Margriet, weekblad voor vrouwen en meisjes, 7 februari 1970

Welke vrouw-van-het-jaar verdient onze hulde in de vorm van een gouden Margriet? Wie mogen we eren met dit goud wegens haar onbaatzuchtigheid, haar hulpvaardigheid, haar naastenliefde? Deze vraag hebt U beantwoord met zo heel veel brieven dat de redactie van Margriet na lezing en herlezing van al uw spontane verhalen wel moest besluiten méér dan één gouden Margriet uit te reiken: het werden er maar liefst VIJF!
Vierde Gouden Margriet: de steun en toeverlaat in dit gezin van zeven wezen
Aalten; de Hessenweg is een tamelijk onvindbaar pad, ver achter de nieuwste nieuwbouwwijken van deze zuidelijke hoek van de Achterhoek. Terzijde van die Hessenweg: een kleine boerderij. Het bezit bestaat uit een paar koeien, een paar varkens, een paar hectaren land. Een jongeman in een blauwe overall is bezig met een tractor, er lopen enkele kinderen rond. Er is geen boer, geen boerin. Maar in de woonkeuken hangt een geur van versgezette koffie, en een meisje, klein van stuk, maar stevig, is doende om al jonglerend met eieren en brood en spek een avondtafel voor zeven grage mondjes aan te richten.

Ze heet Joke ter Maat, 18, en is de steun en toeverlaat van dit gezin van zeven wezen, van wie zij zelf er één is. Haar zusje Riet: „Sinds ’61 is moeder dood. En in ’69 is ook vader overleden. Joke zorgt dat bij ons thuis alles in het gareel loopt. Al jaren lang. Ze doet letterlijk alles, uitgezonderd dan het echte mannenwerk dat op een boerderijtje als dit moet gebeuren. Dat doen m’n broers. De broers zijn 23 jaar.
De boerderij is maar klein; ze hebben er een baan bij. Ook Riet werkt „buitenshuis”, met z’n drieën zorgen ze ervoor dat bedrijf en gezin over de nodige geldmiddelen kunnen beschikken. „Maar dat kunnen we alleen doen, omdat onze Joke ons verder alles uit handen neemt,” zeggen deze kinderen. Voor Dick van 16, Gerard van 14 en Ada van 11 is Joke bovendien, eigenlijk vooral, een tweede en heel zorgzame moeder.
„Sinds vader overleden is, is het voor haar eigenlijk dubbel moeilijk geworden,” vinden de oudere broers. „Ze is nu de enige spil geworden waar alles om draait. En in feite laten wij vrijwel alles aan haar over. Grote financiële uitgaven beslissen we met de ouderen zo onder elkaar, en ook dan nog heeft ze het laatste woord, we vertrouwen op haar ja of nee; als zij dit allemaal niet zou doen, zou ons gezinnetje echt niet zo goed bij elkaar kunnen blijven als nu het geval is…”
Bij al deze loftuitingen geeft Joke zelf nauwelijks commentaar, ze lacht en schuift de stoelen aan. En ze zit niet eens aan het hoofd van de tafel…