Rengelinkweg 7, IJzerlo
Beschrijving
Deze boerderij werd vroeger ook wel Lutke Eeckinck of Klein Ekink genoemd (‘lutke’ betekent ‘klein’).
In tegenstelling tot bijna alle katersteden (keuterboerderijen) was de Prins niet op markegrond gesticht, maar een afsplitsing van de oude boerderij Eekink. In 1529 blijkt, dat de bewoner van de Prins een derde van het aantal honden moest huisvesten, die de heer van Bredevoort in de jachttijd op Eekink placht onder te brengen. Kennelijk was een deel van de verplichtingen van Eekink overgegaan op de Prins, die soms ook Klein Eekink werd genoemd. In 1529 woonde hierop een broeder van Gerdt Eekinck of Eekink, namelijk de “jonge Eekinck. die men noempt den Princen”. Waarom Jan Eekinck zo werd genoemd, zullen wij nooit te weten komen. Maar zijn bijnaam werd tot naam van de boerderij, die hij misschien gesticht heeft.
Archieven
Verpondingskohier 1647
Princen stede of Lutticke Eeckinck, Bernt Goerkinck.
Huis, hoven 2 sp. groen gront 3 sch. gesaeis, boulant 4 mdr.,
derde gerve 33 – 6 – 8.
Liberale Gifte 1748
De Liberale Gifte was een speciale heffing ten bedrage van 2% van het vermogen ter bestrijding van de extra defensiekosten t.g.v. een Franse inval in de Zuidelijke Nederlanden in de periode 1745-1747. Wie minder bezat dan 500 gulden, betaalde niet de heffing, maar was vrij om iets te geven, vandaar de naam.
Kadaster 1832
Aalten F119
Jan Willem Stottelder en cons.
landbouwer te Winterswijk
230 m² huis, schuur en erf
Bewoners
Zusters Stine Lutken Eeckinck en Gertken Lutken Eeckinck, getrouwd met Tonis ter Maet op Tönnishuus in De Heurne, verkochten respectievelijk in 1626 en 1628 hun van hun ouders aangeërfde aandeel in het Erff en Goet Lutken Eeckinck aan hun zwager en zuster Johan ter Wocht genannt Lutken Eeckinck en zijn vrouw Jenneken ten Lutken Eeckinck. Hun schoonzoon Berndt Everkinck alias Goerkinck en dochter Biele ter Wocht kochten in 1640 een vierde deel van Klein Eeckinck van Tonis ter Maet en zijn 2e echtgenote Aelken Benninck alias te Laer en in 1641 twee keer een vierde gedeelte van Garrit opt Loe en zijn vrouw Reintken en van Geesken Huetinck weduwe van Gerrit ter Wocht (Volontair Protocol). Het goed ging over naar hun dochters Stijne Goerkinck, getrouwd met te Derck Hengevelt, en Berentgen Goerkinck, getrouwd met Jan Stortelers op Stortelers in het Woold. Via Jan en Berentgen‘s zoon Geert, diens zoon Jan, die in 1771 eigenaar was (Verponding, Maandcedullen), en diens zoon Gerrit Jan kwam het in het bezit van zijn zoon Jan Willem Stottelers, getrouwd met Jenneken Mennink, die (met consorten) in 1832 eigenaar was (Kadaster).
Eerst bekende bewoners:
Johan ter Wocht genannt Lutken Eeckinck (Corle?)
Jenneken ten Lutken Eeckinck (IJzerlo)
Volgende bewoners:
Jan Prins (IJzerlo – IJzerlo < 1693)
Maria Ansinck (IJzerlo)
Jan wordt genoemd als bouwman op de Princen Stede in 1650 (Verpondingscohier, origineel register). Berndt Everkinck alias Goerkinck was eigenaar. Jan werd lidmaat Kerst 1648, Maria, als huisvrouw van Jan Prins, Pasen 1649 (Lidmatenboek).
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Hendrick Prins(en) (IJzerlo), trouwt op 05-03-1693 in Aalten met
Geesken Beeckink / Overbeeck (IJzerlo – IJzerlo < 1708)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Jan Prins(en) (Aalten, 12-04-1696), trouwt op 06-07-1727 in Aalten met
Jenneken Ebbers (Aalten, 10-03-1700)
Volgende bewoners, neef (oomzegger) en echtgenote:
Jan Prins/Prinsen ook genaamd Reint (Bocholt, 17-12-1728 ‘Joes Printzen’)
Geeske Somsen (IJzerlo, 15-10-1730).
Jan wordt als bewoner van de ‘Prinsenstede’ genoemd o.a. in 1776 in het register van de overdrachtsbelasting (50e penning). Jan en Geeske waren volle neef en nicht via hun moeders, resp. Maria en Eva Prins. Jan Prins/Prinsen was een buitenechtelijke zoon van Maria Prins (IJzerlo, 05-11-1693). Jan woonde in 1748 (zie Liberale Gifte) met zijn moeder bij zijn kinderloze oom en tante Jan Prins (IJzerlo, 12-04-1696) en Jenneken Ebbers (Dale, 10-03-1700). Zijn nicht en latere echtgenote, Geeske Somsen, woonde er toen ook als ‘meit’. Ze woonden in IJzerlo in het 2e rot, de boerderijnaam wordt niet genoemd maar vermoedelijk was dat ook De Prins.
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Bevolkingsregister 1823-1850
“Prins”
Gerrit Jan Prinsen (Aalten, 29-01-1764)
Sandrijntje van Hengel (Dinxperlo, 13-04-1770)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Garrit Prinsen (Aalten, 03-04-1803)
Aaltjen Ebbers (Lintelo, 16-01-1812)
Bevolkingsregister 1850-1860
Garrit Prinsen (Aalten, 03-04-1803)
(1) Aaltjen Ebbers (Lintelo, 16-01-1812)
(2) Berendina Mellink (Varsseveld, 12-01-1809)
Bevolkingsregister 1860-1870
Garrit Prinsen (Aalten, 03-04-1803)
Berendina Mellink (Varsseveld, 12-01-1809)
Bevolkingsregister 1870-1880
Garrit Prinsen (Aalten, 03-04-1803)
Berendina Mellink (Varsseveld, 12-01-1809)
Bevolkingsregister 1880-1890
Garrit Prinsen (Aalten, 03-04-1803)
Berendina Mellink (Varsseveld, 12-01-1809)
Volgende bewoners, (stief)zoon en schoondochter:
Garrit Jan Prinsen (IJzerlo, 12-03-1836)
Johanna Geertruid Veldhorst (Binnenheurne, 08-02-1846)
Bevolkingsregister 1890-1900
Garrit Jan Prinsen (IJzerlo, 12-03-1836)
Johanna Geertruid Veldhorst (Binnenheurne, 08-02-1846)
Bevolkingsregister 1900-1910
Garrit Jan Prinsen (IJzerlo, 12-03-1836)
Johanna Geertruid Veldhorst (Binnenheurne, 08-02-1846)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Bevolkingsregister 1910-1920
Gradus Adolph Prinsen (IJzerlo, 20-01-1872)
Adresboek 1934
IJzerlo 48 > 79
Adresboek 1967
“De Prins”
IJzerlo 79 > Heidemansweg 2
G. Wikkerink
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Kenmerken
Kadastraal nr. | S-892 |
Functie | Boerderij |
Bouwjaar | 1886 |
Monument | nee |
Bronnen
- Adresboek gem. Aalten, 1934 & 1967
- ‘Boerderij- en Veldnamen in Aalten’
- Doop-/Trouw-/Begraafboeken
- ECAL
- HisGIS
- Kadastrale kaart
- Liberale Gifte 1748
- Registre Civique 1811-1820
- Verpondingskohier 1647
- Verpondingskohier 1650
- Wiewaswie
- ‘IJzerLoe of Nestiezeren’, red. H.J.Westervelt, 1983
Plaats een reactie