Een Paaskamp in de Achterhoek

De Verkenner, no. 5, 1938

Op de laatste leidersbijeenkomst van ons district te Arnhem, waren we overeengekomen, met de Paasdagen een groot kamp te houden in Aalten met de groep uit Winterswijk, de Burchtlanciers uit Aalten, Dodo uit Doetinchem, Zutfen en de Dunogroep uit Oosterbeek, allen oude vrienden van Woestduin!

De staf werd gevormd door Hopman Post, Vaandrig Beskers en ondergetekende. Op Goede Vrijdag des namiddags omstreeks twee uur arriveerde de Dunogroep per fiets uit Oosterbeek, die onderweg 4 Dodo p.l.’s had opgepikt.

Triomfantelijk werden deze eerste gasten door enkele v.t.’s ingehaald en naar de oude Padvindersburcht in het centrum van Aalten gevoerd, waar reeds meerdere Aaltense verkenners aanwezig waren. Met enkelen gingen we vervolgens Winterswijk tegemoet, dat met Zutfen per fiets even buiten Aalten aankwam. Gezamenlijk gingen we terug naar de Burcht, waar in de Ridderzaal het kamp door Hopman Post geopend werd.

Hierna konden de verkenners hun nachtkwartieren opzoeken om daar de boel voor de nacht in gereedheid te brengen. De Winterswijkers en Zutfenaren werden gedeeltelijk in de Burcht, gedeeltelijk in Lansbulten (het zomercentrum van de Winterswijksche padvinders te Aalten!) en in een tweetal directiewagens ingekwartierd. De Dunogroepers en Dodo zouden de nachten in de oude burcht doorbrengen. Om half vier vertrok een gedeelte der deelnemers naar Lansbulten om daar enkele spelen te doen. Ik kan hierover niets zeggen, daar ik met een aantal mijner verkenners en enige v.t.’s vergeefse pogingen deed in Aaltens wirwarstraatjes een selderijknol en andere fourageartikelen machtig te worden.

Daar we geen sleutel hadden moesten we op inbrekerswijze de oude burcht forceeren! Des avonds na het eten werd er op Lansbulten een kampvuur gehouden, waar ook Oubaas (Akela) Kreit aanwezig was. De verschillende recreaties der troepen amuseerden ons kostelijk en de zang en yells (vooral het Bospaadje en de Kurassiersyell!) gingen uitstekend. Na het kampvuur volgde de terugtocht per fiets en dan de nacht! In het kantoor werd door de staf nog beraadslaagd, maar verder heerste er overal diepe stilte!

De volgende morgen al vroeg renden verkenners met een urn in de hand in hun flanelletje naar de pomp, even verder op de straat om daarna weer snel terug te rennen. Een was- en kleedpartij, ochtendgymnastiek en daarna zou om 10 uur een grote propagandatocht met vlaggen, trommels en hoorns door Aalten worden gehouden!

Wie schetst Vaandrig Beskers’ verontwaardiging, toen hij van de politie te Aalten hiervoor geen vergunning kon krijgen! Er werd op het kantoor hevig beraadslaagd, waarna besloten werd stapvoets rijdend op de fiets een défilé te houden met ontplooide vlaggen en schallende hoorns! Aldus geschiedde en dat de route tweemaal langs het politiebureau ging, waar de tocht bijzondere belangstelling genoot, was natuurlijk bloot toeval!

Des middags werd een grote gemeenschappelijke oefening gehouden in de omliggende bossen. Er werden mixed patrouilles gevormd, terwijl er twee partijen bestonden, Sueven en Saksen, die elkander moesten bekampen. De opdrachten werden met toepasselijke toespraken door den priester in de kelder uitgereikt, waarna de patrouilles uittrokken, speurend naar vage aanwijzingen, verstopte urnen en tenslotte naar den Priester.

De oefening slaagde uitstekend! Er kwam behalve deductie en speuren, ook lopen op de kaart en natuurkennis bij te pas, zodat het alleszins een goed verkennersspel werd! In de ridderzaal werd het kamp die avond gesloten. Winterswijk en Zutfen keerden terug naar hun haardsteden. Dodo en Duno bleven met enkele Winterswijkers in de Padvindersburcht achter.

De Zondag hebben we des morgens weinig uitgevoerd en de middag besteedden we aan nieuwe verkennersspelen op Lansbulten. Ook hadden we de gelegenheid een klein brandje te blussen. De avond brachten we door met een verkennersquest aan de brandende schouw! De Maandagmorgen was voor kerkgang gereserveerd en des middags trok de troep naar Winterswijk, waar we het prachtige troephuis bezichtigden en des avonds het Paasvuur met een geestige padvindersrevue meemaakten.

Het was een door het publiek druk bezocht feest, dat zeer zeker goed geslaagd mag heten. Bij de uitdovende resten van het Paasvuur, lang nadat de jongens o.l.v. den troepleider vertrokken waren, namen Hopman Post en ik afscheid van elkaar. Daarna suisden we met een auto de heerlijke weg over Bredevoort naar Aalten langs en sloten de dag.

De Verkenners gingen ter ruste en wij hielden nog een korte nabeschouwing. Toen was ook het ogenblik van afscheid nemen van Vaandrig Beskers daar. De nacht ging voorbij en voor dag en dauw waren we in de weer, de kar vol te laden, die een half uur eerder vertrok. Om half acht koerste het vehikel weg in de richting Oosterbeek, om acht uur gevolgd door de verkenners, vechtend met een straffe tegenwind.

Het werd een zware terugtocht, maar in ons was die grote vreugde van dit heerlijke Paaskamp en wat maalden we dan om wat tegenwind? Om ongeveer half vier hebben we ons dorp weer bereikt.

Laat ik eindigen met te zeggen, dat het kamp art. 4 van de padvinderswet in de practijk heeft gebracht. De Jamboreezaden hebben vrucht gevormd en de toen aangeknoopte banden zijn zeer versterkt!

Van deze plaats nog een eresaluut aan Vaandrig Beskers, die met zoveel energie probeert in Aalten een eigen padvinderstroep te krijgen en daar nu al optreedt als Akela en Vaandrig. Het kamp zal zeker de Padvindersbeweging in Aalten meer populair gemaakt hebben en ik twijfel dan ook niet aan Vaandrig Beskers’ succes!

Hopman VAN DER VELDE