Auteur: Oud Aalten

  • Wenninkmolen

    Wenninkmolen

    Gendringseweg 27, Lintelo

    Beschrijving

    De Wenninkmolen is een korenmolen in Lintelo, in 1860 gebouwd voor de familie Wennink, hetgeen de naam van de molen verklaart. De molen bleef tot 1920 in handen van deze familie. Sinds 1973 is de molen eigendom van de familie Nijland. In 1984 is de molen gerestaureerd. Op 27 december 2007 werd de molen overgedragen aan de Stichting tot Behoud van de Wenninkmolen te Lintelo.

    Omstreeks 1860 was er in Lintelo een soort wedstrijd om op twee plaatsen een molen te bouwen. H. Wennink won de race en had een klantenvoorsprong op wat later de ‘Moezemölle‘ werd genoemd. Wellicht is dat ook de reden dat de Wenninkmolen er nu nog staat en de andere niet. Wennink bleef tot 1890 eigenaar.

    Nadat de molen in de vorige eeuw vanuit particuliere handen overgegaan was naar de coöperatieve landbouwvereniging, kon er geïnvesteerd worden om makkelijker te werken: de molen kreeg een wiekenkruis met het systeem Van Bussel en een Ten Haveklep. Ook werden de koppels stenen van de steenzolder gehaald; molenmaker Kreeftenberg stelde een maalstoel onderin de molen op, met aandrijving vanaf het spoorwiel, zodat de molen ook op die plek de steen kon aandrijven. Op de horizontale maalas onder de molenstenen kwam een riemschijf voor aandrijving vanuit de machinekamer, waar een zuiggas- en later een elektromotor stonden. Door deze opstelling zijn er acht wielen tussen wieken en maalsteen. De kammen zijn steeds van hout; enkele wielen zelf zijn van gietijzer. Naast de stenen heeft de molen een graan- en een meelelevator.

    Op een metselsteen boven de kleine deur aan de noordzijde staat vermeld: E.F.A. 1860

    Bij de zeer zware storm van 3 april 1973 raakte het wiekenkruis in zodanige staat dat er niet langer sprake was van een maalvaardige molen. Het heeft even geduurd voordat men overging tot herstel: in 1984 werd een nieuwe binnenroede gestoken, speciaal bestemd voor de Ten-Haveklep

    Technische details

    De roeden van de molen hebben een lengte van 23,88 meter. De door Groot-Wesseldijk gemaakte binnenroe is een in 1984 gelaste, ijzeren roede, die voorzien is van het Van Busselsysteem met Ten Have-kleppen. De 23,88 m lange buitenroede is een ingekorte potroede en heeft Oudhollands hekwerk met zeilen. De molen heeft één koppel maalstenen op de begane grond. Dit omdat er in 1936 namelijk een machinekamer gebouwd werd voor een zuiggasmotor, welke later vervangen werd door een elektromotor.

    De 5 meter lange, gietijzeren bovenas is in 1867 gemaakt door ijzergieterij De Prins van Oranje te ’s Gravenhage en heeft nummer 500.

    Sinds 1980 is alleen de windkracht (door middel van enkele extra overbrengingen) weer de enige bron van aandrijving. Verder zijn er nog enkele andere werktuigen in de molen aanwezig. Vrijwillig molenaars stellen de molen regelmatig in bedrijf.

    Inmiddels is er geen motor meer aanwezig: het overgebleven koppel stenen op de begane grond wordt, net als luiwerk en mengketel, uitsluitend door de wind aangedreven.

    Eigenaren

    • H. Wennink (1860 – 1890)
    • H.W. Wennink (1890 – 1920)
    • G.J. Wisselink (1920 – 1948)
    • Coöp. Landbouwvereniging Aalten (1948 – 1973)
    • A. Nijland (1973 – 1996)
    • H. Nijland (1996 – 2007)
    • Stichting Vrienden van de Wenninkmolen te Lintelo (2007 – heden)

    Archieven

    Adresboek 1934

    Lintelo 146

    Molen

    Adresboek 1967

    Lintelo 146 > Gendringseweg 27

    Molen

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.G-5208/5327
    FunctieMolen
    Bouwjaar1860
    MonumentRijksmonument
  • Molen Prins van Oranje

    Molen Prins van Oranje

    Landstraat 32-34, Bredevoort

    Beschrijving

    De Prins van Oranje is een ronde stenen walkorenmolen met een met dakleer gedekte kap voor het malen van graan. De molen staat op een belt van 3,5 meter hoogte, maar daaronder zit ook nog het zes meter hoge Bastion Welgemoed dat ooit deel uitmaakte van de vestingwerken van Bredevoort.

    Omstreeks 1644/45 werd door de prins van Oranje, als heer van Bredevoort, toestemming verleend voor de bouw van een standerdmolen op het bastion Welgemoed. Nadat deze in 1869 afbrandde werd in 1870 op dezelfde plaats de huidige molen gebouwd. De bouw duurde langer dan gebruikelijk, omdat de Duitse metselaars moesten dienen als soldaat in de Frans-Pruisische Oorlog. De molen is in 1968 gerestaureerd en nogmaals in 1991 en 1992 voor wat betreft het technische gedeelte.

    Archieven

    Kadaster 1832

    Bredevoort B121
    Gerrit Willem Heusinkveld
    molenaar te Bredevoort
    25 m² korenmolen

    Adresboek 1934

    Landstraat 32

    Molen

    Adresboek 1967

    Landstraat 34

    Pakhuis

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.B-2085
    FunctieMolen
    Bouwjaar1870
    Restauratie1968, 1991/1992
    MonumentRijksmonument
  • Molen De Eendracht / van Gaans

    Molen De Eendracht / van Gaans

    Varsseveldsestraatweg 31, Aalten (verdwenen)

    Beschrijving

    Op 26 maart 1844 besprak de gemeenteraad een verzoek van timmerman J.B. van Eerden aan Z.M. Koning Willem II “tot de oprigting eenen KoornWindmolen in den zoogenaamde Aaltensche Esch aan de melkertsweg bij het dorp”. Er was een bezwaarschrift ontvangen van E. Roerdink c.s., eigenaren van de Oude Molen in de es aan de Koningsweg. Hierin werd gesteld, dat de ingezetenen geen behoefte hadden aan nog een molen en dat Roerdink en de zijnen minder inkomsten zouden genieten. De gemeenteraad vond het tweede argument aannemelijk, maar het eerste niet en besloot de vergunning te verlenen.

    In 1845 kwam de achtkante, houten beltmolen met de naam ‘De Eendracht’ gereed als houtzaag- en korenmolen. In latere tijd kreeg de molen het huisnummer B 207 in de serie huisnummers van de huizen aan de Hogestraat. Via een pad naar boven, later bekend als ‘het pad van Gaans’ kon men op de Varsseveldsestraatweg komen.

    In 1934 kreeg de molen het officiële adres Varsseveldscheweg 31. In 1967 was het grootste deel van de molen verdwenen en stond ter plaatse de zagerij van Wilhelmus Antonius (Wim) van Gaans. In de loods was toen nog een achtkant opgemetseld stuk van de molenonderbouw terug te vinden.

    Huisnummering

    1838185018601870188018901900191019341967
    140158A203B207Varsseveldschestraat 31

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.K-1626
    FunctieMolen
    Bouwjaar1845
    Sloopca. 1967 (?)

    Bronnen

  • Molen van Brunsveld

    Molen van Brunsveld

    Dinxperlosestraatweg 108, IJzerlo (verdwenen)

    Beschrijving

    In 1856 werd door Harmen Jan Huisstede een stuk grond gekocht van Wessel Veerbeek. Huisstede bouwde op dit stuk grond een achtkantige molen van het type grondzeiler. De wieken gingen dus vlak langs de grond en ongelukken zouden dan ook niet uitblijven. Eén van de eerste molenaars was Hendrik Jan te Kotte. Na zijn dood werd de molen in 1887 verkocht aan Jan Teube Westerveld.

    Antoon Brunsveld

    Kort daarna raakte de molen in onbruik. Op 8 september 1891 werd de molen verkocht aan Antoon Brunsveld. Brunsveld kwam van de Kruisberg bij Doetinchem en had het molenaarsvak geleerd bij de Benninkmolen in IJzevoorde en op de molen in Doetinchem. Later werkte hij ook nog bij de Kempermolen in Breedenbroek. Deze molens bestaan allemaal nog.

    Aanvankelijk bleef hij als een forens in Doetinchem wonen. De weg naar IJzerlo werd lopend op de klompen afgelegd. Maar op de zondag moest hij terug zijn in Doetinchem, om daar zijn kerkbezoek af te leggen.

    Buurtsuper

    In 1893 trouwde hij met Gesina Johanna Pennings van Thijs en toen gingen ze bij de molen wonen. Zijn schoonvader had daar een woning voor hen laten neerzetten. Antoon begon nu ook brood te bakken en in de molen werden ook rookwaren en andere producten verkocht. Dit vormde de grondslag voor de huidige buurtsuper Brunsveld, één van de laatste buurtwinkels in de Achterhoek.

    Sloop

    In oktober 1924 is de molen onttakeld. Het bedrijf Brunsveld & Zonen werd verder door stoom aangedreven. De sloopvergunning werd in 1965 afgegeven, maar pas in 1979 werd het restant van de molen gesloopt.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.S-384
    FunctieMolen
    Bouwjaar1856
    Sloop1979
  • Sint Bernardus

    Sint Bernardus

    ’t Zand 23, v/h ’t Zand 15, Bredevoort

    Huize Sint Bernardus is een karakteristiek pand aan ’t Zand, het centrale plein van Bredevoort. Het gebouw kent een rijke geschiedenis, waarin het dienstdeed als woonhuis, sanatorium en rusthuis.

    Het pand werd oorspronkelijk gebouwd in opdracht van Jan Satink, luitenant-kolonel in het Staatse leger, Regiment Nationalen. Het verrees op de plek waar ooit de voorburcht van het kasteel Bredevoort heeft gestaan. In 1800 kwam het huis door vererving in bezit van de familie Roelvink. Arnoldus Florentinus Roelvink, telg uit deze familie, was vanaf 1813 burgemeester van Bredevoort.

    In 1897 werd het pand gekocht door pastoor Bernardus Mulders. De pastoor was een bemiddeld man en verwierf het voormalige rentmeestershuis uit eigen middelen. Zijn doel was, zo schreef hij: “zijn arme kinderen” katholiek onderwijs aanbieden. Omdat katholieke scholen in die tijd geld kostten, bedacht hij een slimme oplossing: hij haalde nonnen naar Bredevoort die in het rentmeestershuis een klooster en een sanatorium vestigden. Zusters waren goedkoop, want zij ontvingen geen loon; zij hadden immers hun leven aan God gewijd.

    Onder beheer van de Zusters Franciscanessen van Thuine werd het ‘R.K. Sanatorium St. Bernardus Gesticht’ opgericht. Het klooster-sanatorium noemde hij naar zijn eigen patroonsheilige, Sint Bernardus van Clairvaux. Met de winst van het sanatorium begon de pastoor een lagere school: de Sint Joannesschool.

    Het sanatorium was bedoeld voor welgestelde patiënten want de verpleegkosten waren hoog: variërend van f 1,50 tot f 2,20 per dag. Voor medische kosten en apotheek werd 10 gulden per maand in rekening gebracht. Patiënten uit de zogenoemde tweede klasse betaalden f 7,50.

    Vanaf 1907 kwamen mensen uit het hele land naar Bredevoort om in het sanatorium te herstellen. Zij verbleven er vaak maandenlang. Overdag lagen zij in bed in een lighal, ook in de winter; helemaal ingepakt. In de tuin van Sint Bernardus, nu het Vestingpark, stonden minstens tien van deze lighallen met hun open zijde naar de zon gericht. Twee daarvan zijn bewaard gebleven en hebben de status van rijksmonument.

    Het sanatorium bleef in gebruik tot 1933. Daarna werd het pand herbestemd tot bejaardentehuis. In 1938 werden de zusters van Thuine opgevolgd door de zusters van St. Jozef uit Amersfoort. De laatste zusters vertrokken in 1985 uit Bredevoort.

    In 1988 volgde een grootschalige renovatie en uitbreiding van het gebouw door Stichting Verzorgingstehuis St. Bernardus. Het bejaardentehuis verhuisde uiteindelijk in 2008 naar het nieuwgebouwde Ambthuis.

    Sinds 2020 heeft het pand een nieuwe bestemming: het is in gebruik als boutique hotel & brasserie de Heerlyckheid.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832B-209
    B-208
    Arnoldus Florentinus Roelvink,
    burgemeester van Aalten en
    Bredevoort te Bredevoort
    550 m² huis en erf
    220 m² huis en erf
    1877B-397
    B-380
    Bernard Andries Roelvink,
    griffier bij het kantongerigt
    235 m² huis & erf
    552 m² huis & erf
    1887B-588
    B-589
    Leonard Roelvink, burgemeester240 m² huis & erf
    280 m² koetshuis, keuken, stalling & erf
    1898B-588
    B-589
    Hermann Schepers, schoenmaker240 m² huis & erf
    280 m² koetshuis, keuken, stalling & erf
    1901B-734R.C. kerk van Bredevoort21.023 m² huis, schuren, erf & tuin
    1909B-792R.C. kerk van Bredevoort13.373 m² huis, ziekenhuis,
    schuur & tuin
    1952B-979R.C. kerk van Bredevoort13.538 m² huis, stal,
    ziekenhuis & tuin
    1988B-1265St. Verzorgingshuis Sint Bernardus2.760 m² “BWT”

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.B-1963
    FunctieWoonhuis,
    Sanatorium,
    Rusthuis,
    Horeca
    Bouwjaar1764
    MonumentGemeentelijk
    monument

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1850

    Bredevoort 45

    Arnoldus Florentinus Roelvink (Borculo, 23-12-1789), burgemeester
    Elzabé Maria Theodora ten Cate (Neede, 21 juli 1798)

    Bredevoort 46

    Theodora Sophia Roelvink (Bredevoort, 09-11-1760)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Bredevoort 77

    Arnoldus Florentinus Roelvink (Borculo, 23-12-1789), burgemeester
    Elzabé Maria Theodora ten Cate (Neede, 21 juli 1798)

    Bredevoort 78

    Theodora Sophia Roelvink (Bredevoort, 09-11-1760)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Bredevoort 77

    Arnoldus Florentinus Roelvink (Borculo, 23-12-1789), burgemeester
    Elzabe Maria Theodora ten Cate (Neede, 21 juli 1798)

    Bredevoort 78

    Theodora Sophia Roelvink (Bredevoort, 09-11-1760)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Bredevoort 77

    Elzabe Maria Theodora ten Cate (Neede, 21 juli 1798)

    Bredevoort 78

    ?

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Bredevoort 84

    Elzabe Maria Theodora ten Cate (Neede, 21 juli 1798)

    Bredevoort 85

    Leonard Roelvink (Bredevoort, 30-04-1833), burgemeester
    Christina Paschen (Winterswijk, 27-03-1848)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Bredevoort 101

    Elzabe Maria Theodora ten Cate (Neede, 21 juli 1798)

    Bredevoort 102

    Leonard Roelvink (Bredevoort, 30-04-1833), burgemeester
    Christina Paschen (Winterswijk, 27-03-1848)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Bredevoort 85a

    Heinrich Nuijken (Gahlen/D, 11-09-1833)
    Anna Velthacke (Vreden/D, 16-05-1834)

    Bredevoort 85

    Christina Paschen (Winterswijk, 27-03-1848)

    Volgende bewoners:

    Hermann Schepers (Weseke/D, 17-08-1828), schoenmaker
    Elisabeth Dieckmann (Alpen/D, 24-12-1840)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Bredevoort 83a

    Heinrich Nuijken (Gahlen/D, 11-09-1833)
    Anna Velthacke (Vreden/D, 16-05-1834)

    Volgende bewoners:

    Catharina Niemeijer (Salzbergen/D, 28-11-1856)

    Nu volgt een lange lijst van ziekenzusters en onderwijzeressen.

    Vervolg bewonerslijst:

    Bredevoort 83a > 084

    Nog meer (o.a.) pleegzusters, onderwijzeressen, liefdezusters, maar ook verpleegden.

    Bredevoort 83 > 85

    Hermann Schepers (Weseke/D, 17-08-1828), schoenmaker
    Elisabeth Dieckmann (Alpen/D, 24-12-1840)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Bredevoort 84 > 60

    ?

    Bredevoort 85 > 61

    Hermann Schepers (Weseke/D, 17-08-1828), schoenmaker
    Elisabeth Dieckmann (Alpen/D, 24-12-1840)

    Adresboek 1934

    Bredevoort 60 > ’t Zand 15

    St. Bernardus gesticht

    Adresboek 1967

    ’t Zand 23

    St. Bernardus Gesticht

  • Feestgebouw

    Feestgebouw

    Polstraat 7, Aalten (verdwenen)

    Beschrijving

    Het Feestgebouw in Aalten stond op de plek waar tegenwoordig de parkeerplaats is van De Hofnar, voorheen activiteitencentrum De Pol.

    In 1906 vonden de arbeidersbeweging, onder anderen vertegenwoordigd door de heren Joh. Obrink en G.J. Winkelhorst, en de schuttersvereniging ‘Eendracht Maakt Macht’ elkaar in een groots en gedurfd plan tot oprichting van de ‘N.V. Feestgebouw’.

    Prominente plaats in de gemeenschap

    Financiële middelen vond men door het uitgeven van aandelen. Er werden 750 aandelen van elk 10 gulden uitgegeven. Op deze manier kwam er 7500 gulden binnen. Voor die tijd een flink bedrag. De ‘rijkeren’ onder de Aaltense bevolking kochten een vel met liefst tien aandelen, een zogenaamd ’talon’ (coupon of dividendblad van aandelen). Deze kon men later verzilveren. Er zijn aandeelhouders geweest die dit niet hebben gedaan. Het bedrag werd als het ware geschonken om de bouw van het feestgebouw mogelijk te maken.

    Nog in datzelfde jaar kwam het plan van de grond en medeoprichter Theodoor Driessen werd de eerste president. Het indrukwekkende grote gebouw, zeker in verhouding tot een kleine plaats als Aalten toen was, paste geheel in die tijd. Het ontwerp kwam van architect J.J. Post uit Winterswijk. September 1907 nam men het gebouw in gebruik. Het zou het bijna zeventig jaar lang een prominente plaats innemen in de Aaltense gemeenschap.

    Onderdak voor Franse vluchtelingen

    Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog kwam er vanuit Noord-Frankrijk een vluchtelingengolf op gang van voornamelijk Franse, maar ook Belgische burgers. Op 26 oktober 1918 ontving de burgemeester van Aalten bericht dat in zijn gemeente, evenals in andere plaatsen in Gelderland, een groot aantal vluchtelingen moest worden ondergebracht.

    Besloten werd dat de mannen in gebouw ‘Elim’ en de vrouwen en kinderen in het Feestgebouw zouden worden ondergebracht. Voorts werden de nodige maatregelen getroffen, om de vluchtelingen van eten en drinken te voorzien. Het Feestgebouw werd voor de gelegenheid omgedoopt in ‘Salle Maréchal Foch‘, naar Frankrijk’s befaamde opperbevelhebber.

    Films en muziek

    Vroeger werd er kermis gehouden achter het Feestgebouw. In de jaren dertig van de vorige eeuw werden er al films vertoond in het Feestgebouw. Dit was toen niet zonder gevaar. Het filmmateriaal bestond uit nitrocellulose, een zeer brandbaar materiaal. Bij de vertoning van films waren daarom altijd een aantal brandweerlieden aanwezig in het Feestgebouw.

    Het Feestbouw was ooit ook de poptempel van Aalten. Vanaf de jaren zestig werden er in het Feestgebouw vele legendarische concerten georganiseerd door onder andere Fly In, Nirwana en Attica. Bands als Earth Wind and Fire, Herman Brood en His Wild Romance, Kayak en de popgroep Normaal hebben er opgetreden.

    Het Feestgebouw werd in 1977 gesloopt, om plaats te maken voor activiteitencentrum De Pol, inmiddels omgedoopt in De Hofnar.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-7862
    FunctieFeestgebouw
    Bouwjaar1907
    Sloop1977

    Foto’s

    Krantenberichten

    Feestgebouw Aalten - Aaltensche Courant, 31-01-1903
    Aaltensche Courant, 31 januari 1903
    Feestgebouw Aalten - Aaltensche Courant, 09-12-1905
    Aaltensche Courant, 9 december 1905
    Feestgebouw Aalten - Nieuwe Winterswijksche Courant, 24-03-1906
    Nieuwe Winterswijksche Courant, 24 maart 1906
    Feestgebouw Aalten - Aaltensche Courant, 13-07-1907
    Aaltensche Courant, 13 juli 1907
  • Westerkerk

    Westerkerk

    Hogestraat 52, Aalten

    De Westerkerk in Aalten werd in 1891 gebouwd, enkele jaren na de Doleantie van 1886. Het gebouw diende als gereformeerde kerk en stond bekend als Kerk B, terwijl de Oosterkerk de naam Kerk A kreeg. De kerk is ontworpen door architect H. van der Brand, die er een zogeheten schuurkerk van maakte: een eenvoudig, functioneel kerkgebouw.

    In 1928 werd aan de straatzijde een portaal toegevoegd, omdat de ruimte in de kerk onvoldoende was. De kerk is gebouwd in neoclassicistische stijl, met in de voorgevel diverse rondboogvensters. Op het dak staat een kleine torenspits.

    Oorlogsjaren

    Op 30 januari 1944 hielden Duitse SS’ers een razzia in twee Aaltense kerken, waaronder de Westerkerk. De bezetters wisten dat kerkdiensten druk bezocht werden, ook door jonge mannen en onderduikers die zich onttrokken aan de arbeidsinzet of niet terugkeerden van verlof. Meer dan veertig mannen werden hierbij opgepakt.

    Latere geschiedenis

    In 1999 werd de Westerkerk verkocht aan de Euregio Christengemeente Euregio Christengemeente Aalten-Bocholt, die het gebouw sindsdien in gebruik heeft. De Westerkerk is aangewezen als gemeentelijk monument.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.K-2605
    FunctieKerk
    Bouwjaar1891
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • Villa Zonneheuvel

    Villa Zonneheuvel

    Bredevoortsestraatweg 56, Aalten (verdwenen)

    Beschrijving

    Inmiddels verdwenen, statige woning van burgemeester Monnik, die maar liefst 35 jaar lang burgemeester was van de gemeente Aalten (1910-1945). Langs deze woning liep de tram, welke reed van Lichtenvoorde via Bredevoort en Aalten naar Bocholt. De woning werd in 1968 afgebroken.

    Gronden naast en achter de woning waren in het bezit van de familie Monnik. Bij het afscheid van burgemeester Monnik bepaalde hij dat deze gronden ter beschikking moesten worden gesteld van de Aaltense bevolking. Zo werd er kort na de oorlog een gezondheidscentrum gebouwd met badhuis. Na de sloop van Zonneheuvel wilde men op deze plek een verpleeghuis bouwen. De provincie gaf hiervoor echter geen toestemming omdat er al verpleeghuizen waren in Varsseveld en Winterswijk.

    In 1969 werd vervolgens een plan ontwikkeld voor de bouw van een overdekt zwembad. Dit zwembad werd gebouwd en in 1972 in gebruik genomen en kreeg de naam ‘Zonneheuvel’. In de decennia die volgden hebben vele Aaltenaren hier hun zwemdiploma’s behaald. De eerste badmeester werd Kor Kremer. Later werd het zwembad verkocht aan reclamebureau Frappant. Naast Zonneheuvel stond de woning van de familie Boom en ook deze is inmiddels afgebroken.

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten 403/1 > C437

    Adriaan Johannes Willem Monnik (Vorden, 19-11-1879), burgemeester
    Louise Wilhelmina de Waal Malefijt (17-08-1881)

    Adresboek 1934

    Aalten C437 > Bredevoortschestraat 56

    A.J.W. Monnik

    Adresboek 1967

    Bredevoortsestraatweg 56

    H.W. Dondergoor

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-11910
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaarca. 1913
    Sloop1968
  • Vinkenburg

    Vinkenburg

    Misterstraat 44, Bredevoort

    Beschrijving

    Het huis werd gebouwd in de zogenaamde um 1800-bouwstijl in opdracht van August Sevink. Hij was een zoon van Herman Albert Sevink uit Warnsveld, en Catherina Poulina van Eijck, dochter van textielfabrikant Van Eijck. Daarmee is het huis een zichtbaar onderdeel van de sociaal economische textielgeschiedenis van Bredevoort.

    Het huis heeft aan de voorzijde opvallende ramen die met een katrolsysteem te openen zijn. Zo kon men niet zoals bij “gewone huizen” uit het raam hangen, dat vond men ordinair. Ook nog aanwezig is het originele belsysteem waarmee dienstbodes opgeroepen konden worden. Boven de ingang van het huis is in glas in lood het wapen van Rotterdam aangebracht, dit verwijst naar de Rotterdamse wortels van Henriette van der Meulen, waarmee August Sevink in 1915 trouwde.

    Piet en Fenny de Heus werden in 2004 eigenaar van het pand, en hebben het bijna volledig in eigen beheer het pand in oude stijl teruggebracht, inclusief het behang, en wonnen daarmee in 2008 de monumentenprijs van de gemeente Aalten.

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Bredevoort 190/3 > 181

    Augustinus Josephus Marie Sevink (Bredevoort, 03-01-1887), fabrikant
    Hendrina Marie van der Meulen (Rotterdam, 01-07-1892)

    Zij vertrekken in mei 1922 naar Bocholt.

    Volgende bewoners:

    Bredevoort 181

    Gerhard Willem Schreurs (Kotten, 02-11-1883), boomkweeker
    Bertha Geertruida Stegeman (Winterswijk, 23-02-1887)

    Adresboek 1934

    Bredevoort 181 > Winterswijkschestraat 44

    G.W. Schreurs

    Adresboek 1967

    Misterstraat 44

    G.W. Schreurs
    B.J.H. te Veele

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.O-643
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1915
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • Beekhuize

    Beekhuize

    Dijkstraat 14, Aalten

    Beschrijving

    Villa Beekhuize herinnert aan de bloeiperiode van de textielnijverheid in het dorp Aalten.

    Textielfabrikant Anton Driessen woonde sinds zijn komst in Aalten aanvankelijk bij Meijerink in de Kerkstraat. Later kocht hij een pand aan de Landstraat. In 1833 wilde Anton Driessen een nieuw woonhuis bouwen. Hij had daartoe aan het einde van de Landstraat – de tegenwoordige Dijkstraat – van de erven Degenaar een huis gekocht. Hij wilde dat huis afbreken en op die plaats een nieuw modern huis bouwen met pakhuis, schuur en stalling. Daarvoor had hij echter meer ruimte nodig dan de bestaande huisplaats bood. Anton Driessen diende vervolgens een plan in bij het gemeentebestuur.

    Voor dit plan moest zowel de beek als de straat worden verlegd. Bovendien moest er een nieuwe brug komen. Omdat de palen van de oude brug bijna waren vergaan, was de bouw van de nieuwe brug niet alleen hoogst noodzakelijk maar de verplaatsing volgens Driessen ook minder kostbaar. Naast de verlegging van de beek en de bouw van een nieuwe brug had Driessen voor zijn plannen ook grond nodig. Hij ruilde daartoe een stuk grond met de gemeente. De onderhandelingen over bovengenoemde zaken duurden enige jaren. In maart 1835 ging de bouw van start.

    Behalve Anton Driessen bouwde ook zijn neef Heinrich een huis aan de toenmalige Landstraat. Heinrich Driessen plaatste meer richting centrum een royaal woonhuis, waarvoor zijn oudste zoon Theodoor op 29 juni 1837 de eerste steen legde. Sindsdien werd er in de volksmond gesproken over ‘d’n veursten’ en ‘d’n achtersten Dreessen’.

    Archieven

    Kadaster 1832

    Aalten I1231
    Jan Berend Lohuis
    199 m² huis en erf

    Aalten I1233
    Jan Berend Lohuis
    2250 m² tuin

    Bewoners

    1813

    Aalten 37

    Johannes Degenaar (Aalten, 25-10-1779), wever zoon
    Evert Degenaar (Aalten, 10-05-1744), wever vader

    1 man
    1 vrouw
    1 vader
    3 jongens

    Bevolkingsregister 1823-1837

    Aalten 37

    Hendrika Luijten (Aalten, 16-09-1784), wed. Johannes Degenaar

    Volgende bewoners:

    Aalten 37

    Johannes Bernardus Antonius Driessen (Bocholt, 05-12-1797 – Aalten, 07-03-1879)
    Isabella Lodewika Antoinetta Dees (Bocholt, 04-11-1800 – Aalten, 15-12-1879)

    Bevolkingsregister 1838-1851

    Aalten 35

    Johannes Bernardus Antonius Driessen (Bocholt, 05-12-1797 – Aalten, 07-03-1879)
    Isabella Lodewika Antoinetta Dees (Bocholt, 04-11-1800 – Aalten, 15-12-1879)

    Bevolkingsregister 1850-1861

    “Landstraat”

    Aalten 35

    Johan Bernard Anton Driessen (Bocholt, 05-12-1797 – Aalten, 07-03-1879)
    Isabella Lodewika Antonetta Dees (Bocholt, 04-11-1800 – Aalten, 15-12-1879)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 35

    Joh. Bernard Anton Driessen (Bocholt, 05-12-1797 – Aalten, 07-03-1879)
    Isabella Lodewika Antonetta Dees (Zutphen, 04-11-1800 – Aalten, 15-12-1879)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 54

    Johan Bernard Anton Driessen (Bocholt, 05-12-1797 – Aalten, 07-03-1879)
    Isabella Lodewika Antonetta Dees (Zutphen, 04-11-1800 – Aalten, 15-12-1879)

    Volgende (hoofd)bewoner:

    Helena Dorothea Elisabeth Driessen (Aalten, 09-06-1840 – Aalten, 21-04-1918)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 57

    Helena Dorothea Elisabeth Driessen (Aalten, 09-06-1840 – Aalten, 21-04-1918)

    Volgende bewoners:

    Johannes Henricus Lambertus van den Hurck (Den Bosch, 14-11-1840), kantoorbediende
    Wilhelmina Philomena Maria Kroes (Den Bosch, 30-07-1844)

    Volgende (hoofd)bewoner:

    Helena Dorothea Elisabeth Driessen (Aalten, 09-06-1840 – Aalten, 21-04-1918), wed. Johannes Antonius van Basten Batenburg

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 57

    Helena Dorothea Elisabeth Driessen (Aalten, 09-06-1840 – Aalten, 21-04-1918)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten A79 > A23

    Helena Dorothea Elisabeth Driessen (Aalten, 09-06-1840 – Aalten, 21-04-1918)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten A23

    Helena Dorothea Elisabeth Driessen (Aalten, 09-06-1840 – Aalten, 21-04-1918)

    Volgende bewoonster:

    Aalten A23 > A9

    Maria Petronella Johanna Koster (Epe, 21-11-1881)

    Adresboek 1934

    Aalten A8/1 > Dijkstraat 14

    H.J.A.M. Driessen

    Adresboek 1967

    Dijkstraat 14

    H.J.A.M. Driessen

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-11032
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1835
    MonumentRijksmonument

    Bronnen

  • Ds. Stegemanschool

    Ds. Stegemanschool

    Varsseveldsestraatweg 7, Aalten (verdwenen)

    Beschrijving

    De Ds. Stegemanschool werd in 1922 opgericht en heette aanvankelijk Nederlands Hervormde school. In 1955 werd school vernoemd naar Ds. J.D. Stegeman. De school werd gesloopt in december 2005. Tegenwoordig staat hier woonzorgcentrum Stegemanhof.

    Archieven

    Adresboek 1934

    Aalten B267 > Varsseveldschestraat 7

    Ned. Herv. School

    Adresboek 1967

    Varsseveldsestraatweg 7

    Ds. Stegemanschool

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-12892/12893
    FunctieBasisschool
    Bouwjaar1922
    Sloop2005
  • Christiaan Casper Stumph

    Christiaan Casper Stumph

    Burgemeester (1811-1818)

    Christiaan Caspar Stumph werd te Aalten gedoopt op 14 februari 1745, als zoon van Abraham Stumph en Elisabeth Ovink. Op 12 november 1780 trouwde hij met Jeanne Lesturgeon. Zij kregen ten minste één kind, Abraham Antoni. Deze zoon verdronk op 34-jarige leeftijd in de Slingebeek. In de volksmond werd gezegd dat zijn dood met liefdesverdriet te maken had.

    In 1795 werd Stumph beschuldigd van de aanval op Ten Holte en gevangengezet. Een maand later werd hij vrijgelaten omdat zijn schuld niet bewezen was.

    Stumph was goed bevriend met de Freule van Dorth die in 1799 te Winterswijk werd geëxecuteerd. Zeven uur voor haar dood schreef ze hem een brief: “Mijn Waarde Vriend Ik bedank uw zeer voor alle Vriendelijkheid aan mijn bewezen in dit leven. Ik schrijf [deeze] om 4 uuren, dus 7 uuren voordat mij het [leven], door een kogel zal benomen worden. De reijs van Groenlo etc. is oorzaak van mijn Dood. Ik vind in dezelve een verzoend God, troost mijn Ongelukkige Broeder die mij tot in de Dood benauwd. Weest zo goed en zegt een Eeuwig Vaarwel aan alle mijn bekenden. J.M.C.J. van Dorth.

    De eerste burgemeester van Aalten

    Na de inlijving van ons land bij Frankrijk op 10 juli 1810 werd naar Frans model de gehele bestuursmacht gewijzigd en gecentraliseerd. Er kwam een departementale organisatie met aan het hoofd van de departementen een prefect, aan het hoofd van de arrondissementen een sous-prefect en aan het hoofd van de gemeenten een maire (burgemeester).

    Op 12 maart 1811 werd Christiaan Caspar Stumph aangesteld tot maire van het Canton Aalten. Men beschouwt hem daarom als eerste burgemeester van de gemeente Aalten. Hij behield deze functie tot 1 januari 1818 toen een nieuwe bestuursregeling tot stand kwam.

    Stumph woonde op het Smees. Hij was rentenier en organist te Aalten, een integer man met vele verheven doelstellingen. Op 14 mei 1819 trouwde hij te Aalten op een leeftijd van 74 jaar met de 30-jarige Caatjen Weversborg. Voor zover bekend bleef hun huwelijk kinderloos.

    Christiaan Casper Stumph was een man die graag pogingen deed een eind te maken aan bestaande misstanden. Eén van zijn grootste ergernissen was het begraven in de kerk of op het kerkhof binnen het dorp. Inderdaad leidde dit vaak tot onvoorstelbare toestanden. Meerdere malen ontstonden in de kerk verzakkingen in de vloer en bleven de eigenaren van deze graven, wat het herstel betreft, in gebreke. Wekenlang was er dan in de banken bij het betreffende gat niet te verkeren. Er kwam dan ook een regeling tot stand waarbij bepaald werd dat de kerkmeesters, in geval van nalatigheid, de nodige herstelwerkzaamheden mochten aanbesteden waarbij de betreffende plaats aan de kerk verviel.

    Grafheuvel op het Smees

    Ook op de begraafplaats rond de kerk was de toestand vaak slecht. Doordat lange tijd niet op “genoegsame” diepte begraven was kwamen regelmatig beenderen aan de oppervlakte. Een beenderoplezer verzamelde, voor twee schepel rogge per jaar, deze beenderen van tijd tot tijd en wierp ze in de “Beenhalle”, een huisje op het kerkhof aan de Markt-kant. Werd de voorraad te groot dan ruimde men deze op en maakte de muren schoon en herstelde deze waar nodig.

    Met het verbeteren van de maatschappelijke toestand en de hogere eisen op het gebied van de hygiëne kwamen op dit terrein ook langzaam maar zeker veranderingen, o.a. de verplichting de graven voldoende diep te maken. Een wet om het begraven binnen stad en dorp te verbieden kon, in navolging van het buitenland, in ons land nog geen genade vinden. Tot de grote stap, te breken met alle tradities en de doden, vér buiten het dorp “zo maar ergens in de grond” achter te laten, kon men hier niet komen.

    Stumph was voorstander van het begraven buiten het dorp, hij besloot in één der Smeesweiden een “Buitenbegraafplaats” te laten vervaardigen. In 1818 werd de stichtingsakte en wilsbeschikking opgesteld. Christiaan Casper Stumph overleed op 6 januari 1820. Zijn laatste wens was begraven te worden op het oude Smees en die wens werd ook ingewilligd. Deze plek is tegenwoordig nog steeds herkenbaar als grafheuvel, gelegen aan het Nannielaantje.

    Burgemeester Stumph werd opgevolgd door mr. Arnoldus Florentinus Roelvink.

    Leestip

    ‘Van Maire Stumph tot Burgemeester Stapelkamp’, door Leo van der Linde

  • Hotel De Roskam

    Hotel De Roskam

    Landstraat 13-15, Aalten

    Beschrijving

    In 1823 staat Evert van Eerden op dit adres geregistreerd als kastelein. In datzelfde jaar duikt de naam van logement ‘De Roskam’ al op in de Nederlandsche Staatscourant. Na het overlijden van zijn ouders in 1837 en 1839 neemt zoon Abraham van Eerden het stokje over.

    Volgens een lijst van 1850-’60 overnachtten in De Roskam veel zakenmensen. Vaste passanten waren bijvoorbeeld de Zwolse azijnfabrikant Schaapman uit Zwolle en meelfabrikant Van der Lande uit Deventer. Ook Duitse zakenlieden kenden het adres.

    In 1870 wordt de zaak overgenomen door Pieter Oosthout uit Rotterdam. Deze blijft echter niet lang, want blijkens een advertentie wordt Logement De Roskam in 1876 overgenomen door de heer (Karel Gustaaf) Avenarius. In de advertentie beveelt hij dit logement “minzaam aan in de aandacht van het reizend publiek”.

    Voorderman

    Eind april 1890 vertrekt Avenarius en vestigt zich hier Martinus Voorderman uit Brummen.

    Hotel De Roskam, vanaf dan ook wel kortweg ‘Voorderman’ genoemd, was een plek waar niet alleen overnacht en vergaderd werd. Er werd ook goed geborreld. Vooral met de Meimarkt, de Kermis en de Sint-Nicolaasmarkt op 6 december was het er erg vol. De veemarkt in Aalten werd destijds gehouden tot één uur in de middag, waarna de boeren naar Voorderman gingen. ’s Middags gingen de jongelui naar de warenmarkt. Op alle hoeken in de cafés klonk muziek. De jongens trokken in groepen langs de kramen, evenals de meisjes en men probeerde tot elkaar te komen voor afspraakjes.

    Wie voor de Meimarkt of Kermis al een afspraakje had weten te maken om er samen naar toe te gaan, had “d’n schadden al dreuge”. Op de markt deden ook de kwakzalvers en kiezentrekkers goede zaken. De meisjes die geen aanzoek hadden gekregen trokken alleen huiswaarts. Een verstokte vrijgezel en een late feestganger wipten dan nog even bij Voorderman binnen.

    In september 1891 werd een Landbouwtentoonstelling in Aalten gehouden. In Hotel De Roskam konden de aanwezigen deelnemen aan een open tafel à Hfl 2,25 gulden per couvert, inclusief een halve fles wijn. De Roskam was naast hotel ook een stalhouderij. In 1919 werd een advertentie geplaatst dat bij De Roskam de mogelijkheid werd geboden tot het stallen van paarden.

    Einde van Hotel De Roskam

    Martinus Voorderman overleed in 1912. In april 1919 verkocht zijn weduwe de gehele hotel-inventaris, inboedel en stalhouderij. De veranda werd in mei van datzelfde jaar gesloopt en het pand wordt verbouwd tot twee winkelhuizen, Landstraat 13 en 15.

    Vervolgens vestigde zich op nummer 13 G.J.J. Degenaar met een drogisterij. In 1930 opende hij er tevens een lunchroom (modern woord!), ingericht als “Oud-Hollandsche taveerne”. Op de verdieping erboven werd het museum van de Oudheidkamer ondergebracht en de drogisterij kreeg zijn ingang aan de Hogestraatzijde. In 1934 werd de drogisterij overgenomen door C. van Nood. Begin jaren 70 werd het drogisterij Kwakkel en tegenwoordig is het een restaurant/pizzeria.

    Op nummer 15 vestigde zich B.A. Veldhuis, manufacturier. In 1933 vinden we er het delicatessenhuis van G.A. Wieland en in 1967 de delicatessenzaak van B. Buesink. Tegenwoordig is het deel van modezaak Klein Entink (Landstraat 17).

    Muurschilderingen

    In 1988 ontdekten Marianne Kiwitz en Martin Finkenflügel muurschilderingen op de eerste verdieping van het pand, boven (destijds) drogisterij Kwakkel. Bij het verwijderen van behang kwamen in meerdere kamers wandversieringen tevoorschijn, terwijl in de woonkamer die aan de Landstraat is gelegen, zelfs twee prachtig en goed bewaarde natuurtaferelen aan het licht kwamen.

    Omdat het tweetal nogal verbaasd was over de vondst en nieuwsgierig was naar de oorsprong van deze muurschilderingen, nam men contact op met Museum Frerikshuus. Een paar mensen van dit museum kwamen ter plaatse kijken en constateerden dat het hier om wandversieringen gaat uit de tijd dat het pand een hotelfunctie had.

    De beide schilderingen in de voorkamer waren gesigneerd met “W.J. Rave”, terwijl op één van beide decoraties daaraan is toevoegd: “Bred”. Waarschijnlijk duidt dit op een schilder W.J. Rave uit Bredevoort die Hotel De Roskam toentertijd van haar wandversieringen voorzag.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1395Evert van Eerden370 m² huis en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 126

    Evert van Eerden (Aalten, 11-05-1766), kastelein
    Barta Willemina Arentzen (Aalten, 26-05-1773)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 128

    Evert van Eerden (Aalten, 11-05-1766), kastelein
    Barta Willemina Arentzen (Aalten, 26-05-1773)

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Abraham van Eerden (Aalten, 17-12-1812), kastelein
    Johanna Willemina Lindenhovius (Aalten, 13-12-1819)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 128

    Abraham van Eerden (Aalten, 17-12-1812), logementhouder
    Johanna Willemina Lindenhovius (Aalten, 13-12-1819)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 128

    Abraham van Eerden (Aalten, 17-12-1812), logementhouder
    Johanna Willemina Lindenhovius (Aalten, 13-12-1819)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 152

    Abraham van Eerden (Aalten, 17-12-1812), logementhouder
    Johanna Willemina Lindenhovius (Aalten, 13-12-1819)

    Volgende bewoners:

    Pieter Oosthout (Bergen op Zoom, 02-08-1817), logementhouder
    Maria Cornelia Louisa Brederode (’s Heerenberg, 23-07-1832)

    Volgende bewoners:

    Aalten 152

    Karel Gustaaf Avenarius (Gendringen, 28-07-1838), logementhouder
    Anna Christina Ensink (Vorden, 17-05-1853)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 173

    Karel Gustaaf Avenarius (Gendringen, 28-07-1838), logementhouder
    Anna Christina Ensink (Vorden, 17-05-1853)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 169

    Karel Gustaaf Avenarius (Gendringen, 28-07-1838), logementhouder
    Anna Christina Ensink (Vorden, 17-05-1853)

    Volgende bewoners:

    Martinus Voorderman (Brummen, 27-03-1861), logementhouder
    Maria Johanna Zwiers (Zutphen, 10-01-1863)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten A194 > A240

    Martinus Voorderman (Brummen, 27-03-1861), hotelhouder
    Maria Johanna Zwiers (Zutphen, 10-01-1863)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten A240

    Martinus Voorderman (Brummen, 27-03-1861), hotelhouder
    Maria Johanna Zwiers (Zutphen, 10-01-1863)

    Volgende bewoners:

    Aalten A240 > B241

    Gerrit Jan Johannes Degenaar (Aalten, 04-01-1887), drogist
    (1) Hendrika Wiggers (Winterswijk, 14-01-1886)
    (2) Geziena Hendrika Hakstege (Radewijk, 17-03-1881)

    Aalten A240/1 > B242

    Bernardus Antonius Veldhuis (Tubbergen, 06-06-1896), manufacturier

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Aalten B241

    Gerrit Jan Johannes Degenaar (Aalten, 04-01-1887)
    Geziena Hendrika Hakstege (Radewijk, 17-03-1881)

    Aalten B242

    Bernardus Antonius Veldhuis (Tubbergen, 06-06-1896)

    Volgende bewoners:

    Gerhardus Antonius Wieland (Doetinchem, 27-12-1881)
    Wilhelmine Jacoba Anna Harmsen (Leuvenheim, 25-07-1879)

    Adresboek 1934

    Aalten B241 > Landstraat 13

    G.J.J. Degenaar

    Aalten B242 > Landstraat 15

    G.A. Wieland

    Adresboek 1967

    Landstraat 13

    C. van Nood

    Landstraat 15

    B. Buesink (Delicatessenhuis)

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-8121/11339
    FunctieHotel,
    Museum
    Winkels,
    Restaurant
    Bouwjaaronbekend
    Monumentnee

    Bronnen

  • Pijpenfabriek Becking & Vaags

    Pijpenfabriek Becking & Vaags

    Hoekstraat 8, Aalten

    Beschrijving

    De pijpenfabriek Becking & Vaags was van 1885 tot 1918 actief in de voor Nederland unieke hoornindustrie in Aalten.

    Wessel Becking en Willem te Gussinklo leerden de kneepjes van het vak bij Gerrit Peters. Beiden vertrokken op ‘Wanderschaft’ naar Duitsland om hun kennis te vermeerderen. Nadat zij in 1880 waren teruggekeerd, begonnen zij een eigen zaak, eerst in een huis op de Kattenberg en in 1883 in het gebouw naast de meubelzaak van de heer Vreede.

    Dat pand met het karakteristieke klokgeveltje, zoals prachtig geïllustreerd door Piet te Lintum in nevenstaand fragment uit Dagblad Tubantia is rond 1959 gesloopt. Tegenwoordig is daar kantoorboekhandel Messink & Prinsen gevestigd.

    Op onderstaande kadastrale kaart is te zien dat de twee percelen aan de Landstraat en de Hoekstraat in elkaars verlengde liggen.

    Becking en Te Gussinklo werkten korte tijd samen, maar gingen in 1884 ieder hun eigen weg.

    Becking startte in 1885 met B.G. Vaags, neef en naamgenoot van Bernard Vaags, de firma Becking & Vaags. De fabriek maakte pijpenstelen en later ook messenheften. Toen de verkoop van Duitse pijpen terugliep, ging de fabriek korte bruyèrepijpen produceren.

    De firma Becking & Vaags werd kort na 1918 opgeheven. De pijpenfabriek in de Hoekstraat staat er nog steeds.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1903I-5041½ Bernardus Gerhardus Vaags, pijpenfabriekant
    ½ Wessel Johannes Becking, fabriekant
    323 m² pijpenfabriek, erf
    1946I-7458Hendrik Jan Vreede, meubelmaker355 m² huis, fabriek, erf

    Adres

    Adresboek 1934

    Aalten B265 > Hoekstraat 8

    Fabriek

    Telefoonboek 1950

    Prinsenstraat 46, Aalten (Zweerink) - Telefoonboek 1950

    Adresboek 1967

    Hoekstraat 8

    Magazijnruimte

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-7459/11203
    FunctiePijpenfabriek
    Bouwjaar1890/1934
    MonumentGemeentelijk
    monument
  • Borstelfabriek Lurvink

    Borstelfabriek Lurvink

    ’t Dal 6, Aalten (herbestemd)

    ’t Dal 6 is het huidige adres. Vóór 1955 hoorde de fabriek vermoedelijk bij toenmalige adres Willemstraat 1 (tegenwoordig Hogestraat 69/2).

    Beschrijving

    Voormalige borstelfabriek, rond 1950 opgericht aan de zuidelijke zijde van de Hogestraat, op het terrein van het boerderijtje Hogestraat 69 II. Dit boerderijtje en het omliggende terrein waren in het bezit van de borstelfabriek Luva (Luvink –Aalten). In de bedrijfsruimte achter de boerderij werden tot 1970 borstels gemaakt. Het bedrijf bestaat nog steeds en is nu gesitueerd op het industrieterrein. Hoewel het bedrijfspand in de huidige toestand een enigszins vervallen indruk wekt, heeft het gebouw zijn oorspronkelijke hoofdvorm en karakteristieke industriële uitstraling goed behouden. Mede door de forse bouwmassa neemt het een prominente plaats in binnen het beeld aan dit gedeelte van de Hogestraat. Het pand is tevens goed zichtbaar vanaf ’t Dal aan de achterzijde.

    Borstelfabriek Lurvink is een familiebedrijf in Aalten met een geschiedenis die zeker twee eeuwen teruggaat. Uit archieven blijkt namelijk dat er al vanaf het begin van de 19e eeuw allerhande soorten borstels werden gemaakt.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.K-3637
    FunctieBorstelfabriek
    Bouwjaar1949
    Monumentnee

    Het begin

    Jan Lurvink (1747-1823), een Aaltense kleermaker, had samen met zijn vrouw, Willemina Wenderink (1763-1832) tien kinderen. Uit verschillende officiële aktes van de burgerlijke stand en notarissen blijkt dat vijf van hun zoons kiezen voor het beroep borstelmaker. De eerste officiële documentatie vinden we op de huwelijksakte van Arnoldus Lurvink (1789-1876) en Johanna Geertruid Feldkamp. Zij trouwden in 1813. Op hun huwelijksakte staat bij Arnoldus aangegeven dat hij van beroep borstelmaker is. In 1820 trouwt zijn jongere broer Frederikus Reinirus Lurvink (1793-1842) met Maria Wilhelmina Joanna Balster. Ook Frederikus blijkt zich volgens de huwelijksakte te hebben toegelegd op het maken van borstels.

    In 1823 overleed Jan Lurvink (1747-1823). Van de tien kinderen die hij met Willemina Wenderink heeft wonen op dat moment nog drie zoons thuis. Gerhardus Lurvink (1796), Bernardus Lurvink (1799) en Henricus Bernardus Lurvink (1805). Alle drie deze zoons kozen ook voor het beroep van borstelmaker. Wanneer zij exact gestart zijn is niet duidelijk maar vermoedelijk nog voor het overlijden van hun vader, want vlak voor het overlijden van Jan Lurvink verkopen hij en zijn vrouw Willemina hun huis aan hun zoon Gerhardus Lurvink. Dit gebeurt in mei 1823. In de aanwezige notariële verkoopakte staat hun zoon Gerhardus Lurvink (1796) benoemd als zijnde borstelmaker. Ook op de trouwakte uit 1828 van Gerhardus Lurvink en zijn vrouw Joanna Oostendorp staat Gerhardus als borstelmaker vermeld.

    Bevolkingsregister

    1823 is ook het jaar dat Aalten begint met de aanleg van een bevolkingsregister. Volgens het register wonen de weduwe Willemina en haar drie zoons op ‘Aalten 136‘ als eerste hoofdbewoners. De drie zoons, Gerhardus, Bernardus en Henricus Bernardus staan alle drie ingeschreven als borstelmakers.

    Gerhardus Lurvink (1796) stopte als eerste broer met het maken van borstels. Zijn borstelbedrijf doet hij in 1836 over aan zijn broer Bernardus Lurvink (1799). Bernardus Lurvink (1799) trouwt in datzelfde jaar met Hendrika Scheerder (1801). Zij krijgen samen geen kinderen. Op de trouwakte van 10 februari 1836 staan broers van Bernardus Lurvink (1799) met name genoemd. Henricus Bernardus, Arnoldus en Gerhardus Lurvink zijn getuigen op de bruiloft van hun broer Bernardus. Ook volgens deze akte zijn al deze broers borstelmaker van beroep. Bernardus en Hendrika verhuizen tussen 1860 en 1870 naar huisnummer 100 in Aalten.

    In 1843 krijgt de jongste broer Henricus Bernardus Lurvink (1805) een zoon die hij eveneens Bernardus noemt. Op de geboorteakte van zijn zoon staat de vader vermeld als ‘borstelmaker’. Bernardus Lurvink (1799) neemt zijn neef Bernardus Lurvink (1843) in huis. Rond 1862 neemt Bernardus (1799) zijn neef in dienst. Dit blijkt ook uit het bevolkingsregister van Aalten. Bernardus Lurvink (1799) staat in het register te boek als borstelmaker. Zijn neef Bernardus (1843) staat in het bevolkingsregister op dit adres ingeschreven als ‘Borstelmaker leerling’. Aannemelijk is dat Bernardus (1843) op dat moment in de leer is bij zijn oom.

    Kasboek

    Het oudste kasboek van de fabriek in de archieven van familie Lurvink dateert uit 1851 en loopt tot 1856. In het kasboek zijn alle bestellingen van klanten omschreven.

    De kadastrale geschiedenis van de borstelfabriek begint in dienstjaar 1862. Op de splitsing van de Willemstraat/Hogestraat te Aalten wordt de borstelfabriek gevestigd. Het ‘huis en erf’ werd in 1861 door Bernardus Lurvink (1799) op een veiling gekocht voor 960 gulden.

    Bernardus Lurvink (1799) benoemt zijn neef Bernardus Lurvink (1843) tot zijn erfgenaam. In zijn testament schrijft hij dat zijn neef bij hem werkzaam is als borstelmaker.

    Het oudste kasboek van de fabriek, voorzien van stempel ‘B. Lurvink Borstelfabrikant Aalten’ dateert uit 1866 en loopt tot 1868. In het kasboek zijn alle bestellingen van klanten omschreven.

    1876 doet Bernardus Lurvink (1799) de zaak over aan zijn neef. Vanaf dan is Bernardus Lurvink (1843) de eigenaar van de borstelfabriek. Bernardus Lurvink (1843) krijgt met zijn vrouw Johanna Wilhelmina Berendsen meerdere kinderen. In 1880 krijgt hij een zoon, Martinus Johannes Joseph Lurvink (1880). Op de geboorteakte van zijn zoon staat Bernardus Lurvink (1843) omschreven als ‘Borstelmaker’.

    In het bevolkingsregister van Aalten is ook het gezin van Bernardus (1843) opgenomen. Bij het gezin van Bernardus staat hij ingeschreven als zijnde “borstelmaker baas”. Bij twee van zijn zoons, Martinus Johannes Joseph Lurvink (1880) en Wilhelmus Gerhardus Johannes Lurvink (1886) staat eveneens ‘borstelmaker’. Uit het register valt op te maken dat ze in dienst zijn bij hun vader door de toevoeging “bij 1”.

    Inschrijving KvK

    Volgens een gewaarmerkt uittreksel van de Kamer van Koophandel is de officiële inschrijfdatum van de onderneming 18 november 1897.

    Wanneer zijn zoon Martinus Johannes Joseph Lurvink (1880) precies in de zaak kwam is niet bekend. Op een wisselbrief met logo van de fabriek uit 1905 blijkt dat de fabriek op dat moment bekend is onder de naam ‘B. Lurvink en zonen’. Op een betaalbewijs uit 1911 staat eveneens ‘B. Lurvink en zonen’ vermeld. Een briefkaart uit 1913 is het laatste gedateerde stuk uit het huidige archief waaruit blijkt dat de fabriek nog altijd zo heette.

    Het is niet duidelijk wanneer Martinus Lurvink (1880) precies de fabriek van zijn vader Bernardus Lurvink (1843) overneemt. Bernardus Lurvink (1843) overlijdt in 1917. Op een orderbevestiging uit 1926 blijkt dat de naam van de fabriek is veranderd in ‘M.J.J. Lurvink – Machinale Borstelmakerij’ te Aalten. Tussen 1913 en 1926 heeft Martinus Lurvink (1880) het bedrijf van zijn vader overgenomen en hernoemd naar zichzelf.

    Martinus Lurvink (1880) richt ‘Vennootschap onder firma M.J.J. Lurvink’ op. Op 2 januari 1961 komt de dan 15-jarige Martinus Johannes Joseph Lurvink (1945) in dienst van de fabriek. Hij is de kleinzoon van Martinus Lurvink (1880) en zoon van Gerhardus Johannes Bernardus Lurvink (1913).

    Verhuizing

    Fa. M.J.J. Lurvink verstuurt in 1972 een adreswijziging met de mededeling dat het complex van de Hogestraat/Willemstraat, welke in 1862 door Bernardus Lurvink (1799) was aangekocht, verhuist naar de 2e Broekdijk te Aalten.

    In 1975 wordt de Besloten Vennootschap “Borstelfabriek M.J.J. Lurvink B.V. opgericht.” Onder andere de zoon en kleinzoon van Martinus Lurvink (1880), Gerhardus Johannes Bernardus Lurvink (1913) en Martinus Johannes Joseph Lurvink (1945) zijn bij de oprichting als komparant genoemd.

    Op 3 juli 1987 wordt Martinus Lurvink (1945) benoemd tot directeur. Zijn zoon, Martinus Johannes Gerhardus Lurvink (1984), is de laatste generatie uit de stamboom van de familie Lurvink die in 2010 als eigenaar tot de fabriek is toegetreden.

  • Landstraat 19-21

    Landstraat 19-21

    Aalten

    Beschrijving

    In dit dubbele woon/winkelpand waren ooit boekhandel ‘De Graafschap’ (links, nr. 19) en sigarenmagazijn Dick Fries (rechts, nr. 21) gevestigd. Tegenwoordig zit Pearle opticiens op nummer 21 en staat nummer 19 leeg.

    Sigarenmagazijn Dick Fries

    De sigarenwinkel van Dick Fries (1924-2002) en zijn vrouw Leis (1931-2004) aan de Landstraat was een begrip in Aalten. De winkel lag centraal en het echtpaar was nauw betrokken bij het wel en wee van het dorp. Velen kwamen er om rookwaren te kopen, maar ook voor een praatje. Jarenlang organiseerden Dirk en Leis Fries rookwedstrijden, waarbij het er om ging wie de langste askegel rookte. Prins Bernhard ontving jaarlijks op zijn verjaardag een doos goede sigaren. Daarom kreeg de winkel het predikaat ‘hofleverancier van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard’.

    Zoals in vele middenstandsgezinnen bepaalde de winkel het ritme van de dag en de week. De zaak was zes dagen in de week en op koopavonden geopend. Ook buiten de officiële openingstijden kon een klant bij Fries terecht. ’s Avonds werd de administratie gedaan.

    Gedurende het 65-jarig bestaan van de sigarenwinkel was er in de inrichting en het assortiment vrijwel niets veranderd. Dit kwam omdat Dick Fries blind was. Omdat alles op dezelfde plek bleef, kon hij de weg goed vinden. Zijn visuele handicap belette hem niet om in de jaren zestig nog een kruidenierswinkel en een restaurant aan de Duitse grens te openen. Deze zaken, waarin familieleden werkten, werden na een aantal jaren weer afgestoten. Tot kort voor zijn overlijden stond Dick Fries in zijn sigarenwinkel. De zaak bleef nog bestaan tot 2004.

    Na de sluiting werd het originele interieur verplaatst naar het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1397Herman Schotman350 m² huis en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 128

    Herman Schotman (Dalfsen, 23-07-1781), openbaar onderwijzer, kerkmeester & koster
    Hendrika Gesina Hesselink (Aalten, 18-09-1786)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 130

    Herman Schotman (Dalfsen, 23-07-1781), onderwijzer der jeugd en koster
    Hendrika Gesina Hesselink (Aalten, 18-09-1786)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 130

    Herman Schotman (Dalfsen, 23-07-1781), onderwijzer der jeugd

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Gerrit Schotman (Aalten, 05-11-1812), distributeur der brievenpost
    Berendina Johanna te Gussinklo (Haart, 16-05-1811)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 130

    Gerrit Schotman (Aalten, 05-11-1812), secretaris en brievengaarder der gemeente
    Berendina Johanna te Gussinklo (Haart, 16-05-1811)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 154

    Berendina Johanna te Gussinklo (Haart, 16-05-1811)

    Volgende bewoners:

    Gerrit Jan van Soest (Tiel, 05-11-1802), gep. rijksontv.
    Agatha Margaretha Woudenberg (Boxtel, 05-11-1809)

    Volgende bewoners:

    Jan Adolph Schotman (Aalten, 08-08-1853), winkelier
    Klazina Bernarda Lindenhovius (Aalten, 23-11-1854)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 175

    Jan Adolph Schotman (Aalten, 08-08-1853), winkelier
    Klazina Bernarda Lindenhovius (Aalten, 23-11-1854)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 171

    Jan Adolph Schotman (Aalten, 08-08-1853), winkelier
    Klazina Bernarda Lindenhovius (Aalten, 23-11-1854)

    Volgende bewoners:

    Bonifacius Hendikus Stoelinga (Zwolle, 23-02-1867), schoenmaker
    Maria Elisabeth van Kampen (Zutphen, 09-04-1870)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 196 > 242

    Bonifacius Hendikus Stoelinga (Zwolle, 23-02-1867), schoenmaker
    Maria Elisabeth van Kampen (Zutphen, 09-04-1870)

    Volgende bewoners:

    Johannes Gerhardus Blomesath (Aalten, 17-10-1851), schoenmaker
    Johanna Maria Geertruida Kamps (Winterswijk, 12-02-1860)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten A242 > B244

    Johannes Gerhardus Blomesath (Aalten, 17-10-1851), schoenmaker
    Johanna Maria Geertruida Kamps (Winterswijk, 12-02-1860)

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Aalten B244

    Johannes Gerhardus Blomesath (Aalten, 17-10-1851)

    Volgende bewoners:

    Adresboek 1934

    Aalten B244 > Landstraat 19

    W. Prinzen

    Volgende bewoners (na 1934):

    Aalten B244/1 > Landstraat 21

    J. Ebbers

    Bevolkingsregister 1930-1940

    Aalten B244

    Antonius Lammers (Aalten, 22-05-1911), boekhandelaar
    Geesje de Weerd (Steenwijksmoer, 12-02-1912)

    Aalten B244/1

    Jan Ebbers (Haart, 01-06-1873)
    Johanna Berendina te Hennepe (22-11-1877)

    Adresboek 1967

    Landstraat 19

    Boekhandel “De Graafschap”
    Mej. A. Delleman
    W.J. Delleman

    Landstraat 21

    D. Fries

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-8124/8125
    FunctieWoonhuis,
    Winkel
    Bouwjaar1958/1968
    Monumentnee
  • De Wijde Blik

    De Wijde Blik

    Buninkdijk 7, Haart

    Buninkdijk 7, Haart
    Foto: G. Schreurs, 2023

    Bewoners

    Adresboek 1967

    Haart 23/2 > Buninkdijk 7

    H.W. te Bokkel

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.P-1208
    FunctieBoerderij
    Bouwjaar1961
    Monumentnee
  • Eskesweg 2

    Eskesweg 2

    Haart

    Beschrijving

    Deze boerderij is op de allerlaatste dag voor de bevrijding in brand gestoken en daarna weer opgebouwd.

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Haart 11/1 > 13

    Van De Hare komen:

    Hendrik Willem Luimes (Haart, 30-01-1874)
    Anna Geertruid Seesink (Lintelo, 19-12-1872)

    Adresboek 1934

    Haart 13 > 4

    H.W. Luimes

    Adresboek 1967

    Haart 4 > Spoordijk 3

    G.J. Luimes

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.P-202
    FunctieBoerderij
    Bouwjaar1935/1940
    Monumentnee
  • Ark van Noach / Olde Kaste

    Ark van Noach / Olde Kaste

    Hogestraat 6(a), Aalten

    Beschrijving

    De ‘Ark van Noach’ was een eeuwenoud pand aan de Hogestraat in Aalten. Waar deze naam precies vandaan kwam, is niet bekend. Mogelijk verwees deze naar de vorm van het gebouw en zagen sommigen er iets van een schip in? Een andere verklaring is dat er ooit een kinderrijk gezin woonde. Bij families met veel kinderen werd vroeger wel gezegd: “dat is er eentje uit de Arke Noachs”.

    Minder bijbelvaste Aaltenaren spraken ook wel van ‘De Olde Kaste’.

    In 1936 werd het pand onbewoonbaar verklaard. Een jaar later namen de padvinders het pand in gebruik als clubhuis voor de net opgerichte ‘Welpenclub’. Het pand is vermoedelijk rond 1950 afgebroken.

    Op deze plek kwam daarna de schoenenzaak van Rozema. Tegenwoordig is hier bakker Heyerman gevestigd.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1391Antonij Vreede157 m² huis en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1837

    Aalten 122

    Antonij Arnoldus Vreede (Aalten, 28-04-1796), leerloyer
    1) Aafke Radsma (Hempens, 30-12-1801), d.v. Tjeerd Radsma
    2) Isabella ten Dam (Aalten, 20-02-1802)

    Bevolkingsregister 1838-1851

    Aalten 125

    Antonij Arnoldus Vreede (Aalten, 28-04-1796), leerlooyer
    Isabella ten Dam (Aalten, 20-02-1802)

    Bevolkingsregister 1850-1861

    “Hoogestraat”

    Aalten, 125

    Isabella ten Dam (Aalten, 20-02-1802)

    Volgende bewoners:

    Henry Wood (Wilmslow/UK, 24-06-1830), fabriekbediende
    Helena Gaskill (Lancaster/UK, 06-08-1828)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten, 125

    Henry Wood (Wilmslow/UK, 24-06-1830), fabriekbediende
    Helena Gaskill (Lancaster/UK, 06-08-1828)

    Volgende bewoners:

    Antonij Arnoldus Vreede (Aalten, 05-02-1836 – Vught, 15-04-1895), wijnhandelaar, enz. enz. enz.

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 149

    Antonij Arnoldus Vreede (Aalten, 05-02-1836), horlogemaker

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 170

    Antonij Arnoldus Vreede (Aalten, 05-02-1836)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 166

    Antonij Arnoldus Vreede (Aalten, 05-02-1836)

    Volgende bewoners:

    Willem Hallerdijk (Wisch, 14-12-1826), arbeider, landbouwer
    Berendina Wevers (Barlo, 23-08-1837)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 191 > A237

    Willem Hallerdijk (Wisch, 14-12-1826), landbouwer
    Berendina Wevers (Barlo, 23-08-1837)

    Volgende bewoners:

    Harmen Jan Oberink (Aalten, 11-10-1853), landbouwer
    Aleida Gesina Wevers (Aalten, 24-11-1855)

    Aalten 191a > A237a

    Willem Rhebergen (Rekken, 22-10-1861), schoenmaker
    Mina Berendina te Brake (Aalten, 21-10-1859)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten A237 > B238

    Harmen Jan Oberink (Aalten, 11-10-1853), landbouwer
    Aleida Gesina Wevers (Aalten, 24-11-1855)

    Aalten A237a > B238a

    Willem Rhebergen (Rekken, 22-10-1861), schoenmaker
    (1) Mina Berendina te Brake (Aalten, 21-10-1859)
    (2) Helena Philippina Woerts (Heerde, 23-08-1869)

    Adresboek 1934

    Aalten B238 > Hogestraat 6

    H.J. Oberink

    Aalten B238a > Hogestraat 6a

    W. Rhebergen

    Adresboek 1967

    Hogestraat 6

    Mevr. A.G. Rozema-Leygraf
    T. Rozema

    Hogestraat 61

    A. Prinzen

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-11337/11692
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaaronbekend
    Sloopca. 1960
  • Synagoge

    Synagoge

    Stationsstraat 7, Aalten

    In het centrum van Aalten bevindt zich een kleine, goed gerestaureerde en mooi ingerichte synagoge, die bijna een eeuw het centrum van Joods leven vormde in deze Achterhoekse gemeente. Het gebouw is thans eigendom van een stichting, Vrienden van de Aaltense Synagoge.

    Halverwege de 19e eeuw was de Joodse gemeente in Aalten zozeer in getal gegroeid, dat een woonhuis te klein werd voor de wekelijkse sabbatsvieringen. Men wilde een eigen sjoel, niet alleen voor de godsdienstoefeningen, maar ook voor het onderricht aan de jongeren. In 1857 werd daarom een synagoge gebouwd en in gebruik genomen. Het was een eenvoudig rechthoekig gebouw zonder architectonische bijzonderheden, doch functioneel voor de nog steeds niet rijke, maar wel orthodoxe Joodse gemeente in Aalten. Over een architect is niets bekend.

    De synagoge werd het centrum van een levendig gemeenschapsleven, dat voortduurde tot de ramp, die alle Joodse gemeenschappen trof in de jaren van de Duitse bezetting. De leden van de gemeente die niet op tijd konden onderduiken werden weggevoerd en vermoord.

    Tweede Wereldoorlog

    Tijdens de bezetting zijn er twee pogingen gedaan om de synagoge in brand te steken. De synagoge werd grotendeels leeggeroofd en uitgebroken om het gebouw geschikt te maken voor de opslag van munitie. Het interieur van het gebouw was vernield, maar de Tora-rollen en de rituele objecten zijn op tijd verborgen en zodoende behouden. Na de oorlog werden de wetsrollen weer in het gebouw teruggebracht. De synagoge werd hersteld, betaald van de opbrengst van het huis van de chazzan (sinds 1948 kon de gemeente het salaris voor een voorganger niet meer opbrengen).

    Een groot deel van de gemeenteleden die de oorlog hadden overleefd verhuisde echter naar elders, waardoor de Joodse gemeente niet meer de kans had om op te bloeien. Het vereiste aantal mannen (minjan) voor het houden van diensten werd steeds vaker niet meer gehaald. De synagoge raakte in onbruik en dreigde te vervallen.

    Restauratie

    In 1984 werd het gebouw verkocht aan de Stichting Vrienden van de Aaltense Synagoge, die de verantwoordelijkheid op zich heeft genomen voor een grondige restauratie. Op 29 december 1986 werd de synagoge met een plechtige chanoekaviering opnieuw ingewijd.

    Aan zowel de binnen- als aan de buitenzijde zijn elementen die het bezichtigen waard zijn. Aan de binnenzijde zijn dit onder andere de heilige arke, vier thorarollen, de stenen tafelen, de neer-tamiet, de menora, de chanoekia, de bima, de vrouwengallerij en het mikwe. Aan de buitenzijde zijn dit de tekst boven de deur, de mezoeza en de plaquette aan de rechterzijde op de buitenmuur.

    De Aaltense synagoge is in de zomermaanden regelmatig te bezichtigen.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina. Bij voorkeur voorzien van bronvermelding.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-11944
    FunctieSynagoge
    Bouwjaar1857
    MonumentGemeentelijk
    monument