Sint-Joriskerk

Markt 3, Bredevoort

De Sint-Joriskerk is een laatgotische kerk in Bredevoort, waarvan de fundamenten dateren uit 1316. De kerk is gewijd aan Sint Joris, de schutspatroon van de borgmannen van Bredevoort. Kenmerkend is de torenversiering: Sint Joris met de draak, in plaats van een traditionele weerhaan. Aan de oostzijde van de kerk bevindt zich nog een zogenaamd melaatsenraampje. In vroeger tijden gebruikten gelovigen met een besmettelijke ziekte dit raam om de mis te volgen.

Vroege geschiedenis

De oudste fundamenten van de kerk stammen uit 1316, en mogelijk diende het gebouw in haar vroegste jaren als kapel op het kasteel van Bredevoort. Tijdens het Beleg van Bredevoort in 1597 door Prins Maurits is de oude (en grotere) kerk volledig afgebrand en zijn de gewelven ingestort. Het jaar erop richtten de Bredevoorters een verzoek aan de classis Zutphen om weer een nieuwe kerk te bouwen: “Die van Bredeforts soln met request an desen quartier verzoekcken assistentie tott reaparatie hearder Kapellene”. In 1599 begon men met de herbouw in gotische stijl.

Uitbreidingen

Na de herbouw onderging de kerk diverse uitbreidingen. In 1600, na nog een brand, werd een toren toegevoegd. In 1639 werd de kapel vergroot en aan de noordzijde uitgebroken. Met dezelfde stenen werd de muur enkele meters verder weer opgetrokken. Later volgden uitbreidingen in de vorm van de boeren- en orgelzolder. Deze uitbouw met zolder is duidelijk te zien. In de balken van de boerenzolder zijn spreuken uit de Bijbel aangebracht, zoals “Salich zijn se die rein van herte zin want sij zullen Godt zien”.

Kruittorenramp van 1646

Op 12 juli 1646 sloeg de bliksem in de kruittoren van het kasteel. De ontploffing die volgde verwoestte een groot deel van de stad. Veertig mensen kwamen om. Het kasteel was in een ruïne veranderd en ook de kerk liep aanzienlijke schade op. Elf slachtoffers, waaronder de drost van Bredevoort en zijn vrouw en acht van hun kinderen, werden in het koor (het oostelijk gedeelte van de kerk) begraven.

De kerk werd herbouwd, kleiner dan zijn voorganger. In 1672 schonk kapitein Satink een rococo-preekstoel met daarop zijn familiewapen, evenals een koperen lezenaar met het wapen van het Heilige Roomse Rijk.

Renovaties

De kerk heeft door de eeuwen heen verschillende renovaties ondergaan. In de Franse tijd werden onder andere een houten gewelf en een vloer van Bentheimer steen toegevoegd. Ook kreeg de kerk toen nieuwe banken en werd de vloer opgehoogd. In 1832 werden de kerkbanken wit geschilderd.

In 1849 werd het plankenplafond vervangen door een kalkplafond. In 1858 werd een catechisatielokaal toegevoegd, waarvoor koning Willem III 200 gulden schonk. De muren van de kerk werden in 1868 opnieuw bepleisterd, en tijdens de restauratie van 1949 werd deze pleisterlaag weer verwijderd. In 1869 werd de toren gerepareerd. In 1882 verving men vijf glas-in-loodramen door gietijzeren exemplaren. Drie jaar later werden ook twee gietijzeren exemplaren geplaatst op de boerenzolder.

In 1889 werd het catechisatielokaal uitgebreid met een aanbouw. Bij een grondige renovatie in 1896 kreeg de voorgevel nieuwe deuren, een rosetraam, twee gevelraampjes, en een ijzeren kruis op de gevel. De herinneringssteen is tegenwoordig aan de binnenzijde van de muur geplaatst van de orgelzolder. In 1920 onderging de torenspits een vernieuwing.

Restauraties na de oorlog

Na de Tweede Wereldoorlog was de kerk in slechte staat. Na een grootschalige restauratie nam men de kerk in 1967 weer in gebruik. Tijdens een restauratie in 2006 werden de verzakte grafzerken en de natuurstenen vloer hersteld. Daarbij ontdekte men dat een aantal zerken, waarschijnlijk tijdens de Franse Tijd, op de kop waren gelegd. Die liggen inmiddels weer naar behoren. Tijdens de werkzaamheden deed men verschillende historische vondsten, waaronder munten, menselijke resten en gebrandschilderd glas. Verder vond men een steen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

Uit onderzoek bleek dat twee van de zerken die op de kop lagen van de Bredevoortse drost Wilhelm van Haersolte en zijn gezin waren. Zij kwamen om het leven samen met bijna al hun kinderen tijdens de kruittorenramp van 1646. Alleen zoon Anthony had de ramp overleefd. In 2010 doneerden nazaten van hem een bedrag van 3.000 euro aan de restauratiecommissie.

Klokken en uurwerk

De Sint-Joriskerk herbergt drie klokken. De oudste, een monumentale klepklok uit 1454, werd in 1596 geleend van het klooster Schaer. Na de vernietiging van het klooster, tijdens de belegering van 1597, is deze klok altijd blijven hangen. Wilhelm van Haersolte tot Elsen schonk de brandklok, gegoten in 1644. De luidklok dateert van 1731 en wordt volgens oude traditie dagelijks om 8.00 uur, 12.00 uur en 21.00 geluid. De stadspoorten werden vroeger om 8.00 uur geopend en om 21.00 uur gesloten. Etenstijd was om 12.00 uur.

In 1942 kreeg de kerk een nieuw uurwerk. Het oude uurwerk uit 1666 is binnenkort weer te bezichtigen in de Sint-Joriskerk. In 1980 werd het kleine carillon van drie klokjes herplaatst.


Eigenaren

Overzicht is niet volledig.

JaarPerceelEigenaarOmschrijving
1832B-80de Hervormde Kerk Bredevoord280 m² kerk

Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

Kenmerken


Kadastraal nr.B-1199
FunctieKerk
Bouwjaar14e/17e eeuw
MonumentRijksmonument

Bronnen