In 1958 vierde schoenmaker C.D. Baan zijn zestigjarig jubileum als schoenmaker. Vrijwel iedere Aaltenaar kende de schoenmaker en zijn knusse werkplaatsje aan de Prinsenstraat.
Daar hamerde, priemde, lapte en schuurde hij nog steeds, want hij was het handwerk trouw gebleven. Hij gebruikte nog steeds dezelfde klop- en pinhamer, waarmee hij zestig jaar eerder de eerste schoenzolen bewerkte. Dat was de hamerkoppen trouwens ook wel aan te zien.
Eénmaal had hij op het punt gestaan op machines over te gaan, dat was in het laatst van de oorlog. Op een fatale dag echter werd de zoon, die voorbestemd was het bedrijf van zijn vader voort te zetten, bij een bombardement gedood.
Modernisering leek ineens volslagen onbelangrijk en zinloos. Het kwam er niet meer van. En zo zat Baan nog steeds achter de werkbank, die hij een kleine veertig jaar eerder zelf maakte, in dezelfde werkplaats zonder machines maar met acht lange rijen schoenleesten, het waarmerk van zijn handwerk.
Zo zat schoenmaker Baan zestig jaar aan zijn werkbank zolen en hakken reparerend of bezig met het maken van een paar nieuwe schoenen.
Dit was een samenvatting. Lees het hele verhaal hier: Delpher
Eigenaren
Kadaster 1832
Aalten I1017 Hendrik Jan te Braake landbouwer te Aalten 103 m² huis en erf
Links op bovenstaande foto de winkel, rechts de koffiebranderij. Voorheen hadden deze panden samen huisnummer 44. Tegenwoordig staan hier appartementen met huisnummers 44-48.
Aaltensche Courant, 10 maart 1950De koffiebranderij van de andere kantDe koffiebranderij wordt geslooptDe flessenhals is verdwenenNieuwbouw appartementen door Volkshuisvesting
“Vlak bij den Kattenberg was een tuin die men het ‘Klokkengat’ noemde. Het meubelmagazijn van den heer Houwers is er nu gebouwd. Die naam is ontstaan omdat in vroeger jaren ter plaatse een klokkengieterij was.”
Bijschrift foto rechts:
De Veemarkt, nu Prinsenstraat. Het terrein achter het pad, dat wij bij het zonnescherm tussen de huizen zien, staat vanouds bekend als ‘het klokkegat’. Daar werden voorheen de klokken voor de kerktoren gegoten. De twee huizen in het midden herbergden de winkel, opslag en koffiebranderij van D.W. Vaags, bekend om zijn koffie en zijn ijveren voor de Cooperatieve Middenstandsbank.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
De laat-middeleeuwse kelder van Merfelt behoorde tot een borgmanhuis waar in vroeger tijden Adolf van Merfelt woonde, borgman te Bredevoort. De kelder van het borgmanhuis is zeldzaam en oud. De manier waarop deze kelder is overwelfd, is voor een woning zeer zeldzaam: vier kruisgewelven met in het midden een dragende zuil.
De kelder van Merfelt is in 2014 genomineerd voor de Erfgoedprijs van de gemeente Aalten. Reden voor de nominatie was de zorgvuldigheid en het respect voor de historische uitstraling en gebruik van materiaal waarmee de restauratie heeft plaatsgevonden.
De werkzaamheden van de kelder hebben verspreid over meerdere jaren plaats gevonden. Het hoogtepunt van de restauratie was het herstellen van de gewelven. Daarbij werd de stabilisatie van de kruisgewelven voor een lange tijd gewaarborgd.
Bewoners
Adresboek 1967
Prinsenstraat 3a
B. te Winkel
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Voormalige spekslagerij met rokerij, café en woonhuis op de hoek van de Prinsenstraat (voorheen Achterstraat) en de Landstraat.
Het huidige pand werd gebouwd tussen 1880 en 1890 in een sobere stijl met invloeden uit het neoclassicisme zoals bijvoorbeeld de pilasters en het hoofdgestel. In 1901 kocht slager J.H. Prinsen het pand. Hij liet vermoedelijk rond 1912 de winkelpui met art nouveau- invloeden bouwen. Na aansluiting op het elektriciteitsnet installeerde de slagerij als één van de eersten een koelinstallatie. In 1927 liet Prinsen een compleet winkelinterieur van de Duitse firma Bröcker uit Elberfeld komen.
Het interieur van de slagerij is tot 1976 in gebruik geweest en zowel het interieur als de inventaris is volledig bewaard gebleven. Opmerkelijk is onder meer het glazen plafond, de betegelde wanden met figuratieve tableaus, een met porselein beklede spiegel en de toonbank. In de kelder zijn de spekkuipen bewaard gebleven en in de werkplaats (voormalige slachterij) bevinden zich de vleeshaken en de plaats van de kookketel en op de kleine binnenplaats de rookoven.
De voormalige gevangenis aan de Prinsenstraat in Aalten werd in 1861 in neoclassicistische stijl gebouwd als kantonaal huis van bewaring met zes cellen en een cipierswoning. In 1886 werd het huis van bewaring opgeheven. Het pand heeft tegenwoordig een woonbestemming. Voordat deze gevangenis werd gebouwd, was het plaatselijke cachot gevestigd aan de Landstraat.
In 1937 beschreef G.H. Rots in een serie artikelen hoe het er in vroeger tijden in Aalten aan toeging. Het volgende schreef hij over de oude gevangenis:
“Voor kantongerechtzaken behoefde men niet ver te loopen. In ons goede dorp zetelde immers de kantonrechter en werd het kantongerecht in het gemeentehuis gehouden. De gevangenis te Aalten was ook ingericht voor bewaring van gevangenen, langer dan een etmaal. Een cipier was daarvoor aangesteld en lange jaren heeft Wessel te Brake dit baantje vervuld. Hij heeft voor de richtige nakoming van voeding en verzorging der gevangenen een contract moeten teekenen en daarvoor ook nog eenige borgen moeten stellen. Als bijzonderheid publiceeren wij hier het afschrift van dit contract:
Tusschen het College van Toezicht over het huis van bewaring te Aalten ter eener, en Wessel te Brake, cipier der gevangenen wonende te Aalten, ter andere zijde is op heden aangegaan het navolgende contract wegens het onderhoud der gevangenen gedurende het jaar 1862 en zulks voor den prijs van vijftig cents per gevangene daags.
Artikel Een.
De Aannemer verbindt zich tot voeding en verpleging der gevangenen in bovengenoemd huis aan ieder derzelven dagelijks te zullen verschaffen:
A. Vier oncen roggebrood van zuiver gebakken meel.
B. Drie maatjes warm drinken bestaande uit een deel zoete melk en vier deelen gekookt water.
C. Des middags een voedzame middagspijs ten minste overeenkomstig den voedingsstand vastgesteld voor de gevangenen in het algemeen.
D. Des avonds twee en een half once goed gebakken roggebrood als boven en twee en een half maatje warme drank, bestaande uit vier deelen gekookt water en een deel zoete melk met vijf wigtjes koffij en de noodige cichorij.
E. Het verder noodige drinkwater.
Artikel Twee.
De onderscheiden voedingsartikelen moeten van goede qualiteit zijn en naar den eisch gereed gemaakt worden en zullen steeds aan de goedkeuring van het College van Toezicht onderworpen zijn naar welker uitspraak de Aannemer zich zal hebben te gedragen.
Artikel Drie.
De Aannemer zal ook gehouden zijn in voorkomende gevallen aan de zieke gevangenen zoodanige spijs en drank te verschaffen als de geneeskundige zal voorschrijven met uitzondering van de geneesmiddelen.
Artikel Vier.
De Aannemer zal worden betaald binnen twee maanden na inlevering zijner driemaandelijksche of jaarlijksche declaratie.
Artikel Vijf.
In de voorschreven declaratie en Staten zal hij wel den dag van de aankomst der gevangenen doch niet dien van het vertrek kunnen in rekening brengen. Indien echter de gevangenen bij hunne aankomst reeds het middagmaal mogten hebben genoten en zij slechts tot den volgenden dag overblijven, zoodat hun alleen het avondmaal en morgeneten wordt verschaft, of wanneer zij op den dag hunner aankomst weder mogten vertrekken, zoodat hun slechts het middagmaal wordt verstrekt, zal in zoodanige gevallen slechts een halve verpleegdag kunnen worden gedeclareerd. Voor het onderhoud van kinderen tijdelijk bij hunne ouders opgesloten zal de helft van den aannemingsprijs voor iederen geheelen verpleegdag mogen worden berekent. Van een en ander zal in de kolom van Aanmerkingen en den nominatieven staat de noodige melding moeten worden gemaakt.
Artikel Zes.
Van de onderhoudskosten der policiegevangenen welke ten laste komen der gemeenten waartoe zij behooren zal de Aannemer steeds afzonderlijke declaraties en nominatieve staten behooren in te dienen. Indien in bijzondere gevallen het noodig mogt zijn de gevangenis te verlichten of te verwarmen zal de Aannemer daarin moeten voorzien op zoodanige wijze als het College van Toezicht zal voorschrijven.
Artikel Zeven.
De kosten van zegel en registratie des contracts mitsgaders de zegelgelden der mandaten wanneer die meer dan tien gulden beloopen, komen ten laste van den Aannemer.
Artikel Acht.
Indien er eenig verschil mogt ontstaan over het recht verstand en de uitoefening der vorenstaande bepaling zal hetzelve beoordeeld en beslist worden door den Heer Commissaris des Konings in de provincie, zonder beroep op eenige andere autoriteit.
Na voorlezing van bovengenoemde voorwaarden verklaart de Aannemer, Wessel te Brake, dit alles goed te hebben begrepen, dezelve te zullen opvolgen en tot richtige nakoming zijner verbindtenis te stellen als borgen Jan Wegchelaar, bode en Jan te Hoonte, veldwachter, beide wonende te Aalten welke overigen alhier tegenwoordig verklaren de door den Aannemer na te komen verplichting wel te kennen, zich solidair met hem voor de uitvoering er van aansprakelijk te stellen en aan alle exeptien te recuntieren, welke door hen als borgen zouden kunnen worden opgeworpen. En hebben de Aannemer en zijne borgen deze mede onderteekend.
Gedaan te Aalten den 10den Dec. 1861. Het College van Toezicht over het huis van bewaring te Aalten, w.g. F.W.J. IMMINK (president) w.g. L. ROELVINK, secretaris.
De Aannemer en de borgen: w.g. W. TE BRAKE w.g. J. WEGCHELAAR w.g. J. TE HOONTE.
Het stuk werd te Groenlo geregistreerd. De kosten hiervan waren 20 cent plus 38 opcenten is 28 cent samen.”
Voormalige kleuterschool, geopend op 6 januari 1887. Later kerkte hier de Ned. Protestantenbond. Tegenwoordig zit op dit adres het Euregionaal Historisch Documentatiecentrum.
In het hart van Aalten bevindt zich Oerkroeg Schiller, een begrip in de regio. Bezoekers komen er voor de originele sfeer, een goed glas speciaalbier, een maaltijd met groenten uit eigen tuin of het filmtheater, maar vooral voor de muziek: Schiller heeft een stevige reputatie als poppodium opgebouwd.
Een geschiedenis die teruggaat tot de 17e eeuw
De oorsprong van het café ligt in de 17e eeuw, toen Hendrik Westerveld, brouwer van beroep, een herberg met brouwerij begon onder de naam ‘Café Brouwerij De Halve Maan’. Daarmee behoort het pand tot de oudste horecagelegenheden van Aalten en omgeving.
Halverwege de 19e eeuw kwam het café in handen van Gerrit Jan Prins. Hij leerde het horecavak in het beroemde Hotel Café Schiller in Amsterdam. Na zijn leertijd kreeg hij toestemming van de eigenaar om de naam ‘Schiller’ ook in Aalten te voeren. Terug in zijn geboortedorp richtte Prins in Aalten een herensociëteit op. De originele ledenlijst hangt nog altijd zichtbaar in het eetlokaal van het café.
Monumentale waarde
Het pand van Oerkroeg Schiller kent meerdere bouwfasen. De oudste delen dateren vermoedelijk uit het einde van de 16e eeuw, mogelijk met een oudere kern. In de loop van de 20e eeuw volgden verschillende uitbreidingen. Vanwege de karakteristieke uitstraling en de prominente ligging is het gebouw door de gemeente Aalten aangewezen als gemeentelijk monument.
Ontwikkeling tot muziekcafé
Vanaf 1977 heeft Theo de Gier het café omgevormd tot muziekcafé. Daarmee kreeg Oerkroeg Schiller haar huidige karakter: een warm, bruin café met poppodium. Bekende artiesten en bands als Herman Brood, De Staat, Donnerwetter en Go Back To The Zoo stonden hier op het podium.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-1110
Jan Prins, brouwer
270 m² huis en erf
1859
I-2014
Gerhard Prins, bierbrouwer
270 m² huis en erf
1897
I-4778
Hermina Johanna Prins
1236 m² huis en erf
1900
I-4912
Hermina Johanna Prins
1606 m² huis, schuur en erf
1934
I-5302
Gerrit Jan Prins, koffiehuishouder en bierbottelaar
1600 m² huis, garage en erf (dj. 1944: verkoop)
1944
I-5302
Berendina Gesina Grevink, caféhoudster
1600 m² huis, garage en erf
1965
I-9177
vof “G.J. Prins” te Aalten
1400 m² slijterij, bottelarij, huis, café, erf, magazijn
Gerrit Jan Prins (Aalten, 02-08-1868), tapper, z.v. Louwrens Prins en Everdina Johanna Voltman Harmina Johanna Prins (Aalten, 15-10-1861), d.v. Gerhard Prins en Harmina Johanna Westerveld