Categorie: Feesten & Evenementen

  • Rookwedstrijden

    Rookwedstrijden

    We kunnen het ons tegenwoordig nauwelijks meer voorstellen, maar in de vorige eeuw werden er wedstrijden georganiseerd waarbij deelnemers het tegen elkaar opnamen in diverse disciplines op het gebied van het roken van sigaren en sigaretten.

    De Arnhemsche Courant schreef op 6 maart 1908:

    In den katholiekenkring te Aalten is een rookwedstrijd gehouden in het langzaam en snel rooken. De heer J. Betting kreeg den eersten prijs met snel rooken en rookte zijn sigaar in 7 minuten op en in het langzaam rooken werd de 1e prijs behaald door H. Weijkamp, die over zijn pijp tabak een uur en 45 minuten deed. Ook een nuttige tijdpasseering!

    In de jaren 60 organiseerde Dick Fries rookwedstrijden in Aalten. Rechts ziet u een foto van het onderdeel “Peuk in de lucht gooien en met de mond opvangen”.

    Op 21 maart 1961 schreef Dagblad Tubantia:

    Aalten heeft weer een rookkampioen

    De heer E. Jentink, Lintelo 67, is maandagavond, voorlopig voor een jaar, kampioen-sigarenroker van Aalten geworden. Hij veroverde deze titel tijdens de in de Sociëteit aan de Hofstraat gehouden jaarlijkse rookwedstrijd. Zoals bekend gaat het bij deze wedstrijd om de langste askegel op een sigaar van 110 mm. De heer Jentink wist er een te produceren van maar liefst 104 mm, echter 1 mm korter dan de kampioen van vorig jaar.

    De belangstelling voor dit rookfestijn wordt elk jaar groter en was gisteren reeds uitgegroeid tot ruim 200 deelnemers. Het sprak dan ook vanzelf dat, toen omstreeks half negen het commando „vuur” werd gegeven en in de ruim 200 sigaren gelijktijdig de brand werd gestoken, allen weldra in dichte nevelen werden gehuld.

    Het kostte de deelnemers moeite om te zien hoever zijn buurman met de askegel vorderde. Het duurde echter niet zo lang voor de uitroepen van „o, wat jammer, ik bun ’m kwiet” door de zaal klonken.

    Na ongeveer een uur zaten er nog slechts enkelen die voor het kampioenschap in aanmerking konden komen. Heel voorzichtig werd dan nog geprobeerd een laatste haaltje te doen om zodoende nog een millimeter te rekken. Het resultaat was echter meestal een paar „gloeiende” vingers en een lawine van as over de kleding.

    Toen de laatste kegel was gesneuveld en de balans kon worden opgemaakt, bleek dan de heer Jentink met 104 mm kampioen te zijn geworden. De heer A. Pokhuizen bezette de tweede plaats met een kegel van 103 mm. Voor de derde prijs waren twee kandidaten, t.w. de heren A. Driessen en W. Winkelhorst, met elk een kegel van 102 mm.

    Na deze strijd werden de deelnemers onthaald op een wat „luchtiger” programma, n.l. met het optreden van Rudi Carell en Dick Harris.

    Bronnen


    Dagblad Tubantia, 9 maart 1965:

    Rookwedstrijd werd succes

    Met een askegel van precies 100 mm. is de heer A. Driessen maandagavond winnaar geworden van de jaarlijkse en 12e rookwedstrijd, die onder grote belangstelling in de sociëteit is gehouden. Toen om kwart voor acht het startsein werd gegeven werd in ruim 200 forse sigaren tegelijk de brand gestoken.

    Binnen enkele minuten was de rook te snijden en konden de deelnemers nauwelijks hun buurman onderscheiden. Uiteraard was dat ook niet nodig omdat ieder genoeg aan zich zelf had. Vooral als de askegel in lengte toeneemt, en dan vaak ook nog neigingen krijgt om scheef te gaan trekken, heeft niemand er behoefte aan om zich met buurmans rokerskunst te bemoeien.

    Anders wordt het als met een half uur de eerste „slachtoffers” met een gezicht van „och, wat jammer”, hun askegel in diggelen hebben zien vallen. Dan scharen de uitvallers zich in grote getale om de overblijvenden die, vaak ten koste van een brandblaar en zich in allerlei bochten wringend, proberen door nog enkele haaltjes een paar millimeter aan de wankele kegel toe te voegen. Muisstil wordt het dan in de zaal en de spanning is op de gezichten te lezen.

    Zo ook gisteravond toen aller aandacht werd gericht op de rokerskunst van de heer Driessen, die er tenslotte in slaagde om als winnaar uit het rookgordijn te voorschijn te komen. Vorig jaar won hij ook de 1e prijs. Slaagt hij er ook volgend jaar in om het kampioenschap te behalen dan wordt hij definitief eigenaar van de wisselbeker.

    Op de tweede plaats eindigde de heer H. Arentsen met een kegel van 99½ mm. De heer J. Pluimers, kwam met een kegel van 99 mm op de derde plaats.

    Nadat het rookgordijn enigszins was opgetrokken werden de deelnemers getrakteerd op een vrolijk programma, verzorgd door een cabaretgezelschap uit Apeldoorn, onder het motto: „Lachen is troef”.

  • Schutterij Bredevoort

    Schutterij Bredevoort

    Bredevoort had als garnizoensstad sinds de middeleeuwen een schutterij. Schutterijen werden destijds opgericht als plaatselijke militie die de orde en veiligheid van de burgers moest garanderen. Nadat de schutterijen in 1901 officieel werden opgeheven, ontstonden in veel plaatsen vrijwillige schutterijen. Deze hadden een meer folkloristisch karakter en organiseerden onder meer schuttersfeesten, de kermis en het koningsschieten. Ook hebben veel schutterijen een fanfareorkest en/of vendeliers.

    Schutterij Wilhelmina

    Tegenwoordig kent Bredevoort nog steeds een schutterij, namelijk Schutterij Wilhelmina. De eerste schriftelijke vermelding waarin deze schutterij met naam wordt genoemd vonden we in de Aaltensche Courant van 25 oktober 1905. Men neemt aan dat de vereniging dan reeds langer bestaat. In diezelfde tijd blijkt Bredevoort zelfs twee schutterijen te hebben.

    Mogelijk dankt de vereniging haar stichting in het jaar 1898 als het kroningsfeest van koningin Wilhelmina uitbundig wordt gevierd. In Bredevoort werd ter gelegenheid van dit feest een bestuur opgericht dat diverse feestelijkheden organiseerde. Deze bestonden uit een kermis en optocht van ruiters met banieren. Tevens werd op de Markt een zogenaamde Wilhelminaboom geplant ter ere van Wilhelmina’s verjaardag. Na afloop vond een schuttersfeest plaats met als hoofdonderdeel het koningsschieten. Deze traditie wordt nog altijd in leven gehouden tijdens het jaarlijkse volks- en schuttersfeest dat in juni wordt gehouden.

    Doorstart

    In de tweede wereldoorlog is de vereniging verboden en werden de vaandels vernield door de bezetters. Onmiddellijk na de oorlog in 1945 werd Schutterij Wilhelmina Bredevoort officieel (her)opgericht. In 2020 bestond de schutterij 75 jaar.

    Op de vaandels van Schutterij Wilhelmina prijkt een hanenpoot, het familiewapen van de familie Satink. Benjamin Satink (1704–1769) was in de 18e eeuw verwalter-drost van de Heerlijkheid Bredevoort, commies van des lands magazijnen en auditeur-militair.

    Schutterij Wilhelmina speelt een actieve rol in de Bredevoortse samenleving. De vendeliers van de schutterij brengen serenades bij jubilea van de leden en organiseren de reveille, vroeg in de ochtend, en het koningsschieten bij de jaarlijkse kermis. Het ‘hoofdkwartier’ is het schuttershuis aan de Boterstraat.

    40-jarig jubileum

    In 1985 vierde Schutterij Wilhelmina in Bredevoort haar 40-jarig jubileum (na de heroprichting):

    De Schutterij Wilhelmina neemt in de Bredevoortse gemeenschap een bijzondere plaats in en is niet weg te denken bij bijzondere gebeurtenissen in het oude stadje. Op 12 oktober viert de schutterij haar 40-jarig bestaan. In werkelijkheid kent Bredevoort al veel langer een schutterij. Dat blijkt onder meer uit vier oude vaandels die nog steeds in ere worden gehouden en die dateren uit het eind van de vorige eeuw.

    „Een buitenstaander zou er geen cent voor geven en de hele zaak bij de lompen gooien. Maar voor de leden van de schutterij zijn ze goud waard”, vertelt de huidige voorzitter van de schutterij Hans Wensink uit de Boterstraat in Bredevoort. Deze 58-jarige Bredevoorter is al 30 jaar voorzitter en heeft de oprichting in 1945 ook meegemaakt. „Misschien moeten we praten van een heroprichting. Het was na de Tweede Wereldoorlog en in de oorlog is de schutterij opgeheven. Op 17 oktober 1945 werd echter de schutterij opnieuw een feit”.

    Hans Wensink weet nog goed, dat Hendrik Frenken de eerste commandant was. Een man met een prachtige commandeerstem. „Als hij het commando: „bataljon voorwaarts” gaf, dan rolden de rrr’s er zo mooi uit”, weet Hans Wensink nog. Ook dat Frenken tijdens schuttersfeesten niet toestond dat hij gewoon met zijn naam werd aangesproken. Dan moest je kapitein tegen hem zeggen, hoe goed je hem ook kende. „Dat was de sfeer bij de schutterij. Nadat de periode Frenken was afgesloten nam J. van Merkenstein het commando over en nu is het D. Dibbets die de bevelen geeft.

    Vaste kern
    De schutterij heeft altijd een vaste kern gehad. Na de oorlog waren er alleen de oude vaandels. Die zijn later vervangen omdat het jammer was deze nog langer te gebruiken. Ook kwamen later pas de uniformen. In 1959 kwam een eind aan het traditionele schuttersfeest, toen werd besloten samen te werken met Volksfeest om te komen tot een gezamenlijk feest.

    Van schuttershuis is men wel eens veranderd, maar nu is men weer op het oude honk, café Munsterbrug, terug. De vaandels worden echter door moeder Wensink „onderhouden”. Zij ziet er nauwgezet op toe, dat alles goed wordt behandeld. De 90-jarige is een enthousiast aanhangster van de schutterij. Zij weet ook te vertellen over de schutterij die aan het begin van deze eeuw in Bredevoort actief was. Haar in 1938 reeds overleden man, was in 1913 al adjudant bij de schutterij en reed dan te paard bij de groep. In die tijd werden rangen bij de schutterij gekocht. Van heinde en verre kwamen de mensen naar de schutterij in Bredevoort. Mevrouw Wensink weet ook dat het oudste vaandel uit 1898 dateert en werd gezwaaid door Wubbels sr. die ook nog drie zoons had die vendelier waren.

    „Moe” Wensink zorgt bij het vogelschieten er ook voor dat de schutters op tijd hun koffie met brood krijgen. In de afgelopen 40 jaar is het zeven keer gebeurd dat het schutterskoningschap bij de familie Wensink terecht komt. „Dan is het pas echt schuttersfeest, dan laat ik alles staan en ga naar het schuttershuis”, aldus de bejaarde Bredevoortse.

    Viering
    De schutterij heeft 160 leden, waarvan 40 „werkende”. Het dagelijks bestuur bestaat uit: Hans Wensink voorzitter, Hans Piek secretaris, Engelbert Ebbers penningmeester. Zaterdag 12 oktober zal aandacht wroden geschonken aan het 40-jarig bestaan.
    Van 15-17 uur wordt in het schuttershuis Munsterbrug een receptie gehouden en ’s avonds is er feest voor de leden. „Wat er in de komende jaren ook zal veranderen, de schutterij moeten ze in ere houden. Dit is iets, dat door onze voorouders is begonnen. Dat moeten we niet afbreken. We moeten zuinig zijn op de tradities en gebruiken”, aldus Hans Wensink.

    Schutterij Wilhelmina, Bredevoort
    Schutterij Wilhelmina Bredevoort
    Kermis en Schuttersfeest Bredevoort - Aaltensche Courant, 12-10-1901
    Aaltensche Courant, 12 oktober 1901

    In 2022 verscheen er een jubileumboek, getiteld ‘Schutterij Wilhelmina Bredevoort’, geschreven door Jos Wessels.

    Lees ook: Schutterij Aalten

  • Volksfeest / Kermis

    Volksfeest / Kermis

    Het Aaltense Volksfeest is een evenement waar vele Aaltenaren ieder jaar weer naar toeleven. Tegenwoordig wordt het gevierd in het derde weekend van september. In vroeger jaren werd het ook op andere data gevierd. Het volksfeest wordt ook vaak ‘kermis’ genoemd. De eigenlijke kermis, dat wil zeggen de attracties, noemt men tegenwoordig echter ‘lunapark’.

    Vele decennialang waren het koningsschieten en de kermis op het terrein bij het Feestgebouw / ‘De Pol’. Tegenwoordig vinden deze activiteiten echter plaats in het centrum, voornamelijk op de Markt en het Hoge Blik.1

    De oudste vermelding over de kermis in Aalten dateert uit 1835. Dat jaar vermeldde de ‘Geldersche Volks-almanak’ dat de kermis in Aalten op 19 oktober zou plaatsvinden.2

    In het ‘Elfde verslag van den toestand en de verrigtingen der Nederlandsche vereeniging tot afschaffing van sterken drank’, gepubliceerd in 1855, schrijft men: “de kermis te Aalten is onbeduidend, meest kindervreugd”.3

    Volksfeest 1876 – zilveren penning

    Penningen zijn vaak een materiële herinnering aan een gebeurtenis in het verleden. Dat geldt ook voor het hier afgebeelde penninkje:

    De penning bestaat uit een zilveren plaatje met een diameter van 22 mm, waaraan een oogje is gesoldeerd. De voorzijde is gegraveerd met de tekst: AALTENS VOLKSFEEST, met een lint omgeven door een rand van strepen. Op de keerzijde staat de datum 16 Aug 1876, binnen een rand van streepjes en strepen. De rand van de penning is gekarteld; het plaatje is vermoedelijk een afgeslepen muntstuk. Opvallend is dat de gravering vrij amateuristisch is uitgevoerd.

    Over de aanleiding voor het volksfeest bericht de Zutphensche Courant van 12 augustus 1876: de opening van het Telegraafkantoor in Aalten. De precieze reden voor de vervaardiging van het penninkje is onbekend, mogelijk werd het uitgereikt als prijs bij het sterschieten.4

    Stichting Volksfeest Aalten

    In september 1973 werd een ‘Comité Volksfeest’ opgericht, ontstaan door samenvoeging van het Feestgebouw, de Schuttersvereniging en het Kermiscomité. Later werd dit de ‘Stichting Volksfeest Aalten’. Tien jaar later verschijnen Wout Delleman (1927), Jan Willem Bilderbeek (1920) en Johan Diederik Beskers (1918) voor notaris Obbink voor de oprichting van Stichting Volksfeest Aalten (SVA).

    De kernactiviteiten van Stichting Volksfeest zijn in 50 jaar nauwelijks veranderd. Ook lang voordat SVA in het leven werd geroepen werd elk jaar een feest, destijds kermis genoemd, georganiseerd. Kinderspelen, lampionoptocht, koningsschieten en de Allegorische optocht zijn traditiegetrouw onderdeel van het ‘feest voor iedereen’. De locaties zijn een aantal malen veranderd, ook is het Volksfeest van juni naar het derde weekend van september verhuisd.

    Voorheen werd het Volksfeest van donderdag tot en met zaterdag gehouden. Sinds 2014 is de zondag aan het programma toegevoegd met het Frühshoppen.

    Koningsschieten

    Een traditioneel onderdeel van het volksfeest is het koningsschieten of vogelschieten. Koningsschieten is een oud gebruik dat voorkomt in grote delen van Europa. Het koningsschieten komt voort uit het schuttersfeest, het jaarlijks terugkerende feestelijk volksvermaak van de plaatselijke schutterij.

    De traditie van het koningsschieten is in Aalten al sinds ver in de vorige eeuw bekend. Naast het koningsschieten, heeft Aalten ook het fladder- en schijfschieten gehad en het vogelknuppelen voor dames. Daarnaast kon men begin vorige eeuw ook deelnemen aan het ringrijden te paard of rijwiel.

    De winnaars van de schietwedstrijden op vrijdag mogen zich een jaar lang koning, koningin en jeugdkoning(in) van Aalten noemen. De volgende dag worden zij tijdens de allegorische optocht rondgereden in een koets of cabrio om het publiek te kunnen begroeten. Daarna volgt op de Markt de vaandelhulde door de vendeliers van St. Helena.

    Krantenberichten

    (klik om te vergroten) 5

  • Schutterij Aalten

    Schutterij Aalten

    Schutterijen werden in de middeleeuwen opgericht als plaatselijke militie die de orde en veiligheid van de burgers moest garanderen. In 1815 volgde een wet waarin werd bepaald dat drie procent van de mannen tussen 18 en 50 jaar schutter-plichtig was. In 1827 werd dat veranderd naar twee procent van de mannen tussen 25 en 34 jaar.

    In 1901 werden de schutterijen officieel opgeheven en vervangen door een landweer, die bestond uit dienstplichtigen en vrijwilligers. Later ontstonden in veel plaatsen vrijwillige schutterijen waarvan iedereen lid kon worden.

    In 1906 stond de schuttersvereniging te Aalten aan de wieg van het Feestgebouw. In de decennia erna konden we op online krantenarchief Delpher geen vermeldingen van de Aaltense schutterij vinden. Pas begin jaren 50 vonden we weer diverse vermeldingen, van Schutterij St. Helena.

    Echter in 1957 verscheen er ook een bericht over de oprichting van een schutterij, door de NV Feestgebouw te Aalten, die ‘De Eendracht’ zou gaan heten. Hoe dit allemaal precies zit, is ons vooralsnog onduidelijk.

    In september 1973 werd een ‘Comité Volksfeest’ opgericht, ontstaan door samenvoeging van het Feestgebouw, de Schuttersvereniging en het Kermiscomité. Later werd dit de ‘Stichting Volksfeest Aalten‘.

    Deze pagina bevat onder meer een aantal foto’s en krantartikelen van en over de Aaltense schutterij die wij de afgelopen jaren verzameld hebben. Wij hopen op meer informatie om nog eens een meer volledige geschiedenis van de Aaltense schutterij te kunnen schrijven.

    Krantenberichten en foto’s

    (klik om te vergroten)

    Volksfeest te Aalten, 1936
    Volksfeest te Aalten, 1936

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

  • Paasvuur

    Paasvuur

    Een paasvuur is een soort vreugdevuur dat tijdens Pasen in delen van Europa wordt aangestoken. Hiervoor wordt hout verzameld en op een grote stapel gelegd, die soms tientallen meters hoog is. Als het duister invalt wordt het geheel aangestoken. Het spektakel trekt vaak veel toeschouwers en meestal is het een echt dorpsgebeuren. Van oorsprong was het een Germaans feest, gewijd aan Ostara, de godin van de lente. Na de kerstening kreeg de traditie een christelijke invulling.

    Paasvuur in Aalten

    G.H. Rots beschreef de Aaltense paasvuurtraditie in 1937 als volgt:

    “Ieder voorjaar als Pasen naderde verzamelden zich de jongens uit een ‘rot‘ (= wijk/buurt) om plannen te bespreken voor het “paaschvuur”. Zij benoemden een bestuur, waarvan vooral de penningmeester een gewichtige rol vervulde.

    Er werd langs de huizen gegaan om te vragen of men ook nog wat over had voor ’t paaschvuur. Wie geen hout had, offerde meestal een kleinigheid in klinkende munt, waardoor een ‘kas’ werd gevormd. De penningmeester moest deze kas beheeren, welke soms tot dertig centen kon oploopen. ’t Gebeurde wel eens dat de penningmeester de kas of een gedeelte daarvan voor eigen doeleinden gebruikte. Dan was Holland in last. Er werd soms zwaar gevochten, en onderlinge ruzies waren aan de orde van den dag.

    Maar ’t einde van ’t liedje was toch: er kwam een paaschvuur. Elk rot had zoo’n vuur, en ’t ging er maar om wie het grootste had. Niet zelden gebeurde het dat de eene groep jongens er ’s avonds laat nog op uittrokken om hout van een andere groep te kapen, en hun eigen voorraad daarmee aan te vullen.

    Den eersten Paaschdag werd het vuur ontstoken. In ‘t midden een paal, waarboven een teerton gehangen was, waardoor het vuur hoog oplaaide. En zoo zag men om Aalten eenige vuren branden, welk schouwspel tal van kijkers had.”

    Palmpasen

    “Het eieren gooien werd ’s morgens door kleine kinderen nog veel gedaan. Als men ze mooi bruin gekleurd wilde hebben, werden ze in cichorijpap gekookt. Op Palmzondag kon men de kinderen met mooie versierde dennentakken zien loopen, z.g.n. „palmpaschen”, waarbij de kinderen dan de palmpaaschliederen zongen, oa. dit:

    Eikorij, eikorij,
    As ’t nog eenen Zondag is kriege wi’j een poaschei.
    Eén ei is geen ei.
    Twee ei is een paoschei.

    Dit soort liedjes, werd in andere gemeenten nog wel aangevuld. In folklorische bijdragen over paaschgebruiken zijn die liedjes wel vermeld.”

    Bronnen


    • Wikipedia
    • ‘Uit Aalten’s verleden’, door G.H. Rots, Aaltensche Courant, 19 november 1937 (via Delpher)
  • Gondelvaart Bredevoort

    Gondelvaart Bredevoort

    De Gondelvaart was een evenement dat van 1968 tot 2010 jaarlijks plaatsvond op de Grote Gracht in Bredevoort. Tegenwoordig is het evenement uitgebreid tot ‘Bredevoort Schittert‘, met veel ruimte voor muziek, kunst en theater, zonder het sprookjesachtige karakter te verliezen.

    Van 1928 tot 1935 waren er ook al Gondelvaarten, maar vanwege de economische crisis moest men hiermee stoppen. Toch was Bredevoort het lichtjesfeest niet vergeten. Het bleef rondzoemen in de naoorlogse jaren. Tot in 1968 een comité onder leiding van Jan Elferink de bevolking bij elkaar riep met een krantje. De bevolking ging massaal aan het gondels bouwen. Pastoor Metternich en de dominees Drop en Van Ziel kregen de kerkgangers zover dat die een gondel namens de drie kerken bouwden. En de middenstand stelde zich garant voor een eventueel tekort en nam voor de zekerheid zelf plaats achter de kassa’s.

    En elk jaar trok het publiek van heinde en ver (waaronder steeds meer Duitsers) in augustus of september naar Bredevoort om de verlichte gondels te zien en na afloop het feest in het stadje mee te maken. En natuurlijk ook om het vuurwerk te zien. Uit een enquête in 1991 bleek dat twintig procent van de bezoekers op de eerste plaats voor het vuurwerk kwam. Het vuurwerk is al vanaf het begin vast onderdeel van de Gondelvaart en dit is met de overgang naar Bredevoort Schittert onveranderd gebleven.

    Gondelvaart Bredevoort 2008
    Gondelvaart Bredevoort 2008
    Gondelvaart Bredevoort 1928
    Gondelvaart Bredevoort 1928

    Techniek

    De gondels werden vroeger getrokken door motorboten. De boten trokken meestal twee à drie gondels, verbonden door kruislings vastgemaakte sleeptouwen. Met puntstokken voorkwamen de bouwers dat de gondels vast kwamen te zitten in de modderige bodem van de gracht. Later werd overgestapt op tractie. Vanaf 1989 veranderde de presentatie en kwamen gondels één voor één langs, ondersteund door een stuk tekst en bijpassende muziek.

    De technische ontwikkelingen gingen steeds door: waxinelichtjes werden fietslampjes en daarna LED-lampjes. Accu’s werden vervangen door aggregaten en daarna gewoon stroom uit het stopcontact (nu de gondels in het stadje staan). En er kwamen de verlichte tuinen waar je met een treintje langs kunt rijden.

    Anecdotes

    Een enkele keer ging de Gondelvaart niet door. In 1972 werd er niet gevaren omdat de beken rondom Bredevoort werden uitgebaggerd en er mogelijk onvoldoende water zou zijn. In 1976 werd de Gondelvaart afgeblazen omdat de Grote Gracht door de warme zomer was drooggevallen.

    Slecht weer zorgde ervoor dat de Gondelvaart in 1983 werd afgelast. Door de storm belandde de gondel van s.v. Bredevoort zelfs in de bomen. De afgelasting kostte de Gondelvaart maar liefst 35.000 gulden, een recordverlies.

    In 1982 was het zo droog, dat men beekjes moest verleggen en zandzakken leggen om het water in de goede richting te sturen.

    De Aaltense huisarts/bootsman Wim Pampiermole liep in 1980 een nat pak op tijdens het testen van de boot. Ook toenmalig voorzitter Jan Elferink hield het niet droog. Hij wilde na de opening het podium afstappen maar viel in de gracht. Jan bedacht zich geen moment, fietste naar huis en verwisselde zijn lichte zomerpak voor een donker exemplaar en was weer op tijd aanwezig voor de afkondiging zonder dat iemand iets van het gebeuren gemerkt heeft.

    Elk jaar speelden twee trompettisten vanaf de openingsgondel. Velen kennen nog de enorme zwaan die vanaf 1993 de openingsgondel trok. In 2002 ging deze zwaan met pensioen en kwam er een nieuwe openingsgondel in de stijl van Venetië. In 2008 vierde men het 40-jarig bestaan van de Gondelvaart met wederom een nieuwe openingsgondel: De Golf.

    Bredevoort Schittert

    In 2010 maakte de organisatie een nieuwe opzet van de Gondelvaart bekend. De gondels veranderden in lichttaferelen en niet alleen de gracht maar het hele stadje wordt als podium gebruikt. Hierdoor kunnen de bezoekers overal zelf langs lopen en is er meer ruimte voor kunst, muziek en theater.

    De Werkgroep Bredevoort Schittert zorgt onder andere voor een groot deel van de werkzaamheden rondom het evenement. Denk aan het ophangen van zeilen, het neerzetten van hekken, opbouwen van de kassa’s en het plaatsen van routebordjes.

    De Werkgroep is al jarenlang een begrip in Bredevoort. Nauw daaraan verbonden zijn de Bloemenmeisjes, vroeger verantwoordelijk voor het versieren van de openingsgondel en het podium, tegenwoordig als Schitterende Vrouwen te bewonderen bij het lichttafereel van de Werkgroep.

    De verlichte gondels en passende muziek, maar ook de rust van het water met de donkere boompartijen hebben heel wat romantische gevoelens losgemaakt. Niet alleen medewerkers wisten elkaar in het donker te vinden, ook bij bezoekers zijn meerdere vonken overgeslagen tijdens het vuurwerk. Dat Bredevoort Schittert nog steeds een romantische setting is, blijkt wel uit het feit dat er enkele jaren geleden op het springkussen een innig verstrengeld paar ‘op heterdaad’ werd betrapt. Nadat iemand de stekker uit het luchtkussen trok, namen zij snel de benen.

    Leestip


    • Gondelvaart Bredevoort in Woord en Beeld 1968-2008, door J. Wessels en J. Betting
  • Waterskiën achter de auto

    Waterskiën achter de auto

    Algemeen Dagblad, 25 juli 1985

    AALTEN — Wat betreft doldwaze evenementen is Amerika altijd een voorloper geweest. Toch kunnen de Nederlanders er ook wat van. Zo worden zaterdag 27 juli in het Gelderse Aalten alweer voor de derde maal de waterskikampioenschappen achter auto’s gehouden.

    Organisator Henk Houwers is er trots op dat hij als eerste dit festijn in ons land heeft geïntroduceerd. „Een aantal jaren geleden heb ik het waterskiën achter auto’s eens in Amerika gezien. Meteen dacht ik waarom zouden we dat ook niet in ons land kunnen doen. We hebben tenslotte voldoende sloten en plassen daarvoor.”

    Bij de kampioenschappen in Aalten is de snelheid niet belangrijk. Op het 550 meter lange parcours aan de Slingebeek (nabij camping Goorzicht) zal de jury de zestig beginnelingen en gevorderden beoordelen op techniek, presentatie en kleding. Wat het laatste betreft, kunnen de meest vreemde uitdossingen worden verwacht. „Sommigen komen verkleed als een oud omaatje, anderen weer als Batavier,” zegt Houwers.

    „Het leuke is dat alles mag, maar niets hoeft. Een kushandje naar de jury kan bijvoorbeeld al extra punten opleveren.” Het evenement begint om 14 uur en wordt in de pauze opgeluisterd met een roeiwedstrijd op boomstammen van vierhonderd kilo.

    Bronnen


  • Space-show in Feestgebouw

    Space-show in Feestgebouw

    23 april t/m 3 mei 1971, Aalten

    Een maansteen met een verzekerde waarde van 1,7 miljoen gulden vormt het duurste onderdeel van de „space-show” die vandaag in het Gelderse Aalten (Polstraat 7) begint en die tot en met 3 mei duurt. Ook de Gemini X-capsule waarin de astronauten Young en Collins in juli 1969 omhoog raasden staat er te bezien, evenals de ruimtepakken van Collins en Walter Schirra en hitteschilden van de Gemini en Apollocapsule.

    Een electronisch vraag- en antwoordapparaat, een aantal foto’s en modellen vormen andere attracties van de show, waarbij ook een (doorlopende) film te pas komt, die werd opgenomen in en vanuit de Apollo XI. Morgenmiddag half drie staan demonstraties met helicopters op het programma van de Marineluchtvaartdienst.

    Maanjus

    Het smaakt prima, zei burgemeester Faber van Aalten, nadat hij een slok jus d’orange had genomen. Het bijzondere daarvan was, dat hij de vloeistof via een soort ventiel uit een plastic zak zoog en dat diezelfde vloeistof eigenlijk bedoeld was geweest voor een van de astronauten, die op de maan landden. De jus d’orange, die de burgemeester — en later ook zijn echtgenote te drinken kreeg — is meegeweest naar de maan.

    Het klinken van de burgemeester met de „maanjus” en de heer P. van Breukelen, directeur van de stichting wetenschappelijke en educatieve tentoonstellingen (met „aardse jus”), was het feitelijke begin van de grootse ruimtevaarttentoonstelling, die tot en met maandag 3 mei in en rond het feestgebouw in Aalten te zien is.

    Het bijzondere van deze tentoonstelling is, dat er bijzonder veel origineel materiaal is te zien. Van door de astronauten van de Apollo 11 gemaakte foto’s, een dito film (met beelden, die tot dusver nog niet werden vertoond), tot het stuk maansteen en de oorspronkelijke Gemini-capsule, waarmee Young en Collins in juli 1966 de ruimte ingingen.

    Natuurlijk moest burgemeester Faber ook even plaats nemen in de nauwe cabine van de Gemini. Alleen het idee al, dat een mens het daar tien dagen achtereen moest uithouden is moeilijk te verwerken. Overigens is de in Aalten aanwezige cabine een 70-tal uur in de ruimte geweest. De astronauten maakten in die tijd 44 rondjes om de aarde. Ook is er het ruimtepak van Collins te zien, waarin hij zijn uitstapje tijdens diezelfde vlucht buiten de cabine maakte.

    Het zijn maar enkele onderdelen van een tentoonstelling die in alle opzichten de moeite waard is en ook zeer overzichtelijk is, niet in de laatste plaats door de wijze waarop hier, hoe kan het ook anders, met de ruimte is gespeeld. Verder zijn het niet alleen de „ruimtevaarders”, die met oorspronkelijk materiaal kwamen, maar ook de marine met reddingsmateriaal en de luchtmacht, waarvan onder andere een testset en een straalmotor van een Starfighter is te zien.

    Interesse blijft

    In zijn openingstoespraak dacht burgemeester Faber, vooruitlopend op wat hij later zou zien, dat de sensatie van de maanvluchten nu wel af is, maar de interesse hoe zo’n vlucht in zijn werk gaat toch wel is gebleven. Wat dat betreft voorziet deze show in een behoefte, zo zei hij. De burgemeester toonde zich gelukkig met het initiatief tot het organiseren van de tentoonstelling.

    Aalten kan terecht trots zijn, dat het in staat is de dienende functie ten aanzien van de eigen inwoners en van de regio en van het aangrenzende Duitse gebied, vanwaar eveneens grote belangstelling bestaat, waar te maken. Aalten verkeert nu tien dagen in hogere sferen, zo besloot de heer Faber zijn rede, maar ook tien dagen met beide benen op de grond, want we hopen te tonen, dat we goede gastheren kunnen zijn.

    Alvorens burgemeester Faber zijn openingsrede uitsprak en het gezelschap van genodigden een ronde langs de verschillende stands maakte, waarbij tevens de film over de maanlanding van de Apollo 11 met, nog nooit eerder vertoonde beelden te zien was, gaf na een kort openingswoord van de voorzitter van de medeorganiserende VVV-Aaltens Belang, de heer B.G. Wilms, de heer Van Beukelen een uitleg over de tentoonstelling.

    De openingstijden van de verder binnenshuis gehouden show zijn: maandag t.m. zaterdag van 9 tot 12 en van 13.30 tot 21 uur. ’s Zondags bent u welkom van 14 tot 21 uur. De V.V.V. van Aalten geeft de verdere inlichtingen: 05437 – 3052.

    Bronnen

  • Zeskamp (1968)

    Zeskamp (1968)

    Evenement

    In 1968 zette Aalten zichzelf op de kaart door deel te nemen aan het populaire TV-evenement Zeskamp. De gemeente telde toen zo’n 12.000 inwoners. De textielindustrie was tanende, buiten de bebouwde kom was de boer nog troef. Aalten was in die periode een verzuild dorp. De Zeskamp lijkt echter een omslag teweeg te hebben gebracht.

    De Zeskamp was een sportief evenement, georganiseerd door de NCRV en de Belgische BRT en zij zonden het live uit op TV. Het trok destijds miljoenen kijkers en was daarmee één van de best bekeken TV-programma’s. Er waren deelnemers uit zes verschillende plaatsen, drie uit Nederland en drie uit België.

    Inwoners deden massaal en enthousiast mee. Bewoners van verschillende geloofs- en levensovertuigingen werkten samen. Nu ontmoetten zij elkaar eens echt en leerden elkaar kennen. En zo werden denkbeeldige muren geslecht.

    De wedstrijden werden op zes zaterdagavonden gespeeld, steeds in één van de deelnemende plaatsen. In Aalten was de Markt het wedstrijdtoneel.

    Uiteindelijk mocht Aalten naar de finale in Zutphen en won! Men huldigde de deelnemers met een rondrit door het dorp.

    Zie ook:

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

  • Oude Kerstgebruiken

    Oude Kerstgebruiken

    Enkele fragmenten uit de Java-bode, 22 december 1956

    Oude kerstgebruiken - Java-bode, 22 december 1956

    Kerstfeest: Christelijk feest, doch vele gebruiken stammen uit heidendom. In gewijzigde vorm hielden zij stand tegen de tijd.

    Reeds enkele dagen voor het Kerstfeest wordt in de mensen een feeststemming wakker, die in de Kerstdagen haar hoogtepunt bereikt. Het is geen toeval dat dan de Kerstboom, hulst en mistletoe opgeld doen en dat Kerstbrood, Kerstkransen en ander Kerstgebak de feestvreugde vergroten. Er wordt zelden aan gedacht, dat dergelijke dingen en gebruiken stammen uit het oude heidendom.

    Vroeger vierden onze voorouders omstreeks die tijd het Joelfeest, het feest der vruchtbaarheid, ter ere van de terugkeer van het licht. De kortste dag was voorbij, de dagen gingen weer lengen. Dan werden offermaaltijden gehouden en in de heilige bossen vlamden de offervuren hoog op. Het Kerstfeest is een Christelijk feest, maar al die gebruiken zijn voortgekomen uit heidense bodem en zijn, min of meer gewijzigd, staande gebleven en door de moderne mens overgenomen.

    Het is moeilijk de gebruiken van Kerstmis te binden aan een bepaalde dag, want wat hier op de eerste Kerstdag geschiedt, vindt elders plaats op 26 December of zelfs op Driekoningen. Sommige gebruiken, zoals het eten van bepaalde koek- en gebaksoorten zijn gedurende die hele periode tussen Kerstmis en Driekoningen in zwang. In het algemeen kan men zeggen, dat in Nederland op het platteland de eerste Kerstdag de heilige dag is, een dag van bezinning en meditatie en dat de tweede Kerstdag meer als uitgangs- of visitedag wordt benut.

    Achterhoek

    Bij de oude mensen in de Achterhoek leeft nog het bijgeloof dat op Kerstavond „Derk met de bèèr” rondrijdt, die alles vernielt wat buiten rondslingert. Nog wordt op vele plaatsen alle landbouwgereedschap in de schuur geborgen en wordt het erf schoongemaakt…

    In vele gezinnen eet men in de Achterhoek op Kerstavond iets extra’s, en dit gebruik doet denken aan de oude benaming „dikkevretsavond”. In boerengezinnen wordt vaak getracteerd op pannekoek, met worst gebakken. Een spotrijmpje, dat wijst op een extra tractatie, luidt: „Kasaventjen, Kasaventjen, dan gaat ’t er bie ons op. Dan slacht mien va ‘nen pekkelhering en ik, ik kriege de kop”.

    In Aalten eet men op Kerstavond „pilleweggeskes”, kleine bolvormige „wegen”, waarop twee deegpillen in kruisvorm gelegd worden. Kinderen kennen nog een oud bedelliedje: „Pilleweggen-aovend, offert geld, Geft de kleine kinder wat, Geft de groten ‘ne schop vör ’t gat!”

    Bovengenoemde twee deegpillen in kruisvorm horen oorspronkelijk niet thuis op dit kerstgebak. Zij zijn er op geplaatst toen het gewone volk de naam pilleweg niet meer begreep. Een pil is een petekind of doopkind en de pillegift in de vorm van een pillewegge was een doopgeschenk. Het was tevens een herinnering aan het heidense broodoffer, dat gebracht werd om de demonen van het kraambed te weren. Anijs, kummel en kaneel joegen door hun sterke reuk de goden weg.

    Dat men op Kerstavond pillewegen ten geschenke geeft, vindt waarschijnlijk zijn oorsprong in de verering van Maria als kraamvrouw. Het gebruik om op Kerstavond walnoten te eten in de gezellige huiselijke familiekring (in Aalten bijv.) is nog in zwang.

    Bron

  • ALMI (1949)

    ALMI (1949)

    Augustus-September 1949

    In augustus en september 1949 vond op het Smees de Aaltense Landbouw-, Middenstands- en Industrietentoonstelling (ALMI) plaats. Dit was, zeker in die tijd, een heel groot evenement in Aalten. Gedurende vijf dagen trok het 63.000 bezoekers. De landelijke pers werd uitgenodigd en ‘in stijl’, oftewel in klederdracht, ontvangen op het Aaltense station. Een journalist schreef daarna onderstaand verslag:

    Aalten vertoont op ALMI drie gezichten…

    Verzoening tussen oude en nieuwe vormen

    “Wi’j hadden geerne dat i’j es hierhen kwammen, dan kö ‘j es zeen, hoo of ’t er hier in ’t dorp en umgevinge hêer geet en uutzut.” , aldus luidde een uitnodiging, die ons uit Aalten bereikte. En om het nog aantrekkelijker te maken hadden ze op het briefje een Saksisch boerderijtje gedrukt, een van die lieflijke behuizingen, welke ons na elke vacantie weer met heimwee doen terugdenken aan de Achterhoek. Maar gezapig zijn ze d’r heus niet, bofój! En met peerd en kleedwagen zouden ze ons van de trein halen en hun allerliefste Jannökes zouden op klömpkes dansen op de markt. Wat doet een stedeling in zo’n geval? Hij gaat. Rijdt per spoor naar Aalten en stapt daar uit, statig als Sinterklaas. En hij gevoelt zich als Sinterklaas. Een, die weet dat hij welkom is en die zich toch enigszins opgelaten waant omdat hij er niet zeker van is of zijn aangeplakte baard wel recht zit.

    Ze hadden niet gepocht. Die van Aalten stonden in volle sterkte „de leu van de krante” op te wachten. Gelukkig begrepen we bijtijds, dat het méér ging om hun eigen plaatsgenoten dan om ons. Ze waren in plechtig zwart of appelgroen, motvrij of mottig, al naar de kwaliteit van de tuugkiste, waarin de spullen een halve eeuw geslapen hadden, geschaard om de paarden, de oude tentwagens, de kromme pijpen en de deerntjes, die we op die warme dag haar „zomerjurken” niet benijdden. Dat besef hergaf ons een gepaste professionele onbescheidenheid. En toen kwam de ALMI-commissie in volle staatsie op ons toe. Zwarte zijden petjes, laag boordje met zwarte strik, grappige geklede jassen, rechtaf gesneden bij de knieën, een nauwe broek die een speciale aankleedtechniek vereist en klompen aan het eind. Daartussen stond de scholtenboer, die het aan zijn stand verplicht is een hoge hoed-met-luchtgaatjes te dragen.

    Zij rookten allemaal dapper de kromme piepe en probeerden het pakje saffies in hun achterzak te vergeten. Ze dampten zich een tongblaar en spraken gemoedelijk dialect, dat wij als onderduiker tóch lekker hebben leren verstaan en zelfs spreken. En daar kwamen de deerns, witte klompen guitig trippelend onder het stemmige kleed, knipmutse op de permanent, een modern polshorloge netjes weggestopt onder de lange, zwarte mouw.

    Zie, tot op zekere hoogte was het een vertoning, tot op zekere hoogte ook niet. Aalten is natuurlijk modern. Het ontwikkelt een industrie, die er zijn mag maar die daar eigenlijk al tientallen jaren is vergroeid met land en volkskarakter. Alleen de oudere boeren en vrouwlui dragen nog pet en kistentuug, knipmutse en „kleed’ als ze zondags in de historische kerk een plaatsje uitzoeken rond de kansel. Maar tevens weet het jonge volk zich nog zó sterk verbonden met het streekeigene, met de folklore, met de rijke traditie, dat het gemakkelijk een stap achteruit kan doen en dan weer in de klompen terecht komt van hun vaders. Die pakken dragen ze met waardigheid.

    Es en fabrieksterrein, dat is, geloven we, ook de charme van het oude land der Saksen. De fabrieksschoorsteen behoeft er niet te detoneren. Soms zie je hem als een ijle vinger tegen de lucht, wanneer je wandelt over een es vol blonde rogge, welk cultuurlandschapje weer gevat is in een lijst van bos en houtwallen. Dit hoort zo. Als een boerengezin uit zijn keuken dreigt te groeien, moeten er uitwijkmogelijkheden zijn voor de jongens. Dat is de industrie, de nering.

    Het is er allemaal naar elkander toegegroeid, als gepatineerd door de traditie. Het industrialisatievraagstuk vertoont er niet de rauwe contour van elders, want de nijverheid: textiel, knopen, borstelmakerij, drukkerijen, is daar al sedert jaren gevestigd. Alleen heeft ze na de bevrijding een zoveel hogere vlucht genomen.

    De band, die hier boer, neringdoende en industrie omvat, komt treffend tot uiting in de ALMI, de grote Aaltense landbouw-, middenstands- en industrietentoonstelling, die op een terrein van 6 H.A. wordt ondergebracht; een project met welks verwezenlijking een slordige ton gemoeid is. Aha, zegt u, nu wordt ’t me duidelijk waarom ze die „leu van de krante” daarginder zo vriendelijk hebben ontvangen; waarom de deerntjes boerenpolka’s dansten met de kerels, op de weemoedige zuchten van Gartjan’s harmonica. Jaja, zo is het. Maar deze tentoonstelling is dan ook zozeer de moeite waard, dat je er een uurtje sporen en een wandeling van 10 minuten voor over kunt hebben.

    Het programma geven we aan het slot maar eerst nog wat over de sfeer, die de bezoeker daar wacht. Historie – In een olderwetse boerenkeuken zaten we op onze stoel letterlijk van spanning en plezier te rijden over de prachtige vloer met een mozaïek van veldkeien. Want Jan te Hoonte vertelde van de historie van Aalten en Bredevoort. Jan te Hoonte, smidsknecht-historicus. „Jongs” schudden we bewonderend het hoofd, „waor he’j ’t vandan?” „Van miene grötmoder”, antwoordde Jan fier, „En zi’j is taggentig ‘ewodden”. Jan is zelf 75, maar dat belet hem niet nog steeds de balg te trekken en een dofblozend ijzer pasklaar te hameren voor een paardezool. Ademloos hebben we aan zijn zwarte pandjes een woeste race door de eeuwen gemaakt en begrijpen nu, waarom de Koningin nog de titel van Vrouwe van Bredevoort kan voeren. Want deze veste heeft aan prins Maurits en Frederik Hendrik veel te danken.

    Greep uit de plannen

    Het is wel wat nuchter om te eindigen met de opsomming van een programma. Denk eraan: we geven de feiten. De sféér welke we hierboven trachtten te beelden, krijgt u bij een bezoek. En juist die sfeer is de oorzaak, dat het lokaalspoortje Arnhem-Aalten en vice-versa het volgende week wel eens druk zou kunnen krijgen. De ALMI wordt a.s. Dinsdag officieel geopend en sluit Zaterdagavond 3 September. In reusachtige tenten en hallen zetten de landbouw, de middenstand en de industrie hun beste beentje voor. Dinsdagmiddag streek een militair vliegtuig neer op een stoppelveld in de buurt, want de piloot had opdracht om nog een stand te komen afhuren voor de L.S.K.

    Deze expositie draagt geen zuiver plaatselijk karakter, wel vormt de locale nijverheid, de locale nering en de locale landbouw er het centrum van. Dinsdag en Woensdag vanaf 9 uur zullen er talloze koeien loeien en paarden hinneken. Want op beide dagen vinden keuringen plaats van roodbont, M.R.IJ, en Fries-Hollands vee. De eerste dag komen de koudbloeds met hun in een wrong opgestoken staartjes, Woensdag verschijnen de warmbloeds. En Woensdag is er ook een legerdag met parade en muziek van de beroemde band der huzaren van Boreel. Donderdag kunnen de toeschouwers genieten van een concours hippique en ’s avonds concerteert de kapel van de L.S.K. Vrijdag ronken de Motorkozakken (althans de motoren ronken) over het terrein en Zaterdag trekken ze de klompen uit, en voetbalschoenen aan. En het slot is een groot vuurwerk.

    Bron


    • Arnhemsche Courant, 27 augustus 1949 (via Delpher)
  • Optreden Djiguiten-Ruiter-Kozakken

    Optreden Djiguiten-Ruiter-Kozakken

    De Graafschapbode, 6 juli 1938

    Op hun rondreis door Nederland vóór hun vertrek naar Amerika zullen de beroemde Djiguiten-Ruiter-Kozakken nog éénmaal een voorstelling geven te Aalten o. h. terrein der Voetbalvereniging Aalten, Sladijk en wel op Zaterdag, 9 Juli a.s. des avonds te 7 uur N.T.

    Zooals bekend, zijn de Djiguiten-Ruiter-Kozakken officieren van de voormalige Wit-Russische ruiter-regimenten, die zich na de revolutie vereenigden onder leiding van Hetman Remeleff. Zij reizen thans door alle landen van Europa en toonen overal met het grootste succes hun onovertroffen staaltjes van paardrijkunst en van ruiteracrobatick.

    Wij twijfelen er dan ook niet aan of deze laatste voorstellingen in Nederland van de Djiguiten-Ruiter-Kozakken zullen ook hier ter plaatse zeer veel belangstelling trekken. Het optreden wordt door muziek opgeluisterd en zal ongeacht de weersgesteldheid plaatsvinden. Men zie voorts de adv. in dit nummer.

    Optreden Djiguiten-Ruiter-Kozakken - Graafschapbode, 06-07-1938
    Optreden Djiguiten-Ruiter-Kozakken - Graafschapbode, 06-07-1938