Aaltensche Courant, 26 oktober 1945
Geheel onverwachts bracht H. M. de Koningin een bezoek aan onze gemeente. Woensdagmiddag kwamen de auto’s, waarin gezeten waren H. M. de Koningin, haar secretaresse, Mej. Geldern en haar secretaris, den heer Kohnstam, van de richting Dinxperlo en stopten voor de woning van den wethouder van Aalten, de heer H. J. Wikkerink, in illegale kringen beter bekend onder de naam van „Oome Jan”.
„Oome Jan” heeft een respectabele staat van dienst in de ondergrondsche beweging tijdens de bezettingsjaren en woont thans in zijn werkplaats „Nooit Gedacht”, daar de Duitschers uit woede, dat ze „Oome Jan” niet te pakken konden krijgen, zijn huis daarnaast in brand staken. De familie Wikkerink was slechts enkele oogenblikken tevoren op de hoogte gebracht van het hoog bezoek.
Hare Majesteit, die tegen één uur arriveerde, bleef meer dan een half uur in de woning van „Oome Jan” en gebruikte er met smaak een kopje thee. Ondertusschen hadden zich in de woonkamer verschillende vooraanstaande werkers uit de illegale beweging verzameld die weldra met Hare Majesteit in druk gesprek gewikkeld waren.
Uit de gesprekken bleek dat Zij reeds op de hoogte was met het belangrijke werk dat hier in de Achterhoek tijdens de oorlogsjaren verricht was en Zij informeerde belangstellend naar verschillende bijzonderheden. Zoowel „Oome Jan” als de heeren Lichtenberg van het L.O. en Allersma van de K.P. vertelden van het ondergrondsche werk en de gevaarlijke karweitjes die opgeknapt moesten worden. Ook memoreerden ze nog de spontane medewerking van de bevolking en de hulp aan het Westen in de vorm van wagonladingen roggebrood, die verzonden werden tegen zeer geringen prijs.
Een aardige bijzonderheid was ook de aanwezigheid van Mevr. Jedwab met haar zoontje, dat indertijd op de stoep van de woning van „Oome Jan” te vondeling gelegd werd, in den tijd toen de ouders ondergedoken waren. Dit Joodsche jongetje werd toen liefderijk opgenomen en kreeg naam van Willem Herfstink, daar juist dien dag de herfst zijn intrede deed. Ds. Kuijper vertelde nog van de razzia, welke op 29 Januari 1944 in de Geref. Kerk werd gehouden, waarbij 42 onderduikers opgepakt werden en slechts enkelen konden ontsnappen. De burgemeester, die ook bij „Oome Jan” aanwezig was vertelde ook het een en ander over de gebeurtenissen in de afgeloopen jaren.
Oorspronkelijk had het in de bedoeling van H. M. gelegen bij haar tocht door deze streken het „Somsenhuus” te bezoeken, de boerderij van den heer Prinsen in IJzerlo, waar in de afgeloopen jaren zooveel ondergrondsch werk verricht is. Leden van de K.P. hebben hier langen tijd een onderkomen gevonden, alsmede een aantal Engelsche piloten, die hier de bevrijding afgewacht hebben. Deze boerderij is na de bevrijding tengevolge van blikseminslag afgebrand. Hiertoe is men niet gekomen. De auto’s zijn tusschen Dinxperlo en Aalten een zijweg ingereden nabij het Prinsenboschje waar het gezelschap in de auto het een en ander gebruikte.
Voor de woning van „Oome Jan” had zich een geweldige menschenmenigte verzameld, waardoor de vorstin hartelijk toegejuicht werd. Bij het afscheid werd geestdriftig het Wilhelmus gezongen. Deze dag zal voor „Oome Jan” en zijn makkers die hun leven in den strijd tegen den overweldiger zoo vaak ingezet hebben en zooveel hebben gedaan voor ons volk en vaderland, wel steeds in herinnering blijven.
Plaats een reactie