Anthonius Julius Hendrikus (Ton) Kötter werd op 9 november 1906 geboren in Aalten, op nummer 184a (Hogestraat). Twee jaar na zijn geboorte verhuist het gezin naar Groesbeek. Op 23 mei 1929 trouwt Kötter in Ubbergen met Tobina Anna Maria van Spreeken (Rotterdam, 11 oktober 1896).
Toen hij twaalf jaar was, kreeg hij privé trompetles. Op zijn 14e kreeg hij viool- en trompetles aan de muziekschool in Nijmegen. Daarna studeerde hij privé muziektheorie en compositie. Hij werd lid van de Marinierskapel der Koninklijke Marine als trompettist. Aan de Hochschule für Musik in Berlijn studeerde hij compositie en orkest-directie bij professor Freidenberg en Wilhelm Furtwängler.
Na de Tweede Wereldoorlog werd Kotter dirigent van verschillende harmonie- en fanfare-orkesten, o.a. van de Politiekapel te Nijmegen. In 1948 werd hij dirigent bij diverse orkesten in de omgeving van Tilburg, o.a. ook bij het bekende Koninklijke Harmonie “Sophia’s Vereeniging”, te Loon op Zand, en van 1950 tot 1965 van de Andels Fanfare Corps, Andel. Daarna dirigeerde hij Soli Deo Gloria in Enschede. In 1965 werd hij docent aan het Conservatorium Enschede. Van 1967 tot 1977 was hij dirigent van Excelsior Eibergen.
Ton Kotter overleed op 21 april 1991.
Foto: Excelsior Eibergen
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
NH predikant, theoloog, bijbelvertaler en hofprediker
Herman Theodorus Obbink werd op 23 januari 1869 geboren op boerderij de Rikkert in de Aaltense buurtschap Heurne. Hij was een tweelingbroer van Johan Obbink, o.a. medeoprichter van de Zuivelfabriek en ‘de Landbouw’ in Aalten.
Op 16-09-1889 vertrok Herman, 20 jaar oud, naar Doetinchem, en woonde daar aan de Burg. van Nispenstraat (link). Daar stond de Latijnse school (later Stedelijk Gymnasium / Gemeentelijk Lyceum).
Op 20 september 1892 vertrok hij uit Doetinchem naar Utrecht, waar hij studeerde aan de Universiteit Utrecht. Vervolgens stond hij als predikant in Hoogersmilde, Kamperveen, Middelburg en Den Haag. Op 2 december 1901 promoveerde hij te Utrecht op “De heilige oorlog volgens den Koran”.
Op 20 april 1897 trouwde hij met Jantine Gérardine ten Cate (1874-1949). Het echtpaar kreeg drie zonen.
Hoogleraar
In 1910 volgde zijn benoeming tot hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam met de leeropdracht “Algemene godsdienstgeschiedenis en de geschiedenis van de israëlietische godsdienst”. Zijn oratie was getiteld “De beteekenis van Egypte en Babylonië in de oude religieuze denkwereld”.
In 1913 werd hij benoemd tot hoogleraar Theologie en Godsdienstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Zijn oratie was getiteld “Over Oud-Aegyptische voorstellingen aangaande dood en leven”. De onderwerpen van beide oraties reflecteren zijn interesse in de Egyptische en Babylonisch-Assyrische wereld, die hij altijd in connectie met het Oude Testament heeft bestudeerd. Aan de Universiteit Utrecht gaf hij ook taalcolleges Assyrisch en Oudegyptisch.
Bijbelvertaler en hofprediker
In 1924 verscheen Obbinks vertaling van het Oude Testament. Deze werd in 1927 aangevuld met een vertaling van het Nieuwe Testament door zijn collega Annéus Marinus Brouwer (1875-1948). De vertaling, de “Utrechtse vertaling“, wordt meestal “Obbink en Brouwer” genoemd. Hij was rector van de Universiteit Utrecht in 1928/1929. In 1939 ging hij met emeritaat; zijn zoon Hendrik Willem Obbink volgde hem op.
Van 1929 tot 1947 was Obbink hofprediker. In die hoedanigheid ging hij in 1937 voor in de inzegening van het huwelijk van koningin Juliana en prins Bernhard. Ook doopte hij prinses Beatrix, leidde hij de begrafenis van koningin Emma en van prins Hendrik, de man van koningin Wilhelmina (bron).
Bekerbrusse werd vermoedelijk vernoemd naar Willem Brussen die vanaf ca. 1745-1748 bewoner was. Op 24-09-1799 kocht Berend Pakkebier het plaatsje ‘de Beeker-Brusse’, bestaande uit huis, hof, bouwland, plaggenvree en houtgewassen in Dale, van Lucas Houwers woonachtig in Rotterdam voor 1.455 gulden (Overdrachtsbelasting 40e penning).
Archieven
Aan de Grevinkweg in Dale lagen in 1832 twee boerderijen vlak naast elkaar die niet meer bestaan (huisnummers Dale nr. 3 en nr. 4) die de kadasterperceelnummers C209 en C219 hadden en in het bevolkingsregister in 1823-1850 allebei ’Beekerhuis’ werden genoemd. Het huis met adres Dale nr. 4 werd ook ‘Bekerbrusse’ genoemd.
Uit de dtb-boeken, het kadaster van 1832, het bevolkingsregister van 1823-1850 en het Registre Civique van circa 1811 blijkt voor de periode tot circa 1850 het volgende:
Bekerhuis
Bekerbrusse
Eigenaars Dale perceel C219 *
Eigenaars Dale perceel C209 *
Willem Eppink en Maria Elisabeth Nijhof
Elisabeth ter Beek / Villekes, wed. ter Horst
Bewoners Dale nr. 3:
Bewoners Dale nr. 4:
Derk Willem Stronks en Christina Scholten
Willem Brussen en Aeltjen Hartemink Begraafboek vermeldt ‘Willem Beker Brusse’
Elisabeth ter Beek / Villekes, wed. ter Horst
Arent te Loo en Jenneken Brussen Arend bewoonde ‘Beeker of Brussen Plaatsje’
Derk Hendrik ter Horst en Hendrika Heinen
Berend ter Horst en Elizabeth ter Beek / Villekes Berend bewoonde ’de Bekenbrusse’
Gerrit Jan Liesen en Geertruijd ter Horst
* Welk perceel bij welk adres hoorde is niet zeker.
Op basis van het bovenstaande kunnen we stellen dat het ’oude’ Bekerhuis perceel C219 was (Dale 3). Bekerbrusse was perceel C209 (Dale 4).
Liberale Gifte 1748
Kadaster 1832
Aalten C209 wed. Berend ter Horst landbouwer te Aalten 840 m² huis en erf
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Hendrick ter Beek alias Bekerhuis (Dale), trouwt op 02-01-1737 in Aalten met Lijsbeth Janssen alias Damhof (Aalten, 27-07-1710)
Hendrick was een zoon van Jan en Geertje ter Beek van Bekerhuis in Dale.Hendrick en Lijsbeth woonden in 1748 op Neerhofs Spikker in Dale en vertrokken kort daarna naar De Heuvel in Lintelo. In het doopboek worden Hendrick en Lijsbeth ‘aan ’t Bekerhuis’ genoemd. Niet zeker is of zij toen op Bekerhuis of op Bekerbrusse woonden.
Volgende bewoners:
Willem Brussen alias Beker Brusse (Aalten, 13-04-1688 – Dale, 15-03-1764), trouwt (2) < 1732 in Varsseveld met A(a/e)ltjen Ha(e)(r)temink (Varsseveld – Dale, 05-10-1770)
Willem en Aeltjen kwamen tussen 1745 en 1748 van Varsseveld naar Bekerbrusse in Dale. In Varsseveld woonden ze op Bloemendaals Hutink waar Willem’s eerste echtgenote Grietje Huetink vandaan kwam. Willem werd in het begraafboek ‘Willem Beker Brusse‘ genoemd.
Volgende bewoners dochter en schoonzoon:
Arent te Loo alias Brussen (Aalten, 29-05-1730 – Lichtenvoorde, 22-01-1801), trouwt op 12-07-1755 in Aalten met Jenneken Brusse(n) (Varsseveld, 26-10-1732 – Zutphen, 09-01-1811)
Arent werd genoemd als bewoner van ’Beeker of Brussen Plaatsje’. Arent en Jenneken vertrokken naar Lichtenvoorde.
Volgende bewoners:
Baren(t/d) Karsjes alias ter Horst / Apenhorst (Aalten, 08-03-1750 – Dale, 20-02-1816), trouwt op 14-05-1790 in Aalten met Elizabet ter Beek alias (V/F)illeke(r)s (Aalten, 19-02-1769 – Dale, 28-01-1830)
Baren(t/d) werd geboren op Karsjes in Lintelo en Elizabet op Bekerhuis in Dale. Zij keerde na het overlijden van haar echtgenoot terug naar Bekerhuis.
Volgende bewoners dochter en schoonzoon:
Gerrit Jan Liesen (Dale, 30-06-1795 – Dale, 09-02-1823), trouwt op 22-06-1821 in Aalten met Geertruijd ter Horst / Apenhorst (Dale, 31-03-1798 – Dale, 27-11-1814)
Bevolkingsregister 1823-1850
“Beekerhuis”
Dale 4
Gerrit Jan Liesen (Dale, 30-06-1795 – Dale, 09-02-1823) Geertruijd ter Horst / Apenhorst (Dale, 31-03-1798 – Dale, 27-11-1814)
Bevolkingsregister 1850-1860
Dale 4
Gerrit Jan Liesen (Aalten, 30-06-1795) Geertruid Apenhorst (Aalten, 31-03-1798)
Volgende bewoners:
Derk Jan Elburg (Lintelo, 01-09-1811) Berendjen Klein Wolterink (Lintelo, 08-07-1813)
Bevolkingsregister 1860-1870
Dale 4
Derk Jan Elburg (Lintelo, 01-09-1811) Berendjen Klein Wolterink (Lintelo, 08-07-1813)
Bevolkingsregister 1870-1880
Dale 12
Derk Jan Elburg (Lintelo, 01-09-1811) Berendjen Klein Wolterink (Lintelo, 08-07-1813)
Garage Langwerden begon ooit aan de Bredevoortsestraatweg 10, verhuisde in 1966 naar een nieuw pand op de hoek Haartsestraat/Polstraat en circa 2000 verhuisde het autobedrijf wederom, ditmaal naar de Varsseveldsestraatweg 80. Aldaar werd de VW/Audi-dealer in 2008 overgenomen door DAGO en in 2022 volgde nogmaals een overname, ditmaal door de Twentse firma Huiskes-Kokkeler.
Garage Langwerden, hoek Haartsestraat/Polstraat, 3 december 1965Autobedrijf Langwerden / DAGO / Huiskes-Kokkeler, Varsseveldsestraatweg 80, Aalten
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Het onderhavige pand is in zijn huidige toestand in verschillende bouwfasen tot stand gekomen. Vermoedelijk kent het zijn oorsprong in het laatste kwart van de 19de eeuw (mogelijk met een oudere kern) en heeft het in de eerste en tweede kwart van de 20ste eeuw zijn huidige vorm en afwerking gekregen. Desalniettemin heeft het gebouw een zeer karakteristieke uitstraling. Door zijn prominente ligging vormt het pand een belangrijk beeldbepalend element in dit voorste gedeelte van de Prinsenstraat, aan de oostelijke zijde op de hoek met de Bredevoortsestraatweg.
Tegenwoordig is dit het adres van Beautysalon ZUIVER.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
I-1109
Jan Prins, brouwer
198 m² huis en erf, bierbrouwerij
1859
I-1109
Gerhard Prins, bierbrouwer
198 m² huis en erf, bierbrouwerij
1879
I-3521
Hermina Johanna Prins, minderjarig
114 m² huis en erf (dj. 1896: herbouw)
1897
I-4776
Hermina Johanna Prins
80 m² huis en erf (dj. 1931: verbouw)
1934
I-4776
Gerrit Jan Prins, koffiehuishouder en bierbottelaar
Tegenwoordig is dit het adres van Delicious & Healthy.
Archieven
Rechterlijk Archief Bredevoort
Simon Jacob Schaap kocht dit huis in 1810 (ORA inv.nr. 466, 4 mei 1810). In de akte heeft het huis al nummer 224. De in die akte genoemde buren zijn dezelfde als in 1832.
Fragment kadastrale kaart. 1871 (perceel I-3019)Aaltensche Courant, 8 april 1911Aaltensche Courant, 8 juni 1926Aaltensche Courant, 29 juni 1926De Nieuwe Aaltensche Courant, 31 december 1931Tubantia, 29 augustus 1952
Bredevoortsestraatweg 8 (uiterst rechts, gedeeltelijk), 10, 12 en iets verder weg 14 (gedeeltelijk) en 16 (Drukkerij De Boer).Nieuwe Aaltensche Courant, 8 december 1933Tubantia, 31 maart 1958Tubantia, 30 oktober 1964Nieuwe Winterswijksche Courant, 27 februari 1970
De Nassaustraat in Aalten is vernoemd naar het huis Nassau, de adellijke familie waaruit het Nederlandse koningshuis is voortgekomen. Deze straatnaam werd in 1933 vastgesteld, toen meerdere straten in Aalten namen kregen die verwezen naar het koningshuis en de Nederlandse geschiedenis.
Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.
Later zat hier Chinees-Indisch Restaurant Kota Radja. Tegenwoordig staat het pand leeg, te verpauperen.
Op 10 Juli 1933 werd de chef-gemeenteveldwachter te Aalten, de heer Wijnants, gewaarschuwd dat in de winkel van Te Brake was ingebroken. De buit bestond uit boter, sigaren, doosjes sigaretten, kaas, worsten en 3 tassen. Op een flesje werden vingerafdrukken aangetroffen, die uiteindelijk bijdroegen aan de veroordeling van de dader.
Het verloop van het aantal inwoners van de gemeente Aalten. Let op: in 2005 werden de voormalige gemeenten Aalten en Dinxperlo samengevoegd tot de gemeente Aalten. Dit verklaart de opmerkelijke sprong in het aantal inwoners in dat jaar.
Heeft u aanvullingen op deze cijfers (met bron)? Laat het ons weten!
Gerrit Jan Heinenwas klokken- en torenuurwerkmaker en woonde op ’t Kampe in IJzerlo, aan de later naar hem vernoemde Klokkemakersweg.
Gerrit Jan Heinen werd op 11 april 1858 geboren in IJzerlo. Op 12 juni 1885 trouwde hij in Aalten met Aleida Johanna Lohuis. Samen kregen zij vijf kinderen. Heinen overleed op 4 december 1929 en ligt begraven op de Oude Begraafplaats aan de Varsseveldsestraatweg.
Op 1 juni 1873 schreef De Maasbode:
AALTEN, 22 Mei. Is men dikwijls in de gelegenheid een minachtend vonnis te hooren uitspreken over de verstandelijke ontwikkeling van een zoogenaamden achterhoekschen boer, en wordt wel is waar dat gevoelen ook hier ter plaatse door velen gedeeld; het volgende geval strekt zeker om daaromtrent eene tegenovergestelde meening ingang te doen vinden.
Het uurwerk in den toren der hervormde kerk, dat in 1861 werd vervaardigd door zekeren Bartstra, deskundige in dat vak, bleek al spoedig van te lichte constructie te zijn, weshalve werd beraadslaagd de gebreken, die het aankleefden, te verhelpen. Jaar en dag verliepen echter, zonder dat men eenige verbetering in den bestaanden toestand kon bespeuren, totdat zich een paar jaren geleden, zekere Heinen, dilettant-klokkenmaker op het plaatsje Kampe, in IJzerlo onder deze gemeente, tot heeren kerkvoogden wendde, met de verzekering, volkomen in staat te zijn een geheel nieuw aan alle eischen voldoend uurwerk te vervaardigen. Hij kreeg hierop fiat, nadat tevoren was overeengekomen omtrent prijs en wijze van betaling, die niet eer dan na onvoorwaardelijke goedkeuring van het geleverde zou plaats hebben.
Verwondering over de bekrompenheid van heeren kerkvoogden, om een dergelijke zaak aan een empiricus in ’t vak toe te vertrouwen, bleef niet achterwege. Thans echter, nadat velen tijdens het vervaardigen en ook na de voltooiing zich hebben overtuigd van de waarlijk fraaie, door Heinen zelf ontworpen en uitgevoerde constructie, nu aan dit uurwerk een algemeene tevredenheid, zoowel wat slag- als gangwerk betreft, ten deel valt, heeft die verwondering plaats gemaakt voor eene rechtmatige bewondering van Heinens bekwaamheid in dit vak, waarin hij nimmer of nooit eenig onderwijs mocht erlangen. Van harte wenschen we hem toe, dat zijn verdere pogingen hetzelfde gunstig gevolg mogen hebben, dat hij in deze zaak mocht ondervinden.