Oude handelsroutes als levensaders van de Achterhoek

Eeuwenlang trokken Duitse kooplieden met hun zware karren door de Achterhoek over de zogenaamde Hessenwegen: oude handelsroutes die de regio verbonden met Duitsland en de Hollandse handelssteden. Eén van deze wegen liep vanuit Bocholt over Aalten richting Zutphen en Doesburg. De Hessenwegen waren van groot belang voor de vroegmoderne handel in deze regio.
De term Hessenweg wordt vanaf de 17e eeuw gebruikt. De traditionele verklaring verwijst naar de kooplieden die afkomstig waren uit het Landgraafschap Hessen-Kassel en omgeving. Binnen de etymologie wordt de naam echter anders verklaard: het zou een verbastering zijn van hers, dat paard betekent. Deze wegen liepen meestal over hoge, droge zandgronden en langs heuvelruggen.
Door de Achterhoek liepen vier grote Hessenwegen. Drie ervan volgden een noordelijke route, vanuit Vreden en Ammeloe via onder andere Groenlo, Rekken en Neede naar Deventer of Zutphen.
In de zuidelijke Achterhoek liep een Hessenweg langs Aalten. Vanuit Bocholt kwam deze route bij de Kesenbulte de tegenwoordige grens over, en vervolgde zich via onder meer de Bodendijk, Dijkstraat, Landstraat, Berkenhovestraat en de Romienendiek naar De Radstake. Vandaar liep de weg verder langs Zutphen en Barneveld, met een aftakking tussen Halle en Zelhem richting Doesburg.

Vanuit de IJsselsteden gingen de Hessenwegen dwars over de Veluwe, kwamen samen in het Gooi en liepen door naar Amsterdam. De Hessenwegen hadden talloze vertakkingen. Eén daarvan liep bij Aalten vanaf de Romienendiek, via de Koningsweg, Hessenweg, langs het Walfort, via Bredevoort en Winterswijk naar Vreden.
De Hessen overnachtten in herbergen langs de weg, zoals De Radstake en de Slikkertap. In Aalten waren logementen als De Leeuw, De Roskam, De Landman en Stad Munster. In Bredevoort waren De Zwaan en, net buiten het stadje, De Leste Stuver bekende pleisterplaatsen.
Hessenkeerls, pottenkeerls, muzikanten en hannekemaaiers
Voor wie in de 19e eeuw langs een Hessenweg woonde, was de komst van de Hessenkeerls een hele gebeurtenis. Aan de windzijde van de stoet liepen mannen met zware knuppels, gekleed in hun kenmerkende blauwe Hessenkiel: een hemd van fijn linnen, gesloten met koperen haakjes in de vorm van leeuwenkopjes en drie kleine knoopjes van been. Op borst en schouders waren versierde belegstukken aangebracht.
Op de weg sloften ezels door het mulle zand, met aan weerszijden een mand van gevlochten wilgentenen vol handelswaar. Eenmaal aangekomen in een dorp bonden de mannen hun ezels vast bij een herberg of op het dorpsplein. De dieren werden gevoerd en gedrenkt, terwijl de mannen zich verfristen bij de dorpspomp.
Daarna werden de manden geopend en gingen de Hessen langs de huizen venten. Hun koopwaar bestond onder meer uit licht glaswerk en slappe stroohoeden. Deze hoeden waren gewild: zodra de Hessen arriveerden, wachtten klanten hen al op om een nieuwe zomerhoed te kopen. De hoeden waren elastisch en pasten vrijwel altijd. Na enkele uren trokken de Hessen verder.
Naast de Hessenkeerls verschenen er ook pottenkeerls over de Hessenwegen. Zij gebruikten zware, hoog op de wielen staande huifkarren, de zogeheten Hessenkaoren, getrokken door forse Holsteiner paarden. De karren zaten vol met Keuls aardewerk: grijze of geelbruine potten met blauwe decoratie. De paarden droegen rijk versierde tuigen, beslagen en behangen met koperen decoraties, zodat hun komst al van verre te horen was.

Een afbeelding van een voerman met zijn Hessenkar uit ongeveer 1830, afkomstig uit de collectie Volksprenten van Museum ’t Oude Slot in Veldhoven, met daarop de tekst:
De Blaauw gekielde Hes, reist uit de Bovenlanden,
En stuurt zijn lang gespan bij ’t Hu en Hot en Haar.
Zijn hoog beladen kar brengt velerhande waar,
Die ’t Hollandsch schip weer voert naar Noord en Zuiden stranden.
In het voorjaar trokken groepen Duitse muzikanten over de Hessenwegen naar Nederland. Sommige korpsen waren in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zeer bekend. Hoewel zij vermoedelijk uit dezelfde streek kwamen, werden ze geen Hessen genoemd, omdat ze geen Hessenkiel droegen.
Daarnaast kwamen in de zomer de hannekemaaiers langs: seizoenarbeiders uit Westfalen die in Holland hielpen met het maaien van gras en bij de oogst. Vrouwen en kinderen bleven thuis achter om op het land te werken, terwijl de mannen elders geld verdienden voor de winter.
Het einde van de Hessenwegen
In de loop van de 19e eeuw nam de betekenis van de Hessenwegen af. In 1875 werden bij Zelhem de laatste Hessen gezien, een schamel troepje vergeleken met vroeger. De Frans-Duitse Oorlog van 1870 en de daaropvolgende industriële bloei in het Ruhrgebied boden de Duitsers een broodwinning dichter bij huis. Zelfs veel Achterhoekse jongelui trokken die kant op om goed geld te verdienen. Daarmee hadden de Hessenwegen afgedaan.
Oudere oorsprong
Hoewel de term Hessenweg vanaf de 17e eeuw werd gebruikt, wijzen archeologische vondsten langs deze wegen erop dat ze al veel langer in gebruik waren. Zo zijn in Aalten, op De Hoven vlakbij de Landstraat, sporen gevonden van een nederzetting uit de 8e eeuw, waaronder resten van hutkommen, afvalputten en spinsteentjes. Dit is een sterke indicatie dat de latere Hessenwegen voortbouwden op veel oudere verkeersroutes, de zogenaamde volkerenwegen.
Het ligt daarmee voor de hand te veronderstellen dat het dorp Aalten zijn oorsprong mede dankt aan deze oude volkerenweg. De Hoven was een gunstige plek: te midden van het woeste landschap van bos, heide en moerassen lag hier een heuvel, hoog en droog, direct aan een doorgaande weg. Onderaan de heuvel stroomde een beek die zorgde voor vers water.
Hessentocht
De herinnering aan de Hessen leeft nog voort. In 2011 werd in de omgeving van Bredevoort en Aalten voor de tweede keer een Hessentocht georganiseerd. Tijdens deze tocht, waarin een historische karavaan werd nagebootst, reed een indrukwekkende ossenwagen mee: 2,60 meter breed, zes meter lang en vier meter hoog. Daarnaast namen drie wagens deel, elk voortgetrokken door drie paarden. Jan Oberink legde de tocht vast op film en maakte onderstaande sfeerimpressie.
Verantwoording
De inhoud van dit artikel is grotendeels gebaseerd op het artikel van G.J. Klokman (Zelhem, 1864), gepubliceerd in 1937. Er bestaan tal van andere publicaties over Hessenwegen die op sommige punten een afwijkend beeld schetsen. Voor dit artikel is vooral gekozen voor Klokmans beschrijving, omdat zijn herinneringen en observaties specifiek betrekking hebben op de Hessenweg bij Zelhem, dezelfde route die ook door Aalten liep.
Bronnen
- G.J. Klokman, De Hessenwegen, in: Eigen Volk. Algemeen tijdschrift voor volkskunde (folklore) en dialect, 1937. Koninklijke Bibliotheek
- G.J. Klokman, De Achterhoekers, in: De Nederlandse volkskarakters, 1938. DBNL
- Wikipedia, Hessenweg
- Hummelo.nl, Hessenwegen, Hanzewegen en Koningswegen (RdH004-27-2-2007). Hummelo Geschiedenis
- De Veluwenaar, Hessenwegen
- Oud Aalten, Sporen van 1100 jaar oude nederzetting in Aalten
- YouTube, Hessentocht trekt door de gemeente Aalten, 2011