeder hooiland en drie dagwerk groenland. Tevens waren twee percelen bouwland van de St. Anthonis-vicarie te Dinxperlo bij de boerderij in gebruik, waarvan één het Siegestuk heette.
Archieven
Johan te Campe en zijn vrouw Mette verkochten hun ‘halve erff und guedt ten Campe’ aan hun zoon en schoondochter Berent te Campe en Aelken in 1638. In 1642 verkocht Jan ten Kampe ‘het halve erff und guet ten Kampe’ aan Engelbert van Dieren en zijn vrouw Mechtelt Brethouwer.
Rechterlijk Archief Bredevoort 1614
Mercurij 22 Junij A° 1614 – Statholder Johan ten Berge, Cornoten Peter Cloeck, Joannes ter Woert.
Erschenen Johan Schroer vor sich, Gielen sijner huisfrouwen und in naemen und als Vader und Mombaer Berntkes sijner dochter bij sijner seliger huisfrow Deeffken ten Campe ehelich geprocreiert eens, und Henrick ter Clincke voer sich Aelken sijner itzigen huisfrouwen mede in namen und als vader und Mombaer sijnes Sohns Geerdt, bij sijner seliger huisfrouwen Thonisken ten Kampe ehelich geprocreiert, anderdeels, voer welcken haren huijsfrouwen und Kinderen vorschreven sie ider besonder respective wegen ratification deses cavierden, Die bekanden in qulaiteit vorschreven voer sicch haren respective Huisfrouwen, Kinderen und erven, van wegen harer respective zaligen huisfrouwen Vader- und Moederlicken angeerfften Andelen, quoten, recht und gerechticheit des Erffs und guets ten Kampe inen Kerspell Aelten buerschap Iserloe gelegen, volnkomentlick und thoe dancke affgeguedet, entrichtet udn ebtaelt te sijn, bedanckten sich derselven goeder betalong, quitierende darop in krafft deses. Und hebben demnae allet in qualiteit vorschreven in behueff Johan ten Campe, Deriskens sijner huisfrouwen und haren erven op gemelte guet ten Campe sambt derselven alineg toebehoer und gerechticheit, vrijwillich und onwedderroeplich mit hant, halm und monde gerenuntiert und vertegen, Waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder exception und argelist.
Verpondingskohier 1647
Ten Kamp, Embert van Dieren. 2 Huisen, en boulant 6 mdr., 3de gerve 50 – 0 -. Voor weidelant 15 dlr. 22 – 10 -. en pontschatt.
Liberale Gifte 1748
Kadaster 1832
Aalten F517 Wessel Fukkink te Aalten 620 m² huis en erf
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Hendrick te Kampe (IJzerlo – IJzerlo < 1668) Enneken Schroers (IJzerlo)
In 1650 was Hendrick bouwman op Kampe samen met Lubbert te Kampe (Verpondingscohier, origineel register).
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Herman te Kampe (IJzerlo – IJzerlo < 1691) Stijntjen Messinck (IJzerlo)
Stijntjen Messinck hertrouwde in 1692 in Anholt met haar zwager weduwnaar Roelof te Kampe, zoon van Hendrick te Kampe en Enneken Schroers, die in 1660 in Anholt was getrouwd met Adelheidis in dy Breels.
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Jan te Kampe (IJzerlo – IJzerlo < 1730), trouwt op 22-03-1691 in Dinxperlo met Hendersken Meckinck(s) (Aalten, 07-03-1669)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Herman te Kampe / Grote Kampe (Aalten, 20-12-1691 – IJzerlo, 02-04-1763), trouwt op 13-11-1718 in Aalten met Hendersken Kempink (Heurne – IJzerlo, 20-10-1770)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Kars(t) te Kampe (Aalten, 03-09-1724 – IJzerlo, 23-10-1783), trouwt op 22-11-1754 in Aalten met E(Je)nneken Grevink alias Slu(u/i)ske(s) (Aalten, 05-05-1729 – IJzerlo, 03-02-1799)
Volgende bewoners, weduwe en echtgenoot:
Herman te Kampe / Kleijnkampe (Aalten, 25-07-1706 – IJzerlo, 21-10-1789), trouwt (3) op 18-06-1786 in Aalten met E(Je)nneken Grevink alias Slu(u/i)ske(s) (Aalten, 05-05-1729 – IJzerlo, 03-02-1799)
Herman te Kampe / Kleijnkampe was weduwnaar van Jenneken Wevers alias Klompers en kwam vanKlein Kampe (Klokkemaker / ’t Kampe).
Hiaat in bewoningsgeschiedenis
Wessel Fukkink (Lintelo, 30-04-1775 – IJzerlo, 09-11-1834), trouwt (1) op 26-02-1804 in Aalten met Janna Geertrui(j)d Wensink (Lintelo, 07-03-1774 – IJzerlo, 25-03-1818) (2) op 18-09-1818 in Aalten met Geertruid Rensink (Lintelo, 09-01-1780 – Haart, 16-06-1844)
Fragment kadastrale kaart, 1945 (perceel F-3371)Kadastrale kaart uit 1985 met huisnummers uit 1967 (fouten voorbehouden)Fragment kadastraal leggerartikel, 1970-1985
‘Boerderij- en Veldnamen in Aalten’ geeft deze boerderij de naam ‘Essink-Ruesink’.
Het goed ‘de beide Essingen‘ was in 1647 in bezit van de familie Van Coeverden tot Walvaert en werd eind 17e eeuw door hen aan het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen opgedragen. De familie werd daarna weer met het goed beleend. Beleend werden achtereenvolgens: Johan Borchard van Coeverden in 1696, zoon Gooswijn Hendrik van Coeverden in 1722, Joan Adolph van Coeverden in 1740, Margaretha Sophia Augusta Reinira van Coeverden, dochter van Gooswijn Hendrik, in 1756.
Het goed kwam daarna in bezit van scholtenfamilies in het Woold. Beleend werd Berend Hijink in 1760, zijn broer Wander Hijink (tr. Gesina Hesselink) in 1768, zijn schoonzoon Hermanus Roerdink (tr. Janna Hijink) in 1775, zijn schoonzoon Berend Vriezen (tr. Barta Roerdink) in 1808. Berend Vriezen was in 1832 (met consorten) eigenaar van Oud Essink en (Groot) Essink.
In 1650 was het goed Essinck nog niet gesplitst in het latere (Groot) Essink en Oud Essink, wel had het goed twee bouwlieden: Tobe Essinck en Derck Essinck (Verpondingscohier, origineel register).
Archieven
Liberale Gifte 1748
In onderstaand fragment vinden we als bewoners Jeurden Essink en zijn vrouw Geesken Hoftijzer.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
F-829
Berend Vriezen en cons., landbouwer
2120 m² huis, schuur en erf
Bewoners
Eerste bekende bewoners:
Derck Essinck (IJzerlo – IJzerlo < 1665) Geesken
Geesken, huijsvrouw van Derck Essinck, wonende in IJzerlo, werd lidmaat in Aalten Michaelis 1649 (Lidmatenregister).
J(eu/o)rden, wonende in IJzerlo, werd lidmaat in Aalten met Pasen 1653 (Lidmatenregister).
Volgende bewoners, weduwnaar en 2e echtgenote:
J(eu/o)rden Essinck (IJzerlo – IJzerlo < 1685), trouwt (2) op 13-05-1666 in Aalten met Stij(ntjen/ntien/ne) Boitinck alias Rosier (IJzerlo)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Tieleman Huntinck alias Essinck (Ambt Bocholt), trouwt (2) op 17-05-1685 in Aalten met Stij(ntjen/ntien//ne) Boitinck alias Rosier (IJzerlo)
Tieleman wordt Essinck genoemd in magescheit van zwager Nellis Koskamp in 1703.
Volgende bewoners, zoon van J(eu/o)rden en Stij(ntjen/ne) en schoondochter:
Rosier Essin(c)k (Aalten, 07-03-1669 – IJzerlo < 1748), trouwt op 27-05-1714 in Aalten met Angeni(e)s Overbee(c)k (Aalten, 25-08-1678 – IJzerlo > 1748)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
J(eu/ue/u)rden Essink (Aalten, 09-09-1714 – IJzerlo, 28-04-1772), trouwt op 13-07-1742 in Aalten met Geeske(n) Hoft(ieser/ijzer) (Aalten, 18-05-1721 – IJzerlo, 25-04-1788)
Volgende bewoners:
T(on/eu)nis Si(e)belink alias Essink (Aalten, 21-07-1715 – IJzerlo, 30-01-1789), trouwt op 20-10-1759 in Aalten met Hendrina Snoe(i/j/ij)enbos(ch) (Aalten, 01-04-1736 – Aalten, 08-02-1797)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Garrit Jan P(ij/i/ie)per(s) alias Essink (Winterswijk, 10-02-1745 – IJzerlo, 06-05-1801), trouwt op 04-07-1779 in Aalten met Angenis Si(e)belink (Aalten, 03-08-1760 – Aalten, 26-01-1817)
Angenis hertrouwde metAdolf Karel Filip Lodewijk Essink, zoon vanJ(eu/ue/u)rden Essink en Geeske(n) Hoft(ieser/ijzer) en vertrok naar het dorp Aalten.
Volgende bewoners, dochter van J(eu/ue/u)rden en Geeske(n) en schoonzoon:
Hendrik Due(e)nk (Lichtenvoorde, 30-08-1761 – IJzerlo, 20-02-1831), trouwt (2) op 01-05-1791 in Aalten met Janna Essink (Aalten, 04-11-1764 – IJzerlo, 09-05-1794)
Volgende bewoners, weduwnaar en 3e echtgenote:
Hendrik Due(e)nk (Lichtenvoorde, 30-08-1761 – IJzerlo, 20-02-1831), trouwt (3) op 28-09-1794 in Aalten met Aaltjen Si(e)belink (Aalten, 03-05-1767 – IJzerlo, 29-07-1841)
Aaltjen was een dochter van T(on/eu)nis Si(e)belink alias Essink en Hendrina Snoe(i/j/ij)enbos(ch).
Evert Jan Duenk (Aalten, 07-10-1797), z.v. Hendrik Duenk en Aaltjen Siebelink (1) Joanna Bernardine te Winkel (Bocholt, 19-01-1790) (2) Willemina Rensink (Aalten, 31-03-1809)
Zij vertrekken in 1847 met hun gezin naar Amerika. Daarbij verzuimt Evert Jan echter de pacht op te zeggen. Ook heeft hij het vee en alle spullen op de boerderij verkocht. Hij wordt daarvoor gedagvaard en, uiteraard bij verstek, veroordeeld.
Volgende bewoners:
Gerrit Hendrik Ruessink (Dinxperlo, 25-11-1797) Aleijda Neerhof (Dale, 26-01-1794)
Fragment dagvaarding Evert Jan Duenk – Arnhemsche Courant, 15 december 1847 (klik voor het hele artikel)Fragment vonnis Evert Jan Duenk – Arnhemsche Courant, 22 maart 1848 (klik voor het hele artikel)
Omdat op deze boerderij de verplichting rustte de honden van de heer van Bredevoort in de jachttijd te huisvesten en mee te helpen bij de jacht, zal de Jegerinck, die in 1438 wordt genoemd, misschien op Eekink hebben gewoond. Het was een vrij grote boerderij met 12 molder bouwland en 2 koeweiden, een eigen bos en heide. Boerderij De Prins is eertijds afgesplitst van Eekink. De nonnen in Bocholt kregen uit beide goederen 6 schepel rogge en de tienden van alle op de boerderij geboren vee.
Archieven
Rechterlijk Archief Bredevoort 1615
Jovis 4 Maij Anno 1615 – Statholder Joannes ter Woert, Cornoten Johan ten Berge, Johan van Basten.
Erschenen Henrick Anseminck Jenneken sijn huisfrow, Lubbert Anseminck op Eickinck, voer sich, Stijnen sijner huisfrouwen, daervoer hie wegen ratification deses cavierde, und Thonijs Anseminck, wilne Willem Ansemincks Soon Geesken Brussen eheluide, die bekanden voer sich Huisfrow Eickincks vorschreven, und haren erven, wegen haren andeelen, quoten recht und gerechticheit des Erffs und guets Anseminck In den Kerspell Aelten, anden Ess t’Iserloe gelegen, alsoe Ihnen van Vader und Moeder avergegeven und angeerfft van haren broeder und Oem Geert Anseminck opt Laete, Elsken sijner Huijsfrouwen, allerdings entr(ichtet), contentiert und betaelt te sijn. Bedanckten sich sampt und besonder solcker harer andeelen gueder volnkomener betalung, quitierende daerop in kraft deses, und hebben demnae in behueff Geerdten Ansemincks huisfrow und erven vorschreven, op gemelte Erff und guet Anseminck sampt desen toebehoer und gerechticheit, mit handt, halm und monde vertegen, desselven waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder exception und argelist.
Den 9 februarij van Harmen Becking en vrouw, 14 guldens, weegens 1/9 gedeelte van ’t erve Eeckink onder Aalten in Estijserlo gelegen. Aangekogt van Theodorus Jagerink, predicant te Ligtenvoorde, en deszelfs ehevrouw, voor 700 guldens, den 23 december 1785.
Kadaster 1832
Aalten F96 Goverdina Jagerink en cons. rentenierster te Dinxperlo 2090 m² huis, schuur en erf
Lubbert Eeckinck (IJzerlo – <1716), trouwt op 04-03-1677 in Aalten met Trijntjen Westendorp (IJzerlo)
Volgende bewoners, zoon en echtgenote:
Tobe Eeckinck (Aalten, 01-01-1691 – < 1769), trouwt op 26-03-1719 in Aalten met Willemken Koenen / Keunen (Winterswijk, 02-04-1698)
Volgende bewoners, zoon enechtgenote:
Lubbert Eekink (Aalten, 28-01-1720 – IJzerlo, 21-08-1787), trouwt op 18-06-1769 in Dinxperlo met Wilmina Velers / Veelders (Dinxperlo, 23-04-1741 – IJzerlo, 11-05-1788)
Volgende bewoners, nicht (oomzegster) en echtgenoot:
Gerhard Wilhelm te Kotte (Spork, 20-12-1761 – IJzerlo, 10-03-1842), trouwt op 14-12-1788 in Aalten met Geertruid Heijnen (Aalten, 09-12-1759 – IJzerlo, 04-03-1843)
Geertruid was een dochter van Jan (Klein) Heijnen en Janna Catharina Eekink, zuster van de vorige bewoner Lubbert Eekink. Gerhard Wilhelm kwam van boerderij Kotte (nu Prinzen) in Spork, circa 1 km van Eekink.
‘IJzerLoe of Nestiezeren’, red. H.J. Westervelt, 1983
Projectie uit ‘Boerderij- en Veldnamen in Aalten’ op Google luchtfoto, met huisnummers in 1967Zutphensche Courant, 21 november 1872Graafschapbode, 18 juni 1887
Devenhuus is waarschijnlijk vernoemd naar Eva (Deefken) Prins(sen), echtgenote van Wander Som(p)sen. Zoon Hen(d)rik Som(p)sen en kleinzoon Jan Somsen werden ook vermeld met de toevoeging ‘op den Stokkert’, een verwijzing naar het gebied waar Devenhuis lag.
Het Devenhuus werd omstreeks 1931 afgebroken. Op de plek waar de boerderij stond, loopt nu de Stokkertweg.
Archieven
Liberale Gifte 1748
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
F-950
Jan Somsen, landbouwer
420 m² huis, schuur en erf
1901
F-2541
Gerrit Jan Tieltjes, daglooner
2960 m² huis, schuur en erf
1932
F-2541
Arend Jan Tieltjes, timmerman en landbouwer
2960 m² huis, schuur en erf (slooping)
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Wander Som(p)s(en) (Aalten, 30-07-1699 – IJzerlo, 03-10-1771), trouwt op 27-08-1724 in Aalten met Eva (Deefken) Prins(sen) (Aalten, 12-04-1696)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Hen(d)rik Som(p)sen (Dinxperlo, 07-04-1733 – IJzerlo, 30-12-1771), trouwt (1) op 29-03-1760 in Aalten met J(oh)anna E(e)kin(k/g) (Aalten, 15-10-1730 – IJzerlo, 25-12-1764) (2) op 24-06-1765 in Aalten met Willemi(j)n(e/a) Kuijerman alias Lurvink (Aalten, 13-06-1733 – IJzerlo, 12-01-1801)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Jan Somsen (Aalten, 24-08-1766 – IJzerlo, 06-12-1834), trouwt op 11-11-1798 in Aalten met Alei(j)da ter Beest (Varsseveld, 06-11-1769 – IJzerlo, 09-05-1839)
Fragment kadastrale kaart uit 1937, met de contouren van het afgebroken Devenhuis (perceel F-2541)Projectie uit ‘Boerderij- en Veldnamen in Aalten’ op Google luchtfoto, met huisnummers in 1967
Dit goed was in 1437 al van de heer van Anholt. Pachter was toen Claus Warmeldinck. De boerderij was toen 9 molder groot, zoals ook nog in 1647. In 1437 behoorde er nog een eikenbos bij, waarin de heer van Anholt evenveel varkens eikels mocht laten zoeken als de pachter dat deed. Tussen 1618 en 1647 heeft de heer van Anholt de boerderij verkocht aan Jan van Hagen. Van hele oude oorsprong zal de betaling aan de abdis van Vreden zijn, die ieder jaar 2 schepel rogge en een mud haver uit de boerderij ontving.
Archieven
Verpondingskohier 1647
Beeckinck, Rentmr. Jan van Haegen. Huis, hoven 2 sp. boulant 9 mdr., 3de gerve 74 – 19 – 8. 1 Voeder hoeij gewas. Geeft 1 vercken of 4 dlr. 6 – 0 -. en pontschatt. Eijcken boomen.
Liberale Gifte 1748
Kadaster 1832
Aalten F900 wed. Derk Jan Zweers landbouwer te Aalten 2520 m² huis, schuur en erf
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Jacob Beeckinck (IJzerlo) Aeltgen ten Westenderp (IJzerlo)
Co(e)nraet was in 1650 bouwman op Oud Bekink (Verpondingscohier, origineel register). Co(e)nraet en Agnes waren lidmaat voor 1645 en woonden in IJzerlo (Lidmatenregister).
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Jacob Beeckinck alias Overbeeck (IJzerlo – IJzerlo < 1714), trouwt op 05-05-1666 in Aalten met Stijntjen Essinck (IJzerlo)
Volgende bewoners, neef (oomzegger) en echtgenote:
Conraet / Conraad / Coendert Be(e)ckinck (IJzerlo – IJzerlo < 1709), trouwt op 07-07-1683 in Aalten met Stijntjen Rengerdinck (IJzerlo)
Conraet’s vader, Jan Overbeeck alias Beekinck (op Overbeek in IJzerlo), was een broer van Jacob Beeckinck alias Overbeeck.
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Al(o/e)f /Adolf Sonderlo alias Be(e)kink (Aalten, 12-03-1671 – IJzerlo < 1726), trouwt op 11-08-1700 in Aalten met Willemken Beeckinck / Be(e)kink (Aalten, 12-10-1684 – IJzerlo < 1742)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Jan Brunsink alias Bekink alias te Lindert alias Sonderlo (Dinxperlo, 04-11-1703 – Lintelo < 1762), trouwt op 22-04-1726 in Aalten met Willemken Beeckinck / Be(e)kink (Aalten, 12-10-1684 – IJzerlo < 1742)
Jan en Willemken vertrokken naar (Oud) Lindert in IJzerlo.
Volgende bewoners, zoon van Alof en Willemken en schoondochter:
Jan Be(e)kink (Aalten, 28-03-1706 – IJzerlo, 20-05-1772), trouwt op 05-12-1733 in Aalten met Teuniske Westendorp (IJzerlo)
Volgende bewoners:
Barent / Berend Tolkamp (Aalten, 27-03-1757 – IJzerlo, 28-10-1821), trouwt op 21-11-1779 in Aalten met Elske He(i)jink (Aalten, 09-05-1756 – IJzerlo, 12-03-1810)
De boerderij Anseminck, zoals deze al in 1402 wordt genoemd, was leenroerig aan de heren van Anholt. Omdat de leenmannen steeds de naam Anseminck dragen, kunnen wij wel aannemen dat zij steeds zelf de boerderij bewoonden. Toebe Ansemynck kreeg in 1492 toestemming aan Derick Bekynck in pandschap te geven de Stockvorteze mate en het Stockvortze land op de Es. Een eerste vermelding van de Stokkert als perceelsnaam.
Archieven
Gerrit Ansink genant Oosterhof anders Kote en zijn vrouw Goeken Coops leenden in 1627 geld van Derck Nachtegaal en zijn vrouw Mechtelt Brethouwer met hun Erff und guedt Ansinck als onderpand (Volontaire Protocollen). Deze Gerrit was wel eigenaar van Ansink maar woonde, zoals zijn naam al aangeeft, op de Oosterhof in Suderwick. Via Derck Nachtegaal en Mechtelt Brethouwer kwam Ansink in het bezit van hun schoonzoon en dochter Hendrick Hillebrants en Gerritjen Nachtegaal in Bocholt die in 1647 (Verpondingscohier) eigenaar waren.
Leenboek kasteel Anholt 1402
In onderstaand fragment uit het leenboek van kasteel Anholt valt te lezen:
Item Storrys Ansemynck dat gued to Ansemynck mit sijne tobehorynge, gelegen in den kerspel van Aelten, in den burscapp tot Yserlo tot enen pundigen lene.
Rechterlijk Archief Bredevoort 1615
Jovis 4 Maij Anno 1615 – Statholder Joannes ter Woert, Cornoten Johan ten Berge, Johan van Basten.
Erschenen Henrick Anseminck Jenneken sijn huisfrow, Lubbert Anseminck op Eickinck, voer sich, Stijnen sijner huisfrouwen, daervoer hie wegen ratification deses cavierde, und Thonijs Anseminck, wilne Willem Ansemincks Soon Geesken Brussen eheluide, die bekanden voer sich Huisfrow Eickincks vorschreven, und haren erven, wegen haren andeelen, quoten recht und gerechticheit des Erffs und guets Anseminck In den Kerspell Aelten, anden Ess t’Iserloe gelegen, alsoe Ihnen van Vader und Moeder avergegeven und angeerfft van haren broeder und Oem Geert Anseminck opt Laete, Elsken sijner Huijsfrouwen, allerdings entr(ichtet), contentiert und betaelt te sijn. Bedanckten sich sampt und besonder solcker harer andeelen gueder volnkomener betalung, quitierende daerop in kraft deses, und hebben demnae in behueff Geerdten Ansemincks huisfrow und erven vorschreven, op gemelte Erff und guet Anseminck sampt desen toebehoer und gerechticheit, mit handt, halm und monde vertegen, desselven waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder exception und argelist.
Verpondingskohier 1647
Antsinck, Henrick Hellebrant. Huis, hof 2 sp. boulant 11 mdr., derde gerve 91 – 13 -. 1 Vercken of 3 dlr. 6 pont vlas 6 – 6 -.
1736-1741
Jan Engelbert Haefkens verkocht in maart 1736 zijn helft in het landgoed Ansink op de Nestijzer aan Adolph Boldewijn voor 1500 gulden. Jan Engelbert had zijn helft van Ansink van zijn overleden vader, dr. Theodorus Haafkens – in leven fiscaal van de heerlijkheid Gendringen – en zijn overleden moeder Charlotta Heuvel geërfd.
Adolph Boldewijn verkocht zijn leengoed in het ambt Bredevoort gelegen vóór 20-01-1741 aan Lambertus Frenc, burgemeester van de stad Bocholt. Hij machtigt op 20-01-1741 Derck Arnoldus Hölscher, rector binnen de stad Bocholt, om het ‘leenbeswaart’ tot Anholt aan Frenck over te dragen.
Liberale Gifte 1748
Kadaster 1832
Aalten F80 Antoon Diepenbroek rentenier te Bocholt 920 m² huis, schuur en erf
Lam(b/m)ert was bouwman op Ansink in 1650 (Verpondingscohier, origineel register). Lam(b/m)ert en Gertjen waren lidmaat voor 1645 en woonden in IJzerlo (Lidmatenregister).
Volgende bewoner:
Hindrick Ansinck (IJzerlo)
Hindrick betaalde de kerckenpacht van 1 daalder per jaar voor de jaren 1674-1687.
Volgende bewoners:
Heijne ter Beest alias Ansink (Dinxperlo, 16-03-1670 – IJzerlo, 1723), trouwt op 11-03-1702 in Dinxperlo met Mechtelt Gelkinck (Dinxperlo, 11-03-1683 – < 1742)
Heijne ter Beest was schoolmeester in De Heurne van 1698 tot 1714 en heeft zich tussen 1714 en 1717 gevestigd op Ansink in IJzerlo.
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Rheynd ten Oostendorp alias Ansink (Dinxperlo, 20-02-1698 – IJzerlo, 05-06-1771), trouwt (1) op 10-08-1723 in Aalten met Mechtelt Gelkinck (Dinxperlo, 11-03-1683 – < 1742) (2) op 02-05-1742 in Aalten met Toniske Overbeek (Aalten, 18-04-1718 – IJzerlo, 01-09-1782)
Rheynd en Toniske verkochten in 1765 de halfscheid van het erve en goed Ansink in IJzerlo aan Gerardus Lambertus Frenck, oud-burgemeester van Bocholt (Volontair Protocol).
Volgende bewoners:
Jan Hendrik (S/Z)weers alias Kortbeek (Borculo, 02-04-1736 – IJzerlo, 07-04-1814), trouwt (2) op 10-07-1763 in Dinxperlo met Elsken Wensink (Dinxperlo, 11-12-1735 – IJzerlo, 14-02-1785)
Doopdatum en plaats Jan Hendrik volgens Registre Civique (doopboek Borculo vermeldt op die datum de doop van Jan zoon van Jan de Frugte en Henders Huiskers).Jan Hendrik woonde vanaf circa 1750 met zijn vader Jan Sweers, broer Gerrit en zusters Jenneke en Janna op Groot Kortbeek in Heurne.Jan Hendrik kwam rond 1770 van Teuben Janshuus in De Heurne naar Ansink.
Volgende bewoners, zoon en echtgenote:
Derk Jan Zweers (Dinxperlo, 02-08-1767 – IJzerlo, 09-09-1830), trouwt op 28-06-1796 in Suderwick met Bernardina Eringfeld (Anholt, 22-11-1759 – IJzerlo, 26-02-1838)
Als eerste bewoner komen wij in 1529 Willem Aelbertz tegen, die voerdiensten voor de heer van Bredevoort moest verrichten. In 1544 moest Willem Ailberts de diensten buiten de heerlijkheid Bredevoort op zich nemen en Geesken Ailbertz de binnendiensten. In 1618 blijkt Jan Nachtegaal in Aalten eigenaar te zijn en in 1647 Herman Nachtegaal. De boerderij bestond toen uit 8 molder bouwland en een koeweide. Als pacht moest betaald worden een derde van de opbrengst van het bouwland en verder 4 hoenders, 6 pond vlas en een half varken per jaar.
Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, op 28 maart 1945, werd de boerderij getroffen door een granaatinslag. Hierbij kwamen vijf mensen om het leven.
Archieven
Verpondingskohier 1647
Aelberts goet, Herman Nachtegael. Huis, hof 2 sp. boulant 8 mdr., 3de gerve 66 – 13 -. 1 Koeweidens. Geeft 4 hoender, 6 pont vlass, 2 vercken of 4 Rijxdlr. 6 – 16 -. En pontschatt. Eijcken boomen.
Liberale Gifte 1748
Kadaster 1832
Aalten F218 Arend Seesink landbouwer te Aalten 1830 m² huis, schuur en erf
Gerdt was een zoon van Lubbert Ansinck alias Ekinck (op Ekinck) en Stijne Wensinck in IJzerlo. Hij en zijn vrouw Hilleken worden in de Volontaire Protocollen van Bredevoort als bewoners van Albersstede genoemd tussen 1641 en 1662.
Lubbert Aelberts (IJzerlo – < 1685), trouwt op 04-02-1666 in Aalten met Maria te Ruul (IJzerlo)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Geert Aelber(t)s (Aalten 24-01-1669 – < 1736), trouwt (1) op 24-02-1689 in Aalten met Elsken te Westendorp (IJzerlo – < 1697) (2) op 11-03-1697 in Aalten met Mette Sonderlo (Aalten, 22-02-1674)
Volgende bewoners:
Jan Bruns / Broens alias Aalbers (Millingen (D) – IJzerlo < 1748), trouwt op 03-04-1712 in Dinxperlo met Wilmken Beuijtinck / Boijtinck (Dinxperlo, 28-06-1684 – > 1748)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Arent Aalbers alias Broens (Aalten, 21-03-1717 – IJzerlo < 1759), trouwt op 15-06-1749 in Dinxperlo met Aaltien Bartman (Dinxperlo, 08-10-1724 – IJzerlo < 1810)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Hendrik Grootseessink alias Sesink alias Aalbers (Varsseveld, 1721/1722 – IJzerlo, 01-10-1807), trouwt op 01-09-1759 in Aalten met Aaltien Bartman (Dinxperlo, 08-10-1724 – IJzerlo < 1810)
Hendrik wordt in de transcriptie van het NG begraafboek Geesink genoemd, in het ’burgerlijk‘ begraafboek staat Sesink, 85 jaar oud, wonende op Aalbers in IJzerlo.
Volgende bewoners, zoon van Hendrik en Aaltien en schoondochter:
Arend Aalbers alias Sesink (Aalten, 28-09-1760 – IJzerlo, 07-02-1840), trouwt op 22-03-1789 in Aalten met Janna Geertruid Rensink (Dinxperlo, 29-07-1764 – IJzerlo, 21-02-1836)