Boerderij ’t Vels in de Aaltense Heurne heeft een geschiedenis die vele eeuwen teruggaat. Het goed werd in vroeger tijden ook vermeld als Velthuijsen en Veldhuis. Sinds het einde van de 19e eeuw is de naam ’t Vels gebruikelijk.
De oudste gegevens met betrekking tot boerderijen in dit westelijke deel van de buurtschap Heurne laten zien dat de meeste huidige boerderijen al omstreeks 1600 op ongeveer dezelfde plaats stonden. Enkele boerderijen zijn in de loop der eeuwen op een naastgelegen perceel nieuw gezet, maar de namen van Legters, Goorhuis, Kappers, Wikkerink en Veldhuis duiken regelmatig op in oude bronnen en zijn nooit veranderd, spellingsvarianten daargelaten.
De naam Veldhuis duidt op de oorspronkelijke situatie in dit gebied: een huis gebouwd in het veld. Zo is ook de naam van het Goorhuis makkelijk te verklaren: ooit gebouwd in een moerassig gebied onder aan de es.
Tot in de 20e eeuw waren de buurtschappen Haart en Heurne nog grotendeels onontgonnen woeste heide- en veengrond. Het veld bestond uit uitgestrekte heidevelden rond de hoger gelegen essen. Op de essen lagen de akkers voor de teelt van granen en knolgewassen. In de omringende lager gelegen delen werd het vee geweid. Het heideveld was belangrijk in de agrarische bedrijfscultuur van die eeuwen. Heideplaggen was onontbeerlijk als mestmateriaal voor de verbetering van de zandgronden.
Wanneer de eerste boeren zich in dit gebied hebben gevestigd weten we niet. De geschiedenis van ’t Vels begint vooralsnog aan het begin van de 17e eeuw.
Vroegste vermelding
De eerste vermelding van Veldhuis vinden we in de Volontaire Protocollen van de Heerlijkheid Bredevoort 1614. Deze protocollen kun je vergelijken met notariële akten waarin vastgoedtransacties, testamenten en wilsbeschikkingen werden vastgelegd.
In 1617 verkocht Bernhardt van Waliën het halve erf ten Veldhuyss in de Aaltense Heurne aan Herman van Munster. De heren Van Waliën en Van Munster waren leden van enkele vooraanstaande families in Aalten en Winterswijk. Het Waliën in Winterswijk was een middeleeuwse havezate, eigendom van de familie Van Walyen, in 1501 overgenomen door de adellijke familie Van Munster uit Westfalen.
In 1627 verkocht Adolph van Waliën het halve Veldhuijs aan Geert Locken en Catharina van Munster, dochter van Herman van Munster. Twintig jaar later is Jan Locken, zoon van Geert, eigenaar van het afgebroken Velthuys.
De families Waliën, Van Munster en Locken hadden een uitgebreid financieel en familiaal netwerk in Oost Gelderland. Ze trouwden onderling en handelden actief in onroerend goed met elkaar. Ook al bestond een groot gedeelte van Veldhuis uit woeste heide- en veldgrond, het bezit was kennelijk toch aantrekkelijk genoeg voor kapitaalkrachtige investeerders uit de omgeving.
Zware tijden
In het midden van de 17e eeuw verslechterde de economische situatie van de boeren sterk. De grensstreek had zwaar te lijden onder de oorlogshandelingen in en om Bredevoort. Door lage prijzen en oorlogsgeweld kwamen veel plaatsen leeg te staan en het land braak te liggen. Zo ook Velthuys dat werd afgebroken. In het Verpondingskohier uit 1647 wordt de boerderij opnieuw vermeld:
Velthuys, zonder huis, eigenaar Jan Locken Bezit: Boulant 8 mulder , 3e garve, aangeslagen totaal voor 66-3-. 1 hof verpacht voor 3 pont. vlass.
De schrijfwijze van de boerderij en van de bewoners is niet altijd identiek, soms heten de bewoners in de zeventiende eeuw ’te Veldhuys’. Bij het bezit hoorden toentertijd twee boerenplaatsen. De tweede was duidelijk kleiner. Mogelijk was dit Middelkamp.
Wisselende eigenaren
De eigenaar Jan Locken woonde in Aalten en had meerdere bezittingen in de Heurne en omgeving. Hij was in Aalten de hoogst aangeslagene voor de verschillende belastingen. Het was in die jaren een veel voorkomend verschijnsel dat agrarisch vastgoed in vreemde handen was. De eigenaren wisselden elkaar weliswaar regelmatig af, maar de pachters van Velthuys waren in de loop der tijden allen lid van dezelfde familie.
In het Verpondingskohier uit 1650 wordt Velthuis aangeslagen voor 10 guldens en 15 stuivers (ter vergelijking: Kappers 5-7-, Goorhuis 6-4, Borninkhof 29-9).
In het Register Familie- en Bodengeld uit 1675-76 staat vermeld: “Velthuijs, daervan is het Huijs afgebroecken, betaalt geen geld.” Hier blijkt opnieuw dat het huis gedurende een groot aantal jaren ‘afgebroken’ is geweest en dat de pachter daarom in een ander huis woonde. Daar is in de loop der jaren verandering in gekomen: er werd een nieuwe Velthuisplaats gebouwd. In 1771 worden drie verschillende eigenaren genoemd: Jan de Laar, Rijksgrave Flemminck en Jan te Veldhuis:
Jan de Laar van Velthuisplaats 5-3-1
Velthuisplaatse aan den Rijksgrave Flemminck toestendig 2-17-6
Jan te Velthuis van de plaatse hemselver toestendig 2-17-6
De omschrijving is niet duidelijk, mogelijk gaat het hier om één plaats met drie verschillende eigenaren. Jan de Laar zou dan voor de ene helft eigenaar zijn, Rijksgraaf Flemminck en Jan te Veldhuis samen voor de andere helft. Jan de Laar kwam uit de Heurne en had meerdere bezittingen in Aalten en omgeving.
Rijksgraaf Georg Detlof von Flemming was de Heer van Borculo en Lichtenvoorde. Hij stamde uit een oud adellijk Duits/Pools geslacht. Hij overleed in 1771, waarna zijn dochter Isabella zijn bezit erfde. De Heerlijkheden Borculo en Lichtenvoorde zijn op 27 december 1776 door prins Willem V aangekocht voor 600.000 gulden. Een van de titels van Koning Willem-Alexander is daarom nog steeds ‘Heer van Lichtenvoorde’.
In de wijziging van het Verpondingskohier van 1772 wordt vermeld:
Jan de Laar geeft voor Velthuisplaatse in de Ordinaire Verponding 00-05-03 1772, den 27 Febr. Jan te Nieuwe Velthuis
Bovenstaande wijst erop dat Jan Veldhuis, in 1759 getrouwd met Geeske Jentink, in of kort voor 1772 ten oosten van de bestaande boerderij een nieuwe boerderij heeft laten bouwen. Vanaf de nieuwbouw worden de beide huizen aangeduid met Oud- en Nieuw Velthuijs. Jan en Geeske verhuisden naar de nieuwe boerderij. Wander Veldhuis (geen familie), kwam op Oud Veldhuis.
Uitbreiding bezit
Aan het einde van de 18e eeuw was de financiële situatie van de toenmalige boer op het Velthuijs, Harmen Jan Velthuijs, blijkbaar zo gunstig dat hij niet alleen een nieuwe boerderij voor zichzelf kon laten bouwen maar kort daarna ook het Goorhuis met de bijbehorende landerijen kocht. Het Goorhuis, evenals Legters en veel andere boerderijen in de buurt, was altijd in handen geweest van vreemde families, bewoond door steeds wisselende pachters. Eerst kocht Veldhuijs een vierde van de plaats, later het geheel voor ongeveer 2100 gulden.
Den 13 meij van Harmen Jan Velthuijs onder Aalten woonende, 10 guldens-10 stuijvers, weegens een ¼ gedeelte van het goed of plaatsjen het Goorhuijs genaamd, en van die daar op staand huijs en ’t daar toe behoorende bouwland, weidegrond, inslag en plaggen vreede, holt en holtgewassen, geleegen in de buurschap Huurne onder Aalten. Aangekogt voor 525 gulden, den 25 april 1786.
Het Goorhuis werd vóór 1832 doorverkocht aan Josef Elzenhorst en co. Jaren later werd de boerderij opnieuw eigendom van een Veldhuis: Willem Jan Johannes Veldhuis, geboren op ’t Vels, verhuisde in 1895 naar het Goorhuis.
Wikkerink (dit huis wordt later de Wikker genoemd)
Ligters hutte
Afgebroken hut (het naastgelegen perceel heet daarom nog altijd de Hutte)
In 1808 kocht Harmen Jan Velthuijs ook het Legters van Berend Hendrik Legters en Garredina Freers. De verkopers hadden het recht om het goed binnen 15 jaar (onder bepaalde voorwaarden) terug te kopen. Tegenover Legters stond een klein huisje, Ligters hutte, op het land van Veldhuijs, bewoond door Hendrik Jan Schoppers en Harmina Legters, geboren op Legters aan de overkant van de weg. Het huisje werd na hun vertrek vóór 1850 afgebroken.
Na het overlijden van Harmen Jan Veldhuis werd het bezit in 1917 als volgt onder de erfgenamen verdeeld:
Janna Geertruida te Voortwis, de weduwe; Gerhard van Eerden en Grada Johanna Veldhuis; Jan Willem Johannes Veldhuis (van ’t Goorhuis); Willemina Aleida Veldhuis & Gerrit Jan Luiten.
Het totale bezit werd getaxeerd op f. 12.459, 74. Het bestond uit 38.64.60 ha., met een huis met 4 schuren, boomgaard en erf. De Klodde wordt hier niet genoemd, Middelkamp werd pas een maand later door schoonzoon Gerhard van Eerden aangekocht, mogelijk met geld uit de erfenis.
Liberale Gifte 1748
Kadaster 1832
Aalten E718 H.J. Veldhuis landbouwer te Aalten 1230 m² huis, schuur en erf
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Berent te Velthuijs (Heurne) Mette
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Jan (te) Vel(t/d)hui(j)s (Aalten, 03-03-1680 – Heurne, 09-12-1774), trouwt op 01-02-1728 in Aalten met Henderske(n) te (C/K)ortbeek (Aalten, 08-08-1706 – Heurne, 23-03-1793)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Jan Vel(t/d)hui(j)s (Aalten, 12-09-1728 – Heurne, 02-09-1797), trouwt op 07-10-1759 in Aalten met Geeske(n) Jentink (Aalten, 20-01-1737 – Heurne, 13-02-1823)
Volgende bewoners:
Christoffel Houthui(z/s)en alias Veldhuijs / Velts (Aalten, 23-10-1746 – Heurne, 24-10-1805), trouwt (2) op 15-04-1796 in Aalten met Wilhelmina Vel(d/t)huis (Aalten, 31-12-1758 – Heurne, 17-12-1807)
Christoffel woonde tijdens zijn 1e huwelijk op Oud Veldhuis in Heurne.
Volgende bewoners, zoon van Jan Vel(t/d)hui(j)s en Geeske(n) Jentink en schoondochter:
Harmen Jan Veldhui(j)s (Aalten, 15-09-1765 – Heurne, 07-08-1830), trouwt op 03-07-1803 in Aalten met Johanna Cath(e)rina Hondarp (Heurne, 08-03-1783 – Heurne, 06-03-1808)
Harmen Jan Velthuijs (Aalten, 15-09-1765), weduwnaar van Johanna Catrina Hondorp, koopman
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Jan Willem Veldhuis (Heurne, 30-04-1804 – Heurne, 20-04-1861), trouwt op 01-11-1828 in Aalten met Willemina Beunk (Lintelo, 13-01-1801 – Heurne, 02-02-1878)
In de Kadastrale Atlas van Gelderland 1832 worden de onontgonnen heidegronden aangegeven in wit, bouwland in bruin, weide in lichtgroen, boomgaard in felgroen en bos in donkergroen. Binnen de cirkel liggen het Oude en Nieuwe Veldhuis. De meeste heide- en veengronden waren eigendom van de marke van Aalten en van grootgrondbezitters.Rijksgraaf Georg Detlof von Flemming
Jan ter Stroet alias te Hofste(d)e alias Oosterbos (Aalten, 25-09-1698 / Heurne, 27-05-1766), trouwt op 10-08-1732 in Aalten met Geesken Lammer(t)s (Aalten, 19-03-1710 / Heurne, 11-06-1766)
Jan en Geesken worden Oosterbos genoemd en met hun overlijdensdata vermeld in de huwelijksbijlagen bij het huwelijk van hun kleinzoon Barent ter Stroet in 1837.Zij woonden waarschijnlijk vanaf hun huwelijk eerst op de Hofstee in Dale en kwamen naar Oosterbosch kort na 1742.
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Willem Hondarp alias Oosterbos (Aalten, 13-04-1738 / Aalten, 03-07-1804), trouwt op 08-04-1763 in Aalten met Gerritje / Geertjen te Hofstee alias te Stroete (Aalten, 06-11-1735 / Dale, 09-05-1810)
Volgende bewoners:
Anton(ius) (Toni) Wensin(c)k / Wensing (Bocholt, 18-11-1744 – Heurne, 01-02-1779), trouwt op 31-05-1772 in Bocholt met Anna Elisabeth Buddinck / Büdding alias Übbing / Ubbink (Bocholt, 15-09-1744 – Heurne, 13-11-1819)
Anton(ius) en Anna Elisabeth kwamen circa 1774/1775 vanuit het Ambt Bocholt.
Volgende bewoners, weduwe en 3e echtgenoot:
Henricus Joannes Tieltkes alias Becking / Bekink (Bocholt, 02-03-1749 – Heurne, 06-03-1821), trouwt op 15-08-1779 in Aalten met Anna Elisabeth Buddinck / Büdding alias Übbing / Ubbink (Bocholt, 15-09-1744 – Heurne, 13-11-1819)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Gradus (Gerard Henrich) Hügging / Huggink alias Nienhaus (Bocholt, 13-04-1781), trouwt op 20-09-1808 in Aalten met Jo(h)anna Bekink (Heurne, 05-09-1785)
Gradus en Jo(h)anna vertrokken rond 1821 naar Meckinck in Hemden.
Een aantal bewoners van Klein Kortbeek werd tussen circa 1740 en 1780 afwisselend Si(j)belink en (Klein) Kortbeek genoemd. De kavestede Sijbelink in de Heurne was net als Kortbeek in bezit van Johan Schulte te Kortbeek en zijn vrouw Griete en ging door huwelijk van hun dochter in 1638 over in bezit van Derck Wildenbeest alias Overkamp in Silvolde. In 1751 en 1777 werd Sijbelink samen met Kortbeek doorverkocht.
In ‘Boerderij- en Veldnamen in Aalten’ staan twee, vlakbij elkaar gelegen boerderijen met de naam Klein Kortbeek vermeld. Zie ook Klein Kortbeek.
Of bovenstaande foto en onderstaande bewonersgeschiedenis bij deze boerderij en/of bij elkaar horen is nog de vraag.
Hendrick Gebbinck alias (Kleijn) Cortbeeck (Ambt Bocholt), trouwt (2) op 22-10-1682 in Aalten met Geesken van ‘t Hoge Schaer (Vragender)
Kinderen:
Geertjen te Cortbeeck (Aalten, 05-08-1683)
Hendersken Cortbeeck (Aalten, 31-05-1685)
Volgende bewoners, zwager en schoonzuster van Hendrick van zijn 1e huwelijk:
Herman Goerdinck alias Sluijskes alias Kleijn Cortbeek (Ambt Bocholt), trouwt op 18-02-1677 in Aalten met Jenneken (Jantjen) te Cortbeeck (Heurne)
Jenneken (Jantjen) kwam van boerderij Groot Kortbeek in Heurne. Herman en Jenneken (Jantjen) woonden eerder op Sluiskes in Lintelo.
Kinderen:
Berentjen Sluijskes (Aalten, 12-09-1680)
Stijne Kleijn Cortbeek (Aalten, 17-04-1687)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Arent Meckinck alias Brethouwer alias (te) (C/K)ortbeek (Aalten, 22-07-1677 – < 1748), trouwt op 24-08-1704 in Aalten met Stijne Kleijn Cortbeek / te Kortbeek (Aalten, 17-04-1687)
Stijne woonde in 1748 met haar, toen nog ongetrouwde, dochter Trijne in het dorp Aalten ‘in de kamer‘ van Gerrit Coelman en Margareta Coelman.
Kinderen:
Herman (te) Kortbeek / Klein Kortbeek alias Sibelink (Aalten, 05-08-1705)
Jan (te) (C/K)ortbeek alias Sibelink (Aalten, 27-11-1707), trouwt met Janna ter Beest
Lijsbet Kortbeek (Aalten, 11-11-1714), trouwt met Fredrik Hondorp alias Nijman alias te Kiefte
Johanna Catharina (Trijne) Kortbeek (Aalten, 12-10-1721), trouwt met Daniel Leuvering
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Herman (te) Kortbeek / Klein Kortbeek alias Sibelink (Aalten, 05-08-1705), trouwt < 1733 met Hendersken Haartman (Aalten, 10-04-1705)
Herman en Hendersken woonden in 1748 in het dorp Aalten ‘in de kamer‘ van Hendrik Duunk en Mette Stapelkamp.
Kinderen:
Harmen Jan Klein Kortbeek alias Sibelink (Aalten, 20-06-1733), trouwt met Jenneke Lieftink
Derkske Kortbeek (Aalten, 30-03-1738)
Henderske Kortbeek (Aalten, 11-10-1739), trouwt met Willem van Vulpen
Arent Kortbeek (Aalten, 09-06-1743)
Volgende bewoners:
Herbert te Slaa alias Kortbeek alias Klein Kortbeek alias Sibelink (Aalten, 06-07-1710), trouwt op 17-09-1740 in Aalten met Berendina Gelsink (Lichtenvoorde, 23-08-1716)
Kinderen:
Willemke Klein Kortbeek (Aalten, 12-08-1742)
Willemina Kortbeek alias Klein Kortbeek alias Sibelink (Aalten, 11-04-1745)
Hermina Kortbeek (Aalten, 24-02-1747)
Hermina Klein Kortbeek alias Sibelink (Aalten, 21-07-1748), trouwt Jan Hendrik Scheenk
Engelbartus Kortbeek (Aalten, 05-04-1750)
Volgende bewoners, dochter en schoonzoon:
Joannes Bernardus Wensink alias Sibelink alias Kortbeek alias Klein Kortbeek (Bocholt, 15-07-1742), trouwt op 08-05-1762 in Aalten met Willemina Kortbeek alias Klein Kortbeek alias Sibelink (Aalten, 11-04-1745)
Kinderen:
Hendriena Kortbeek alias Wensink (Aalten, 19-02-1764), trouwt met Joannes Henricus Meijerink
Gerarda Wensink (Kruiskapel, 03-01-1767)
Joannes Bernardus Sibelink alias Wensink (Kruiskapel, 24-2-1770)
Berendina Sibelink alias Wensink (Heurne, 24-03-1771)
Janna Elisabeth Klein Kortbeek (Heurne, 16-06-1774), trouwt met Jan Willem te Kiefte alias te Laar
Jan Hendrik Wensink alias Kortbeek (Heurne, 21-06-1777)
Harmen Jan Wensink alias Kortbeek alias Klein Kobbeke (op Heurnink) (Heurne, 30-07-1780), trouwt met Joanna Gertrudis Verdierkink alias Heurnink
Gerhardus Antoni Klein Kortbeek alias Wensink (Heurne, 20-10-1783), trouwt met Theodora Lamers
Engelbert Wensink (Heurne, 09-12-1787), trouwt met Joanna Maria Bökers
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Jan Hendrik Wensink alias Kortbeek (Heurne, 21-06-1777), trouwt op 30-07-1818 in Bocholt met Wilhelmine Büning (Spork, 13-06-1798)
Arent Jan Sonderlo (Aalten, 12-06-1831) Janna Geertruid Oonk (Kotten, 21-12-1828)
Zij vertrekken op 14-02-1903 naar Wulfrath (D), hun kinderen naar Bocholt.
Volgende bewoners:
Herman Frederik Wolterink (Winterswijk, 23-11-1870) (1) Grada Maria Wentink (Aalten, 01-01-1872) (2) Johanna Willemina Gerritsen (Winterswijk, 16-03-1888)
Vlakbij de Duitse grens in de Aaltense Heurne, aan wat nu de Hondorpweg heet, stond eeuwenlang boerderij Ongena. De oudste vermelding die we hebben gevonden, dateert uit 1614, en spreekt van ‘Erve und goet de Hoge Ungenade’.
Vermoedelijk verloor de oude boerderij in 1966 haar woonbestemming, nadat er dichter bij de openbare weg op hetzelfde perceel een nieuw huis gereedkwam. Mogelijk is het oude pand daarna tot schuur gedegradeerd, om later te worden afgebroken. Op een kadastrale kaart uit 1971 zijn de contouren van het oude huis nog te zien. Op Topotijdreis wordt de naam Ongena tot 1965 op de kaart vermeld bij het oude huis, daarna niet meer. Tot en met 1992 is er op deze plek echter nog een gebouw zichtbaar.
Als u meer weet over de oude boerderij Ongena, dan horen wij het graag!
Archieven
Volontaire protocollen Bredevoort 1614
Veneris 20 Maij 1614 – Statholder Joannes ter Woert, Cornoten Peter Cloeck, Henrick Menekinck.
Erschenen Johan Boeinck voer sich, und mede van wegen sijner Moeder Floerken Floriss wedtwen van zaliger Johan Boeincks, und haren sembtlicker ander Kinderen /: daervoer hie wegen ratification und approbation deses cavierde :/ und haren semptlicker erven und bekande voer sich, sijner Moeder, Broederen und Susteren vorschreven und haren erven, Demnae sijn Moedervoer gekofften und entfangenen Bomsijden, Johan van Joeckeren Enneken Spormekerinck eheluiden, die Summa van Driehundert und Soeventijn daler Bocholdtscher wehrung, den daler ad dertich stuver, den stuver tot Een und twintich heller berekent, schuldich wehre , Allet vermoege eener onder hare hant in dato acht dage na S.Claes Marckt A° Sestienhondert Elff, gegevener Recognition, dat hij, voer sich, Moeder, broederen und susteren und deren erven, voer gemelte Summa und daerop à dato desesverschijnende gebuerlich Interesse Ihnen Johan van Joeckeren, Huisfrouwen und erven, bester gestaldt rechtens verhypotthesiert und veronderpandet hedde, dede solchs in krafft deses, dat Erve und goet de Hoge Ungenade mit sijn tioebehoer und gerechticheit, In den kerspel Aelten buerschap Hoerne gelegen. gestaldt sich daerab obgemelte Hoefftsum, sambt interesse à die moræ toe verhaelen. Gelavende waer und waerschap, oick der Moeder , broederen und susteren ferner approbation bijtoebrengen, voorth beter verschrijvong und vestnisss toe erschaffen nae Landtrechte. Und is thoeweten datt alle Interesse tot dato deses in obgemelte Summa inberekent. Alles sonder argelist.
Mercurij 20 Julij A° 1614 – Drost und Richter Gosswin van Lawick, Cornoten Johan ter Woert, Derick Wedlinck.
Erschenen Floerken Floriss, wedtwe Johan Boencks, mit Derick Weddelinck vorschreven, haren tot deser saecken erkorenen und toegelatenen Mombaer, und bekande vermitz desen voer sich und haren erven, voor eine walbetaelte Summa geldes bester gestaldt rechtens in Pandtschap sampt rostlicken vreedsamen besit, nutz und gebruijck avergelaten und verkofft te hebben Johan van Joeckeren borgere der Stadt Bocholdt Enneken Spormeckerinck sijner huisfrouwen und Ihren erven, haer Erve und guedt die Hoge Ungenade inden Kerspell Aelten buerschap Hoerne gelegen, sampt sijnen toebehoer und gerechticheit voer doerschlechtich Kummerfrij Pandtguet, und mit gienen thendt, thins, schuldt etc. beschweret. Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant und monde gerenuntyrt und vertegen, waerschap, beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese ein Vierdell Jaers thoe voren toe verkunden voerbeholden, und demnae Jairlicx op Meij Philippi et Jacobi, viertien dage voer offt nae onverhaelt, mit de Summe van Driehundert und Vijjfftich daler Bocholtscher geweerden, den daler ad dertich stuver, f. 30 v – den stuver tot Einundtwintich heller toe berekenen, toe loesen. Sonder exception und argelist.
Jovis 3 Novembris Anno 1614 – Drost und Richter Gosswin van Lawick, Cornoten Johan ten Berge, Peter Cloeck.
Erschenen Floorken Floriss, wedtwe zaligen Jan Boencks, met Johan ten Berg haren tot deser zaecken erkorene und toegelatene Mombaer, die bekande vermitz Mombers vorschreven authoriteit vor sich haren Kinderen und erven, alsoe sie Fijken Scheffersvermoge gegevener Obligation in dato den 10. Julij A° 1611 die Summa van Twiehondert und Viertich daler Bocholtscher geweerdenschuldich wehre, und daervoer gien speciaell onderpandt gesteldt hedde, dat sie derwegen voer sich enden als M ombaersche harer Kinderen,voer denselven und haren erven, haer Fijken und haren erven voer obgemelte Summa, und daerop verschijnende Pension tot specialen onderpandt gestelt hebben, wolle und stelde mitz desen Drie Moldersaet Landes opten Hogen Ongenade naest Kortbeck gelegen und tot haer Fijkens gevallens affte palen, sich daeran bij misbetalongh tot gemelte Hoefftsum Pension, sambt kosten und schaden mit pendongh nae landtyrechte toe verhalen. Die obligation in anderen haren Puncten und Clausulen onverbroken. Sonder exception und argelist.
Verpondingskohier 1647
Ongenade, d’Armen te Bredevoort en half Willem Ongenade. Huis en hof 1 sch. boulant 6 mdr., half 3de en half op de 4de gerve thientbaer, 41 – 17 -. pontschatt. Eijcken holt.
Liberale Gifte 1748
In onderstaand fragment vinden we Berent Ongena, die op 25-09-1729 in Aalten getrouwd is met Henrica Rosengaarden.
Eigenaren
Overzicht is niet volledig.
Jaar
Perceel
Eigenaar
Omschrijving
1832
E-393
de Hervormde Armen van Aalten en cons.
1650 m² huis en erf
1883
E-1779
de Armen van Aalten en cons.
1900 m² huis, schuur en erf
1890
E-2038
Derk Jan Bulsink, landbouwer op het Nonhof en raadslid
1900 m² huis, schuren en erf
1939
E-2038
Johannes Gerhardus Klein Poelhuis, landbouwer
2410 m² huis, schuren en erf
1979
E-2455
Johannes Gerhardus Klein Poelhuis, landbouwer
156.180 m² boerderij
1984
R-329
Dina Ebbers, wed. J.G. Klein Poelhuis, landbouwster
140.300 m² huis, bijgebouwen, cultuurgrond
Bewoners
Eerst bekende bewoner:
Geerdt Elverdinck alias ter Ungenade
In 1628 woonde Geerdt op Ongena (Volontaire Protocollen).
Volgende bewoners:
Herman te Ongena Geesken te Bovelt
Herman en Geesken waren lidmaat in Aalten vóór 1645 en woonden in Heurne.
Volgende bewoners:
Jan te Bovelt alias te Ongena (Heurne < 1685) Lumme Roebruck
Jan en Lumme waren lidmaat in Aalten met Kerst 1646 en woonden in Heurne.
Volgende bewoners:
Willem te(r) Ongena(de) (Heurne), trouwt (1) met Lutte te Rule (Heurne < 1675) (2) op 14-03-1675 in Aalten met Enneken Hofs (Varsseveld – Heurne < 1690) (3) op 09-11-1690 in Aalten met Geesken te Bockel (Barlo)
Volgende bewoners:
Henric Stapelkamp alias Ongena (Heurne – Heurne < 1742), trouwt (1) op 25-02-1683 in Aalten met Dercksken Overbeek (IJzerlo – Heurne < 1701) (2) op 30-01-1701 in Aalten met Dercksken in ’t Heeght alias Freers (Aalten, 24-05-1674)
Volgende bewoners, zoon van Henric en Dercksken in ‘t Heegt en schoondochter:
Berent Ongena (Aalten, ged. 07-10-1704 – Heurne, 20-01-1763), trouwt op 25-09-1729 in Aalten met Henrica Rosengaarden (Zelhem – Heurne, 05-01-1778)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Hendrik Ongena (Aalten, ged. 14-09-1731 – Heurne, 22-05-1800), trouwt op 25-04-1766 in Aalten met Hendrina Hemmink (Winterswijk, ged. 25-02-1742 – Heurne, 09-02-1795)
Volgende bewoners, zoon en schoondochter:
Berend (Hendrik) Ongena (Aalten, ged. 22-05-1768 – Wesel, 21-12-1812), trouwt (1) op 09-02-1798 in Aalten met Gesina Roerdink Vel(t/d)boom (Winterswijk, ged. 26-01-1766 – Heurne, 26-02-1802) (2) op 09-05-1802 in Aalten met Mette An(z/s)ink (Aalten, ged. 18-12-1768 – Heurne, 15-07-1829)
Volgende bewoners, weduwe en 2e echtgenoot:
B(a/e)ren(d/t) Weggelder (IJzerlo, 10-03-1788 – Barlo, 18-10-1846), trouwt op 11-11-1813 in Aalten met Mette An(z/s)ink (Aalten, ged. 18-12-1768 – Heurne, 15-07-1829),
Bevolkingsregister 1823-1850
In het bevolkingsregister van 1823 wordt boerderij ‘Ongena’ tweemaal achter elkaar vermeld. De boerderij werd destijds dus dubbel bewoond. Hieronder worden beide bewonersreeksen tot en met 1934 naast elkaar getoond.
Nog een foto van de oude Ongena, ontvangen van J.H. NijmanHuidige woning op dit perceel (foto: G. Schreurs, 2023)Omgeving Hondorpweg, bron: ‘Boerderijen- en Veldnamen in Aalten’Projectie Google Maps op kadastrale kaart van 1939Fragment kadastrale kaart, 1971 (rechts het oude Ongena, midden het nieuwe huis, links Kortbeek)Fragment kadastraal leggerartikel, eigendom Ongena, 1939Aaltensche Courant, 18 februari 1949Hendrik Willem Ebbers (1872-1952), temidden van zijn kleinkinderen
Veneris 29 Julij A° 1614 – Drost und Richter Gosswin van Lawick, Cornoten Herman van Munster, Johan Nachtegaell, Lenardt van Elverfelt.
Erschenen Floerken Floriss, wedtwe Johan Boencks, sambt haer Sohn und DochterJohan und Jenneken Boencks mit Werner und Johan Romps haren und haren Kinderen respective erkorenen und angeborenen Vormunderen, und avergaven in schrifften zeecker Vorwarden In menongh und gemoets haer erve und guet Goirhuis in den Kerspell Aelten buerschap Hoerne gelegen bij brennende kerssen erfflick toe verkopen, versoeckende die keersse daerover antoesteken und vrijen nae Landtrechte.
Sijn die Vorwarden verlesen, die keersse ontsteken und gevrijet nae Landtrechte.
Und is gemelte guet ingeset dorch Andries Poelhuis op — 900 daler Die daerop gehoegt—————————————————— 200 daler Johan Romp gehoegt ————————————————— 25 daler Andries Poelhuis ———————————————————– 16 daler Johan Romp —————————————————————— 16 daler
Und is koeper geworden mit Dusent, Eenhondert, Soeven und Vijfftich daler. Borgen Werner Romp und Andries Poelhuis diewelcke inholts der Vorwarden gecediert hebben.
Jovis 3 Novembris Anno 1614 – Drost und Richter Gosswin van Lawick, Cornoten Johan ten Berge, Peter Cloeck.
Erschenen Fleurken Floris weduwe zaligen Jan Boeincks met Peter Cloeck vorschreven haren tot deser saecken erkorenen und toegelatenen Mombaer, voer haer selffs, und mede als Moeder und Mombaersche harer Kinder, die bekandevermitz authoritet hares Mombaers vorschreven, voer haer, haren Kinderen und erven, rechter wetlicker schuldt schuldich te sijn den Ernvesten Welvoornemen und zeer discreten Sinjeur Wessel Scheinck, Coopheer in Amsterdam, die Somme van Sesshondert enden twie und Viertich gulden, ad twintich stuver t’stuck, hollandtscher valuatie, Capitaels und tott 23 Septembris naestleden verschenen Interesse, Geloven dieselve, neffens Interesse vanden 23n Septembris vorschreven daerop verschijnende an handen van Sinjeur Scheinck vorchreven binnen Amsterdam tegens den 23n Martij A° 1615 gewislick ende onfeilbaer toebetalen, onder hypothecatie hares Erffs und guets Goorhuijs inden kerspel Aelten buerschap Hoerne gelegen, Voort aller haeren anderen gereden ende ongereeden goederen, Hoe off waer die gelegen weren, om sich daeran obgemelte Summen und Interesse sampt Kosten und schaden, wegen missbetalongh erleden und angewendt, mit reale executie, als off dieselve mit allen rechten daervoer ingewonnen und uthgesleten weren, toe verhalen, den Gerichte sijne gerechticheit voerbeholden, versoeckenden und betrouwende, Sinjeur Schenck ditselve accepteere, und haer totter vorschreven anbestembde tijt dilaij vergunstigen werde. Sonder exceptie und argelist.
Overdrachtsbelasting Heerlijkheid Bredevoort 1786
Den 13 meij van Harmen Jan Velthuijs onder Aalten woonende, 10 guldens-10 stuijvers, weegens een ¼ gedeelte van het goed of plaatsjen het Goorhuijs genaamd, en van die daar op staand huijs en ’t daar toe behoorende bouwland, weidegrond, inslag en plaggen vreede, holt en holtgewassen, geleegen in de buurschap Huurne onder Aalten. Aangekogt van Garrit van den Heuvel en Catharina Agtenhof, ehelieden, voor 525 gulden, den 25 april 1786.
Den 13 meij van Harmen Jan Velthuijs, 10 guldens, weegens een ¼ gedeelte van voornoemde goed of plaatsjen het Goorhuijs genaamd, kennelijk geleegen in de buurschap Huur onder Aalten (in voorgaande post breeder omschreeven). Aangekogt van Derk Steintjes, schoolmeester te Halle in Gelderland, als volmagtiger van Arend Grolleman, Harmanus Koppenhagen en Maria Walsbruin weduwe Barrenas, te Amsterdam woonagtig; voorts Hendrik Grolleman meede woonende aldaar, pro se en als volmagtiger van Jan Haeseveld en Magteld Grolleman, ehel., woonende te Heemstede, Gerrit Grolleman in ’s Hage woonende; dan nog Hendrik Gerrits als volmagtiger van Anthonij Poldewijn en Anna te Bos, egtelieden, Jennigje te Bos, en eijndelijk Lubbert Grolleman, de beijde laatste woonende te Olst, deze alle te zaamen erfgenaamen van derzelver te Aalten overledene moeij Hendrina te Bos, in leeven ehevrouw ofte weduwe van wijlen Gerhardus van Heuvel, voor 500 guldens, den 26 april 1786.
Bewoners
Eerst bekende bewoners:
Berent te Goorhuijs alias Klumpener (Heurne) Aeltien Tammel (Lintelo)
Volgende bewoners, zoon:
Jan te Goorhuijs (Heurne), trouwt op 22-12-1695 in Aalten met Hendersken Huijninck (Aalten, 30-08-1668)
Volgende bewoners:
Derck Kappers alias Goorhuijs (Aalten, 14-09-1673), trouwt op 21-08-1701 in Aalten met Lutte Haartman (Aalten, 24-10-1680)
Volgende bewoners:
Wolter Fockinck alias Goorhuijs (Aalten, 02-07-1693), tr. (1) Jenneken te Brinke (Varsseveld); (2) Aeltjen Reijmers (Varsseveld); (3) Rheyntien Westervelt (Dinxperlo, 30-10-1698); (4) Geeske Geurink (Silvolde).
Volgende bewoners, zoon uit Wolters 4e huwelijk en schoondochter:
Reinder Goorhuis (Aalten 19-01-1744), tr. (1) Toniske (Klein) Hondorp (Aalten, 24-07-1740); (2) Janna te Stroet alias Roks (Aalten, 23-09-1753).
Volgende bewoners, dochter uit Reinders 1e huwelijk en schoonzoon:
Omstreeks 1894 werd er op dit perceel een huis gebouwd. Tot die tijd vermeldde het kadaster op deze locatie enkel heide en dennen. In 1896 verscheen de naam ‘Nieuw Slaa’ in een advertentie.
In 1919 werd Nieuw Slaa, samen met (Klein) Slaa (in de advertentie ten onrechte ‘Oud Slaa’ genoemd) en de boerderij (Oud) Zichtvree’ verkocht. Gerrit Hoftijzer, destijds pachter op Nieuw Slaa, kocht Oud Zichtvree en verhuisde daarheen. Nieuw Slaa werd gekocht door Johan Obbink en zijn zoon Hendrik Willem Obbink, en zij gingen daar wonen. Zij lieten de nieuwe (huidige) boerderij bouwen, naast de oude boerderij. De oude boerderij bleef staan en werd gebruikt als extra woon- en bedrijfsruimte.
In 1942 was er brand op ‘Nieuw Slaa’, door onvoorzichtigheid met vuur. De oude boerderij brandde volledig af, en de nieuwe boerderij werd zwaar beschadigd, maar later in dezelfde stijl hersteld.