Menu Sluiten

Johannes Korten trok naar Canada

Zutphens Dagblad, 4 februari 1956

Hij werkt er aan een nieuw bestaan

Winter 1951 in Nederland, een belangrijke vergadering over een brandende kwestie. Een vergadering die misschien aan de aandacht van het Nederlandse volk is ontgaan en zeker niet een verslag in de pers heeft gehad, maar waarvan de resultaten daarom niet minder ingrijpend zijn geweest in het leven van een gezin, door generaties vastgeworteld in de vertrouwde omgeving van onze mooie Graafschap. De vergadering was een familie-bijeenkomst van de Kortens op het ouderlijk bedrijf „Lensink” onder Aalten.

Het onderwerp is vertrouwd in vele gezinnen op het Nederlandse platteland: wat te doen wanneer de kinderen opgroeien, gaan trouwen en een keer op eigen benen willen staan, een eigen boerderij willen hebben? Een probleem, weliswaar niet nieuw, maar steeds actueler naarmate de bevolking toeneemt, land verloren gaat door de bouw van industrieën en het aanleggen van wegen, uitbreiding van steden en vliegvelden. Een probleem waar geen inpolderingen een oplossing voor kunnen geven, tragisch door de onoplosbaarheid in eigen land.

Lensink

„Lensink” is een boerderij, twaalf hektaren groot, waar vader Korten met zijn gezin al uithaalden wat er in zat. Een boerderij, welke een bestaan geeft aan één gezin, maar zich verder niet meer laat verdelen. Onder het dak van de vertrouwde boerderij werd op die dag van 1951 een beslissing genomen. Als in eigen land geen oplossing gevonden kon worden dan zou men het over de grenzen proberen. Velen waren reeds voor gegaan, o.a. naar Canada, ook uit eigen omgeving. En de berichten, die van overzee werden gehoord over de ervaringen daar, wekten de hoop dat wellicht een oplossing voor hun probleem zou worden gevonden.

Het zal een weemoedig afscheid zijn geweest in de herfst van dat jaar. Afscheid van de boerderij, de vertrouwde omgeving, van de kinderen die achterbleven omdat andere banden hen in het oude land bonden. Een weemoedigheid misschien verscholen achter de opwinding van het grote gebeuren en de zenuwachtigheid van de voorbereidingen, maar ook verguld door de verwachtingen van een ongewisse toekomst. Zijn die verwachtingen vervuld? Werd in Canada de oplossing gevonden die in Nederland niet meer lag?

In de herfst van 1955, vier jaren na het vertrek uit Nederland, zal Korten op die vraag wel bevestigend antwoorden. Op zijn voorzichtige manier zal hij wijzen op wat er in die tijd werd bereikt, met open oog voor de moeilijkheden die nog in de toekomst liggen, maar tevens met vertrouwen in eigen kunnen en dankbaar voor de horizonten, die voor hem en speciaal zijn kinderen zijn opengelegd. Misschien zullen er zijn, die, de resultaten ziende, zeggen dat het met zo’n stel grote kinderen makkelijk valt succes te boeken. Maar maakt dat enig verschil? In Nederland zou het misschien slechts ten dele of nooit zijn bereikt. De jonge gezinnen zullen langer moeten ploeteren om het zo ver te brengen, er zich misschien meer offers voor moeten getroosten en moeilijker beginjaren hebben. Maar zij hebben de kracht van de jeugd.

Hoe Korten er nu voor staat

In oktober 1951 arriveerde het gezin in Canada en reisde door naar een klein plaatsje in Zuid Ontario, niet ver van Hamilton. Een oude kennis uit Aalten zorgde er voor dat het gezin werk en onderdak vond op een fruitbedrijf, terwijl voor het gezin van een getrouwde zoon een plaats werd gevonden op een boerderij in de buurt. Korten bleef daar twee jaar. De kinderen kregen werk in de fruit- en tabaksteelt, waar gedurende de zomer door lange dagen goede lonen worden verdiend. De gezamenlijke inkomsten werden opgespaard en in de zomer van 1953 was het al zo ver dat eens rondgekeken werd naar te koop staande bedrijven.

Tegen die tijd zal Korten wel gewend zijn geraakt aan dat grote verschil tussen Nederland en Canada, waar boerderijen te kust en te keur voor verkoop worden aangeboden. Goede en slechte, goedkope en dure, grote en kleine. Heel wat uren heeft hij met zijn zoons rondgereden, bedrijven bezichtigend, alvorens hij zijn keus had bepaald. De beschikbare financiële middelen legden beperkingen op, het bedrijf moest groot genoeg zijn voor zijn gezin en ontwikkelingsmogelijkheden voor de toekomst bieden…

Als iemand Korten voor zijn vertrek uit Nederland had verteld dat hij nog eens een uitgestrekte wijngaard zijn eigendom zou kunnen noemen, zou hij hem hebben uitgelachen. Maar dat onverwachte is gebeurd, want in November, amper twee jaar na zijn vertrek, betrok het gezin een bedrijf, groot 45 hektaren, waarvan de helft met druiven; het bedrijf, waar Korten zijn keus op had laten vallen. Men kan zich voorstellen dat het voor een Nederlandse boer van het gemengde bedrijf een hele verandering betekent wanneer hij zijn plaats tussen de koeien verwisselt voor een leven temidden der wijnstokken, vooral wanneer hij geen ervaring heeft met de druiventeelt.

In die positie verkeerden de Kortens. Veel aanpassing werd weer van hen geëist, veel werd en moet nog worden geleerd. Buren in deze streek, waar veel druiven worden geteeld, gaven advies en Korten weet nu ook dat hij bij de Voorlichtingsdienst om raad kan aankloppen. Het snoeien in de winter, aanbinden in het voorjaar, het sproeien en de grondbewerking, de oogst, alles was nieuw en vreemd. Langzamerhand groeien ze er in en leren de knepen van het vak en de eisen, die het stelt.

Warden’s en Niagara’s, Concords, Fredonia’s en Diamond’s, druiven-variëteiten die elk hun eigen verzorging behoeven, zijn namen die hen nu niet vreemd meer in de oren klinken. En dat is wat dit bedrijf meer dan iets anders nodig heeft: vakkennis. Enkele malen gedurende de laatste jaren is het van eigenaar verwisseld, het was verwaarloosd en vervuild toen het werd betrokken. De produktie ligt nog beneden normaal, wat niet alleen een gevolg is van het feit dat het grootste gedeelte van de wijngaard nog jong en niet op volle produktie is. Door snoeien moet worden verbeterd en oude stammen worden verwijderd. De gebouwen behoren opgeknapt te worden, maar dat kan in de ogen van Korten wel even wachten. Eerst moet de produktie op peil worden gebracht. En dat vereist al voldoende tijd en kapitaal.

Voor zijn afzet heeft Korten een contract met een wijnfabriek in de buurt. De prijs, welke hij voor zijn druiven ontvangt wordt in het voorjaar vastgesteld en is verschillend voor de soorten. Het afgelopen jaar varieerden deze prijzen van $ 80 tot $ 100, per ton. Deze druiven worden verwerkt tot wijnen en druivensappen. Enkele variëteiten zijn daarvoor meer in trek dan andere en Korten kan zich gelukkig prijzen met een behoorlijke variatie in de soorten op zijn bedrijf, waardoor hij meer verzekerd is van een goede afzet dan wanneer slechts enkele soorten worden geteeld. Een klein deel van de oogst verkoopt hij als handdruiven aan de groothandel of direct aan het publiek. Hoewel hij hier meer voor kan vragen, kost het ook meer werk en tijd om de mandjes klaar te maken. Bovendien is deze afzet zeer beperkt.

De druiventeelt is onderhavig aan belangrijke risico’s, zoals vorst- en hagelschade, plantenziekten, vogel- en insektenschade, waartegen de teler zich slechts gedeeltelijk kan verzekeren of wapenen. De afzet kost Korten geen hoofdbrekens en hij krijgt een goede prijs voor zijn produkt. Voor de afzet is de Canadese druiventeler voor een niet onbelangrijk deel aangewezen op export naar de Verenigde Staten, waar de produktie regelmatig toeneemt. Veel is echter reeds gedaan op het gebied van afzet-organisatie door druiventelers-verenigingen.

Het ziet er echter niet naar uit dat in de toekomst grote moeilijkheden bij de afzet zullen rijzen. Op het Niagara-schiereiland, waar de Canadese druiventeelt is geconcentreerd en Korten zijn bedrijf heeft, doet zich n.l. eenzelfde verschijnsel voor dat ons eigen land zo goed kent: meer en meer grond wordt hier voor industrialisatie in beslag genomen en ook de met druiven beteelde oppervlakte gaat achteruit. Deze streek, door klimaat en grondsoort zo bij uitstek geschikt voor, heeft door haar ligging in een dicht bevolkt gedeelte van dit land en de aanwezigheid van uitstekende transportfaciliteiten een grote aantrekkelijkheid voor de industrie. Hoewel deze ontwikkeling niet in het algemeen belang van de fruitteelt in deze streek is en men over het instellen van streekplannen spreekt om dit in goede banen te leiden, betekent het voor de teler een garantie voor afzet in de toekomst.

Behalve de wijngaarden telt het bedrijf ruim 20 hektare bouwland en grasland. Oorspronkelijk lag dit allemaal in gras, maar Korten heeft maar twee melkkoeien en twee vaarzen en besloot een gedeelte van het grasland te scheuren. Op het bouwland teelt hij nu tarwe, haver, mais en tomaten, het laatste gewas op een leveringscontract met een conservenfabriek. Ook met het vee is het zo gesteld, dat hij graag meer koeien zou willen houden, vooral omdat hij de mest zo nodig heeft op het bedrijf. Maar hij zit nog niet voldoende ruim in zijn middelen om hier nu al geld in te kunnen steken. Het is nog „alle hens aan dek” om aan de verplichtingen, die met de koop van het bedrijf zijn aangegaan, tegemoet te komen en daarnaast het bedrijf nog te ontwikkelen.

De jongens werken wanneer ze maar even gemist kunnen worden bij anderen, hetzij in het bouwbedrijf of inde tabaksteelt. Ondanks de zware lasten is er echter de voldoening van de opbouw van een bestaan en het vertrouwen in een toekomst zonder vrees voor het probleem dat hen naar Canada dreef: wat moeten de jongens gaan doen? Op eigen boerderij en daarbuiten ligt nu voldoende ruimte voor ontplooiing. Moeder Korten maakt nu haar eigen wijn, niet veel maar van „eigen teelt” en goed van smaak, om zo bij bijzondere gelegenheden eens te proeven. En bij die gelegenheden zullen zij en haar man wel eens herinneringen ophalen aan de tijd in Aalten, op de „Lensink’’, waar nu een zoon de scepter zwaait en een jong gezin opgroeit.

Heeft u interessante verhalen over familieleden die uit Aalten naar Canada zijn geëmigreerd? Stuur ons een bericht!

Bron

  • Zutphens Dagblad, 4 februari 1956 (Delpher)

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Let op: je reactie wordt openbaar getoond. Vragen, aanvullingen en/of correcties proberen wij zo spoedig mogelijk te verwerken. Daarna worden ze verwijderd, om ‘vervuiling’ te voorkomen. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde artikelen