De Graafschapbode, 26 juli 1890
AALTEN – 24 Juli. Een vreeselijk ongeluk had heden avond, omstreeks 6½ uur, in het naburig Bredevoort plaats. Zijne Doorluchtige Hoogheid de Bisschop van Utrecht, was heden aldaar, om het Heilig Sacrament des Vormsels toe te dienen aan parochianen van Aalten, Bredevoort, Winterswijk en Vragender.
De stad was bij die gelegenheid versierd met vlaggen en groen, terwijl de kerk, zoowel binnen als buiten, getooid was met bloemen en schilden, waarop toepasselijke spreuken, en aan weerskanten van het altaar waren het Pauselijk en het Bisschoppelijk wapen aangebracht.
Een oud kanon, destijds opgegraven bij het slechten der wallen, en afkomstig, naar men wil, uit den tijd der fransche revolutie, dat steeds bij feestelijke gelegenheden gebruikt wordt, deed ook heden weer trouw dienst. Reeds was Z. D. H. tien minuten vertrokken, toen nog als een laatste eerbewijs het oude kanon zou worden afgeschoten, zooals geschiedde.
Helaas! het oude stuk, waarvan de wanden circa 15 cent. dikte hadden, sprong in verscheidene stukken; een der stukken nam twee knaapjes op van ongeveer 10 jaren, slingerde ze 20 meter ver door de lucht, met ’t treurig gevolg, dat van een het hoofdje van den romp werd gescheiden, terwijl het andere zoodanig werd gewond, dat ’t eenige minuten daarna overleed.
Steller dezes begaf zich onmiddellijk naar het terrein des onheils en zag, dat het stuk van het kanon, waarmede de arme kinderen waren weggeslingerd, de sporen droeg van het onheil. Bloed, stukjes vleesch en hersenen waren er aan vastgekleefd.
Rave, de lader van het oude stuk, een onlangs uit Indië teruggekeerd militair, kreeg belangrijke wonden aan het hoofd, die echter gelukkig niet levensgevaarlijk moeten zijn. De verongelukte kinderen zijn: het een van de echtelieden J.L. Heyink en het andere van de echtelieden A. Klompenhouwer. De ouders zijn radeloos, hun toestand te beschrijven is onmogelijk. Arme ouders.
Plaats een reactie