Dit boerderijtje stond op de hoek van de Polstraat en de Eligiustraat, op bovenstaande foto links, tegenover de voormalige Technische School. Vermoedelijk werd het eind jaren ’70 afgebroken, aangezien in 1980 de woningen zijn gebouwd die nu op deze plek staan, met de adressen Eligiusstraat 32 tot en met 36.
Aalten kende ooit een beschuitfabriek, namelijk de ‘Aaltensche Beschuitfabriek E.J. Wijers’.De fabriek wordt in advertenties al in 1917 genoemd. Op 8 juli 1919 meldde de Aaltensche Courant dat het ruime slachthuis van J. Leeser zou worden omgevormd tot een koek- en beschuitfabriek door E.J. Wijers (in combinatie met J.W. Wijers uit Doetinchem).
Begin jaren 30 van de vorige eeuw had de beschuitfabriek blijkbaar opgehouden te bestaan. In de Graafschapbode van 4 maart 1932 vinden we namelijk het volgende bericht:
“Naar we uit zeer betrouwbare bron vernemen, heeft de heer Elsinghorst, fabrikant van fornuizen te Bocholt, de voormalige koek- en beschuitfabriek der firma Wijers gehuurd, met het doel ook in Aalten de fabricage van fornuizen ter hand te nemen. Daar deze firma hier te lande zeer goed ingevoerd is, worden, door hier te fabriceeren, de invoerrechten bespaard. Bij de fabriek wordt nog een opslagplaats gebouwd, terwijl waarschijnlijk ook een aansluitspoor zal gelegd worden. Een klein gedeelte dezer gebouwen, waarin een klompenfabriek is gevestigd, blijft als zoodanig bestaan. In dezen tijd van werkloosheid is de vestiging dezer industrie alhier zeer toe te juichen.”
In 1948 lezen we in De Graafschapper over de beschuitfabriek van Wijers:
“Vroeger heeft de heer Leezer hier zijn slachthuis gevestigd gehad, waarna het verkocht werd aan de firma Gebr. Wijers, die het verbouwde en er een beschuitfabriek van maakte. Nog later ging het over naar de firma Pothof, die het tot klompenfabriek promoveerde. In de oorlogsjaren werd het in beslaggenomen door de Duitser Treppmann en thans draaien er weer de machines van de firma Pothof.”
Locatiegeschiedenis
Deze locatie — met de voormalige adressen Polstraat 62 en Polstraat 64 (later Koopmanstraat 77) — is tegenwoordig bebouwd met woningen: op het terrein is de Brederostraat aangelegd en aan de Koopmanstraat zijn eveneens woningen verrezen.
In de 20e eeuw waren hier meerdere bedrijven gevestigd, waaronder:
In 1959 brandde dit boerderijtje op de hoek van de Polstraat en de Bonifaciusstraat nagenoeg geheel af. In 1963 kocht de gemeente Aalten het van de weduwe Scholten, waarschijnlijk al met de bedoeling om het te slopen en op het terrein een nieuw politiebureau en woningen te realiseren.
Het politiebureau kwam begin jaren 1970 gereed en bleef hier gevestigd tot 2018. Tegenwoordig zit er in het voormalige politiebureau een tandartsenpraktijk.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-225
Roelof Arendsen, assessor
1.130 m² huis, schuur & erf
1852
I-225
Roelof Arentsen, molenaar & grondeigenaar
1.130 m² huis & erf
1892
I-4497
Gerhard Heinrich Lohaus e.c., koopman
1.380 m² huis & erf
1908
I-4497
Hendrik Scholten, timmerman
1.380 m² huis & erf
1957
I-4497
Hendrika Willemina Krieger, landbouwster Gesina Johanna Scholten, landbouwster Jan Elferink, landbouwer
De Ahof of De Pol is een verdwenen havezate en voormalig landgoed aan de rand van het dorp Aalten. In oude geschriften wordt het vermeld als ‘Hof ten Ahave’, wat later werd afgekort tot Ahof. De naam is afgeleid van het woord ‘aa’ (water), dus Hof aan het water.
Vroege geschiedenis
De Ahof werd voor het eerst genoemd in een oorkonde uit 1281, horig aan de heerlijkheid Bredevoort. Later werd het in leen gegeven aan de Graaf van Lohn, die zetelde op het slot in Stadtlohn. Van het oorspronkelijke landgoed en havezate, boerderij en bijbehorende watermolen is weinig bewaard gebleven. Het is dan ook niet bekend hoe de oude havezate eruitzag.
De huidige monumentale herenboerderij ‘De Pol’ dateert uit 1743. Het is één van de oudste bouwwerken van Aalten en was lange tijd ook één van de voornaamste boerderijen. De naam ‘De Pol verwijst naar een verhoging in het landschap.
Gracht en watermolen
Aan het begin van de 20e eeuw schreef de Rotterdammer P. van de Weele een boekje over de havezathe. De oudste bewoonster die hij kon achterhalen was de weduwe Trijne van Ahave, die er in 1529 woonde. De naam van haar echtgenoot bleef echter onbekend.
Van der Weele schreef dat de gracht rond het gebouw nog niet zo lang daarvoor was gedempt. De gracht stond in verbinding met de Slingebeek. Aan de westkant van de havezathe stond een watermolen, die uit twee gebouwen bestond aan weerszijden van de beek. De molen diende zowel als koren- en oliemolen, maar raakte eind 19e eeuw in verval. In 1901 werden de molen en bijbehorende gebouwen door de gemeente gesloopt.
In de tijd dat Van der Weele het boekje over de havezathe schreef was Engelbartha Hendrika Arentzen de laatste van het geslacht dat lang op het huis heeft gewoond. Begin 20e eeuw kwam De Pol in bezit van de familie Prinsen, met Hente Prinsen als laatste bewoner.
Sociale functie
Burgemeester Bekius heeft zich ingezet om het gebouw in zijn oorspronkelijke staat te behouden. Door de eeuwen heen heeft De Pol een sociale functie vervuld. Eeuwen geleden was het een belangrijke ontmoetingsplaats omdat de voornaamste boer er woonde. In de Franse tijd was het een verzamelplaats voor verzetsactiviteiten en in 1906 het decor van de eerste voetbalwedstrijd in Aalten. In 1988 kreeg De Ahof een nieuwe bestemming als kinderboerderij.
Archieven
Verpondingskohier 1647
Reiner Grievinck Schulte ten Ahave. Huis end schuijr op 18 dlr. 27 – 0 -. Een hof groot 3 sp. gesaeis 9 – 0 -. t’Blijck 3 mdr. gesaeis 25 – 0 -. Op t’Bergh stuck 2 1/2 mdr. 20 – 16 – 8. Rovenkampken 2 sch. 4 – 3 -. t’Weideken an t’Blick 3 sch. 6 – 4 – 8. Klouvers camp 5 sch. 10 – 8 -. Den Meulencamp 1 mdr. 8 – 6 – 8. Inslagh t’Seechfrede gnt., 3 koeweidens is in de Haert angegeven. Op den Esch 2 sch. gesaeis 4 – 3 -.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-185
Roelof Arentzen, assessor
2.940 m² huis, schuur & erf
1881
I-185
Bernardus Arentzen, kunstdraaijer
2.940 m² huis & schuur
1894
I-4561
Engelbartha Hendrika Arentzen
6.411 m² huis, erf & tuin
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Reijntgen ten Ahoff (Aalten – Aalten, 1567), trouwt (1) < 1542 met Styne to Kortbeck (Heurne – Aalten, 1549/1550), d.v. Johan en Alyth te Cortbeeck (2) met Hilleken
Volgende bewoners, dochter van Reijntgen en Stijne en schoonzoon:
Johan Grevinck (Aalten – Aalten < 1598), z.v. Berent en Hermannen Grevinck Stijne ten Ahoff / Ahave (Aalten – Aalten, 1623)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Herman ten Poelhuijs (Meddo – Aalten, 1601), z.v. Coene Harmelinck alias ten Poelhuijs (den Olden) Stijne ten Ahoff / Ahave (Aalten – Aalten, 1623)
Volgende bewoners, zoon van Johan en Stijne en schoondochter:
Reiner Gr(i)evinck (Aalten) Hendrixken Theben (Winterswijk), d.v. Johan Theben en Joist Lebbinck
Reijner wordt tussen 1601 en 1664 als Scholte genoemd (Hofboek).
Volgende bewoners, zoon:
Gijsbert Gr(i)evinck (Aalten, ca. 1606 – Aalten, 1665/1666)
Gijsbert Reinerszoon Gr(i)evinck is in 1636 hofhorig en is dan 30 jaar oud (Hofboek).
Volgende bewoners, zoon en schoonzoon:
Berent Gr(i)evin(c)k (Aalten – Aalten, 1700/1701), trouwt (1) op 01-04-1667 in Aalten met Jenneken Scha(a/e)rs (Aalten – Aalten, 1678/1679) (2) op 05-03-1679 in Aalten met Gerritjen Locken (Aalten)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Berent Arentsen (Varsseveld), trouwt op 11-12-1701 in Aalten met Janna Gr(i)evink (Aalten – Aalten < 1748)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Roelof Aren(t/z)sen (Aalten, 23-01-1707 – Aalten, 1744-1747), trouwt op 26-12-1731 in Aalten met Barta Willemina (te) Bak (Aalten, 25-11-1714 – Aalten, 04-04-1771)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
B(e/a)rent ter Dam (Aalten, 01-11-1716 – Aalten, 10-03-1796), trouwt op 13-05-1747 in Aalten met Barta Willemina (te) Bak (Aalten, 25-11-1714 – Aalten, 04-04-1771)
B(e/a)rent was een neef van Roelof Aren(t/z)sen.
Volgende bewoners, zoon van Roelof en Barta Willemina en schoondochter:
Bernardus Arent(z/s)en (Aalten, 19-07-1733 – Aalten, 26-09-1780), trouwt (1) op 22-04-1758 in Aalten met Janna Geertruid Roerdink (Winterswijk, 02-11-1738 – Aalten, 27-07-1767)
Bernardus volgt vanaf zijn huwelijk met Janna Geertruid Roerdink zijn stiefvader Berend ten Dam op als scholte van de Ahof. Op 17-12-1760 vernieuwt hij de daarvoor vereiste leeneed. Bernardus wordt op 07-10-1777 als voogd van Roelof genoemd. Verder is hij na het overlijden van zijn zuster Johanna Willemina voogd over haar kinderen. Bernardus wordt op 30-09-1780 begraven te Aalten. De kinderen Grada, Roelof en Willem Lodewijk worden in het testament van zijn tante Gesina van 20-04-1785 genoemd (RA Bredevoort inv.nr. 601 besloten testamenten).
Volgende bewoners, weduwnaar en 2e echtgenote:
Bernardus Arent(z/s)en (Aalten, 19-07-1733 – Aalten, 26-09-1780), trouwt (2) op 20-08-1768 in Aalten met J(oh)anna Willemina Hijink (Winterswijk, 11-02-1751 – Aalten, 23-11-1808)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
Garrit Jan Roerdink (Winterswijk, 26-02-1744 – Aalten, 09-01-1817), trouwt op 18-07-1784 in Aalten met J(oh)anna Willemina Hijink (Winterswijk, 11-02-1751 – Aalten, 23-11-1808)
Garrit Jan was een broer van Janna Geertruid Roerdink.
Volgende bewoners, zoon van Bernardus en Janna Geertruid en schoondochter:
Roelof Arent(s/z)en (Aalten, 12-08-1763 – Aalten, 07-10-1849), trouwt op 18-07-1784 in Aalten met Johanna Harmina L(i/e)essink alias Roerdink (Winterswijk, 11-02-1761 – Aalten, 01-12-1840)
Roelof en Johanna Harmina waren neef en nicht.
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Bernardus Arent(s/z)en (Aalten, 19-10-1788 – Dorpbuurt, 10-05-1840), trouwt (1) op 20-08-1811 in Aalten met Josi(e)na Aleida te Lintum (Woold, 12-12-1789 – Woold, 01-03-1823)
Bernardus vertrok rond 1820 naar Winterswijk, keerde na het overlijden van zijn vrouw terug naar Aalten en woonde na zijn 2e huwelijk in 1827 op Rikkers in Dorpbuurt.
Fragment kadastrale kaart, 1883De Pol met gracht, ca. 1900Opregte Haarlemsche Courant, 26 juli 1834Familie Prins op de PolDe Tijd, 20 maart 1904De Graafschapbode, 13 april 1904Aaltensche Courant, 23 juni 1933Graafschapbode, 24 maart 1973
Aan de Polstraat in Aalten staat de markante Villa Anna, een forse vrijstaande woning uit 1913, gebouwd naar ontwerp van de Aaltense architect Jan Brill. De villa diende oorspronkelijk als hervormde pastorie.
Hoewel de detaillering van de vensters in latere jaren zijn aangepast en deels vernieuwd, is de woning in hoofdvorm goed bewaard gebleven. Mede door de markante hoekligging, de opvallende hoofdvorm met veelhoekige erker en de laag ommuurde tuin met twee fraaie oude beuken is het pand zeer karakteristiek te noemen en is het zeer beeldbepalend in dit gedeelte van de Polstraat.
De Christelijke Technische School aan de Polstraat in Aalten werd in 1955 officieel geopend. Het markante gebouw, ontworpen door de Aaltense architect Wim Hebly, bood Lager Technisch Onderwijs (LTS). In 2007 werd het gesloopt; op het terrein verrees in 2023/2024 een complex met 56 sociale huurwoningen.
Op 8 december 1948 vond de eerste algemene vergadering plaats van de Stichting voor Christelijk Nijverheidsonderwijs te Aalten. In september 1950 kreeg men toestemming om een technische school te beginnen.
De eerste lessen werden gegeven in de voormalige gasfabriek aan de Bredevoortsestraatweg, waar de afdelingen timmeren en machinebankwerken werden gehuisvest. Het leerlingenaantal bedroeg toen 55. Theorielessen vonden plaats in lokalen van de Christelijke MULO en de Nederlands Hervormde School.
Naar een eigen schoolgebouw
Op 19 december 1950 stelde de gemeente Aalten 4.000 m² grond aan de Polstraat beschikbaar. In 1951 werden de theorielessen ondergebracht in gebouw Irene. In 1952 keurde het ministerie van Onderwijs het schetsplan voor een nieuw schoolgebouw goed, ontworpen door Wim Hebly. De aanbesteding volgde in 1953.
De bouw startte op 5 november 1953 en omvatte onder meer twee praktijklokalen, een bouwloods, twee theorielokalen, een tekenlokaal, een hulpgymnastieklokaal annex kantine, en ruimten voor directie, leraren en administratie. De officiële opening vond plaats op 10 juni 1955.
Glas-in-loodraam
Een bijzonder element van de school waren de glas-in-loodramen, vervaardigd in 1955 door de Amsterdamse glazenier Jan Ooms (1915–1975), in nauwe samenwerking met architect Hebly. Ooms stond bekend om het gebruik van krachtige kleuren en moderne technieken.
Bij de sloop van de school in 2007 werden de ramen behouden. Na restauratie kregen ze een nieuwe plek in de centrale hal van het Christelijk College Schaersvoorde in Aalten.
Uitbreidingen
In 1956 startten de voorbereidingen voor uitbreiding van de school, toen de opleiding werd verlengd van twee naar drie jaar. Hiervoor werd een nieuw lokalenplan opgesteld. In de daaropvolgende jaren werden meer praktijk- en theorielokalen toegevoegd.
Fusie en sloop
In 1993 fuseerde de Technische School met de andere middelbare scholen in Aalten – de Christelijke Scholengemeenschap Aalten (CSA) en de Christelijke Scholengemeenschap Langenhave – tot het Christelijk College Schaersvoorde. Rond 2006 verhuisde de school naar een nieuw gebouw aan de Landbouwstraat, nabij het station. Het oude complex aan de Polstraat werd in 2007 gesloopt.
Het terrein bleef lange tijd braak liggen, tot er in 2023/2024 een nieuwbouwproject met 56 sociale huurwoningen verrees.
Archieven
Adresboek 1967
Polstraat 25
Chr. Techn. School
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.
Eeuwenlang stond er een watermolen in de Slingebeek bij de havezate De Ahof, ongeveer ter hoogte van de huidige stenen bank van Aaltens Belang. Begin 20e eeuw werd de bouwvallige molen afgebroken. De molen had aan beide zijden van de beek raderen: op de zuidoever stond de oliemolen (met een rad van 4,42 m Ø) en op de noordoever bevond zich de runmolen (met een rad van 4,66 m Ø), met daarboven de graanmolen.
De watermolen werd waarschijnlijk kort na 1500 gebouwd, mogelijk door een overgang van molenrechten van de Grevinkhof in Dale naar De Ahof, dat later ook in handen kwam van de familie Grevink. De eerste vermeldingen van de molen dateren uit 1502, onder andere over de inkomsten voor de rentmeester.
In 1562 wordt de molen omschreven als een ruïne, maar blijft in latere jaren toch herhaaldelijk opduiken in de archieven. B.D. Rots schrijft in zijn boek ‘Aalten en Bredevoort in vervlogen tijden’ dat de watermolen omstreeks 1700 eigendom was van de Oranjes, die hem verpachtten aan een molenaar. Op 9 februari 1707 kwam De Ahof, met “den Erfpagt van de Aaltense Watermole”, in handen van de familie Arentsen/Arentzen.
In 1739 deden de eigenaren Bernardus Arentzen en Gerrit Jan Heusinkveld hun beklag over de concurrentie door de vele rosmolens rondom Aalten, terwijl zij toch telkens kosten moesten maken om de watermolen in goede staat te houden. In 1758 wordt vermeld dat het stadsbestuur van Bredevoort bij wateroverlast het recht had om de schutten bij De Ahof op te trekken en mee te nemen naar hun stad.
Rond 1830 had de graanmolen twee schepraderen en drie koppels maalstenen, terwijl de oliemolen één scheprad en drie stampers had. Bij watergebrek konden de molens ook door paarden worden aangedreven. Hoewel de molen drie onderslagraderen had, kon voor de graanmolen bij laagwater vanaf 1840 een klein bovenslagrad met aparte waterloop worden ingezet.
Rond 1900 verdween de molen definitief; alleen het rad van de graanmolen was toen nog aanwezig. Op foto’s uit die tijd is te zien dat het hele complex in verval was geraakt. Bij werkzaamheden aan de Slinge in 1969 werden ongeveer 200 heipalen verwijderd. Slechts een muurrestant herinnert tegenwoordig nog aan de watermolen.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-182 I-228
Roelof Arentzen, assessor
470 m² molen en erf 920 m² molen en erf
1851
I-182 I-228
Engelbarta Hendrica Arendsen en Gezina Arendsen, wed. J.W. te Gussinklo
470 m² molen en erf 920 m² molen en erf
1854
I-1918 I-1968
Engelbarta Hendrica Arendsen en Gezina Arendsen, wed. J.W. te Gussinklo
470 m² graanmolen en erf 178 m² molen en erf
Locatie van de watermolen, met rechtsboven de Ahof. Alle rode gebouwen op dit kaartje zijn volgens de kadastergegevens uit 1832 eigendom van Roelof Arentzen, assessor te Aalten. De rode lijnen zijn de toenmalige perceelsgrenzen. Deze geven ook duidelijk de loop van de toenmalige gracht om de Ahof weer.
Krantenberichten
Zutphensche Courant, 11 november 1876Graafschapbode, 2 mei 1885
Graafschapbode, 16 november 1889Graafschapbode, 20 juni 1894
Graafschapbode, 5 september 1894Nieuwe Winterswijksche Courant, 31 oktober 1969
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.
Fragment kadastrale kaart, 1883 (het noorden is rechts)Restanten watermolen, 1906Restanten watermolen, gevonden rond 1970Restanten watermolen worden opgeruimd
Beheer toestemming
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.