In de vorige eeuw stuitte men bij graafwerkzaamheden diverse malen op de stoffelijke overblijfselen van Oud-Aaltenaren.

Een grafkelder ingestort

Nieuwe Aaltensche Courant, 9 juli 1920

AALTEN – De Kosterstraat (= Köstersbulte, OA) had Donderdag den ganschen dag de volle belangstelling van het Aaltensche publiek. In dichte groepen stond men om een bepaalde plaats vlak bij het ijzeren hek van de kerk tegenover het gebouw van de Geld. Ov. Bankvereeniging. Gefluisterd werd van grafkelder, doodshoofden enz. De politie hield de menschen, vooral de nieuwsgierige jeugd, op behoorlijken afstand.

Wat was gebeurd? Des morgens was de zware vrachtauto van den heer Jos. Driessen, uitwijkende voor een wagen, vlak langs het hek gereden. De chauffeur dacht er natuurlijk niet aan – den meesten inwoners van Aalten zal het wel onbekend zijn – dat hij toen over een deel van het oude kerkhof reed, dat vroeger rondom de kerk was aangelegd. De overblijfselen daarvan heeft men het best kunnen waarnemen indertijd bij den bouw van „Elim”, waar het onder den grond één groot knekelhuis was.

Het trok de aandacht van een voorbijganger, dat er een heele „deuk” in de straat was gekomen, die naar het scheen steeds grooter werd. Er werden meerderen bijgeroepen en nu scheen het wel, of een stuk grond daar was ingestort. De gemeente-opzichter werd er bij geroepen, de politie, en toen deze kwam opdagen, was de deuk tot een groot gat geworden; puin en modder was neergekomen op een houten kist, die dientengevolge was ingestort, zoodat beenderen te zien waren – het leed geen twijfel meer: een grafkelder was ingestort.

Terstond werd er een ijzeren plaat overgelegd, een stakelsel er om heen geplaatst, zoodat het publiek, ’t welk vooral inden middagtijd bij groote massa’s kwam kijken, niet in gevaar werd gebracht. Des middags werden groote partijen zand aangevoerd, waarmee den komenden nacht de grafkelder, na te zijn leeggehaald, zou worden gedempt.

De lengte van den kelder loopt van Oost naar West. Het gewelf scheen slechts van één steens dikte te zijn, en zoo ondiep onder den grond, dat de steenen van ’t gewelf bijna de straatkeien raakten. Het mag dus wel verwondering wekken, dat niet eerder een instorting heeft plaats gehad.

Op oude teekeningen is nog te zien, dat het kerkhof vroeger liep tot dicht bij de huizen van de Kosterstraat. Slechts een tamelijk smal pad liep er tusschen door. Toen de straat later verbreed is geworden, heeft men een stuk van het kerkhof moeten afnemen. Bij het optrekken van het oude hek – niet het tegenwoordige, dat nog onder leiding van den heer H. Navis, toen reeds presidentkerkvoogd, is geplaatst geworden – heeft men blijkbaar een scheiding tusschen de grafkelders doorgetrokken.

De vraag is nu, of er niet meerdere van die zwakke plekken zijn. Onzes inziens is het ten zeerste gewenscht, dat hiernaar een onderzoek wordt ingesteld. De heer Navis deelde ons mede – de ouderen onder ons zullen het zich herinneren – dat de Kerkstraat vroeger ook veel smaller is geweest.

Er was in dien tijd een deur aan die zijde van de kerk – vanuit het koor dus – terwijl een trap liep van de deur tot beneden op de straat. Bij de laatste restauratie van de kerk werd, met de twee zijdeuren bij den toren, ook deze deur weggenomen. Toen bleek, dat door het weggraven van den grond aan de straat een scheur in het gewelf van de kerk was ontstaan, werd een stuk muur van 3 kwart meter breed opgetrokken (op de plaats van de vroegere deur) en met ankers in den grond bevestigd, om verdere verzakkingen te voorkomen.

Het is dus volstrekt niet onmogelijk, dat, waar het kerkhof zich op een tamelijken afstand van de kerk uitbreidde, er nog meerdere zwakke plekken in een of meer der straten rondom de kerk zich bevinden.

Hedenmorgen in de vroegte zijn onder leiding van den gemeente-opzichter uit het graf de overblijfselen van kist en lijk bijeensteld. Het graf bleek 85 c.M. breed te zijn en 2.10 M. lang.

Urnen met verbrande menschenbeenderen

De Grondwet, 21 oktober 1884

AALTEN, 25 Sept. Bij dit dorp, op een der hoogste punten van aaneengeschakeld bouwland, genaamd “den Esch”, vonden grintgravende werklieden onlangs, ter diepte van 2 meter, op de grintlaag en op tamelijk gelijke afstanden van elkaar, 3 met verbrande menschenbeenderen gevulde bruinaarden urnen in den vorm van vischkommen; van een dezer werden de scherven en beenderen verzameld en bewaard, terwijl de werklieden bij ontdekking van iets dergelijks zullen trachten het niet te schenden en te doen bewaren.

Geraamten gevonden op ’t Blik

Graafschapbode, 14 juli 1925

AALTEN – Bij het grondwerk van een nieuw te bouwen woonhuis op het Blik zijn een 5-tal nog gave geraamten gevonden. Eenige oudere inwoners van Aalten, die het weer van hun vaders weten, zeggen dat hier in 1813 een troep Fransche- en een troep Duitsche soldaten doorgetrokken zijn, die hier geruimen tijd in de kerk gelegerd hebben.

Een Duitsche kok, genaamd Hopio, die slecht kookte en met het eten knoeide, zou gedood zijn. De anderen hadden toen ’s morgens verteld: “Hopio ist kaput gemacht“. Ook andere soldaten, die toen van uitputting bezweken zijn, zijn op deze plaats begraven, zoodat er zeer waarschijnlijk nog meer geraamten zullen liggen.

Geraamten van man en paarden

Nieuwsblad van het Zuiden, 2 augustus 1929

Te Aalten heeft men bij het maken van het grondwerk voor een te bouwen huis de geraamten gevonden van een man en twee paarden.

Versteend menschenhoofd in Barlo

Aaltensche Courant, 21 april 1939

Gisteren werd door het personeel, werkzaam op de zandgraverij van den heer J.W. Loobeek, op een diepte van pl.m. 1,50 M, benevens eenige versteende andere lichaamsdeelen, een versteend menschenhoofd gevonden, waarin de vorm voor oogen, neus en mond goed zijn te onderscheiden.

Urn gevonden

Aaltensche Courant, 16 oktober 1945

Bij het zandgraven nabij de „Domme Aanleg” op de Schaarsneide ontdekte de landbouwer J. Jansen een steenen pot vlak onder de heidezode. Voorzichtig werd het voorwerp te voorschijn gehaald en het bleek een urn te zijn, nog gedeelteijk gevuld met lijkasch. Het is een vrij groote urn van het proto-Saksische type, zooals er reeds meerdere daar ter plaatse gevonden zijn.

Enkele jaren geleden is hier ook reeds een onderzoek ingesteld door het Rijksmuseum van Oudheden. Het terrein is echter door de zandgraverij ernstig beschadigd, zoodat er wel niet veel meer te voorschijn zal komen.

Pad tussen Oude Helenakerk en Elim

Omstreeks 1955

Hiernaast zien we de ’trepkes’ tussen de Oude Helenakerk en gebouw Elim. Dit pad is omstreeks 1955 afgegraven en verbreed. Tijdens het afgraven van de trepkes kwamen vele botresten tevoorschijn van oud-Aaltenaren die daar op het oude kerkhof waren begraven.

Grafkelder in de Oude Helenakerk

2 maart 1974

In 1974 ontdekte leerling-timmerman Henk Heijnen bij restauratiewerkzaamheden in de Oude Helenakerk een grafkelder onder de vloer van het koor. Een buitenstaander had beweerd dat waar Heijnen aan het werk was de “laatste” pastoor was begraven, tezamen met zijn gouden kelk. Daar moest Heijnen meer van weten en ontdekte op die plek inderdaad een grafkelder. De kelder bevatte echter geen gouden kelk, maar de kisten en resten van drie stoffelijke overschotten met op de muur initialen en jaartallen.

Heijnen heeft de grafkelder nauwkeurig opgemeten en samen met zijn werkgever foto’s gemaakt. De kelder werd daarna weer afgesloten en is tot op heden niet meer geopend.

Door de initialen IHW en andere gegevens over de familie Hambroick kan men met zekerheid aannemen dat Baron Lambert Joost van Hambroick hier is begraven.

Decennia later besloot Heijnen – op basis van de informatie die hij al die tijd had bewaard – een replica van de grafkelder te maken. Deze replica kan tegenwoordig worden bekeken in het Helenahuis aan de Landstraat in Aalten, tegenover de kerk.


Reacties

Eén reactie op “Knekels gevonden”

  1. gerrit schreurs avatar
    gerrit schreurs

    Ja,in de eerste helft van de afgelopen eeuw zijn graven geruimd rondom de Oude Helenakerk.Ik had een leraar op de C.T.S. met de naam Postema en die woonde aan de Varsseveldsestraatweg 33 dat het bouwjaar 1958 heeft.In die ongedwongen momenten in het klaslokaal vertelde hij ook o.a. over de bouw van zijn woonhuis,of als hij in de tuin aan het werk was.Ook over andere onderwerpen overigens.

    Hij wist te vertellen dat het perceel waarop zijn woning is gebouwd is opgehoogd met grond dat vrijkwam van de begraafplaats rondom de kerk,werkend in de tuin kwam hij daarbij ook wel eens botresten tegen.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Let op: je reactie wordt openbaar getoond. Vragen, aanvullingen en/of correcties proberen wij zo spoedig mogelijk te verwerken. Daarna worden ze verwijderd, om ‘vervuiling’ te voorkomen. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *