Auteur: Oud Aalten

  • Watermolen op de Pol

    Watermolen op de Pol

    Polstraat, Aalten (verdwenen)

    Eeuwenlang stond er een watermolen in de Slingebeek bij de havezate De Ahof, ongeveer ter hoogte van de huidige stenen bank van Aaltens Belang. Begin 20e eeuw werd de bouwvallige molen afgebroken. De molen had aan beide zijden van de beek raderen: op de zuidoever stond de oliemolen (met een rad van 4,42 m Ø) en op de noordoever bevond zich de runmolen (met een rad van 4,66 m Ø), met daarboven de graanmolen.

    De watermolen werd waarschijnlijk kort na 1500 gebouwd, mogelijk door een overgang van molenrechten van de Grevinkhof in Dale naar De Ahof, dat later ook in handen kwam van de familie Grevink. De eerste vermeldingen van de molen dateren uit 1502, onder andere over de inkomsten voor de rentmeester.

    In 1562 wordt de molen omschreven als een ruïne, maar blijft in latere jaren toch herhaaldelijk opduiken in de archieven. B.D. Rots schrijft in zijn boek ‘Aalten en Bredevoort in vervlogen tijden’ dat de watermolen omstreeks 1700 eigendom was van de Oranjes, die hem verpachtten aan een molenaar. Op 9 februari 1707 kwam De Ahof, met “den Erfpagt van de Aaltense Watermole”, in handen van de familie Arentsen/Arentzen.

    In 1739 deden de eigenaren Bernardus Arentzen en Gerrit Jan Heusinkveld hun beklag over de concurrentie door de vele rosmolens rondom Aalten, terwijl zij toch telkens kosten moesten maken om de watermolen in goede staat te houden. In 1758 wordt vermeld dat het stadsbestuur van Bredevoort bij wateroverlast het recht had om de schutten bij De Ahof op te trekken en mee te nemen naar hun stad.

    Rond 1830 had de graanmolen twee schepraderen en drie koppels maalstenen, terwijl de oliemolen één scheprad en drie stampers had. Bij watergebrek konden de molens ook door paarden worden aangedreven. Hoewel de molen drie onderslagraderen had, kon voor de graanmolen bij laagwater vanaf 1840 een klein bovenslagrad met aparte waterloop worden ingezet.

    Rond 1900 verdween de molen definitief; alleen het rad van de graanmolen was toen nog aanwezig. Op foto’s uit die tijd is te zien dat het hele complex in verval was geraakt. Bij werkzaamheden aan de Slinge in 1969 werden ongeveer 200 heipalen verwijderd. Slechts een muurrestant herinnert tegenwoordig nog aan de watermolen.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-182
    I-228
    Roelof Arentzen, assessor470 m² molen & erf
    920 m² molen & erf
    1851I-182
    I-228
    Engelbarta Hendrica Arendsen en
    Gezina Arendsen, wed. J.W. te Gussinklo
    470 m² molen & erf
    920 m² molen & erf
    1854I-1918
    I-1968
    Engelbarta Hendrica Arendsen en
    Gezina Arendsen, wed. J.W. te Gussinklo
    470 m² graanmolen & erf
    178 m² molen & erf

    Locatie van de watermolen, met rechtsboven de Ahof. Alle rode gebouwen op dit kaartje zijn volgens de kadastergegevens uit 1832 eigendom van Roelof Arentzen, assessor te Aalten. De rode lijnen zijn de toenmalige perceelsgrenzen. Deze geven ook duidelijk de loop van de toenmalige gracht om de Ahof weer.


    Krantenberichten

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-12213/8533
    FunctieWatermolen
    Bouwjaarca. 1500
    Sloopca. 1900

    Bronnen


  • Bredevoortsestraatweg 139

    Bredevoortsestraatweg 139

    Dale

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Dale 96/1 > 111

    Gerrit Hendrik Huinink (Haart, 16-08-1840), timmerman, landbouwer
    Janna Meijnen (Lintelo, 21-08-1837)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Dale 111 > 123

    Jan Willem Huinink (Dale, 29-11-1876), landbouwer
    Johanna Jansen (Lintelo, 03-07-1880)

    Adresboek 1934

    Dale 123 > 144

    B.G. Bannink

    Adresboek 1967

    Dale 144 > Bredevoortsestraatweg 139

    Mevr. W. Onnink-Tacke

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.P-981
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1937
    Monumentnee
  • Mr. Arnoldus Florentinus Roelvink

    Mr. Arnoldus Florentinus Roelvink

    Burgemeester (1818-1861) en notaris

    Arnoldus Florentinus Roelvink werd op 23 december 1789 geboren in Borculo als zoon van Bernard Andreas Roelvink en Harmina Abbink. Op 12 november 1817 trouwde hij in Bredevoort met Elzabé Maria Theodora ten Cate (Neede, 21 juli 1798), dochter van Tieleman ten Cate en Anna Jacoba Roelvink. Het echtpaar kreeg samen zeven kinderen.

    Roelvink was notaris en na de Franse tijd werd hij in 1813 tevens benoemd tot de eerste burgemeester van gemeente Bredevoort. Toen deze gemeente in 1818 werd samengevoegd met Aalten werd Roelvink burgemeester van de fusiegemeente Aalten. Deze functie bekleedde hij tot zijn overlijden op 6 januari 1861.

    Roelvink woonde met zijn gezin in de villa op ’t Zand in Bredevoort die we tegenwoordig kennen als Sint Bernardus. De Roelvinkstraat in Bredevoort is naar hem vernoemd.

    Roelvink werd als burgemeester van Aalten opgevolgd door zijn zoon Mr. Leonard Roelvink.

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

  • Café De Landman

    Café De Landman

    Markt 11, Aalten (verdwenen)

    Beschrijving

    Op de hoek van de Landstraat en de Markt stond tot de jaren vijftig van de vorige eeuw logement en café De Landman van de familie Floresteijn. Het pand is helaas gesloopt voordat de Markt en omgeving in 1966 tot beschermd dorpsgezicht werd verklaard. Op deze plek werd later een houten VVV-kantoortje gebouwd. Midden jaren ’70 verrees hier de aanbouw van het gemeentehuis, dat inmiddels ook weer vervangen is door nieuwbouw.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1165Hermanus Wamelink140 m² huis en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1837

    Aalten 256

    Johanna Maria Martha Wamelink-Mensinck (Winterswijk, 16-08-1788), logementhoudster

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 280

    Berendina Willemina Wamelink-Cramer (Aalten, 29-01-1785), winkelierster

    Volgende bewoners:

    Jan Hendrik Lurvink (Aalten, 03-04-1816), borstelmaker
    trouwt (1) op 15-08-1845 in Aalten met
    Aleida Maria Wamelink (Aalten, 04-03-1818)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 280

    Jan Hendrik Lurvink (Aalten, 03-04-1816), borstelmaker
    Aleida Maria Wamelink (Aalten, 04-03-1818)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 280

    Jan Hendrik Lurvink (Aalten, 03-04-1816), borstelmaker
    trouwt (2) op 01-09-1863 in Aalten met
    Hendrina Aleida Johanna Borkens (Wisch, 27-04-1833)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 357

    Jan Hendrik Lurvink (Aalten, 03-04-1816), borstelmaker
    Hendrina Aleida Johanna Borkens (Wisch, 27-04-1833)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 400

    Jan Hendrik Lurvink (Aalten, 03-04-1816), borstelmaker
    Hendrina Aleida Johanna Borkens (Wisch, 27-04-1833)

    Volgende bewoners:

    Willem Hendrik Voltman (Bredevoort, 20-08-1851), kastelein
    Hendrika Johanna Slats (Lichtenvoorde, 21-09-1865)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 394

    Willem Hendrik Voltman (Bredevoort, 20-08-1851), tapper
    Hendrika Johanna Slats (Lichtenvoorde, 21-09-1865)

    Volgende bewoners:

    Cornelis van Florestein (Tiel, 21-06-1846), kastelein
    Maria Gesina Stap (Zutphen, 01-01-1853)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 466 > 524

    Cornelis van Florestein (Tiel, 21-06-1846), tapper
    Maria Gesina Stap (Zutphen, 01-01-1853)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten C524 > D577

    Cornelis van Florestein (Tiel, 21-06-1846), tapper
    Maria Gesina Stap (Zutphen, 01-01-1853)

    Adresboek 1934

    Aalten D577 > Markt 11

    Wed. C. van Florestijn

    Adresboek 1967

    Markt 11

    Bureau V.V.V.

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-1165
    FunctieWoonhuis,
    Café
    Bouwjaaronbekend
    Slooponbekend
  • Sint Elisabethklooster

    Sint Elisabethklooster

    Dijkstraat 8, Aalten

    Het Elisabethklooster in Aalten was van oorsprong het woonhuis van textielfabrikant Johann Heinrich Joseph (Heinrich) Driessen (Bocholt, 10-07-1794 – Aalten, 04-07-1879). Op 29 juni 1837 legde zijn oudste zoon Theodoor de eerste steen.

    Heinrich werd ook wel “Den veursten Driessen” genoemd (zijn neef Anton woonde ook in de toenmalige Landstraat, in villa Beekhuize, iets meer zuidelijk van het centrum. Hij werd daarom “d’n achtersten Dreessen” genoemd).

    Bij de woning waren ook bedrijfsruimten gevestigd die voornamelijk dienden als opslagplaats van garens en geweven stoffen. Deze stoffen werden met een wagen, veelal getrokken door een os, naar de blekerij in Dale vervoerd. De voerman droeg de toepasselijke bijnaam ‘Ossen Willem’.

    Na het overlijden van Heinrich kwam het huis in bezit van de rooms-katholieke kerk, waarna het als klooster van de nonnen in gebruik werd genomen. In een rijtuig, door vier paarden getrokken, werden op 30 mei 1882 zes zusters van het station Lichtenvoorde-Groenlo naar Aalten gebracht. Het klooster werd vernoemd naar Heinrich’s vrouw Elisabeth. In de volksmond werd dit ook wel het St. Elisabethgesticht genoemd.

    Onderwijs en ziekenverpleging

    Gedurende tachtig jaar hebben de zusters hier onderwijs gegeven aan de katholieke schooljeugd van Aalten. Tevens was er de ‘naai- en breischool’ van de zusters gevestigd. Niet iedereen bewaarde prettige herinneringen aan de nonnen. De naai- en breischool, later Modevakschool, stond hoog aangeschreven. Mede daarom werd hier niet alleen gebreid door katholieken, maar door alle gezindten.

    Op 23 december 1962 vertrokken de laatste zusters naar een klooster in Bennebroek. Later fungeerde het klooster nog als onderkomen voor gastarbeiders.

    Op 20 december 1980 brak een binnenbrandje uit in het totaal dichtgespijkerde klooster. Werd ooit ‘de eerste steen gelegd’, kort na de brand werd de laatste steen weggehaald. Het pand maakte plaats voor het Parochiecentrum. Dit is inmiddels ook al weer verdwenen en vervangen door een appartementengebouw dat de naam ‘Kloosterhof’ kreeg.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1208Peter Driessen, koopman te Bocholt410 m² huis & erf

    Bewoners

    1813

    Aalten 45

    Gerrit Peters (Heerde, 25-07-1769), looijer

    1 man
    1 vrouw
    1 zoon
    4 dogters
    1 oude vrouw

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 45

    Gerrit Peters (Heerde, 24-09-1769), leerloyer
    Johanna Margreta ten Dam (Aalten, 29-10-1774)

    Volgende bewoners:

    Johan Hend. Joseph Driessen (Bocholt/D, 10-07-1794), koopman
    Marie Carolina Elisabeth Sträter (Rheine/D, 13-03-1803)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 44

    Johan Henrich Joseph Driessen (Bocholt/D, 10-07-1794), fabrikant & koopman
    Marie Caroline Elisabeth Sträter (Rheine/D, 13-03-1803)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 44

    Johan Henrich Joseph Driessen (Bocholt/D, 10-07-1794), koopman
    Maria Carolina Elisabeth Sträter (Rheine/D, 13-03-1803)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 44

    Johan Henrich Joseph Driessen (Bocholt/D, 10-07-1794), fabriekant
    Maria Carolina Elisabeth Josephina Sträter (Rheine/D, 13-03-1803)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 61

    Johann Heinrich Joseph Driessen (Bocholt/D, 10-07-1794), fabriekant

    Volgende (hoofd)bewoner (1879-1882):

    Bernhard Heinrich Groot Langenhoff (Dingden/D, 13-09-1833), knecht

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 66

    Bernhard Heinrich Groot Langenhoff (Dingden/D, 13-09-1833), landbouwer

    Volgende (hoofd)bewoner (1882-1901):

    Barbara Elizabeth Elzeman (Gouda, 06-10-1835), liefdezuster

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 65

    Barbera Elisabeth Elseman (Gouda, 06-10-1835)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 82 > A20

    Barbera Elisabeth Elseman (Gouda, 06-10-1835)

    Volgende (hoofd)bewoner:

    Geertje Ruijter (Westwoud, 08-06-1857)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten A20

    Geertje Ruijter (Westwoud, 08-06-1857), overste

    Volgende (hoofd)bewoner:

    Aalten A20 > A6

    Aafke van der Werf (Bolsward, 21-10-1872), verpleegster

    Adresboek 1934

    Aalten A6 > Dijkstraat 8

    Klooster

    Adresboek 1967

    Dijkstraat 8

    Voormalig Klooster

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-11429
    FunctieWoonhuis,
    Klooster
    Bouwjaar1837
    Sloopca. 1981

    Bronnen


  • Molen van Grevink

    Molen van Grevink

    Lichtenvoordsestraatweg 77, Barlo (verdwenen)

    Aan de Lichtenvoordsestraatweg in Barlo stond vanaf 1856 een achtkantige bovenkruier (beltmolen) die in de twintigste eeuw uitgroeide tot maalderij annex mengvoederbedrijf van de familie Grevink. De molen werd in 1944 onttakeld en ging in 1986 door brand definitief verloren.

    In 1853 gingen er in Barlo stemmen op dat er ook in deze buurtschap een molen moest komen. Men overwoog in eerste instantie een molen aangedreven door waterkracht. Onderzoek bracht echter aan het licht dat er door de Zilverbeek onvoldoende water per uur stroomde. In 1856 verrees enkele honderden meters noordelijker dan toch een windmolen. Het was een achtkantige bovenkruier, type beltmolen.

    De manier van aandrijving ging consequent met de tijd mee. Vanaf 1887 werd de molen aangedreven door een stoommachine, om in 1925 plaats te maken voor een gaszuigermotor. Toen in 1934 ook in Barlo elektriciteit beschikbaar kwam, bleek de elektromotor een grote aanwinst.

    De laatste molenaar was J.W.F. Grevink — stiekem Jan Willem Fluweel genoemd. Al in 1928 opende hij naast de molen een bakkerij met een kruidenierswinkel.

    De molen was in 1944 al onttakeld. Zonder wieken was de premie voor de brandverzekering namelijk lager. Op 29 maart 1986 brak in de vroege ochtend een brand uit die voorgoed een einde maakte aan deze molen. Snel ingrijpen van de brandweer voorkwam dat een naastgelegen varkensschuur verloren ging in de vlammen. De oorzaak van de brand is niet bekend.


    Adresgeschiedenis

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Barlo 79

    Molen

    Adresboek 1934

    Barlo 75 > 108

    Korenmolen

    Adresboek 1967

    Barlo 108 > Lichtenvoordsestraatweg 77

    Molen

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.N-705/704
    FunctieWindmolen
    Bouwjaar1856
    Afgebrand1986

    Bronnen


  • Molen van Assink

    Molen van Assink

    Haartseweg 25, Haart (verdwenen)

    Beschrijving

    Deze beltmolen met inrit werd in 1849 gebouwd voor de heer Lammers. Eén van de eigenaren was Jan Albert Tenkink (1834-1917). De laatste molenaar was Herman Lammers (1843-1921).

    De molen verbrandde door blikseminslag op Tweede Pinksterdag 1911, daarna werd de molen onttakeld. Tot 1989 gebruikte Bernard Assink de uitgegraven molenromp als machinestalling. Op Youtube staat een interview met hem (hieronder weergegeven). In 1990 werd de molenromp gesloopt omdat hij gevaar opleverde voor de omgeving.

    Archieven

    Adresboek 1967

    Haart 56 > Haartseweg 25

    H. Assink, ,,Oude Molen”

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.P-1263
    FunctieMolen
    Bouwjaar1849
    Sloop1990

    Bronnen

  • Wenninkmolen

    Wenninkmolen

    Gendringseweg 27, Lintelo

    Beschrijving

    De Wenninkmolen is een korenmolen in Lintelo, in 1860 gebouwd voor de familie Wennink, hetgeen de naam van de molen verklaart. De molen bleef tot 1920 in handen van deze familie. Sinds 1973 is de molen eigendom van de familie Nijland. In 1984 is de molen gerestaureerd. Op 27 december 2007 werd de molen overgedragen aan de Stichting tot Behoud van de Wenninkmolen te Lintelo.

    Omstreeks 1860 was er in Lintelo een soort wedstrijd om op twee plaatsen een molen te bouwen. H. Wennink won de race en had een klantenvoorsprong op wat later de ‘Moezemölle‘ werd genoemd. Wellicht is dat ook de reden dat de Wenninkmolen er nu nog staat en de andere niet. Wennink bleef tot 1890 eigenaar.

    Nadat de molen in de vorige eeuw vanuit particuliere handen overgegaan was naar de coöperatieve landbouwvereniging, kon er geïnvesteerd worden om makkelijker te werken: de molen kreeg een wiekenkruis met het systeem Van Bussel en een Ten Haveklep. Ook werden de koppels stenen van de steenzolder gehaald; molenmaker Kreeftenberg stelde een maalstoel onderin de molen op, met aandrijving vanaf het spoorwiel, zodat de molen ook op die plek de steen kon aandrijven. Op de horizontale maalas onder de molenstenen kwam een riemschijf voor aandrijving vanuit de machinekamer, waar een zuiggas- en later een elektromotor stonden. Door deze opstelling zijn er acht wielen tussen wieken en maalsteen. De kammen zijn steeds van hout; enkele wielen zelf zijn van gietijzer. Naast de stenen heeft de molen een graan- en een meelelevator.

    Op een metselsteen boven de kleine deur aan de noordzijde staat vermeld: E.F.A. 1860

    Bij de zeer zware storm van 3 april 1973 raakte het wiekenkruis in zodanige staat dat er niet langer sprake was van een maalvaardige molen. Het heeft even geduurd voordat men overging tot herstel: in 1984 werd een nieuwe binnenroede gestoken, speciaal bestemd voor de Ten-Haveklep

    Technische details

    De roeden van de molen hebben een lengte van 23,88 meter. De door Groot-Wesseldijk gemaakte binnenroe is een in 1984 gelaste, ijzeren roede, die voorzien is van het Van Busselsysteem met Ten Have-kleppen. De 23,88 m lange buitenroede is een ingekorte potroede en heeft Oudhollands hekwerk met zeilen. De molen heeft één koppel maalstenen op de begane grond. Dit omdat er in 1936 namelijk een machinekamer gebouwd werd voor een zuiggasmotor, welke later vervangen werd door een elektromotor.

    De 5 meter lange, gietijzeren bovenas is in 1867 gemaakt door ijzergieterij De Prins van Oranje te ’s Gravenhage en heeft nummer 500.

    Sinds 1980 is alleen de windkracht (door middel van enkele extra overbrengingen) weer de enige bron van aandrijving. Verder zijn er nog enkele andere werktuigen in de molen aanwezig. Vrijwillig molenaars stellen de molen regelmatig in bedrijf.

    Inmiddels is er geen motor meer aanwezig: het overgebleven koppel stenen op de begane grond wordt, net als luiwerk en mengketel, uitsluitend door de wind aangedreven.

    Eigenaren

    • H. Wennink (1860 – 1890)
    • H.W. Wennink (1890 – 1920)
    • G.J. Wisselink (1920 – 1948)
    • Coöp. Landbouwvereniging Aalten (1948 – 1973)
    • A. Nijland (1973 – 1996)
    • H. Nijland (1996 – 2007)
    • Stichting Vrienden van de Wenninkmolen te Lintelo (2007 – heden)

    Archieven

    Adresboek 1934

    Lintelo 146

    Molen

    Adresboek 1967

    Lintelo 146 > Gendringseweg 27

    Molen

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.G-5208/5327
    FunctieMolen
    Bouwjaar1860
    MonumentRijksmonument
  • Molen Prins van Oranje

    Molen Prins van Oranje

    Landstraat 32-34, Bredevoort

    Beschrijving

    De Prins van Oranje is een ronde stenen walkorenmolen met een met dakleer gedekte kap voor het malen van graan. De molen staat op een belt van 3,5 meter hoogte, maar daaronder zit ook nog het zes meter hoge Bastion Welgemoed dat ooit deel uitmaakte van de vestingwerken van Bredevoort.

    Omstreeks 1644/45 werd door de prins van Oranje, als heer van Bredevoort, toestemming verleend voor de bouw van een standerdmolen op het bastion Welgemoed. Nadat deze in 1869 afbrandde werd in 1870 op dezelfde plaats de huidige molen gebouwd. De bouw duurde langer dan gebruikelijk, omdat de Duitse metselaars moesten dienen als soldaat in de Frans-Pruisische Oorlog. De molen is in 1968 gerestaureerd en nogmaals in 1991 en 1992 voor wat betreft het technische gedeelte.

    Archieven

    Kadaster 1832

    Bredevoort B121
    Gerrit Willem Heusinkveld
    molenaar te Bredevoort
    25 m² korenmolen

    Adresboek 1934

    Landstraat 32

    Molen

    Adresboek 1967

    Landstraat 34

    Pakhuis

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.B-2085
    FunctieMolen
    Bouwjaar1870
    Restauratie1968, 1991/1992
    MonumentRijksmonument
  • Molen De Eendracht / van Gaans

    Molen De Eendracht / van Gaans

    Varsseveldsestraatweg 31, Aalten (verdwenen)

    In 1845 verrees aan de toenmalige Melkertsweg (nu Varsseveldsestraatweg) in Aalten een achtkante houten beltmolen met de naam De Eendracht. De molen diende zowel als koren- als houtzaagmolen en groeide later uit tot de zagerij van W.A. (Wim) van Gaans. In 1967 was het grootste deel van de molen verdwenen.

    Op 26 maart 1844 besprak de gemeenteraad het verzoek van timmerman J.B. van Eerden aan Z.M. Koning Willem II “tot de oprigting eenen KoornWindmolen in den zoogenaamde Aaltensche Esch aan de melkertsweg bij het dorp”. Er lag een bezwaarschrift van E. Roerdink c.s., eigenaren van de Oude Molen aan de Koningsweg, dat stelde dat er geen behoefte was aan nog een molen en dat hun inkomsten zouden dalen. De raad achtte het laatste argument aannemelijk, maar het eerste niet, en verleende de vergunning.

    In 1845 kwam De Eendracht gereed als houtzaag- en korenmolen. Later kreeg de molen het huisnummer B 207 in de serie huisnummers van de Hogestraat. Via een pad naar boven, later bekend als ‘het pad van Gaans’ kon men de Varsseveldsestraatweg bereiken.

    In 1934 kreeg de molen het officiële adres Varsseveldscheweg 31. In 1967 stond ter plaatse de zagerij van Wilhelmus Antonius (Wim) van Gaans. In de loods van de zagerij was nog een opgemetseld deel van het achtkant van de onderbouw zichtbaar.


    Huisnummering

    1838185018601870188018901900191019341967
    140158A203B207Varsseveldschestraat 31

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.K-1626
    FunctieMolen
    Bouwjaar1845
    Sloopca. 1967 (?)

    Bronnen


  • Molen van Brunsveld

    Molen van Brunsveld

    Dinxperlosestraatweg 108, IJzerlo (verdwenen)

    Beschrijving

    In 1856 werd door Harmen Jan Huisstede een stuk grond gekocht van Wessel Veerbeek. Huisstede bouwde op dit stuk grond een achtkantige molen van het type grondzeiler. De wieken gingen dus vlak langs de grond en ongelukken zouden dan ook niet uitblijven. Eén van de eerste molenaars was Hendrik Jan te Kotte. Na zijn dood werd de molen in 1887 verkocht aan Jan Teube Westerveld.

    Antoon Brunsveld

    Kort daarna raakte de molen in onbruik. Op 8 september 1891 werd de molen verkocht aan Antoon Brunsveld. Brunsveld kwam van de Kruisberg bij Doetinchem en had het molenaarsvak geleerd bij de Benninkmolen in IJzevoorde en op de molen in Doetinchem. Later werkte hij ook nog bij de Kempermolen in Breedenbroek. Deze molens bestaan allemaal nog.

    Aanvankelijk bleef hij als een forens in Doetinchem wonen. De weg naar IJzerlo werd lopend op de klompen afgelegd. Maar op de zondag moest hij terug zijn in Doetinchem, om daar zijn kerkbezoek af te leggen.

    Buurtsuper

    In 1893 trouwde hij met Gesina Johanna Pennings van Thijs en toen gingen ze bij de molen wonen. Zijn schoonvader had daar een woning voor hen laten neerzetten. Antoon begon nu ook brood te bakken en in de molen werden ook rookwaren en andere producten verkocht. Dit vormde de grondslag voor de huidige buurtsuper Brunsveld, één van de laatste buurtwinkels in de Achterhoek.

    Sloop

    In oktober 1924 is de molen onttakeld. Het bedrijf Brunsveld & Zonen werd verder door stoom aangedreven. De sloopvergunning werd in 1965 afgegeven, maar pas in 1979 werd het restant van de molen gesloopt.

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.S-384
    FunctieMolen
    Bouwjaar1856
    Sloop1979
  • Sint Bernardus

    Sint Bernardus

    ’t Zand 23, v/h ’t Zand 15, Bredevoort

    Huize Sint Bernardus is een karakteristiek pand aan ’t Zand, het centrale plein van Bredevoort. Het gebouw kent een rijke geschiedenis, waarin het dienstdeed als woonhuis, sanatorium en rusthuis.

    Het pand werd oorspronkelijk gebouwd in opdracht van Jan Satink, luitenant-kolonel in het Staatse leger, Regiment Nationalen. Het verrees op de plek waar ooit de voorburcht van het kasteel Bredevoort heeft gestaan. In 1800 kwam het huis door vererving in bezit van de familie Roelvink. Arnoldus Florentinus Roelvink, telg uit deze familie, was vanaf 1813 burgemeester van Bredevoort.

    In 1897 werd het pand gekocht door pastoor Bernardus Mulders. De pastoor was een bemiddeld man en verwierf het voormalige rentmeestershuis uit eigen middelen. Zijn doel was, zo schreef hij: “zijn arme kinderen” katholiek onderwijs aanbieden. Omdat katholieke scholen in die tijd geld kostten, bedacht hij een slimme oplossing: hij haalde nonnen naar Bredevoort die in het rentmeestershuis een klooster en een sanatorium vestigden. Zusters waren goedkoop, want zij ontvingen geen loon; zij hadden immers hun leven aan God gewijd.

    Onder beheer van de Zusters Franciscanessen van Thuine werd het ‘R.K. Sanatorium St. Bernardus Gesticht’ opgericht. Het klooster-sanatorium noemde hij naar zijn eigen patroonsheilige, Sint Bernardus van Clairvaux. Met de winst van het sanatorium begon de pastoor een lagere school: de Sint Joannesschool.

    Het sanatorium was bedoeld voor welgestelde patiënten want de verpleegkosten waren hoog: variërend van f 1,50 tot f 2,20 per dag. Voor medische kosten en apotheek werd 10 gulden per maand in rekening gebracht. Patiënten uit de zogenoemde tweede klasse betaalden f 7,50.

    Vanaf 1907 kwamen mensen uit het hele land naar Bredevoort om in het sanatorium te herstellen. Zij verbleven er vaak maandenlang. Overdag lagen zij in bed in een lighal, ook in de winter; helemaal ingepakt. In de tuin van Sint Bernardus, nu het Vestingpark, stonden minstens tien van deze lighallen met hun open zijde naar de zon gericht. Twee daarvan zijn bewaard gebleven en hebben de status van rijksmonument.

    Het sanatorium bleef in gebruik tot 1933. Daarna werd het pand herbestemd tot bejaardentehuis. In 1938 werden de zusters van Thuine opgevolgd door de zusters van St. Jozef uit Amersfoort. De laatste zusters vertrokken in 1985 uit Bredevoort.

    In 1988 volgde een grootschalige renovatie en uitbreiding van het gebouw door Stichting Verzorgingstehuis St. Bernardus. Het bejaardentehuis verhuisde uiteindelijk in 2008 naar het nieuwgebouwde Ambthuis.

    Sinds 2020 heeft het pand een nieuwe bestemming: het is in gebruik als boutique hotel & brasserie de Heerlyckheid.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832B-209
    B-208
    Arnoldus Florentinus Roelvink,
    burgemeester van Aalten en
    Bredevoort te Bredevoort
    550 m² huis & erf
    220 m² huis & erf
    1877B-397
    B-380
    Bernard Andries Roelvink,
    griffier bij het kantongerigt
    235 m² huis & erf
    552 m² huis & erf
    1887B-588
    B-589
    Leonard Roelvink, burgemeester240 m² huis & erf
    280 m² koetshuis, keuken, stalling & erf
    1898B-588
    B-589
    Hermann Schepers, schoenmaker240 m² huis & erf
    280 m² koetshuis, keuken, stalling & erf
    1901B-734R.C. kerk van Bredevoort21.023 m² huis, schuren, erf & tuin
    1909B-792R.C. kerk van Bredevoort13.373 m² huis, ziekenhuis,
    schuur & tuin
    1952B-979R.C. kerk van Bredevoort13.538 m² huis, stal,
    ziekenhuis & tuin
    1988B-1265St. Verzorgingshuis Sint Bernardus2.760 m² “BWT”

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.B-1963
    FunctieWoonhuis,
    Sanatorium,
    Rusthuis,
    Horeca
    Bouwjaar1764
    MonumentGemeentelijk
    monument

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1850

    Bredevoort 45

    Arnoldus Florentinus Roelvink (Borculo, 23-12-1789), burgemeester
    Elzabé Maria Theodora ten Cate (Neede, 21 juli 1798)

    Bredevoort 46

    Theodora Sophia Roelvink (Bredevoort, 09-11-1760)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Bredevoort 77

    Arnoldus Florentinus Roelvink (Borculo, 23-12-1789), burgemeester
    Elzabé Maria Theodora ten Cate (Neede, 21 juli 1798)

    Bredevoort 78

    Theodora Sophia Roelvink (Bredevoort, 09-11-1760)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Bredevoort 77

    Arnoldus Florentinus Roelvink (Borculo, 23-12-1789), burgemeester
    Elzabe Maria Theodora ten Cate (Neede, 21 juli 1798)

    Bredevoort 78

    Theodora Sophia Roelvink (Bredevoort, 09-11-1760)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Bredevoort 77

    Elzabe Maria Theodora ten Cate (Neede, 21 juli 1798)

    Bredevoort 78

    ?

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Bredevoort 84

    Elzabe Maria Theodora ten Cate (Neede, 21 juli 1798)

    Bredevoort 85

    Leonard Roelvink (Bredevoort, 30-04-1833), burgemeester
    Christina Paschen (Winterswijk, 27-03-1848)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Bredevoort 101

    Elzabe Maria Theodora ten Cate (Neede, 21 juli 1798)

    Bredevoort 102

    Leonard Roelvink (Bredevoort, 30-04-1833), burgemeester
    Christina Paschen (Winterswijk, 27-03-1848)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Bredevoort 85a

    Heinrich Nuijken (Gahlen/D, 11-09-1833)
    Anna Velthacke (Vreden/D, 16-05-1834)

    Bredevoort 85

    Christina Paschen (Winterswijk, 27-03-1848)

    Volgende bewoners:

    Hermann Schepers (Weseke/D, 17-08-1828), schoenmaker
    Elisabeth Dieckmann (Alpen/D, 24-12-1840)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Bredevoort 83a

    Heinrich Nuijken (Gahlen/D, 11-09-1833)
    Anna Velthacke (Vreden/D, 16-05-1834)

    Volgende bewoners:

    Catharina Niemeijer (Salzbergen/D, 28-11-1856)

    Nu volgt een lange lijst van ziekenzusters en onderwijzeressen.

    Vervolg bewonerslijst:

    Bredevoort 83a > 084

    Nog meer (o.a.) pleegzusters, onderwijzeressen, liefdezusters, maar ook verpleegden.

    Bredevoort 83 > 85

    Hermann Schepers (Weseke/D, 17-08-1828), schoenmaker
    Elisabeth Dieckmann (Alpen/D, 24-12-1840)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Bredevoort 84 > 60

    ?

    Bredevoort 85 > 61

    Hermann Schepers (Weseke/D, 17-08-1828), schoenmaker
    Elisabeth Dieckmann (Alpen/D, 24-12-1840)

    Adresboek 1934

    Bredevoort 60 > ’t Zand 15

    St. Bernardus gesticht

    Adresboek 1967

    ’t Zand 23

    St. Bernardus Gesticht

  • Feestgebouw

    Feestgebouw

    Polstraat 7, Aalten (verdwenen)

    Beschrijving

    Het Feestgebouw in Aalten stond op de plek waar tegenwoordig de parkeerplaats is van De Hofnar, voorheen activiteitencentrum De Pol.

    In 1906 vonden de arbeidersbeweging, onder anderen vertegenwoordigd door de heren Joh. Obrink en G.J. Winkelhorst, en de schuttersvereniging ‘Eendracht Maakt Macht’ elkaar in een groots en gedurfd plan tot oprichting van de ‘N.V. Feestgebouw’.

    Prominente plaats in de gemeenschap

    Financiële middelen vond men door het uitgeven van aandelen. Er werden 750 aandelen van elk 10 gulden uitgegeven. Op deze manier kwam er 7500 gulden binnen. Voor die tijd een flink bedrag. De ‘rijkeren’ onder de Aaltense bevolking kochten een vel met liefst tien aandelen, een zogenaamd ’talon’ (coupon of dividendblad van aandelen). Deze kon men later verzilveren. Er zijn aandeelhouders geweest die dit niet hebben gedaan. Het bedrag werd als het ware geschonken om de bouw van het feestgebouw mogelijk te maken.

    Nog in datzelfde jaar kwam het plan van de grond en medeoprichter Theodoor Driessen werd de eerste president. Het indrukwekkende grote gebouw, zeker in verhouding tot een kleine plaats als Aalten toen was, paste geheel in die tijd. Het ontwerp kwam van architect J.J. Post uit Winterswijk. September 1907 nam men het gebouw in gebruik. Het zou het bijna zeventig jaar lang een prominente plaats innemen in de Aaltense gemeenschap.

    Onderdak voor Franse vluchtelingen

    Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog kwam er vanuit Noord-Frankrijk een vluchtelingengolf op gang van voornamelijk Franse, maar ook Belgische burgers. Op 26 oktober 1918 ontving de burgemeester van Aalten bericht dat in zijn gemeente, evenals in andere plaatsen in Gelderland, een groot aantal vluchtelingen moest worden ondergebracht.

    Besloten werd dat de mannen in gebouw ‘Elim’ en de vrouwen en kinderen in het Feestgebouw zouden worden ondergebracht. Voorts werden de nodige maatregelen getroffen, om de vluchtelingen van eten en drinken te voorzien. Het Feestgebouw werd voor de gelegenheid omgedoopt in ‘Salle Maréchal Foch‘, naar Frankrijk’s befaamde opperbevelhebber.

    Films en muziek

    Vroeger werd er kermis gehouden achter het Feestgebouw. In de jaren dertig van de vorige eeuw werden er al films vertoond in het Feestgebouw. Dit was toen niet zonder gevaar. Het filmmateriaal bestond uit nitrocellulose, een zeer brandbaar materiaal. Bij de vertoning van films waren daarom altijd een aantal brandweerlieden aanwezig in het Feestgebouw.

    Het Feestbouw was ooit ook de poptempel van Aalten. Vanaf de jaren zestig werden er in het Feestgebouw vele legendarische concerten georganiseerd door onder andere Fly In, Nirwana en Attica. Bands als Earth Wind and Fire, Herman Brood en His Wild Romance, Kayak en de popgroep Normaal hebben er opgetreden.

    Het Feestgebouw werd in 1977 gesloopt, om plaats te maken voor activiteitencentrum De Pol, inmiddels omgedoopt in De Hofnar.

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-7862
    FunctieFeestgebouw
    Bouwjaar1907
    Sloop1977

    Foto’s

    Krantenberichten

    Feestgebouw Aalten - Aaltensche Courant, 31-01-1903
    Aaltensche Courant, 31 januari 1903
    Feestgebouw Aalten - Aaltensche Courant, 09-12-1905
    Aaltensche Courant, 9 december 1905
    Feestgebouw Aalten - Nieuwe Winterswijksche Courant, 24-03-1906
    Nieuwe Winterswijksche Courant, 24 maart 1906
    Feestgebouw Aalten - Aaltensche Courant, 13-07-1907
    Aaltensche Courant, 13 juli 1907
  • Westerkerk

    Westerkerk

    Hogestraat 52, Aalten

    De Westerkerk in Aalten werd in 1891 gebouwd, enkele jaren na de Doleantie van 1886. Het gebouw diende als gereformeerde kerk en stond bekend als Kerk B, terwijl de Oosterkerk de naam Kerk A kreeg. De kerk is ontworpen door architect H. van der Brand, die er een zogeheten schuurkerk van maakte: een eenvoudig, functioneel kerkgebouw.

    In 1928 werd aan de straatzijde een portaal toegevoegd, omdat de ruimte in de kerk onvoldoende was. De kerk is gebouwd in neoclassicistische stijl, met in de voorgevel diverse rondboogvensters. Op het dak staat een kleine torenspits.

    Oorlogsjaren

    Op 30 januari 1944 hielden Duitse SS’ers een razzia in twee Aaltense kerken, waaronder de Westerkerk. De bezetters wisten dat kerkdiensten druk bezocht werden, ook door jonge mannen en onderduikers die zich onttrokken aan de arbeidsinzet of niet terugkeerden van verlof. Meer dan veertig mannen werden hierbij opgepakt.

    Latere geschiedenis

    In 1999 werd de Westerkerk verkocht aan de Euregio Christengemeente Euregio Christengemeente Aalten-Bocholt, die het gebouw sindsdien in gebruik heeft. De Westerkerk is aangewezen als gemeentelijk monument.

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.K-2605
    FunctieKerk
    Bouwjaar1891
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • Villa Zonneheuvel

    Villa Zonneheuvel

    Bredevoortsestraatweg 56, Aalten (verdwenen)

    De statige villa ‘Zonneheuvel’ in Aalten was decennialang het karakteristieke woonhuis van burgemeester Monnik (1879-1951), die van 1910 tot 1945 burgemeester van de gemeente Aalten was. De villa werd circa 1911 gebouwd en in 1968 afgebroken.

    In 1910 werd Monnik benoemd tot burgemeester, een functie die hij 35 jaar vervulde. Het gezin Monnik woonde in villa Zonneheuvel aan de Bredevoortsestraatweg. Voor de woning liep de tramlijn van de G.W.S.M. (Lichtenvoorde–Bredevoort–Aalten–Bocholt).

    De villa stond op een ruim terrein. Bij zijn afscheid als burgemeester bepaalde Monnik dat deze gronden ter beschikking moesten worden gesteld aan de Aaltense bevolking. Zo werd er kort na de oorlog een gezondheidscentrum gebouwd met badhuis.

    In 1957 kwam de woning in eigendom van de stichting ‘Protestants-Christelijk Verpleeghuis Aalten’, met de bepaling dat de weduwe Monnik er tot het eind van haar leven mocht blijven wonen. Na haar overlijden in 1963 ging men aan de slag met plannen om er een verpleeghuis te vestigen. De provincie gaf hiervoor echter geen toestemming omdat er al verpleeghuizen waren in Varsseveld en Winterswijk.

    In 1969 besloot men een overdekt zwembad op het terrein te realiseren. In 1972 opende het zwembad onder de naam ‘Zonneheuvel’.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1912I-5493Adriaan Johannes Willem Monnik, burgemeester5.600 m² huis, schuur & tuin
    1934I-6478Adriaan Johannes Willem Monnik, burgemeester6.150 m² huis, schuur & tuin
    1957I-8087Stichting “Protestants-Christelijk Verpleeghuis Aalten”3.413 m² huis, tuin
    1972I-8087de Gemeente Aalten3.413 m² bouwterrein, zwembad, erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten 403/1 > C437

    Adriaan Johannes Willem Monnik (Vorden, 19-11-1879), burgemeester
    Louise Wilhelmina de Waal Malefijt (17-08-1881)

    Adresboek 1934

    Aalten C437 > Bredevoortschestraat 56

    A.J.W. Monnik

    Adresboek 1967

    Bredevoortsestraatweg 56

    H.W. Dondergoor

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-11910
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaarca. 1911
    Sloop1968

    Bronnen


  • Vinkenburg

    Vinkenburg

    Misterstraat 44, Bredevoort

    Beschrijving

    Het huis werd gebouwd in de zogenaamde um 1800-bouwstijl in opdracht van August Sevink. Hij was een zoon van Herman Albert Sevink uit Warnsveld, en Catherina Poulina van Eijck, dochter van textielfabrikant Van Eijck. Daarmee is het huis een zichtbaar onderdeel van de sociaal economische textielgeschiedenis van Bredevoort.

    Het huis heeft aan de voorzijde opvallende ramen die met een katrolsysteem te openen zijn. Zo kon men niet zoals bij “gewone huizen” uit het raam hangen, dat vond men ordinair. Ook nog aanwezig is het originele belsysteem waarmee dienstbodes opgeroepen konden worden. Boven de ingang van het huis is in glas in lood het wapen van Rotterdam aangebracht, dit verwijst naar de Rotterdamse wortels van Henriette van der Meulen, waarmee August Sevink in 1915 trouwde.

    Piet en Fenny de Heus werden in 2004 eigenaar van het pand, en hebben het bijna volledig in eigen beheer het pand in oude stijl teruggebracht, inclusief het behang, en wonnen daarmee in 2008 de monumentenprijs van de gemeente Aalten.

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Bredevoort 190/3 > 181

    Augustinus Josephus Marie Sevink (Bredevoort, 03-01-1887), fabrikant
    Hendrina Marie van der Meulen (Rotterdam, 01-07-1892)

    Zij vertrekken in mei 1922 naar Bocholt.

    Volgende bewoners:

    Bredevoort 181

    Gerhard Willem Schreurs (Kotten, 02-11-1883), boomkweeker
    Bertha Geertruida Stegeman (Winterswijk, 23-02-1887)

    Adresboek 1934

    Bredevoort 181 > Winterswijkschestraat 44

    G.W. Schreurs

    Adresboek 1967

    Misterstraat 44

    G.W. Schreurs
    B.J.H. te Veele

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.O-643
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1915
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • Beekhuize

    Beekhuize

    Dijkstraat 14, Aalten

    Beschrijving

    Villa Beekhuize herinnert aan de bloeiperiode van de textielnijverheid in het dorp Aalten.

    Textielfabrikant Anton Driessen woonde sinds zijn komst in Aalten aanvankelijk bij Meijerink in de Kerkstraat. Later kocht hij een pand aan de Landstraat. In 1833 wilde Anton Driessen een nieuw woonhuis bouwen. Hij had daartoe aan het einde van de Landstraat – de tegenwoordige Dijkstraat – van de erven Degenaar een huis gekocht. Hij wilde dat huis afbreken en op die plaats een nieuw modern huis bouwen met pakhuis, schuur en stalling. Daarvoor had hij echter meer ruimte nodig dan de bestaande huisplaats bood. Anton Driessen diende vervolgens een plan in bij het gemeentebestuur.

    Voor dit plan moest zowel de beek als de straat worden verlegd. Bovendien moest er een nieuwe brug komen. Omdat de palen van de oude brug bijna waren vergaan, was de bouw van de nieuwe brug niet alleen hoogst noodzakelijk maar de verplaatsing volgens Driessen ook minder kostbaar. Naast de verlegging van de beek en de bouw van een nieuwe brug had Driessen voor zijn plannen ook grond nodig. Hij ruilde daartoe een stuk grond met de gemeente. De onderhandelingen over bovengenoemde zaken duurden enige jaren. In maart 1835 ging de bouw van start.

    Behalve Anton Driessen bouwde ook zijn neef Heinrich een huis aan de toenmalige Landstraat. Heinrich Driessen plaatste meer richting centrum een royaal woonhuis, waarvoor zijn oudste zoon Theodoor op 29 juni 1837 de eerste steen legde. Sindsdien werd er in de volksmond gesproken over ‘d’n veursten’ en ‘d’n achtersten Dreessen’.

    Archieven

    Kadaster 1832

    Aalten I1231
    Jan Berend Lohuis
    199 m² huis en erf

    Aalten I1233
    Jan Berend Lohuis
    2250 m² tuin

    Bewoners

    1813

    Aalten 37

    Johannes Degenaar (Aalten, 25-10-1779), wever zoon
    Evert Degenaar (Aalten, 10-05-1744), wever vader

    1 man
    1 vrouw
    1 vader
    3 jongens

    Bevolkingsregister 1823-1837

    Aalten 37

    Hendrika Luijten (Aalten, 16-09-1784), wed. Johannes Degenaar

    Volgende bewoners:

    Aalten 37

    Johannes Bernardus Antonius Driessen (Bocholt, 05-12-1797 – Aalten, 07-03-1879)
    Isabella Lodewika Antoinetta Dees (Bocholt, 04-11-1800 – Aalten, 15-12-1879)

    Bevolkingsregister 1838-1851

    Aalten 35

    Johannes Bernardus Antonius Driessen (Bocholt, 05-12-1797 – Aalten, 07-03-1879)
    Isabella Lodewika Antoinetta Dees (Bocholt, 04-11-1800 – Aalten, 15-12-1879)

    Bevolkingsregister 1850-1861

    “Landstraat”

    Aalten 35

    Johan Bernard Anton Driessen (Bocholt, 05-12-1797 – Aalten, 07-03-1879)
    Isabella Lodewika Antonetta Dees (Bocholt, 04-11-1800 – Aalten, 15-12-1879)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 35

    Joh. Bernard Anton Driessen (Bocholt, 05-12-1797 – Aalten, 07-03-1879)
    Isabella Lodewika Antonetta Dees (Zutphen, 04-11-1800 – Aalten, 15-12-1879)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 54

    Johan Bernard Anton Driessen (Bocholt, 05-12-1797 – Aalten, 07-03-1879)
    Isabella Lodewika Antonetta Dees (Zutphen, 04-11-1800 – Aalten, 15-12-1879)

    Volgende (hoofd)bewoner:

    Helena Dorothea Elisabeth Driessen (Aalten, 09-06-1840 – Aalten, 21-04-1918)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 57

    Helena Dorothea Elisabeth Driessen (Aalten, 09-06-1840 – Aalten, 21-04-1918)

    Volgende bewoners:

    Johannes Henricus Lambertus van den Hurck (Den Bosch, 14-11-1840), kantoorbediende
    Wilhelmina Philomena Maria Kroes (Den Bosch, 30-07-1844)

    Volgende (hoofd)bewoner:

    Helena Dorothea Elisabeth Driessen (Aalten, 09-06-1840 – Aalten, 21-04-1918), wed. Johannes Antonius van Basten Batenburg

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 57

    Helena Dorothea Elisabeth Driessen (Aalten, 09-06-1840 – Aalten, 21-04-1918)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten A79 > A23

    Helena Dorothea Elisabeth Driessen (Aalten, 09-06-1840 – Aalten, 21-04-1918)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten A23

    Helena Dorothea Elisabeth Driessen (Aalten, 09-06-1840 – Aalten, 21-04-1918)

    Volgende bewoonster:

    Aalten A23 > A9

    Maria Petronella Johanna Koster (Epe, 21-11-1881)

    Adresboek 1934

    Aalten A8/1 > Dijkstraat 14

    H.J.A.M. Driessen

    Adresboek 1967

    Dijkstraat 14

    H.J.A.M. Driessen

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-11032
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1835
    MonumentRijksmonument

    Bronnen

  • Ds. Stegemanschool

    Ds. Stegemanschool

    Varsseveldsestraatweg 7, Aalten (verdwenen)

    De Ds. Stegemanschool werd in 1922 opgericht en heette aanvankelijk Nederlands Hervormde school. In 1955 werd de school vernoemd naar Ds. J.D. Stegeman. De school werd gesloopt in december 2005. Tegenwoordig staat hier woonzorgcentrum Stegemanhof.


    Archieven

    Adresboek 1934

    Aalten B267 > Varsseveldschestraat 7

    Ned. Herv. School

    Adresboek 1967

    Varsseveldsestraatweg 7

    Ds. Stegemanschool

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-12892/12893
    FunctieBasisschool
    Bouwjaar1922
    Sloop2005
  • Christiaan Casper Stumph

    Christiaan Casper Stumph

    Burgemeester (1811-1818)

    Christiaan Caspar Stumph werd te Aalten gedoopt op 14 februari 1745, als zoon van Abraham Stumph en Elisabeth Ovink. Op 12 november 1780 trouwde hij met Jeanne Lesturgeon. Zij kregen ten minste één kind, Abraham Antoni. Deze zoon verdronk op 34-jarige leeftijd in de Slingebeek. In de volksmond zei men dat zijn dood met liefdesverdriet te maken had.

    In 1795 werd Stumph beschuldigd van de aanval op Ten Holte en gevangengezet. Een maand later werd hij vrijgelaten omdat zijn schuld niet bewezen was.

    Stumph was goed bevriend met de Freule van Dorth die in 1799 te Winterswijk werd geëxecuteerd. Zeven uur voor haar dood schreef ze hem een brief: “Mijn Waarde Vriend Ik bedank uw zeer voor alle Vriendelijkheid aan mijn bewezen in dit leven. Ik schrijf [deeze] om 4 uuren, dus 7 uuren voordat mij het [leven], door een kogel zal benomen worden. De reijs van Groenlo etc. is oorzaak van mijn Dood. Ik vind in dezelve een verzoend God, troost mijn Ongelukkige Broeder die mij tot in de Dood benauwd. Weest zo goed en zegt een Eeuwig Vaarwel aan alle mijn bekenden. J.M.C.J. van Dorth.

    De eerste burgemeester van Aalten

    Na de inlijving van ons land bij Frankrijk op 10 juli 1810 werd naar Frans model de gehele bestuursmacht gewijzigd en gecentraliseerd. Er kwam een departementale organisatie met aan het hoofd van de departementen een prefect, aan het hoofd van de arrondissementen een sous-prefect en aan het hoofd van de gemeenten een maire (burgemeester).

    Op 12 maart 1811 werd Christiaan Caspar Stumph aangesteld tot maire van het Canton Aalten. Men beschouwt hem daarom als eerste burgemeester van de gemeente Aalten. Hij behield deze functie tot 1 januari 1818 toen een nieuwe bestuursregeling tot stand kwam.

    Stumph woonde op het Smees. Hij was rentenier en organist te Aalten, een integer man met vele verheven doelstellingen. Op 14 mei 1819 trouwde hij te Aalten op een leeftijd van 74 jaar met de 30-jarige Caatjen Weversborg. Voor zover bekend bleef hun huwelijk kinderloos.

    Christiaan Casper Stumph was een man die graag pogingen deed een eind te maken aan bestaande misstanden. Eén van zijn grootste ergernissen was het begraven in de kerk of op het kerkhof binnen het dorp. Inderdaad leidde dit vaak tot onvoorstelbare toestanden. Meerdere malen ontstonden in de kerk verzakkingen in de vloer en bleven de eigenaren van deze graven, wat het herstel betreft, in gebreke. Wekenlang was er dan in de banken bij het betreffende gat niet te verkeren. Er kwam dan ook een regeling tot stand waarbij men bepaalde dat de kerkmeesters, in geval van nalatigheid, de nodige herstelwerkzaamheden mochten aanbesteden waarbij de betreffende plaats aan de kerk verviel.

    Grafheuvel op het Smees

    Ook op de begraafplaats rond de kerk was de toestand vaak slecht. Doordat lange tijd niet op “genoegsame” diepte begraven was kwamen regelmatig beenderen aan de oppervlakte. Een beenderoplezer verzamelde, voor twee schepel rogge per jaar, deze beenderen van tijd tot tijd en wierp ze in de “Beenhalle”, een huisje op het kerkhof aan de Markt-kant. Werd de voorraad te groot dan ruimde men deze op en maakte de muren schoon en herstelde deze waar nodig.

    Met het verbeteren van de maatschappelijke toestand en de hogere eisen op het gebied van de hygiëne kwamen op dit terrein ook langzaam maar zeker veranderingen, o.a. de verplichting de graven voldoende diep te maken. Een wet om het begraven binnen stad en dorp te verbieden kon, in navolging van het buitenland, in ons land nog geen genade vinden. Tot de grote stap, te breken met alle tradities en de doden, vér buiten het dorp “zo maar ergens in de grond” achter te laten, kon men hier niet komen.

    Stumph was voorstander van het begraven buiten het dorp, hij besloot in één der Smeesweiden een “Buitenbegraafplaats” te laten vervaardigen. In 1818 werd de stichtingsakte en wilsbeschikking opgesteld. Christiaan Casper Stumph overleed op 6 januari 1820. Volgens zijn laatste wens werd hij begraven op het oude Smees. Deze plek is tegenwoordig nog steeds herkenbaar als grafheuvel, gelegen aan het Nannielaantje.

    Burgemeester Stumph werd opgevolgd door mr. Arnoldus Florentinus Roelvink.

    Leestip


    ‘Van Maire Stumph tot Burgemeester Stapelkamp’, door Leo van der Linde

  • Hotel De Roskam

    Hotel De Roskam

    Landstraat 13-15, Aalten

    Het pand aan de Landstraat 13-15 in Aalten kent een rijk horecaverleden: al in 1823 werd het vermeld als logement De Roskam. In datzelfde jaar stond Evert van Eerden er geregistreerd als kastelein. Na het overlijden van zijn ouders in 1837 en 1839 nam zoon Abraham van Eerden het stokje over.

    Volgens een lijst van 1850-’60 overnachtten in De Roskam veel zakenmensen. Vaste passanten waren bijvoorbeeld de Zwolse azijnfabrikant Schaapman uit Zwolle en meelfabrikant Van der Lande uit Deventer. Ook Duitse zakenlieden kenden het adres.

    In 1870 nam Pieter Oosthout uit Rotterdam het logement over. Deze bleef echter niet lang, want in 1876 wordt De Roskam overgenomen door Karel Gustaaf Avenarius. In een advertentie beveelt hij het logement “minzaam aan in de aandacht van het reizend publiek”.

    Voorderman

    Eind april 1890 vertrok Avenarius en vestigde zich hier Martinus Voorderman uit Brummen.

    Hotel De Roskam, vanaf dan ook wel kortweg ‘Voorderman’ genoemd, was een plek waar niet alleen overnacht en vergaderd werd. Er werd ook goed geborreld. Vooral met de Meimarkt, de Kermis en de Sint-Nicolaasmarkt op 6 december was het er erg vol. De veemarkt in Aalten werd destijds gehouden tot één uur in de middag, waarna de boeren naar Voorderman gingen. ’s Middags gingen de jongelui naar de warenmarkt. Op alle hoeken in de cafés klonk muziek. De jongens trokken in groepen langs de kramen, evenals de meisjes en men probeerde tot elkaar te komen voor afspraakjes.

    Wie voor de Meimarkt of Kermis al een afspraakje had weten te maken om er samen naar toe te gaan, had “d’n schadden al dreuge”. Op de markt deden ook de kwakzalvers en kiezentrekkers goede zaken. De meisjes die geen aanzoek hadden gekregen trokken alleen huiswaarts. Een verstokte vrijgezel en een late feestganger wipten dan nog even bij Voorderman binnen.

    In september 1891 werd in Aalten een Landbouwtentoonstelling gehouden. In Hotel De Roskam konden de aanwezigen deelnemen aan een open tafel à ƒ 2,25 per couvert, inclusief een halve fles wijn. De Roskam was naast hotel ook een stalhouderij. In 1919 verscheen een advertentie waarin de mogelijkheid tot het stallen van paarden werd aangeboden.

    Einde van Hotel De Roskam

    Martinus Voorderman overleed in 1912. In april 1919 verkocht zijn weduwe de volledige hotel-inventaris, inboedel en stalhouderij. De veranda werd in mei van datzelfde jaar gesloopt en het pand werd verbouwd tot twee winkelhuizen: Landstraat 13 en 15.

    Op nummer 13 vestigde zich vervolgens G.J.J. Degenaar met een drogisterij. In 1930 opende hij er tevens een lunchroom (modern woord!), ingericht als “Oud-Hollandsche taveerne”. Op de verdieping erboven werd het museum van de Oudheidkamer ondergebracht en de drogisterij kreeg zijn ingang aan de Hogestraatzijde. In 1934 werd de drogisterij overgenomen door C. van Nood. Begin jaren 70 werd het drogisterij Kwakkel en tegenwoordig is het een restaurant/pizzeria.

    Op nummer 15 vestigde zich B.A. Veldhuis, manufacturier. In 1933 vinden we er het delicatessenhuis van G.A. Wieland en in 1967 de delicatessenzaak van B. Buesink. Tegenwoordig is het deel van modezaak Klein Entink (Landstraat 17).

    Muurschilderingen

    In 1988 ontdekten Marianne Kiwitz en Martin Finkenflügel muurschilderingen op de eerste verdieping van het pand Landstraat 13 (destijds drogisterij Kwakkel). Bij het verwijderen van behang kwamen in meerdere kamers wandversieringen tevoorschijn, waaronder in de woonkamer aan de Landstraat twee prachtige en goed bewaarde natuurtaferelen. Deskundigen van het Museum Frerikshuus concludeerden dat de decoraties dateerden uit de tijd dat het pand een hotelfunctie had.

    De twee schilderingen in de woonkamer waren gesigneerd met “W.J. Rave”, en op één van de decoraties stond de toevoeging “Bred”. Dit wijst vermoedelijk op de schilder W.J. Rave uit Bredevoort, die Hotel De Roskam destijds van wandversieringen voorzag.


    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1395Evert van Eerden370 m² huis & erf
    1846I-1395Abraham van Eerden, logementhouder370 m² huis & erf
    1873I-1395Pieter Oosthout, logementhouder370 m² huis & erf
    1877I-1395Karel Gustaaf Avenarius, logementhouder370 m² huis & erf
    1884I-3882Karel Gustaaf Avenarius, logementhouder370 m² huis & erf
    1891I-3882Martinus Voorderman, logementhouder370 m² huis & erf
    1921I-5806
    I-5807
    Gerrit Jan Johannes Degenaar, schilder
    Gerhard Flint, manufacturier
    211 m² huis & erf
    159 m² huis & erf
    1934I-6629
    I-6628
    Gerrit Jan Johannes Degenaar, schilder
    Gerhard Flint, manufacturier
    220 m² huis & erf
    155 m² huis & erf
    1957I-8121
    I-8122
    Cornelis van Nood, drogist
    Bernard Buesink, kruidenier
    196 m² huis & erf
    141 m² huis & erf
    1982I-8121
    I-8122
    Jan Kwakkel, drogist
    vof “Firma Klein Entink”
    196 m² huis & erf
    141 m² huis & erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 126

    Evert van Eerden (Aalten, 11-05-1766), kastelein
    Barta Willemina Arentzen (Aalten, 26-05-1773)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 128

    Evert van Eerden (Aalten, 11-05-1766), kastelein
    Barta Willemina Arentzen (Aalten, 26-05-1773)

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Abraham van Eerden (Aalten, 17-12-1812), kastelein
    Johanna Willemina Lindenhovius (Aalten, 13-12-1819)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 128

    Abraham van Eerden (Aalten, 17-12-1812), logementhouder
    Johanna Willemina Lindenhovius (Aalten, 13-12-1819)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 128

    Abraham van Eerden (Aalten, 17-12-1812), logementhouder
    Johanna Willemina Lindenhovius (Aalten, 13-12-1819)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 152

    Abraham van Eerden (Aalten, 17-12-1812), logementhouder
    Johanna Willemina Lindenhovius (Aalten, 13-12-1819)

    Volgende bewoners:

    Pieter Oosthout (Bergen op Zoom, 02-08-1817), logementhouder
    Maria Cornelia Louisa Brederode (’s Heerenberg, 23-07-1832)

    Volgende bewoners:

    Aalten 152

    Karel Gustaaf Avenarius (Gendringen, 28-07-1838), logementhouder
    Anna Christina Ensink (Vorden, 17-05-1853)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 173

    Karel Gustaaf Avenarius (Gendringen, 28-07-1838), logementhouder
    Anna Christina Ensink (Vorden, 17-05-1853)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 169

    Karel Gustaaf Avenarius (Gendringen, 28-07-1838), logementhouder
    Anna Christina Ensink (Vorden, 17-05-1853)

    Volgende bewoners:

    Martinus Voorderman (Brummen, 27-03-1861), logementhouder
    Maria Johanna Zwiers (Zutphen, 10-01-1863)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten A194 > A240

    Martinus Voorderman (Brummen, 27-03-1861), hotelhouder
    Maria Johanna Zwiers (Zutphen, 10-01-1863)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten A240

    Martinus Voorderman (Brummen, 27-03-1861), hotelhouder
    Maria Johanna Zwiers (Zutphen, 10-01-1863)

    Volgende bewoners:

    Aalten A240 > B241

    Gerrit Jan Johannes Degenaar (Aalten, 04-01-1887), drogist
    (1) Hendrika Wiggers (Winterswijk, 14-01-1886)
    (2) Geziena Hendrika Hakstege (Radewijk, 17-03-1881)

    Aalten A240/1 > B242

    Bernardus Antonius Veldhuis (Tubbergen, 06-06-1896), manufacturier

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Aalten B241

    Gerrit Jan Johannes Degenaar (Aalten, 04-01-1887)
    Geziena Hendrika Hakstege (Radewijk, 17-03-1881)

    Aalten B242

    Bernardus Antonius Veldhuis (Tubbergen, 06-06-1896)

    Volgende bewoners:

    Gerhardus Antonius Wieland (Doetinchem, 27-12-1881)
    Wilhelmine Jacoba Anna Harmsen (Leuvenheim, 25-07-1879)

    Adresboek 1934

    Aalten B241 > Landstraat 13

    G.J.J. Degenaar

    Aalten B242 > Landstraat 15

    G.A. Wieland

    Adresboek 1967

    Landstraat 13

    C. van Nood

    Landstraat 15

    B. Buesink (Delicatessenhuis)

    Fouten voorbehouden. Heb je aanvullingen of correcties? Reageer dan onderaan deze pagina, bij voorkeur met bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-8121/11339
    FunctieHotel,
    Museum
    Winkels,
    Restaurant
    Bouwjaaronbekend
    Monumentnee

    Bronnen