Auteur: Oud Aalten

  • De Geste

    De Geste

    Markt 4, Aalten

    Beschrijving

    Het pand waar tegenwoordig horecagelegenheid De Geste is gevestigd, heeft een rijke geschiedenis. Het diende ooit als politiebureau, VVV-kantoor en zelfs als NSB-groepshuis tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sinds 1981 is het in handen van de familie Stegers, die het heeft omgevormd tot een bekende horecalocatie in Aalten.

    Vroege geschiedenis

    In 1717 stond op deze plek het huis van Gijsbert Grevinck. Omstreeks 1800 werd het pand eigendom van apotheker Willem Bernard Reigers, een vermogend man die naast dit pand nog twee huizen in de Kerkstraat bezat, waaronder het zogenoemde Reigershuis. Zijn pand aan de Markt behoorde tot de duurste huizen in Aalten. Na zijn dood in 1847 kwam het in bezit van zijn vrouw, Aleida Anna Maria Meijrink. Na haar overlijden in 1874 erfde hun zoon Franciscus Johannes Hermanus, ‘med. dockter’ in Empel (NB), het pand. In 1877 werd het verkocht aan koopman Isak David de Haas, die het in 1885 overdeed aan Levi Isak de Haas. Deze verkocht het in 1905 aan slager Levie Aron van Gelder.

    De 20e eeuw

    In 1923 werd het pand gekocht door onderwijzeres Catherina Wilhelmina Mulder, weduwe van Herman Bakker. Zij liet het pand in 1927 verbouwen. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog verkocht Mulder het pand aan smid Willem Klein Hesselink uit Lintelo. Het pand kreeg daarna een minder gunstige bestemming, want Klein Hesselink verkocht het aan de Stichting ‘Nationalistische beweging in Nederland’.

    Gedurende de oorlogsjaren diende het pand als groepshuis voor de lokale afdeling van de NSB. Na de oorlog kwam het pand onder beheer van de Raad voor het Rechtsherstel. In 1949 werd het verkocht aan de gemeente Aalten, waarna het diende als politiebureau en later als VVV-kantoor.

    Overname door de familie Stegers

    In 1978 stond het pand leeg. Omdat er een horecabestemming op zat en de familie Stegers van het naastgelegen café geen risico wilde lopen, kochten zij het pand. Na een grondige verbouwing openden Riek en Jan Stegers op 25 november 1981 een slijterij in het pand.

    Twee jaar later kreeg het pand de naam ‘De Geste’. Achterin het gebouw werd een bar geopend die alleen in de weekenden open was, terwijl de ruimte door de week werd verhuurd voor feesten en partijen. Na twee jaar sloot de bar, maar De Geste bleef beschikbaar voor evenementen. In juni 1990 sloot ook de slijterij, waarna een ingrijpende interne verbouwing volgde. Het pand is nu volledig ingericht voor horecadoeleinden.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832I-1154W.B. Reigers, apotheker310 m² huis en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1838

    Aalten 258

    Bernardus Josephus Averbeck (Dorsten, 31-12-1774)
    Maria Catharina Ida Spiegelhoff (Wesel, 21-04-1772)

    Volgende bewoners:

    Jacobus Johannes Klijnpennink (Nijmegen, 22-05-1794), Med. Dr. & Vroedmr.
    trouwt op 08-06-1821 in Wierden met
    Sara van Raab van Canstein (Op ’t Slot Oosterboer in Drente, 18-08-1794)

    Volgende bewoners:

    Louis Gerhard Sebastiaan du Pré (Winterswijk, 14-04-1798), Fransch onderwijzer
    trouwt op 29-10-1830 in Aalten met
    Antonia Johanna Westerbeek Manschot (Aalten, 27-11-1805), onderwijzeresse

    Zij verhuizen naar Markt 9.

    Volgende bewoners:

    Peternella Hendrika Ligterink (Aalten, 17-09-1773)

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Aalten 278

    Peternella Hendrika Ligterink (Aalten, 17-09-1773)

    Volgende bewoners:

    Antonius Bernardus Rudolphus Jansen (Meppen, 01-05-1823), koopman
    trouwt op 13-09-1849 in Enschede met
    Anna Catharina Hendrika Hafkemeijer (Enschede, 04-05-1822)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Aalten 278

    Antonius Bernardus Rudolphus Jansen (Meppen, 01-05-1823), koopman
    Anna Catharina Hendrika Hafkemeijer (Enschede, 04-05-1822)

    Volgende bewoners:

    Joannes Bijnen (Waalre, 12-01-1793), gep. landmeter
    trouwt op 08-11-1838 in Aalten met
    Josephina Berendina Juliana Reijgers (Aalten, 06-04-1813)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Aalten 278

    Josephina Berendina Juliana Reijgers (Aalten, 06-04-1813)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Aalten 355

    Hermina Wentink (Ambt Doetinchem, 18-11-1821)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Aalten 398

    Bernardus Berendsen (04-05-1817), postbode
    Harmina Wentink (Ambt Doetinchem, 18-11-1821)

    Volgende bewoners:

    Adolf Schuurman (Zieuwent, 16-09-1850)
    Johanna Hendrika van Essen (Lichtenvoorde, 04-04-1846)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Aalten 392

    Bernardus Hengsterman (Netterden, 16-11-1815), zadelmaker

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Aalten 464 > 518

    Bernardus Hengsterman (Netterden, 16-11-1815), zadelmaker

    Volgende bewoners:

    Levie van Gelder (Aalten, 15-10-1873), slager
    trouwt op 22-11-1904 in Aalten met
    Jula Landau (Gemen, 24-10-1882)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten C518 > D571

    Gerhardus Antonius Wieland (Doetinchem, 27-12-1881), slager / handelaar in varkens
    Wilhelmina Jacoba Harmsen (Leuvenheim, 25-07-1879)

    Aalten D571

    Catharina Wilhelmina Mulder (Doesburg, 14-10-1884), onderwijzeres

    Adresboek 1934

    Aalten D571 > Markt 4

    Wed. H. Bakker

    Adresboek 1967

    Markt 4

    Bureau Rijkspolitie

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.I-1154
    FunctieWoonhuis,
    Politiebureau,
    Horeca
    Bouwjaar1870
    MonumentRijksmonument
  • Jan Ebbersstede

    Jan Ebbersstede

    Dale (verdwenen?)

    Aan deze pagina wordt momenteel gewerkt!

    Archieven

    Er was een sterke band tussen ‘Ebbersstede’ of ‘Egbertssteede’ in Dale en ‘de Kniepe’ in Dale gelet op de betaling van de kerckenpacht. ‘De Kniepe’ komt niet voor in het verpondingsregister van 1647, was het alleen een stuk (bouw)land zonder huis?

    In het verpondingscohier van 1647 staat tussen t’Beecke en Geert Saelmans huis het huis van Ebbert Wevers vermeld. Ook stond er in Dale het huis van Geert Ebbers dat tussen Eppinck en Buesinck werd vermeld. In de Liberale Gifte van 1748 werden alle bewoners van Ebbers genoemd tussen Beekerhuis en Salemansstede. Een ander Ebbers wordt niet vermeld. Dit lijkt de conclusie te rechtvaardigen dat het Ebbers van 1748 en later identiek is aan het huis van Ebbert Wevers. Wellicht werd het huis van Geert Ebbers van 1647 in de jaren daarna afgebroken en werd het land waarop dit huis stond ook wel ‘de Knijpe / Kniepe’ genoemd. Zie ook de betalingen van de kerkenpacht.

    Verpondingscohier 1647

    Ebbert Wevers huis op 6 gl. Gront en hof 2 sch. lijns, de Kerck, en t’lant is groot 2 sch. voor 2 – 10 -. ponts. Noch heeft hij eijgen 3 sch. gesaeis 6 – 4 – 8.
    Geert Ebbers huis op 4 dlr. 6 – 0 -. Een maet gront 9 sch. gesaeis 18 – 14 – 8.

    Betalingen kerkenpacht

    Jan Egberts voor 1674-1677 20 stuiver per jaar.

    Geert Egberts in 1677-1680 de kerckenpacht van ‘die Kniepe’ en van Jan Egbertsstee drie daalder per jaar.

    Hindrick Egberts in 1681 een jaar kerckenpacht van ‘die Kniepe’ en een daalder van Jan Egberts pacht, samen drie daalder.

    Stiene Egberts (Neerhoff?) in 1682 een jaar kerckenpacht van ‘die Kniepe’ en een daalder van Egbertsstee, samen drie daalder.

    Jacob Egberts betaalde in 1682-1687 kerckenpacht van 1 daalder en 10 stuiver per jaar.

    Tonnis Egberts en Jenneken Egberts (zijn zuster?) pachtten ‘de Knijpe’ van de kerk in Aalten voor zes jaar in 1683 en woonden op Ebbersstede. Ze betaalden van ‘de Knijpe’ jaarlijks ‘twee daller Hollants’ en van Egbertssteede ‘eenen daller’.

    Tonnis Egberts betaalde in 1683-1690 de kerckenpacht van ‘die Kniepe’ en een daalder van Jacob Egbertsstee, samen 3 daalders per jaar.

    Liberale Gifte 1748

    In onderstaand fragment vinden we als bewoners Jan Vriesen, getrouwd met Mette Ebbers.

    Bewoners

    Eerst bekende bewoner:

    Ebbert Wevers (Dale)

    Volgende bewoner:

    Jan Ebber(t)s (Dale)

    Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:

    Jacob Hillen alias Ebbers (Barlo – Dale < 1701), trouwt op 24-11-1672 in Aalten met
    Geertjen Ebber(t)s (Dale)

    Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:

    Jan Fresen / Vriesen alias Ebbers (Winterswijk, 09-05-1685), trouwt op 22-11-1711 in Aalten met
    Mette Ebbers (Aalten, 25-05-1682)

    Jan betaalde in 1719 en 1721 de kerkckenpacht van 20 stuivers per jaar.

    Volgende bewoners, dochter en Mette en schoonzoon:

    G(e/a)rrit te Winkel alias Elferdink alias Ebbers (Winterswijk, 26-01-1718 – Dale, 10-01-1793), trouwt op 14-11-1744 in Winterswijk met
    Stijne Ebbers (Aalten, 03-10-1717 – Dale, 12-01-1781)

    ‘Op Gerrit Elferdink is ‘door ’t overlijden van zijne huisvrouw gedevolveert de halfscheid van een huijs en hof, quota van een kamp en van den Saalmanskamp te zaemen het Ebbersplaatsjen genaamd‘ (Collaterale Successie 30-04-1781).

    Volgende bewoners, weduwnaar en 2e echtgenote:

    G(e/a)rrit te Winkel alias Elferdink alias Ebbers (Winterswijk 26-01-1718 – Dale 10-01-1793), trouwt (2) op 08-07-1781 in Aalten met
    Hendersken / Hendrina aan de Ronde alias te Ri(j/e)te alias Brusse (Aalten 17-12-1752 – Dale 13-01-1816)

    Hendersken hertrouwde en vertrok naar de Glieuwe in Dale.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.onbekend
    FunctieBoerderij
    Bouwjaaronbekend
    Slooponbekend
  • Midden in ’t Land

    Midden in ’t Land

    Grevinkweg 14, Dale

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1908C-4091Bernard Johan Elburg, klompenmaker of landbouwer630 m² huis, schuur en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Dale 12/1 > 22

    Arend Jan Elburg (Aalten, 03-09-1844)
    Berendina Hendrika Bruinink (Aalten, 30-07-1842)

    Hoewel het bevolkingsregister niet vermeld dat ze verhuisd zijn, woonden ze in de periode hiervoor op Dale 15 (Bekerhuis).

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Bernard Johan Elburg (Aalten, 02-03-1878)
    Gesiena Wesselina Ruesink (Wisch, 22-08-1884)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Dale 22 > 24

    Bernard Johan Elburg (Aalten, 02-03-1878)
    Gesiena Wesselina Ruesink (Wisch, 22-08-1884)

    Adresboek 1934

    Dale 24 > 6

    Wed. B.J. Elburg

    Adresboek 1967

    “Midden in ’t Land”

    Dale 6 > Grevinkweg 14

    A.J. Elburg
    G.C. Kuenen

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.L-615
    FunctieBoerderij
    Bouwjaarca. 1907
    Monumentnee
  • Slatdijk 2(b)

    Slatdijk 2(b)

    vh Varsseveldsestraatweg 102, Lintelo

    Bewoners

    Adresboek 1967

    Lintelo 243/1 > Varsseveldsestraatweg 102

    Jan Willem Frederik Scholten (Lintelo, 19-07-1909)

    Afkomstig van de naastgelegen boerderij Scholten (Lintelo 243).

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.L-1783
    FunctieBoerderij
    Bouwjaar1940
    Monumentnee
  • Brethouwer

    Brethouwer

    Brethouwerweg 1, Heurne

    Beschrijving

    De wybert-vormige gevelsteen vermeldt de naam (Brethouwer), bouwjaar (1908) en de initialen van de eerste bewoners: W.A.W. en W.R.D.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1965E-2596Lubbertus Top, landbouwer20.510 m² huis, schuur, bld,
    wld., hout…(?)
    1985R-165Reindina Johanna Wikkerink, landbouwster35.480 m² huis,
    bijgebouwen, cultuurgrond

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Heurne 41/1

    Wander Antonij Wikkerink (Heurne, 01-10-1883), landbouwer
    Willemina Reindina Doornink (Haart, 22-07-1884)

    Heurne 60 > 47

    Wander Antonij Wikkerink (Heurne, 01-10-1883), landbouwer
    Willemina Reindina Doornink (Haart, 22-07-1884)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Heurne 47 > 61

    Wander Antonij Wikkerink (Heurne, 01-10-1883), landbouwer
    Willemina Reindina Doornink (Haart, 22-07-1884)

    Adresboek 1934

    Heurne 61 > 45

    W.A. Wikkerink

    Adresboek 1967

    Heurne 45 > Wikkerinkweg 1

    W.A. Wikkerink
    L. Top

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.R-1401/1400
    FunctieBoerderij
    Bouwjaar1908
    Monumentnee
  • Bonifaciusstraat 20

    Bonifaciusstraat 20

    Aalten

    Bewoners

    Adresboek 1934

    ???

    Adresboek 1967

    Bonifaciusstraat 20

    G.B. Bennink
    B.A.G. Bennink

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.I-11708
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1920
    Monumentnee
  • Bocholtsestraatweg 70

    Bocholtsestraatweg 70

    vh Heurne 33, Aalten

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1931E-1983Levij Salomon Meijler en consorten, veehandelaar1680 m² huis en bouwland
    1952E-1983Herman Jan Vaags, melkventer / metaalbewerker1680 m² huis, schuur,
    bld., diepvriesruimte
    1985R-106Herman Jan Vaags, melkventer / metaalbewerker1860 m² huis, tuin

    Bewoners

    Adresboek 1934

    Heurne 93/1 > 33

    S. Meijler

    Adresboek 1967

    Heurne 33 > Bocholtsestraatweg 70

    H.J. Vaags
    E.H. Nitschke

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.R-1382
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1930
    Monumentnee
  • Bodendijk 65

    Bodendijk 65

    Aalten

    Beschrijving

    Dit boerderijtje stond bekend als ‘De Heksenboer’. Het is inmiddels afgebroken. In 2001 is ongeveer op dezelfde plek een nieuwe woning gebouwd met huisnummer 65.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1882I-3758Bernardus Derksen, fabriekwerker1680 m² huis, erf
    1895I-3758Johannes Theodorus Derksen, daglooner1680 m² huis, erf
    1919I-3758Bernard Johan Rathmer, koopman1680 m² huis, erf
    1922I-3758Gerrit Jan te Hennepe en cons., landbouwer1680 m² huis, erf
    1968I-3758¾ Grada Wilhelmina te Hennepe, wed. J.W. Ruesink
    ¼ Dina Aleida Ruesink, g.m. Derk Hendrik te Grotenhuis
    1680 m² huis, erf
    1985R-592idem1740 m² huis, erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Heurne 4a

    Bernadus Derksen (Ambt Doetinchem, 26-08-1829), landbouwer
    Johanna Catharina Sonders (Wisch, 16-02-1824)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Heurne 5

    Bernadus Derksen (Ambt Doetinchem, 26-08-1829), fabriekarbeider, landbouwer
    Johanna Catharina Sonders (Wisch, 16-02-1824)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Heurne 12

    Bernadus Derksen (Ambt Doetinchem, 26-08-1829), landbouwer

    Volgende bewoners, zoon en schoondochter:

    Johannes Theodorus Derksen (Lintelo, 21-07-1857), landbouwer
    Anna Maria ter Woerd (Lichtenvoorde, 21-11-1860)

    Heurne 23 > 3

    Johannes Theodorus Derksen (Lintelo, 21-07-1857), landbouwer
    Anna Maria ter Woerd (Lichtenvoorde, 21-11-1860)

    Volgende bewoners:

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Heurne 3 > 4

    Anna Maria ter Woerd (Lichtenvoorde, 21-11-1860)

    Volgende bewoners:

    Bevolkingsregister 1920-1930

    Jan Willem Ruesink (De Heurne, 10-06-1903)
    Grada Willemina te Hennepe (Haart, 26-04-1906)

    Adresboek 1934

    Heurne 4 > 110

    G.J. te Hennepe

    Adresboek 1967

    Heurne 110 > Bodendijk 71

    Mevr. G.W. Ruesink-te Hennepe
    D.H. te Grotenhuis

    Ongeveer op deze locatie staat tegenwoordig een woning met huisnummer 65.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.R-1589
    FunctieBoerderij
    Bouwjaarca. 1881
    Sloopvóór 2000
  • Dinxperlosestraatweg 31

    Dinxperlosestraatweg 31

    vh Dinxperloschestraat 15, Aalten

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Aalten A75b > A65b

    Hendrik Jan Elferink (Aalten, 01-06-1882), landbouwer
    Hendrika Gesina Winkelhorst (Aalten, 26-08-1879)

    Adresboek 1934

    Aalten A65 > Dinxperloschestraat 15

    H.J. Elferink

    Adresboek 1967

    Dinxperlosestraatweg 31

    F.H.M. Eppink

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.K-2076
    FunctieWoonhuis
    Bouwjaar1960
    Monumentnee
  • Naam onbekend

    Naam onbekend

    Heurne

    Beschrijving

    Gezien de huisnummering was deze boerderij vlakbij Rikkertweg 6 of wellicht zelfs (de andere helft van) dezelfde boerderij.

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1823-1850

    Heurne 45b

    Hendrik Jan Bent (Aalten, 09-05-1807), wever
    (1) Gesina te Lindert (Aalten, 20-02-1806)
    (2) Janna Geertruid Doornink (Aalten, 13-01-1827)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Heurne 43

    Hendrik Jan Bent (Aalten, 09-05-1807), landbouwer
    Janna Geertruid Doornink (Aalten, 13-01-1827)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Heurne 43

    Hendrik Jan Bent (Aalten, 09-05-1807), landbouwer
    Janna Geertruid Doornink (Aalten, 13-01-1827)

    Volgende bewoners:

    Johann Bernard Föcking (Suderwick, 01-01-1837), klompenmaker
    Grada Wesselina Zwienink (Dinxperlo, 20-02-1824)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Heurne 42

    Johann Bernard Föcking (Suderwick, 01-01-1837), klompenmaker
    Grada Wesselina Zwienink (Dinxperlo, 20-02-1824)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Heurne 42

    Johann Bernard Föcking (Suderwick, 01-01-1837), klompenmaker
    Grada Wesselina Zwienink (Dinxperlo, 20-02-1824)

    Volgende bewoners:

    Derk Freriks (De Heurne, 10-09-1855)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Heurne 39

    Derk Freriks (De Heurne, 10-09-1855), klompenmaker bij Neerhof
    Willemina te Paske (Dale, 31-01-1872)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Heurne 45a

    Derk Freriks (De Heurne, 10-09-1855), klompenmaker
    Willemina te Paske (Dale, 31-01-1872)

    Volgende bewoners:

    Gerrit Meijerman (Silvolde, 08-11-1857), landbouwer
    Willemina te Paske (Dale, 31-01-1872)

    Volgende bewoners:

    Engelbertus Hendrikus Bernadus Schenk (Dale, 17-08-1872), landbouwer
    Johanna Maria Wilhelmina Huinink (Aalten, 29-04-1877)

    Heurne 65a > 56

    Engelbertus Hendrikus Bernadus Schenk (Dale, 17-08-1872), landbouwer, zager bij stoomhoutzagerij J.B. te Paske
    Johanna Maria Wilhelmina Huinink (Aalten, 29-04-1877)

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Heurne 56 > 68

    Engelbertus Hendrikus Bernadus Schenk (Dale, 17-08-1872), fabr.arb., klompenmaker
    Johanna Maria Wilhelmina Huinink (Aalten, 29-04-1877)

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken

    Kadastraal nr.onbekend
    FunctieBoerderij
    Bouwjaaronbekend
    Slooponbekend
  • bij Dinxperlosestraatweg 107

    bij Dinxperlosestraatweg 107

    Heurne (verdwenen)

    Beschrijving

    In Boerderij- en Veldnamen in Aalten wordt de boerderij die bij het tegenwoordige adres Dinxperlosestraatweg 107 past ‘Klein Kempink’ genoemd. In het ‘adresboek der gemeente Aalten’ van 1967 staat deze naam echter bij het adres Dinxperlosestraatweg 72.

    Als u weet hoe dit zit, reageer dan hieronder of stuur ons een bericht!

    Hoe dan ook, in 1906 werd pal naast dit huis een nieuw huis gebouwd, het huidige nummer 107. Daarna werd het oude huis afgebroken of tot schuur gedegradeerd.

    Eigenaren

    Overzicht is niet volledig.

    JaarPerceelEigenaarOmschrijving
    1832E-110de kinderen van Antonie Rensink6140 m² bouwland
    1844E-751de kinderen van Antonie Rensink140 m² erf
    1869E-751Manus Pennings, poelier of eijerkooper140 m² huis en erf
    1909E-2262Hendrik Heideman, landbouwer100 m² huis en erf

    Bewoners

    Bevolkingsregister 1838-1850

    Heurne 39a

    Andries Luimes (Dinxperlo, 04-11-1804), landbouwer
    Janna Geziena Smees (Lintelo, 14-11-1814)

    Bevolkingsregister 1850-1860

    Heurne 35

    Andries Luimes (Dinxperlo, 04-11-1804), landbouwer
    Janna Geziena Smees (Lintelo, 14-11-1814)

    Volgende bewoners, weduwe met 2e echtgenoot:

    Evert Helmink (Wisch, 12-02-1825), landbouwer
    (1) Janna Geziena Smees (Lintelo, 14-11-1814)
    (2) Dela Nijman (Aalten, 29-11-1832)

    Bevolkingsregister 1860-1870

    Heurne 35

    Evert Helmink (Wisch, 12-02-1825), landbouwer
    Dela Nijman (Aalten, 29-11-1832)

    Zij vertrekken in december 1868 naar Amerika.

    Volgende bewoners:

    Manus Pennings (IJzerlo, 16-05-1841), koopman
    Gerharda Theodora Heideman (Suderwick, 19-03-1834)

    Bevolkingsregister 1870-1880

    Heurne 35

    Manus Pennings (IJzerlo, 16-05-1841), koopman
    (1) Gerharda Theodora Heideman (Suderwick, 19-03-1834)
    (2) Willemina Rutgers (Breedenbroek, 03-11-1836)

    Bevolkingsregister 1880-1890

    Heurne 35

    Manus Pennings (IJzerlo, 16-05-1841), koopman
    Willemina Rutgers (Breedenbroek, 03-11-1836)

    Bevolkingsregister 1890-1900

    Heurne 44

    Manus Pennings (IJzerlo, 16-05-1841), landbouwer
    Willemina Rutgers (Breedenbroek, 03-11-1836)

    Bevolkingsregister 1900-1910

    Heurne 50

    Manus Pennings (IJzerlo, 16-05-1841), landbouwer
    Willemina Rutgers (Breedenbroek, 03-11-1836)

    Heurne 71 > 62

    Willemina Rutgers (Breedenbroek, 03-11-1836), landbouwer

    Bevolkingsregister 1910-1920

    Heurne 62

    Willemina Rutgers (Breedenbroek, 03-11-1836), landbouwer

    Zij verhuist naar de Haart 67/1 (Veenhuisweg) en woont daar bij haar dochter en schoonzoon in.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Kenmerken


    Kadastraal nr.R-91
    FunctieBoerderij
    Bouwjaarca. 1843
    Slooponbekend
  • Markt

    Markt

    Aalten

    De Markt neemt al eeuwenlang een centrale plaats in het dagelijkse leven van Aalten in. Het dorp is als het ware gebouwd rond de kerk en het oude kerkhof, waarvan de markt een laatste overblijfsel is. Over de vroegste bewoning van de Markt is niet veel met zekerheid te zeggen. De Markt in Aalten werd op 12 mei 1966, als eerste in Gelderland, tot beschermd dorpsgezicht verklaard.

    In 1152 wordt Aalten als parochie voor het eerst genoemd, maar deze kan eerder zijn gesticht. Rond het jaar 1100 werd het onderste gedeelte van de huidige kerktoren opgetrokken en dat heeft alles te maken met het ontstaan van de Markt. Door de aanwezigheid van een dergelijk solide bouwwerk, waarbinnen men in tijden van gevaar een veilig heenkomen kon zoeken, vond er langzaam maar zeker een concentratie van woonsteden plaats rond het gebied bij de toren. Mede door de aanwezigheid van een opgerichte kapel werd deze omgeving langzaam maar zeker het centrum van de gemeenschap.

    De grond rond kapel en toren, de hof van de kerk, oftewel de kerkhof, was redelijk uitgestrekt. Een gedeelte hiervan werd gebruikt om de doden te begraven. Langs de begrenzing van dit gebied, nu ongeveer Landstraat en Bredevoortsestraatweg, vestigden de vroegere Aaltenaren zich. Aalten zal zijn ontstaan te danken hebben aan de gunstige ligging op een kruispunt van hoger gelegen verbindingsmogelijkheden over zandruggen. De bebouwing vond plaats op de helling van een uit het moeras opstijgende heuvel, zuidelijk afgesloten door de stroombedding van een beek en met in het noorden de hoge esgronden. Aalten, gelegen tussen es en Slinge.

    Met het verstrijken der eeuwen vond verdichting plaats van woonsteden rond het gebied van de kerk. Door het ontstaan van een pad met aan weerszijden huizen, nu Peperstraat, alsmede bebouwing van de oostzijde van de huidige Landstraat, ontstond een plaats welke later de naam ‘Markt’ kreeg. Langzaam maar zeker werden de houten huizen vervangen door stenen gebouwen. Het gevaar dat daardoor het centrum zou verbranden, werd kleiner. Met het bestraten van de open ruimte in het centrum ontstond een plaats waar goed markten konden worden gehouden. Zo was er de Meimarkt, de Sint-Nicolaasmarkt op 6 december en de kermis. Mede dankzij de markten vestigden zich kroegbazen op de hoeken van de Markt.

    Beschermd dorpsgezicht

    Rond 1960 dreigde gevaar. Er moest een verkeersweg komen evenwijdig aan de Landstraat en wel via de Kerkstraat en de Markt en verder naar het noorden, waarvoor het huidige museumpand en alles wat daarachter ligt afgebroken zou moeten worden. Met de verklaring van de Markt en omgeving tot beschermd dorpsgezicht in 1966, was dit gevaar geweken.

    Een jaar later echter worden er grote plannen gepresenteerd, waarvoor alle panden van het gemeentehuis moesten worden gesloopt. Op de vrijkomende locatie zouden dan een VVV-kantoor en een wachtruimte voor het openbaar vervoer worden gerealiseerd, met stopplaatsen voor de bussen. Een nieuw raadhuis zou moeten verrijzen op de plaats van het oude feestgebouw bij de Pol. Ook deze plannen zijn uiteindelijke niet uitgevoerd.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Bronnen

    Van deur tot deur

    Köstersbulte 2, Aalten (2024)

    Oberink

    Köstersbulte 2, Aalten
    Café-Restaurant Stegers, Markt, Aalten

    Café Stegers

    Markt 2, Aalten
    Markt 4, Aalten

    De Geste

    Markt 4, Aalten
    Hotel Keizer, Markt, Aalten (1952)

    Hotel Keizer

    Markt 10, Aalten
    Café De Landman, Landstraat, Aalten

    Café De Landman

    Markt 11, Aalten
    Frerikshuus - Markt 14, Aalten

    Frerikshuus

    Markt 14, Aalten
    Hogeweg Zuivelhuis, Markt 20, Aalten

    Hogeweg Zuivelhuis

    Markt 20, Aalten

    Geschiedenis

    Kadaster 1832

    Adresboek 1934

  • Drie boompjes

    Drie boompjes

    De ‘drie boompjes’ (dialect: ‘dree beumkes’) stonden op het hoogste punt van Aalten, waar de Hazenkampweg uitkomt op de huidige Ringweg. Het was vroeger een geliefd wandeldoel vanwege het mooie uitzicht over Aalten en het omliggende landschap. Het verloor echter veel van haar aantrekkelijkheid door de aanleg van de Ringweg, begin jaren 30 van de vorige eeuw.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

    Bronnen


    • ‘Aalten zoals het was – zoals het is’
    • Delpher
  • Oud & Nieuw

    Oud & Nieuw

    In 1937 beschreef G.H. Rots in een serie artikelen hoe het er in vroeger tijden in Aalten aan toeging. Zo schreef hij over Oud en Nieuw:

    “Zoo tegen ’t einde van het jaar kon men twee mannen met een grooten ‘armskorf’ zien loopen, die huis in huis uit gingen in ’t dorp. ’t Waren de nachtwachts die almanakken verkochten. Zonder almanak, vooral de Zutphensche almanak, was geen één huisgezin. De nachtwachts stelden bij die aanbieding en verkoop der almanakken de ingezetenen meteen in de gelegenheid een ongevraagde bijdrage te geven voor de bewaking hunner eigendommen des nachts. Naarmate de draagkracht der ingezetenen werd genoemde lectuur boven den prijs betaald.”

    Oudejaarsavond

    “Dan kwam de Oudejaarsavond. De café’s hadden tot één uur ’s nachts verlof. De overgang van ’t oude in ’t nieuwe jaar werd dan gevierd in genoemde lokalen, hoofdzakelijk door de jongelingschap. Als de klok haar twaalf slagen had laten hooren, begonnen de nachtwachts hun nieuwjaarswensch uit te spreken. Men begon bij den gemeente-secretaris. Gezongen werd daarbij een lied. De rondgang werd zoo gemaakt bij enkele notabelen en caféhouders. Het behoeft geen betoog dat de nachtwachts door een groote groep nieuwsgierigen gevolgd werden, die ijverig meezongen… en men had gratis drinken.”

    En nu het lied, dat de Nachtwacht op Oudejaarsavond met hun aanhang zongen:

    Het oude jaar is nu voorbij,
    Het nieuw’ is aangekomen.
    Dus wensch ik U van harte blij,
    En U, en alle vromen:
    Een nieuwen geest in ’t nieuwe jaar
    En een vroom leven met elkaar,
    Zoo laat ons God hier loven.

    Hoe menig zijn het vorig jaar
    Gezond met ons begonnen,
    Die hebben door den dood voorwaar
    Hun leefdraad afgesponnen.
    Die leven inde eeuwigheid,
    Ons is het leven nog bereid,
    Dus laat ons God nu loven.

    ’t Is God die ’t licht heeft voortgebracht,
    Die zon en maan doet rijzen,
    Om ons ’t verloop van dag en nacht,
    En maand en jaar te wijzen.
    Laat ons voor ’t afgeloopen jaar
    Met dank den Opperzegenaar,
    Den God der eeuwen prijzen.

    Gelukzaolig Niejaor, Piet te Lintum
    Tekening: Piet te Lintum

    De beide eerste coupletten was eigen maaksel. Het derde is uit de Evangelische gezangen no. 159 vers 1. Vers 3 van dat gezang werd ook wel eens gezongen.

    Men kan zich voorstellen dat dit nieuwjaarswenschen in den Oudejaarsnacht wel eenigen tijd in beslag nam, en de ernst er van zal, vooral wanneer men aan ’t eind van den rondgang kwam, wel verloren zijn geweest, temeer daar het geluid van geestrijk vocht de hoofdrol speelde. Maar bij ouden van dagen gaat de herinnering aan deze gebeurtenis niet verloren. En vooral bij de lezing van deze artikelen worden de oude voorvallen nog eens weer opgehaald en besproken, en menigeen denkt met weemoed terug aan de dagen van weleer, en ze herinneren zich, als ze in slapelooze nachten, of wanneer bij ziekte en ongeval gewaakt moest worden en het stil was in de huiskamer, den eentonigen stap van den man, die Aalten’s straten doorkruiste: “Heur, doar he’j de nachtwacht!”

    “Op den nieuwsjaarsdag was de jeugd weer in actie. Zij en de armere menschen gingen huis aan huis nieuwjaar wenschen. Men kan zich begrijpen dat de bevolking blij was dat het middag was, dan gold het niet meer. De schaduwzijde van dit alles was dat koning alcohol op die dagen zijn scepter zwaaide. In de talrijke café’s en kroegjes werd aan dien vorst druk geofferd. De jenever was goedkoop. In Aalten waren eenige jeneverstokerijen of branderijen. Een 4tal van die branderijen weet men te noemen. Geen wonder dus dat bij schier alle gelegenheden het gebruik van sterken drank overheerschend was.”

    Carbidschieten

    In delen van Oost-Nederland, inclusief Aalten, is het traditie om op oudejaarsdag carbid te schieten. Men plaatst een kleine hoeveelheid carbid (calciumcarbide) in een melkbus, verfblik of aangepaste gasfles, voegt water of speeksel toe, en sluit de bus af met een (plastic) bal. Er vormt zich ethyngas en na ongeveer 30 seconden wachten ontsteekt men het gas door een klein zundgat (of met een bougie). Het gas ontploft met een dreunende knal, waarbij de bal uit de bus schiet en tientallen meters verderop terecht kan komen.

    De geschiedenis van het carbidschieten is niet goed bekend. De traditie voert mogelijk terug tot de Germaanse joelfeesten. In de 19e eeuw bestond zowel op het platteland als in de stad het gebruik om op bijzondere dagen kabaal te maken. Waarschijnlijk is daaruit het carbidschieten ontstaan.

    Voordat acetyleengas in flessen verkrijgbaar was, gebruikten de meeste dorpssmeden carbid om te lassen. Er was dus eenvoudig aan te komen.

    Ni-jjaor winnen

    Artikel ADW door Evert M. Smilda

    Oudejaarsdag, een dag als andere dagen. Maar toch, rond vier uur in de middag worden velen onrustig. Straks gaat het gebeuren. Niet één dag in het jaar dat wij zo vaak op de klok kijken. Buiten, in de schemering, ruiken wij in de ijle winterlucht het bakken van oliebollen. Bij de kinderen, zo tussen de vier en twaalf jaar oud, is enige spanning te bespeuren. Morgen is het zover. Dan gaan ze ‘ni-jjaor winnen’.

    Nieuwjaar afwinnen met als dank wat lekkers is al een heel oud gebruik waarvan de oorsprong moeilijk is te achterhalen. In onze omgeving komt het voor in de voormalige Heerlijkheid Bredevoort, maar niet in de rooms-katholieke enclave Lichtenvoorde-Groenlo. Mogelijk heeft het te maken met religie en wat daar omheen gebeurt.

    Ver voor de Reformatie was 11 november een belangrijke dag, Sint Maarten. Volgens een legende stond hij de helft van zijn rode mantel af aan een bedelaar. Hij was de schutspatroon van onder anderen Utrecht. Het wapen van die stad is een rood-wit gedeeld schild. Rood van zijn mantel en wit van zijn ondergoed nadat hij met zijn zwaard een deel van zijn mantel had afgesneden. Dit gebaar heeft de volksverbeelding sterk aangesproken. Als volksheilige werd hij vereerd en voorgesteld als een ruiter op een wit paard. Niet alleen in het aangrenzende Duitsland maar ook in het zuiden van ons land, in Noord-Holland, in Groningen en Friesland. Op zijn naamdag trok een namaaksint op een wit paard in een lichtjesoptocht door dorpen en steden. Hij deelde lekkernijen uit. In Bocholt, hier direct over de grens, was in 1988, maar ook later, een grote lichtjesoptocht door een volkomen verduisterde stad. Een sprookjesachtig gezicht. Op de Markt aangekomen stond hij daar, op een wit paard, voor het prachtige raadhuis in het volle licht van schijnwerpers. Een martiale verschijning. Alle kinderen mochten voor hem langs lopen en een zak snoep in ontvangst nemen.

    Het is niet denkbeeldig dat men na de Reformatie af wilde van heiligenvereringen. Een Sint was uit. Op een vergadering van de classis Zutphen in 1668 kwam veel ter sprake. Men wilde af van het vogelschieten, ganzentrekken, boksebier en andere onregelmatigheden. Het heette bijgeloof, ook wel ‘paapse stoutigheden’ genoemd. Mogelijk heeft er een verschuiving plaatsgevonden van 11 november naar 1 januari om kinderen en de behoeftigen niet te vergeten. Misschien ook wel doordat Nieuwjaar nogal eens op de kalender is verhuisd. Dergelijke verschuivingen vonden vaker plaats. Trouwens, Sint Maarten was zelf al in de plaats getreden van een oud Germaans herfstfeest met dankoffers voor de oogst aan Wodan.

    Bij het verschuiven moest wel rekening worden gehouden met andere, bijzondere dagen. Sint-Nicolaas was geen optie. Mogelijk is men zo op 1 januari gekomen. Het is een veronderstelling, maar niet denkbeeldig. Met Sint Nicolaas zat men in die tijd trouwens ook de maag. De Calvinistische predikanten wensten hiermee grondig af te rekenen. Dat lukte maar niet. Ook het vogelschieten bleef doorgaan.

    Oorspronkelijk gingen op het platteland de arbeiders naar de boer en boerin, hun werkgevers, om ze een gelukkig nieuwjaar te wensen. Het geloof in voortekenen was groot. Was de persoon die de wens kwam uitspreken een vrouw of meisje, dan was men verzekerd van een vruchtbaar jaar met veel koe-kalveren. Het leek haast een wedstrijd wie als eerste de goede wensen zou uitspreken. Dat is het nu nog wel. Men geloofde stellig in de gedachte dat het gewenste geluk zou terugkeren bij degene die als eerste de wens uitsprak. Dat werd wel beloond.

    In tijden van grote armoede, die waren er veel, kon het gebeuren dat etenswaren werden meegegeven. Bekend is dat in de tijd van aardappelschaarste men enkele aardappelen gaf. Deze werden dan in een dichtgeknoopte rode zakdoek meegenomen naar huis. In de vorige eeuw gingen kinderen in groepjes de buurt in om ‘ni-jjaor te winnen’. Na het uitspreken van de goede wensen werden rode zakdoeken op de stoelen in de keuken uitgespreid en kwamen allerhande lekkernijen tevoorschijn. Apenootjes, een pöfferken, opzettertjes, schuimpjes, vijgen, een oliebol of krentenbroodje en een appel. In de loop der jaren zijn veel gebruiken verdwenen maar het ‘ni-jjaor winnen’ is in onze grensstreek gebleven.

    Het heeft zich wel aangepast aan de tijd. Geen rode zakdoeken op stoelen met biezen matten uitgespreid. Tussen 1950 en 1980 heeft plastic de wereld veroverd. De rode zakdoeken hebben plaatsgemaakt voor goed gevulde plastic zakken. Soms klaargemaakt door zakenlieden of liefdadigheidsinstellingen.

    Tegenwoordig neemt het vuurwerk op oudejaarsavond een belangrijke plaats in. Vijfentwintig jaren terug was nieuwjaarsdag belangrijker. Op de eerste dag van het nieuwe jaar moest het gebeuren. Spanning bij de kinderen. Eerst naar de buren. Wat een overvloed als ze daar wel dertig of meer zakken in de keuken op het aanrecht zagen liggen. Na het uitspreken van de goede wensen gingen de handen haast vanzelf omhoog om de ‘toete’ aan te pakken.

    Al wat grotere jongens pakten de fiets en jakkerden van de een naar de ander. Vroeger met een schoenendoos onder de snelbinder, later met een plastic tas aan het stuur. Zij kregen wel de boodschap mee om de mensen goed aan te kijken en het netjes te zeggen maar veel tijd om te praten gunden zij zich niet. Het was alsof zij aanvoelden dat het wel eens de laatste keer kon zijn. Eenmaal thuis werd de oogst gesorteerd. Het werd in porties bij elkaar gelegd. Je misselijk eten had je onderweg moeten doen. Moeder begon er ook al in te grabbelen. Koekjes gingen in een trommel en snoepgoed in een blik. Je kon er wel een maand van snoepen. Het leek wel of die verscheidenheid een groot aantal wensen symboliseerde.

    In onze tijd is het afgelopen met de pret als de kinderen in de brugklas zitten. Hooguit roepen zij in het langsfietsen: ‘Gelukkeg ni-jjaor, he-j de toeten al klaor?’

    Bronnen

    • ‘Uit Aalten’s verleden’, door G.H. Rots, Aaltensche Courant, 19 november 1937 (via Delpher, deel IV & deel VI)
    • Wikipedia
    • Artikel ‘Nieuwjaarsdag in Aalten en omgeving’, ADW, E.M. Smilda
  • Huisslacht

    Huisslacht

    In vroeger tijden was november de tijd wanneer er geslacht moest worden. Het slachten gebeurde destijds nog niet op slachthuizen, maar gewoon bij de boer op het erf. Het werd meestal uitbesteed aan een ‘huisslachter’ een slager die aan huis slachtte. Over de huisslacht in Aalten en de gebruiken eromheen schreef G.H. Rots in 1937 het volgende:

    “De drukste en gewichtigste dagen van het jaar waren wanneer er geslacht moest worden. Als November in ’t land kwam, dan kwam de slachtperiode. De „wieme was lèug”, en in ieder huisgezin dacht men er over één of meer varkens of een „beestjen” te slachten. De huisslachters hadden handen vol werk.

    Als er morgens geslacht was, kwamen zoo tegen half twaalf de „vetpriezers”. Dan werd er door de buren gekeurd of de „nierkes wal onder ’t vet zatten”. De dikte van ’t spek werd getaxeerd, en eindelijk kwam de vrouwe met de „flessche”, want geheelonthouders kende men vroeger niet. Op de slachtdagen zorgde men dat men wat „in de flessche” had. De slachters kregen ’s morgens den eersten „borrel”, ’s middags de vetpriezers en ’s avonds kwam het groote feest: de slachtvisite.”

    Hoe het slachten in zijn werk ging

    In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was het nog toegestaan om zelf aan huis te slachten. Een fornuispot met flink wat water werd aan de kook gebracht. Het varken werd gedood met behulp van een schietmasker, dat een pin in zijn kop schoot. Het varken raakte bewusteloos. De keel van het dier werd vervolgens doorgesneden en het bloed werd opgevangen in een speciale platte pan.

    Het varken werd schoongemaakt en met kokend water overgoten, zodat de haren gemakkelijker verwijderd konden worden, het zogenaamde ‘krabben’ van het varken. Het dier werd vervolgens aan een ‘leere’ opgehangen en opengesneden.

    In een grote teil werden de ingewanden opgevangen. De darmen werden schoongemaakt. Eerst werden ze gespoeld met water en daarna werden ze schoon geschraapt en kon men deze gebruiken om worst te maken. De darmen werden dichtgebonden met worstenpinnen en opgehangen aan het plafond.

    Al het vlees van het varken werd gebruikt. Van het vlees van de kop werd ‘hoofdkaas’ of zure zult gemaakt. De worsten en hammen werden aan het plafond te drogen gehangen. Het slachten en verwerken van een varken kostte een week werk, maar leverde voor een jaar vlees voor eigen gebruik op. Een manier om vlees voor bederf te behoeden was inzouten. Het vlees werd dan in een kuip zout gelegd. Het zout werd goed in het vlees gewreven. Ook kon men vlees conserveren in weckglazen. Zo kon men vlees vele maanden goed houden.

    Een bekende huisslachter in Aalten en omgeving was Bertus ter Maat. Bovenstaand interview met de destijds 77-jarige Aaltenaar werd in 1991 gemaakt door FilmAalten.

    Slachtvisite

    Over de slachtvisite schreef Rots: “Die slachtvisites waren de uitgaansavonden voor de bevolking. Dan kwamen de buren bij elkaar en was men gezellig bijeen. Het begon met een köpken koffie met ’n beschuutjen. Daarna kwam de flesch op tafel. Op die avonden werden de gebeurtenissen van dien tijd besproken. De een wist dit, de ander had dat gehoord, en een derde had „korts de krante nog elaezene”, en den wist het sekuur. En de „vrouwleu” vertelden elkaar de geheimen van den burgerlijken stand en hetgeen daarmee in verband stond. Ondertusschen noodigde de huisvrouw nog eens: „Drinkt er um nog is uut”. „De poggen bunt good met-evallene”. En eindelijk, als het tijd van naar huis gaan was, verkeerde men in de allervroolijkste stemming.

    Men stelle zich niet voor dat alle varkens die men gemest had voor eigen gebruik bestemd waren, kun je begrijpen. Eén varken moest zeker verkocht worden, en van het andere dat men zelf hield werden de hammen of schinken ook verkocht, want schinken zelf houden, „dat was joo um ’t opmaken te doone”, neen daar moest ook klein geld van gemaakt worden. En als men een vaars of „bolle” slachtte, dan werden zeer zeker de nagelhouten verkocht. Er waren enkele opkoopers die deze fijnere vleeschwaren inzoutten en rookten, en naar de grootere plaatsen verzonden. Het geld dat de varkens opbrachten moest veelal bestemd worden voor betaling van hooigras, hypotheekrenten enz. althans voor buitengewone uitgaven.”

    Bronnen


  • Waarom luiden de klokken?

    Waarom luiden de klokken?

    Al eeuwen luiden de klokken van de Oude Sint Helenakerk in Aalten om de bevolking op de hoogte te stellen van sterfgevallen, het zogenaamde ‘overluiden’.

    Het komt regelmatig voor dat de klokken van de Oude Helenakerk ’s ochtends op diverse tijdstippen geluid worden. Vroeger gebeurde dat overigens vaker dan tegenwoordig. In vroeger tijden wist ook bijna iedereen wel wat dit betekende. Aan de hand van het tijdstip en het aantal slagen konden de mensen namelijk afleiden in welke buurtschap iemand gestorven was en ook of het een kind was, een vrouw of man en of de overledene gehuwd of ongehuwd was.

    Het gebruik dat de klokken geluid worden als ergens een sterfgeval heeft plaatsgevonden heet ‘overluiden’. Al vele eeuwen klinkt er klokgelui uit de monumentale toren van de kerk op dagen midden in de week. Menigeen staat er even bij stil en denkt: memento mori.

    De klokken van de Oude Helenakerk op de Markt in Aalten worden nog altijd voor dit plechtige moment gebruikt, altijd in overleg met de nabestaanden. Het overluiden kan voor alle overledenen gedaan worden, dus niet alleen voor leden van de Protestantse Gemeente.

    Betekenis

    Worden de klokken geluid om 9.30 uur dan betreft het een inwoner van de buurtschap Lintelo. Gebeurt het om 09.45 uur dan is iemand van de Haart overleden. Om 10 uur wordt geluid voor een sterfgeval uit Dale of IJzerlo en om 10.15 uur voor iemand uit de Aaltense Heurne. Gaat het om iemand uit Barlo dan is het tijdstip 10.30 uur. Vaak wordt om 11 uur geluid, dan wordt een overledene uit het dorp Aalten overluid.

    Bij een man of weduwnaar wordt er voor en na het overluiden driemaal geklept met de klepklok. Bij een vrouw of weduwe wordt er twee keer driemaal voor en na het overluiden met de klepklok geklept. Bij een ongehuwde of een kind gebeurt dat drie keer tweemaal voor en na het luiden.

    Overluiden Aalten
  • Stolpersteine

    Stolpersteine

    In Aalten liggen 34 Stolpersteine voor twaalf adressen. Een Stolperstein (struikelsteen) is een gedenksteen die geplaatst wordt in het trottoir voor het huis van waaruit in de Tweede Wereldoorlog mensen door de nazi’s zijn weggevoerd naar een vernietigingskamp. Als je, meestal onverwacht, voor je voeten zo’n steen ziet met de naam van een slachtoffer, word je er weer even aan herinnerd hoe tijdens die oorlog vele miljoenen het slachtoffer zijn geworden van systematische moord.

    De stenen hebben een oppervlakte van 10 bij 10 cm. Op de bovenkant is een messing plaatje aangebracht. Daarin zijn de naam, het geboortejaar, de datum van wegvoering en de plaats en datum van overlijden gestanst. Zo herinnert elk van die stenen aan één van die slachtoffers. Een mens die op déze plek heeft gewoond en hiervandaan is gedeporteerd, om nooit meer terug te keren.

    Bedenker

    Het Stolpersteineproject is bedacht door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Hij maakte het formaat van deze ‘stenen des aanstoots’ bewust niet te groot, zodat men een buiging moet maken om de opschriften te kunnen lezen.

    Demnig begon in 1997 met het leggen van de eerste Stolperstein in de Berlijnse wijk Kreuzberg. Inmiddels liggen er in vele landen al Stolpersteine. Gunter Demnig geeft ieder slachtoffer zo een eigen monument. Zijn motto luidt: “Een mens is pas vergeten als zijn of haar naam vergeten is“.

    Aanvankelijk maakte hij alle stenen één voor één zelf, want massaproductie vindt hij in strijd met de gedachte achter het project. Maar gedwongen door de stormachtige ontwikkeling van het project, laat hij zich tegenwoordig ondersteunen door een bevriende kunstenaar. Hij staat erop om de eerste stenen in een bepaalde plaats persoonlijk te leggen. De overige stenen worden tegenwoordig meestal door gemeentelijke stratenmakers geplaatst.

    Stolpersteine in Aalten

    In Aalten zijn er 34 Stolpersteine gelegd voor de volgende adressen:

    In één geval kon de steen niet voor de woning van het slachtoffer worden gelegd omdat deze woning (Industriestraat 4) niet meer bestaat. Ook is er geen trottoir om de steen in te leggen. Daarom is deze steen voor de synagoge gelegd:

  • Nôkse karke

    Nôkse karke

    De oude Sint Helenakerk was zelfs voor ras-Winterswijker Bernard Stegeman een inspiratiebron.😊 Hij schreef het gedicht Nôkse karke over Aaltens markante middelpunt op de Markt (jaartal onbekend). De tekening is van geboren Aaltenaar Piet te Lintum.

    ‘Maor noo löp miene reize toch haoste ten end’
    Lao’ws kieken, mi’j wacht er nog ééne.
    Jao ‘k zee ’t al, daor ginder dee karke op den bult,
    Zoo mooi, a’k nog zelden heb e-zeene.
    Das Aalten, mo’j wetten, ’t aardige darp,
    waor ‘k nog iederbods geerne komme praoten,
    Ik kenne er de menschen, ik weet ‘er den weg
    Deur zien wondere, golvende straoten.
    Wat ligt er dat marktplein daor hoog’ op den bult
    En hoo noks hönk dee karke der teggen,
    ‘k Hebben e-heurd, dat ’t darp naor den bult is e-neumd,
    Maor of ’t waor is, dat dörv’ ik neet zeggen.’

    Oude Helenakerk, Aalten, tekening Piet te Lintum
  • Ds. Cornelis Gros

    Ds. Cornelis Gros

    Gereformeerd predikant

    Cornelis (Cor) Gros werd op 28 april 1933 geboren in Den Haag, als zoon van politieagent Jacob Gros en Nieske Poortinga. Na de ULO-school te hebben doorlopen, begon hij zijn loopbaan bij het ministerie van Financiën. In de avonduren studeerde hij voor het diploma gymnasium A. Zijn verdere opleiding genoot hij aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Op 10 december 1961 deed ds. Gros zijn intrede als predikant in Woudsend.

    Vanaf 8 mei 1966 was Gros verbonden aan de Gereformeerde Kerk van Aalten. Hier diende hij 32 jaar lang tot zijn emeritaat (pensioen) in 1998. Eind april van dat jaar ontving hij een Koninklijke onderscheiding van burgemeester Bouwers van Aalten.

    In een interview met regionaal weekblad Achterhoek Nieuws, gepubliceerd op 22 april 1998, deelde Gros zijn ervaringen: „Ik heb beslist bepaalde verwachtingen gehad. Maar wat het werkelijk betekent om predikant te zijn, weet je pas wanneer je het bent. Het kan tegenvallen. Het kan echter ook, zoals in mijn geval, nog mooier zijn dan je had verwacht.”

    Dat Gros predikant werd, is min of meer te danken aan de boeiende manier waarop Cor Bruijn in het boek Sil de Strandjutter het leven op een eiland beschrijft. „Als jongetje van een jaar of tien las ik Sil de Strandjutter en ik dacht bij mezelf: hoe kom ik op zo’n eiland”, vertelde Gros. „Er waren drie mogelijkheden: als predikant, als arts of als onderwijzer. Ik wist al snel, dat het predikant zou worden.”

    In 1966 verhuisde hij met zijn gezin naar Aalten, waar hij predikant werd van de wijk noord-west en dat altijd is gebleven. „Ik ben geen man die als een vlo door de kerken springt”, vertelt Gros. „En in Aalten beviel het mij en mijn gezin zo goed, dat ik er niet meer weg wilde. De Aaltenaren zijn een goed volk. Ik ervaar ze als onvoorstelbaar hartelijk. En ze weten ook afstand te bewaren, zodat ik nooit het gevoel heb gehad dat ik werd geleefd.”

    Gros genoot het meest van de omgang met de mensen in zijn wijk. „Mijn leven stond in het teken daarvan”, vertelde hij. „Ik wilde er voor ze zijn wanneer ze me nodig hadden en in die situaties in alle bescheidenheid iets voor ze mogen betekenen. De ervaring heeft geleerd, dat mijn aanwezigheid vooral in verdrietige situaties gewenst was. Ik probeerde met de mensen mee te leven, veel te luisteren en soms te spreken. Het pastoraat is voor het grootste deel luisteren. Ik heb mijn werk altijd met voldoening gedaan. Het vertrouwen en de dankbaarheid die de mensen mij gaven, waren onvoorstelbaar groot.”

    Gros bekleedde tal van kerkelijke functies op classicaal, provinciaal en landelijk niveau. Zo was hij onder andere voorzitter van de Synode van Gelderland en van de Deputaten Geestelijke Verzorging Buitenland. Na zijn emeritaat was hij vele jaren bestuurslid van de lokale omroep De Lindeboom, waar hij ook enkele programma’s presenteerde.

    De laatste maanden van zijn leven woonde Gros aan de Geurdenstraat in Aalten. Op 21 augustus 2011 overleed hij op 78-jarige leeftijd. De dienst van Woord en gebed, voorafgaand aan zijn begrafenis, vond plaats in de Oosterkerk. Cor Gros werd begraven op begraafplaats Berkenhove.

    Fouten voorbehouden. Heeft u correcties en/of aanvullende informatie? Reageer dan onderaan deze pagina.

  • Aalten aan Zee

    Aalten aan Zee

    In 2011 verscheen Aalten landelijk in het nieuws door een opmerkelijk bericht: een kleine gelovige gemeenschap had zich gevestigd op boerderij Rensink in Lintelo, in afwachting van de Apocalyps. Zij noemden zich de ‘Wachters van de Nacht’. Op hun boerderij bereidden zij zich voor op overleven in de eindtijd. Volgens hen zou de Apocalyps spoedig met een tsunami aanbreken, waarbij grote delen van Nederland onder water zouden komen te staan. Het hoger gelegen Aalten zou daarbij aan zee komen te liggen.

    Grappenmakers plaatsten op Youtube satirische filmpjes waarin Aalten aan Zee als een zonnige badplaats werd voorgesteld en waar de lokale middenstand zich moeiteloos aan de behoefte aan strandvermaak had aangepast. Wie echter de waarschuwingen van de groep in de wind sloeg, zou daar volgens de Wachters zelf de consequenties van moeten dragen. Hem of haar stond de verdrinkingsdood te wachten. Ondertussen legden de Wachters grote voedselvoorraden aan ten behoeve van de vluchtelingen die zij uit de Randstad verwachtten.

    “Aalten wordt mogelijk kustplaats”

    “Aalten aan Zee” deel 1

    “Aalten aan Zee” deel 2

    “Aalten aan Zee” deel 3

    “Aalten aan Zee” deel 4