Dagblad Tubantia, 29 augustus 1966
Klompen mogen dan niet meer zo heel veel worden gedragen, ze worden nog steeds gefabriceerd. Het uitstervende beroep wordt hier en daar in Twente en Oost-Gelderland nog met heel veel toewijding en vakmanschap beoefend, steeds meer machinaal uiteraard, maar ook nog met de hand. Zo’n handwerker in het klompenmakersvak is de heer H. Hoefman, wonend aan de Gasthuisstraat in het Achterhoekse stadje Bredevoort. Om precies te zijn – hij is ritser.
Dat zegt u waarschijnlijk net zoveel als het ons tot vanmorgen heeft gedaan, niets. Welnu dan. Ritsen houdt in het snijden van sierfiguurtjes op klompen en dat gebeurt veelal nog met de hand. De heer Hoefman is misschien wel een record-ritser. Dat is zaterdag gebleken, toen hij vijftig jaar in dienst was van een en dezelfde baas, de klompenfabriek Lichterink in de Aaltense buurtschap Barlo.
Op de jubileumreceptie, die de directie de heer Hoefman aanbood, rekende de heer Lichterink in de gauwigheid uit dat de heer Hoefman („een ware vriend en medewerker”, zei de baas hartelijk) in vijftig jaar tijds zo’n slordige twee miljoen paar klompen heeft geritst. Een onvoorstelbare stapel. Omdat velen op die jubileumreceptie, waar ook burgemeester E.S. van Veen verscheen, nou wel eens wilden zien hoe dat ritsen in z’n werk gaat, gaf de jubilaris ter plaatse een demonstratie.
Ergens werd een klomp vandaan gehaald en de heer Hoefman ging aan de slag. Een paar minuten later was de klomp geritst. Hij ging van hand tot hand en het fijne siersnijwerk van de trotse jubilaris oogstte terecht veler bewondering. Het was misschien wel het mooiste moment van de dag voor de jubilaris.
Bron
In 1957 werd de heer Hoefman al onderscheiden met een bronzen eremedaille in de Orde van Oranje Nassau.
Plaats een reactie