Actie Zonneschijn voor Annie Smees

Christelijk Nationaal Weekblad De Spiegel, 16 november 1957

Langzaam en voorzichtig werd ze uit de ziekenauto getild. Sterke mannenarmen droegen de brancard stapje voor stapje over het erf, waar wat dorre bladeren door de frissen najaarswind voortgejaagd werden tot ze in hun vaart gestuit werden door het gaas, dat rond de kippenloop gespannen stond. Stapje voor stapje gingen de mannen verder, voorbij de mensen, die wat beschutting voor de wind gezocht hadden onder het dak van de open schuur. En Annie lachte tegen al die mensen, want het was voor haar wel een bijzonder blijde dag. Vandaag kreeg ze haar nieuwe, eigen kamertje! En daar hadden deze mensen en nog een heleboel meer voor gezorgd.

De brancard werd neergezet. Annie keek opzij en toen… toen zat er opeens een traan in haar oog, die ze haastig wegveegde. Maar er kwam er nog één en nog één… O, dit – nee, dit had ze na haar afwezigheid niet verwacht! Een heel nieuw huisje met twee openslaande tuindeuren waardoor ze een nieuw tafeltje zag staan – en stoelen – en haar radiootje stond naast haar ledikant op een gloednieuw boekenkastje en dan een mooie lamp – en… en… opnieuw werd haar de ontroering te machtig en terwijl ze naar binnen gedragen werd, liet ze haar tranen van blijdschap en dankbaarheid de vrije loop…

Zou er geen oplossing zijn!

Het zal ongeveer een half jaar geleden zijn, dat Hendrik Arentsen, manufacturier te Aalten voor de zoveelste keer een bezoek bracht bij Annie Smees, die al zo lang, zo heel lang – al wel vijftien jaar – ziek te bed lag en waarvoor menselijkerwijs gesproken geen genezing meer mogelijk was. Arentsen keek eens rond. De kamer waar het ziekbed stond, was aardig wat de ruimte betrof, maar hij wist, dat het er vochtig was en dat ’s morgens om tien uur de zon voor die dag afscheid van Annie nam.

Wat jammer eigenlijk, dacht de manufacturier, dat dit meisje, dat toch al zo weinig ziet van de buitenwereld, nu ook niet wat meer zonneschijn kan ontvangen. Zou daar nu geen oplossing voor te vinden zijn? Zou er niet een andere kamer voor te vinden zijn? Zou er niet een andere kamer voor het meisje beschikbaar wezen? – Hij praatte er eens over met vader en moeder Smees, maar deze bejaarde mensen wisten het ook niet. Het was immers al zo veel jaren goed gegaan? Drie maanden van elk jaar had Annie in het kleine tuinhuisje gelegen en de rest van elk jaar lag ze in deze kamer.

Was er dan helemaal geen andere plaats in de boerderij, waardoor Annie’s ledikant op het zuiden kon staan? „Onze slaapkamer”, zei moeder Smees, maar daar zit weer geen raam in, dat op het zuiden uitkijkt.” Tja, dat werd moeilijker. Vooral omdat de boerderij geen eigendom van het gezin Smees is. Toch bleef de heer Arentsen erover nadenken. Zonneschijn moest Annie hebben. Konden hij en al die vrienden, familie en bekenden, die haar regelmatig bezochten haar dàt maar geven! Het moest toch op de een of andere manier kunnen.

Giften stroomden binnen

En het lukte! Het lukte veel beter dan Annie’s vrienden hadden verwacht. Want toen de toestemming gegeven was om de kamer van vader en moeder met die van Annie om te wisselen en als een gezellig ziekenverblijf in te richten met een groot raam, met een schoorsteen, met behang en vloerbedekking, toen stroomden de giften binnen.

Op verjaardagen en bruiloften, van particulieren en zakenmensen, iedereen, die tot Annie’s familie, vrienden en bekenden behoorde was direct bereid om op de oproep van Arentsen te reageren en een steentje (of soms ook wel een grote steen) bij te dragen in de kosten, welke gemaakt moesten worden. Zo ontstond de actie „Zonneschijn” en het bedrag van duizend gulden, dat met de verbetering en aankleding van de kamer gemoeid was, werd al spoedig overschreden en groeide aan tot twéé duizend gulden!

Maar dàt was geweldig! Waarom, zo dacht Annie’s vrienden, zouden we het nu niet ineens helemààl goed doen? Laten we haar een heel nieuw kamertje cadeau geven! En al pratend kwam men ten slotte op het idee om een uitneembaar, verplaatsbaar en dubbelwandig houten huisje te laten maken. Ten slotte was moeder, de enige, die haar dag en nacht verzorgde, al bijna negen en zestig jaar en àls Annie nog eens bij iemand anders verpleegd zou moeten worden, dan kon ze haar huisje prachtig meenemen.

Omdat men van haar houdt

Zo werd er dus besloten en zo gebeurde het ook. Het huisje werd gebouwd en de inrichting ervan verzorgd. Meisjes van de Chr. Landbouwhuishoudshool van Aalten kochten en maakten van hun bijeengespaarde geld de gordijnen, de onderwijzeressen voorzagen ze van handbedrukte motieven, het Oranje-Groene Kruis schonk het vloerkleed, de firma Luimes gaf nààst een geldelijke bijdrage het mooie boekenkastje, waarop het moderne radiotoestelletje kon staan, dat Annie al eerder van een Spiegellezer ontvangen had, nadat er een oproepje voor prentbriefkaarten in ons blad gestaan had en deze mensen Annie persoonlijk bezocht hadden.

Verder waren er nog geschenken en giften van… ach nee, laten we geen namen meer noemen, want anders zouden we misschien iemand overslaan en het is trouwens helemaal de bedóéling niet van al Annie’s vrienden dat hun namen bekend gemaakt worden. Deze gaven, dit brengen van zonneschijn aan een meisje, dat al vanaf har elfde, twaalfde jaar sukkelt met haar rug door een ongelukkige val bij het spelen, waarbij operatief ingrijpen geen bat mocht hebben, al deze onbaatzuchtige liefde en dit tastbaar medeleven was haar geschonken, omdat men van haar houdt, omdat men de door de Here Jezus bevolen naastenliefde in praktijk wilde brengen.

Ontroerende naastenliefde

Zo moet men deze reportage dan ook zien. Temidden van al die narigheid, welke op deze wereld te vinden is, het elkaar vereten door jaloezie of haatgevoelens, het geschreeuw van dat laat ik niet op me zitten!”, het… enfin, al dat lelijke en nare dat zoveel mensen hun naaste aandoen, temidden daarvan gebeurt dan opeens in de Gelderse Achterhoek dit mooie, dit geven van ontroerende naastenliefde.

Het is in geen geval de bedoeling om geld van U los te kloppen,” schreef mevrouw Te Loo uit Bredevoort ons, maar wij vonden dit spontane medeleven met de zieke Annie Smees zo leuk en zo hartverwarmend, dat we dachten: dit moeten we eens naar De Spiegel schrijven. Het zou een voorbeeld kunnen zijn voor anderen.” En dat is het inderdaad!

Voordat Annie met de ziekenauto aankwam, hebben we eens rondgekeken. We zagen haar vorige ziekenvertrek, waar bijna geen zon komt en van waaruit ze ook praktisch niets zag van de weg. De weg, die tóch al een heel eind van de boerderij vandaan ligt. Ook ligt de kamer helemaal aan de andere kant van het huis, zodat Annie ook niets zag van de werkzaamheden, die door haar ouders, broer en zus rond de boerderij verricht worden, en waardoor ze dus ook weinig contact met haar huisgenoten had.

We hebben ook haar zomerhuisje” bekeken, dat in de tuin staat. Het is niet groter dan een prieel. Stond haar ledikant erin, dan kon er met moeite één stoel bij. Bovendien viel het voor haar moeder ook niet mee om gedurende de drie maanden, dat Annie daar lag, iedere nacht een keer naar buiten te moeten.

Onbezwaard eigendom

Nee, dan is haar nieuwe kamer in alle opzichten beter. Door een deur is het huisje regelrecht verbonden met de slaapkamer van haar ouders, Annie heeft een beter uitzicht op de weg en op het erf en de zon kan ongehinderd van ’s morgens tot ver in de middag naar binnen schijnen.

Toen ze binnen gedragen werd – we schreven het al – stonden daar verschillende familieleden en vrienden om bij de overdracht aanwezig te zijn. We zagen de burgemeester van Aalten, haar geneesheer, dokter H. Knol met zijn echtgenote, wethouder Te Roele, de voorzitster van het Rode Kruis, afd. Aalten, mevr. Van Egmond en nog veel meer. Allemaal kwamen ze Annie gelukwensen met haar nieuwe verblijf en luisteren naar de oorkonde, die burgemeester Van Veen voorlas en aan haar overhandigde. Er stond het volgende in:

Op heden, de eerste nov. 1957, werd door de Edelachtbare Heer (ja, dat ben ik, Annie, hoe vind je dat?” lachte de burgervader) E.S. van Veen, burgemeester van de gemeente Aalten aan Mej. Annie Smees, Heurne 4, eveneens gem. Aalten in onbezwaard eigendom overgedragen een dubbelwandig en met pannen gedekt houten gebouw, groot ruim drie bij vier meter, met dubbele ramen, schoorsteenmantel, asbestschoorsteen, tegelterras, elektra aanleg met bijbehoren, balatum, karpet met twee kleedjes, stoeltje, bank, tafeltje, boekenmeubel, lamp, oliehaard met 200 liter tank. Een en ander is het resultaat van een actie gevoerd onder vrienden, familie en belangstellenden onder het motto Actie Zonneschijn”.

Velen tot zegen geweest

Het heeft Anneke overweldigd,” zei haar wijkpredikant, Ds. R. Siertsema, daarom kan zij ook geen woorden vinden om u allen te bedanken en heeft ze mij verzocht dit te willen doen.” Laten we ook niet vergeten,” zei burgemeester E.S. van Veen wat later, dat ofschóón Annie dit kruis te dragen heeft, zij tòch kans ziet om velen, die haar bezoeken, met een blij en dankbaar hart weer weg te laten gaan. Onbewust is zij veel mensen tot zegen geweest en ik weet zeker, dat zij dit zal blijven zijn.”

In- en ingelukkig lag Annie daar, de rode cyclamen bloeiden in de vensterbank, bloemen geurden door heel het kamertje en haar gevouwen handen lagen in het milde licht van de blij stralende najaarszon.

Het oorspronkelijke artikel is ook beschikbaar als pdf (klik hier).

Annie en haar zus Mina verhuisden in 1970 naar een aanleunwoning van de Cederhof, Hogestraat 80. Het ziekenkamertje heeft daarna nog enkele jaren dienst gedaan als berging.


Reacties

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Let op: je reactie wordt openbaar getoond. Vragen, aanvullingen en/of correcties proberen wij zo spoedig mogelijk te verwerken. Daarna worden ze verwijderd, om ‘vervuiling’ te voorkomen. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *